Getting started with the collection:
The Night School
Gerrit Dou, before 1665
Light and dark, virtue and vice are juxtaposed here. Bathed in bright candlelight, a girl earnestly recites her lesson, while in the shadows the schoolmaster admonishes a boy. In the foreground, a second pupil, candle in hand, helps another with his schoolwork. The candlelight here symbolizes reason.
- Artwork typepainting
- Object numberSK-A-87
- Dimensionswidth 64 cm x thickness 5.5 cm, height 53.8 cm x height 74 cm x width 42 cm
- Physical characteristicsoil on panel
Identification
Title(s)
The Night School
Object type
Object number
SK-A-87
Description
De avondschool. Een klas verlicht door kaarsen en een lantaarn. Rond de meester oefenen leerlingen lezen en schrijven.
Inscriptions / marks
signature, bottom centre, on the platform (G and D ligated): ‘GDov’
Part of catalogue
Creation
Creation
painter: Gerrit Dou
Dating
before 1665
Search further with
Material and technique
Physical description
oil on panel
Dimensions
- width 64 cm x thickness 5.5 cm
- height 53.8 cm x height 74 cm x width 42 cm
This work is about
Subject
Exhibitions
Acquisition and rights
Acquisition
purchase 1808
Copyright
Provenance
? acquired from the artist by Johan de Bye (c. 1625-1672), Leiden; his collection, Leiden, 11 September 1665, no. 8 (‘1 kaers-avondtschool met veel personen’);{List of paintings by Gerrit Dou belonging to Johan de Bye that were exhibited in the front room of the house of the painter Johannes Hannot on Breestraat in Leiden; reproduced in T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg: Geschiedenis van een Leidse gracht_, IIIb, Leiden 1988, p. 486.} his niece, Maria Knotter (1651-1701), Leiden;{T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg: Geschiedenis van een Leidse gracht_, IIIb, Leiden 1988, pp. 462-64, states that Maria Knotter was the sole legatee of the collection, so Johan de Bye’s sister Anna never owned the painting, contrary to what is stated by Baer in A.K. Wheelock Jr (ed.), _Gerrit Dou 1613-1675: Master Painter in the Age of Rembrandt_, exh. cat. Washington (National Gallery of Art)/London (Dulwich Picture Gallery)/The Hague (Mauritshuis) 2000-01, p. 120.} her son, Adriaen Wittert van der Aa (1672-1713), Leiden and Slot Cronenburgh, near Loenen;{His will of 21 January 1703 speaks of ‘the costly cabinet of paintings still jointly belonging to him, the testator, and his (…) brother, consisting of the pieces made by Dou (…), all of which art is described in detail in the inventory of the estate of the late Mrs Maria Knotter, who was the widow of the noble Mr Adriaen Wittert van der Aa’; reproduced in T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg: Geschiedenis van een Leidse gracht_, IIIb, Leiden 1988, pp. 464-65.}from whom, fl. 1,000, to Pieter de la Court van der Voort (1664-1739), Leiden, through the mediation of Carel de Moor, 1710;{T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg: Geschiedenis van een Leidse gracht_, VIa, Leiden 1992, p. 366.} probate inventory, Pieter de la Court van der Voort, Leiden, 1731, in the cabinet on the north inner wall (‘Het capitaal stuk van Gerard Dou zijn bekent avondschool, nagtligt met verscheyde wel waargenoome ligten ongemein in zijn zoort, h. 1v 8½ d, b. 1v 3½ d [53.6 x 40.6 cm], f 1000’);{T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg: Geschiedenis van een Leidse gracht_, VIa, Leiden 1992, p. 477.}his probate inventory, Leiden, 12 September 1739, in the rear upper room facing the garden, called the cabinet (‘1 avondschool van dezelve, h. 1v 8½ d, br. 1v 3½ d [53.6 x 40.6 cm]’);{T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg: Geschiedenis van een Leidse gracht_, VIa, Leiden 1992, p. 491.} his son, Allard de la Court van der Voort (1688-1755), Leiden; his widow, Catharina Backer (1689-1766), Leiden; her sale, Leiden, sold on the premises, 8 September 1766 _sqq_., no. 19 (‘een Avond School van Jongens en Meisjes, met vier verscheiden ligten en veel bywerk, […] op Paneel. 1 voet 8½ duim hoog, 1 voet 3½ duim breet [53.6 x 40.6 cm]’), fl. 4,000, to Mossel;{Copy RMA.} from whom, fl. 4,900, to Gerrit van der Pot (1732-1807), Lord of Groeneveld, Rotterdam, 1783;{Pot van Groeneveld’s diary: ‘A night school of boys and girls, with five different lights. Was bought by Mr Mossel at the sale of the widow of Allard de la Court on 8 and 9 September 1766 in Leiden (no. 19) for fl. 4,000. Bought by me privately from Mr Mossel for fl, 4,900 in 1783’. See also E.W. Moes and E. van Biema, _De Nationale Konst-Gallery en het Koninