Zaal 1

  • Vermeers oeuvre is klein. Van de circa 37 schilderijen die aan hem toegeschreven worden, zijn hier 27 samengebracht. De werken worden grotendeels thematisch getoond. Zo zie je hoe Vermeer de buitenwereld in de verstilde scènes laat binnenkomen. Hoe Vermeer zich als schilder ontwikkelt. En hoe de vrouwen op zijn schilderijen contact maken met de toeschouwer door hun blik naar buiten te richten.

    Johannes Vermeer is geboren, getogen en gestorven in Delft (1632-1675). Hij groeide op tussen de schilderijen in de kunsthandel van zijn vader en werd gereformeerd opgevoed. Bij zijn huwelijk met Catharina Bolnes werd hij opgenomen in een katholieke familie. Zij kregen veertien of vijftien kinderen, van wie er elf hun kinderjaren overleefden. Behalve schilder, was Vermeer kunsthandelaar en voorman van het Sint-Lucasgilde voor kunstenaars.

    Typerend zijn Vermeers verstilde scènes binnenshuis, zijn beheersing van het perspectief en de weergave van het licht. Bepaalde voorwerpen en specifieke interieurs keren regelmatig terug. De indruk ontstaat dat Vermeers omgeving er precies zo uitzag, maar hij toont ons een wereld zoals hij die heeft bedacht. Hij observeert nauwkeurig optische effecten, zoals scherpte en onscherpte. Daardoor leidt hij je blik het schilderij in, geconcentreerd op een alledaagse handeling, een oogopslag, een ontmoeting. Een enkele keer wordt die blik beantwoord.

Zaal 2

  • Voor zover we weten schilderde Vermeer zijn geboortestad drie keer, waarvan twee schilderijen nog bekend zijn: Gezicht op Delft en Het straatje. In zijn wereld heerst rust en lijkt de tijd even stil te staan, net als in de interieurs die hij schilderde.

    Vermeers aanpak was vernieuwend. Hij brengt in zijn Gezicht op Delft niet de belangrijkste monumenten in de stad prominent en gedetailleerd in beeld, maar benadert Delft van een onverwachte kant. Hierbij veroorlooft hij zich vrijheden ten opzichte van de feitelijke topografie.

    Met licht en donker, perspectief, kleur en textuur leidt hij je oog de diepte in. Dat doet hij ook in Het straatje: de donkere achterliggende huizen contrasteren met de lichte wolkenlucht. De figuren dragen bij aan de ruimtelijkheid, zoals de vrouw in het steegje en de spelende kinderen op de stoep.

    1. In de verte zie je de Nieuwe Kerk waarvan de toren het ochtendlicht vangt, geschilderd met een dikke laag geelwitte verf. Links in het midden staat de Schiedamse Poort met op de klok de tijd van rond 7 uur, rechts de Rotterdamse Poort.
    2. De afwisselend lichte en donkere gedeeltes verdelen de compositie grofweg in vier horizontale banen, met op de voorgrond het heldere zand van de kade. Op het schip rechts zie je hooglichten: kleine verfstipjes als de reflectie van zonlicht.
    3. Een van de vrouwen draagt vergelijkbare kleding als de vrouw op Het melkmeisje (zaal 5), dat Vermeer in dezelfde periode schilderde.

Zaal 3

  • Deze vier grote schilderijen zijn de vroegste Vermeers die we kennen. Hij was begin 20 en had zich net gevestigd als meesterschilder. En hij was pas getrouwd met de katholieke Catharina Bolnes, terwijl hij van huis uit gereformeerd was. Heel ambitieus schilderde hij religieuze thema's: de heilige Sint-Praxedis en een Bijbelse scène van Christus in het huis van Maria en Martha. Voor het afbeelden daarvan keek hij naar een Vlaams voorbeeld, terwijl de Sint-Praxedis een kopie is naar een eigentijdse Italiaanse meester. Dit waren ongetwijfeld opdrachten uit zijn nieuwe katholieke omgeving. Ook waagde hij zich aan een mythologisch onderwerp met Diana en haar nimfen.

    De jonge kunstenaar wilde zich duidelijk manifesteren met internationale allure én op de hoogste trap van de schilderkunst: het uitbeelden van grote historische verhalen. Een omslagpunt is De koppelaarster. In dit doek uit 1656 voegde hij alle internationale invloeden samen, en paste ze toe in een bordeelscène. Vanaf dat moment koos Vermeer het alledaagse leven als uitgangspunt van zijn werken.

    1. Als Jezus op bezoek komt bij de twee zussen Martha en Maria, gaat Martha aan het werk om de gast te bedienen, terwijl Maria aan zijn voeten zit en naar hem luistert. Martha klaagt dat ze al het werk alleen moet doen. Daarop zegt Jezus dat Maria juist de goede keuze maakt: het geestelijke gaat boven het materiële. Elke figuur heeft duidelijk een eigen rol: bedienen, luisteren, uitleggen.
    2. Precies in het midden plaatst Vermeer de gebarende hand van Jezus, bewust afstekend tegen het helderwitte tafelkleed. Zo benadrukt hij Jezus' gesproken woord als de kern van het verhaal.
    3. Vermeer schilderde gedurende zijn hele carrière bij voorkeur introverte figuren. In dit vroege schilderij is dat al te zien in de rustige nadenkende houding van Maria.

Zaal 4

  • Hoe suggereer je een ruimte op een plat vlak? Stap voor stap bekwaamde Vermeer zich in deze kunst. In Brieflezend meisje bij het venster toont hij weinig van de kamer, maar bereikte hij diepte door de linkermuur die haaks op de achterwand staat. Het alledaagse leven nam hij als uitgangspunt.

    Het groene gordijn lijkt vóór het schilderij te hangen. Opzij geschoven onthult het de lezende vrouw en het grote schilderij achter haar. Hierop staat de liefdesgod Cupido, die ons aankijkt.

    Tot 2019 was de Cupido verborgen onder een witte overschildering. Bij de recente restauratie bleek dat dit niet door Vermeer was gedaan, maar later, door iemand anders. Met het verwijderen van de overschildering wordt duidelijk hoe goed het schilderij past in Vermeers vroege ontwikkeling.

    Vermeer toont het schilderij van Cupido met kleine varianten in enkele andere schilderijen (zalen 8 en 9).

    1. Een rood gordijn valt over het open raam, waarin het gezicht van het meisje wordt weerspiegeld. Vermeer schildert hier voor de eerste keer met stipjes en puntjes verf. Hij toont geen lijnen van bijvoorbeeld het haar, maar bouwt het op met lichtpuntjes in verschillende kleuren.
    2. Pas in tweede instantie voegde Vermeer het groene gordijn toe, en overschilderde daarmee een groot wijnglas.
    3. De liefdesgod Cupido stapt met zijn boog in de hand op twee maskers, tekens van bedrog. Dat betekent: ware liefde moet zonder valsheid zijn, een waarschuwing aan het brieflezende meisje.

Zaal 5

  • Omstreeks 1658 maakte Vermeer kennis met de huiselijke scènes van de schilder Pieter de Hooch, die ook in Delft woonde. Van hem nam Vermeer het perspectief met één vluchtpunt over: het punt waar alle lijnen samenkomen.

    Op Het melkmeisje bepaalde hij met een speld het vluchtpunt, iets boven haar rechterarm (het gaatje van de speld zit er nog). Zo kijk je een beetje van onderen tegen haar op. Haar monumentaliteit wordt versterkt door de witte muur achter haar, waartegen ze scherp afsteekt. Om dit effect te bereiken, overschilderde Vermeer een kannenrek dat hij eerst ter hoogte van haar hoofd had geplaatst. Rechtsonder overschilderde hij ook een grote vuurmand en verving die door Delfts blauwe tegels en een stoofje met een bakje kolen.

    De ruimte wordt vooral beheerst door het licht, dat op alle voorwerpen speelt en weerkaatst. Het brood en de broodmand op tafel bestaan uit honderden puntjes 'licht'. De handeling is eenvoudig en geconcentreerd. Alleen de melkstraal lijkt te bewegen. Vermeer maakt ons deelgenoot van zijn verstilde wereld.

    1. Dit is een technisch bewerkte infrarood-opname van de onderlaag. Zichtbaar is het kannenrek op hoofdhoogte, dat Vermeer later overschilderde. Daardoor gaat alle aandacht uit naar de vrouw en haar werk. Foto Francesca Gabrieli (Conservation & Science, Rijksmuseum)
    2. In een vuurmand werd een stoofje met gloeiende kolen gezet, een draagbare warmtebron. Op een bol deksel van wilgentakken konden de luiers gedroogd worden.
    3. Gezien de vele hompen brood op tafel is de vrouw waarschijnlijk broodpudding aan het maken van droog brood geweekt in melk. Soms werd de melk aangevuld met bier, dat mogelijk in de blauwe Duitse kruik zit.

Zaal 6

  • Verstild en ingetogen zijn de scènes van Vermeer, bijna afgesloten van de buitenwereld. Maar toch is die aanwezig. Vermeer laat haar binnen door vensters te openen of iemand uit het raam te laten kijken.

    In De soldaat en het lachende meisje komt een man op bezoek, hij heeft zijn grote hoed van beverbont nog op. De kaart van Holland en West- Friesland aan de muur laat de buitenwereld binnen in de besloten kamer, net zoals het open raam dat doet. In De luitspeelster stemt de vrouw haar instrument terwijl ze uit het raam kijkt -verwacht ze iemand? Brieven brengen bij uitstek iets van buiten naar binnen. In Schrijvende vrouw met dienstbode geeft het groene gordijn links vrij zicht op de kamer, terwijl de wachtende dienstmeid juist langs het witte gordijn naar buiten kijkt. De geborgenheid van de woonkamer wordt voelbaar, net op het moment dat er een straatgeluid binnen lijkt te dringen.

    1. De intimiteit van de scène ontstaat door de perfecte beheersing van het perspectief: de man is dichtbij, hij is een stuk groter afgebeeld dan de vrouw. Dit effect kan Vermeer bestudeerd hebben met een optisch instrument, de camera obscura. Dit was een donkere kamer of doos met een gat, of later een lens, waardoor beelden van objecten buiten de kamer werden geprojecteerd op de tegenoverliggende muur.
    2. Net zoals op Het melkmeisje schilderde Vermeer delen van de voorstelling met vele stipjes verf. In fel licht toont ook een camera obscura een projectie met puntjes licht.
    3. Dit witte raamkozijn toont het helderste licht van het gehele schilderij. Terecht, want het zonlicht buiten is altijd veel lichter dan het licht binnenshuis. Met dit wit suggereert Vermeer daglicht dat de kamer binnenstroomt.

Zaal 7

  • Tussen 1664 en 1667 maakte Vermeer een kleine groep schilderijen van vrouwen die je recht aankijken en heel dichtbij komen. Hun blik komt uit het schilderij, naar onze wereld. Het zijn geen portretten, al zijn ze ongetwijfeld gebaseerd op studies naar levende modellen. Vermeer sloot hiermee aan bij het in zijn tijd populaire type van de 'tronie': levendig geschilderde karakterkoppen en fantasieportretten van figuren in fictieve kostuums. Schilders onderzochten hierin het menselijke gezicht en gelaatsuitdrukkingen, lichteffecten en schaduwwerking.

    De vrouwen maken heel direct contact, ze draaien hun hoofd en kijken ons over hun schouder aan. De experimentele studies Meisje met de fluit en Meisje met de rode hoed zijn de opmaat naar onder meer Meisje met de parel. Daarin streefde Vermeer naar nog meer eenvoud. Alle aandacht gaat uit naar de jonge vrouw en haar blik. Een andere manier om heel dichtbij te komen, is door de afstand tot de vrouw te verkleinen, zoals Vermeer in De kantwerkster doet. We komen zelfs zo dichtbij dat we de draadjes in haar handen kunnen zien.

    Meisje met de parel is vanaf 1 april te zien in het Mauritshuis, Den Haag.

    1. In de schaduwen van de huid werd hier een dunne, transparante laag van groene aarde toegepast. Op deze manier zie je het in Nederland in de 17de eeuw alleen bij Vermeer.
    2. Net als Meisje met de fluit, dat hiernaast hangt, is dit werk op hout geschilderd. Beide zijn waarschijnlijk studies, waar ook de schetsmatige en experimentele schilderwijze op duidt.
    3. In tegenstelling tot de meeste schilderijen van Vermeer komt bij Meisje met de fluit, De kantwerkster en Meisje met de rode hoed het licht van rechts.

Zaal 8

  • Net als de vrouwen die je ziet in zaal 7, kijken deze dames ons recht aan, het beeld uit, alsof ze worden gestoord in hun musiceren. Niet alleen in deze, maar in veel andere schilderijen van Vermeer speelt muziek een grote rol. Vrouwen spelen gitaar, klavecimbel of virginaal (een toetseninstrument). En op meerdere schilderijen staat of ligt een viola da gamba (een soort contrabas) op de grond, zoals ook hier bij de Zittende virginaalspeelster.

    Op de achtergrond van de Zittende virginaalspeelster hangt een bestaand schilderij van Dirck van Baburen. Daarop lacht een prostituee naar een man terwijl ze op haar luit speelt. Hij biedt haar een munt aan. Het schilderij op de achtergrond voegt een betekenis toe aan Vermeers afbeelding. Net zoals bij het schilderij op de achtergrond van de Staande virginaalspeelster. Daar zie je de liefdesgod Cupido terug, zoals op Brieflezend meisje bij het venster (zaal 4).

    1. De toetseninstrumenten op Zittende en Staande virginaalspeelster lijken identiek, maar de geschilderde landschappen op de deksels verschillen van elkaar. Bij de Staande virginaalspeelster is het landschap op het deksel hetzelfde als dat aan de muur.
    2. Gedurende zijn schilderscarrière ging Vermeer steeds verder in de stilering van de stofuitdrukking. Op de witte mouw schildert hij nog slechts vlakken en puntjes verf naast elkaar om het effect van kostbare stoffen te bereiken.
    3. De opkijkende, musicerende vrouw contrasteert met de scène op het schilderij aan de muur. Er wordt onderhandeld over de prijs van de diensten van de prostituee. Muziek en (betaalde) liefde worden ondubbelzinnig met elkaar in verband gebracht.

Zaal 8

  • Naast schilderijen met één figuur van dichtbij, ontwikkelde Vermeer een nieuwe vorm van grotere interieurscènes met twee of drie figuren. Zo neemt hij in zijn Liefdesbrief veel afstand van de twee vrouwen, die hij - en wij dus ook - vanuit een naastgelegen ruimte gadeslaat. Door Vermeers gesloten compositie worden we heimelijke toeschouwers.

    De dame des huizes heeft haar spel op een cister (een kleine luit) onderbroken, omdat het dienstmeisje haar een brief overhandigt. Gaat het om een liefdesbrief? Het zeegezicht aan de wand wekt die suggestie. Want liefde werd wel vergeleken met de zee en een minnaar met een schip - onstuimig of kalm, bedreigd of veilig.

Zaal 8

  • Brieven zijn vaak het onderwerp in Vermeers werk. Eerst maakte hij drie schilderijen met een enkele figuur bij het lezen of schrijven, later drie met een dienstbode erbij. Vermeer toont steeds welgestelde vrouwen die door middel van hun brieven contact onderhouden met de buitenwereld. Voor verliefden waren brieven een ideaal middel voor hofmakerij. Er waren zelfs boeken met handleidingen waarin je de mooiste formuleringen kon vinden. Nog in haar elegante bedjasje haalt de Brieflezende vrouw in het blauw zich een afwezige voor de geest door de woorden zacht te prevelen.

    Dienstbodes konden zonder verdenking binnen de stad brieven bezorgen, wat voor de dames zelf niet fatsoenlijk was. In Dame en dienstmeid wordt een vrouw aan haar schrijftafel verrast door de binnengebrachte brief. De buitenwereld komt hier op deze manier binnen, zoals op andere schilderijen door ramen of deuren. In het nauw verwante Schrijvende vrouw in het geel verbinden de brief én de blik van de vrouw het schilderij uit, het binnen met het buiten.

    1. Vermeer schilderde deze vrouw drie keer als bode van een brief. De namen van Vermeers modellen zijn onbekend.
    2. Vermeer toont een zeer modieuze dame. Hermelijnbont werd zelfs niet door rijke burgers gedragen, misschien was het met stipjes beschilderd konijnenbont. Ook de parel aan het oor is mogelijk geen echte parel. Hij is zo groot, en dus zeldzaam en kostbaar, dat hij waarschijnlijk is gemaakt uit een goedkoop materiaal zoals glas. Of het is de artistieke vrijheid van de schilder.
    3. Het kistje op tafel, waarin sieraden, brieven of andere kostbaarheden bewaard konden worden, lijkt afkomstig te zijn uit de Goa-regio (India). Net zoals de landkaart in Brieflezende vrouw in het blauw is het kistje een verwijzing naar de buitenwereld.

Zaal 9

  • Er zijn veel raakvlakken tussen deze schilderijen uit omstreeks 1660. De modieus geklede vrouwen zijn óf net opgehouden met musiceren, óf daar nog mee bezig, en drinken wijn. De mannen lijken net van buiten te komen, met hun chique mantel nog om de schouders. Ze zijn een en al aandacht voor de jonge vrouwen, die daar niet ongevoelig voor lijken te zijn. Een van hen draait zich om naar de toeschouwer en maakt ons deelgenoot van de situatie. We zien muziekboeken en een cister, want de liefde werd vaak geassocieerd met samen zingen en musiceren. Maar wat er precies gebeurt weten we niet. Er blijft veel te raden over.

    De perspectieflijnen van de tafels en stoelen, en van de ramen in de linkerwand, zorgen voor een overtuigende ruimtelijke illusie. Vermeer plaatst de figuren op de voorgrond zodat we ze van dichtbij kunnen naderen. Hierdoor creëert hij een groot gevoel van intimiteit tussen de scène en de toeschouwer.

    1. De man draagt een mantel gemaakt van trijp: een kostbare velours stof van de wol van de angorageit. De halfronde plooien suggereren dat hij met zijn linkerhand in zijn zij staat, een houding die zelfverzekerdheid uitstraalt. Op Onderbreking van de muziek zie je ook zo'n mantel.
    2. De vrouw in het glas-in-loodraam heeft krullende riemen van een wapenschild in haar handen. Het chique familiewapen suggereert een voorouderlijke keurigheid die contrasteert met de amoureuze scène.
    3. De man houdt een witte wijnkan vast, die in het hart van de voorstelling is. Subtiel wordt de kan omcirkeld door zijn witte manchet.

Zaal 9

  • Dit is een van de weinige werken waarin Vermeer een man de hoofdrol geeft. Zijn aardglobe staat op de kast met enkele boeken. Met een passer in zijn hand bestudeert hij landkaarten die op tafel liggen. Maar zijn blik dwaalt af in de verte.

    Het daglicht valt rechtstreeks op de papieren en het voorhoofd van de geograaf, zonder tussenkomst van een wetenschappelijk instrument, waardoor Vermeer de nadruk legt op de intellectuele aandacht voor de wereld. De buitenwereld komt zo de beslotenheid van de studeerkamer binnen.

    Bij dit schilderij hoort een tegenhanger, De astronoom (Louvre, Parijs), waarin de wetenschapper een hemelglobe bestudeert.

Zaal 9

  • Vermeer schilderde rond 1662-1664 een kleine groep werken waarin slechts één vrouw staande aan een tafel met verschillende spullen is afgebeeld. Je ziet hen tijdens een verstilde, meditatieve handeling. In Vrouw met parelsnoer is een vrouw voor de spiegel bezig zich op te doffen. In Vermeers tijd werd dit gezien als negatief, want het was te 'werelds', ijdel en gericht op uiterlijkheden.

    Hetzelfde geldt voor Vrouw met weegschaal, waarop een dame aan een tafel met waardevolle sieraden staat. Om hun geldwaarde te bepalen houdt ze een weegschaaltje in haar hand. Achter haar hangt een schilderij met het Bijbelverhaal van het Laatste Oordeel, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat ze zelf ooit ook zal worden gewogen en beoordeeld.

    Vermeer was door zijn buren, paters van de Orde van Jezuïeten, vertrouwd met de katholieke devotieleer. In zijn Allegorie van het katholieke geloof gebruikte hij een reeks symbolen die de kijker aandachtig tot zich kan nemen. De gelovige wordt zo geleid langs de weg naar innerlijke waarden.

    1. Vermeer gebruikte een handboek om de symbolen voor zijn allegorie te bepalen. De hoofdfiguur, 'het geloof', overwint het wereldse, ijdele en vergankelijke door de voet op een wereldbol te zetten.
    2. De figuur 'het geloof' kijkt intens naar deze glazen bol. Die kan door de spiegeling - net zoals het geloof - meer in zich dragen dan die eigenlijk qua grootte kan bevatten. Vermeer gebruikte hiervoor een idee uit de theologie van de jezuïeten, waarmee hij bekend raakte via zijn buurtgenoten.
    3. In het huis waar Vermeer woonde hingen twee schilderijen van de kruisiging van Jezus Christus. Misschien wordt een van die twee werken hier getoond op de achterwand. Het is een typerend stuk voor de katholieke devotie.

Zaal 10

  • 1632

    Johannes Vermeer wordt in Delft geboren als tweede kind van Reynier Jansz en Digna Baltens. Hij wordt gedoopt in de gereformeerde Nieuwe Kerk. Zijn vader is herbergier, zijdewerker en kunsthandelaar.

    1641

    De familie woont in de herberg Mechelen aan de Markt in Delft. Johannes bezoekt waarschijnlijk een kleine academie aan de Voldersgracht, waar hij mogelijk de basis van het tekenen en de meetkunde leert.

    1653

    Huwelijk met Catharina Bolnes in de katholieke kerk van Schipluiden, een dorp vlak bij Delft. Door bekenden worden ze Trijntje en Jan genoemd. Net als zijn vader, die in 1652 is gestorven, werkt Vermeer als kunsthandelaar. Hij treedt toe tot het Sint-Lucasgilde, een beroepsgroep van kunstenaars. Vanaf dat moment is hij zelfstandig schilder.

    1653-1655

    Schildert stukken met Bijbelse en mythologische onderwerpen.

    1656

    Schildert en signeert De koppelaarster.

    1657-1659

    Vermeer schildert onder meer Brieflezend meisje bij het venster. Hij leent geld van de Delftse kunstliefhebbers Pieter Claesz van Ruijven en Maria de Knuijt, zijn belangrijkste klanten.

    1653-1660

    Het gezin Vermeer vestigt zich in een huurhuis aan de Oude Langen dijk. Later woont schoonmoeder Maria Thins ook op dit adres. Hun buurtgenoten zijn paters jezuïeten. Schilderijen uit Thins' bezit beeldt Vermeer later af op zijn eigen doeken. Van de veertien of vijftien kinderen overleven er elf de eerste levensjaren.

    1658-1661

    Schildert onder meer Het melkmeisje, Het glas wijn en Gezicht op Delft.

    1662

    Wordt gekozen als hoofd van het Sint-Lucasgilde voor twee jaar.

    1662-1667

    Productieve periode met onder meer Vrouw met parelsnoer, Brieflezende vrouw in het blauw, De kantwerkster, Vrouw met weegschaal en Meisje met de parel. Vermeer wordt gezien als belangrijk schilder.

    1668-1670

    Zijn moeder overlijdt. Vermeer is nu eigenaar van herberg Mechelen en wordt herkozen als hoofd van het Sint­ Lucasgilde. Schildert onder meer De geograaf en De liefdesbrief.

    1672

    Rampjaar in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Vanwege de verslechterde economie verkoopt Vermeer nauwelijks nog schilderijen.

    1674

    Is als piekenier lid van de schutterij.

    1670-1674

    Schildert onder meer Allegorie van het katholieke geloof, Staande en Zittende virginaalspeelster en Schrijvende vrouw met dienstbode.

    1675

    In de tweede week van december overlijdt Johannes Vermeer op 43-jarige leeftijd na een ziekte van anderhalve dag door een onbekende oorzaak. Onder eervol klokgelui wordt hij door veertien dragers ten grave gedragen. Zijn vrouw Catharina blijft achter met hun elf kinderen en een grote schuld. Een bedrag van ruim 600 gulden bij de bakker betaalt zij af door De gitaarspeelster en Schrijvende vrouw met dienstbode in onderpand te geven.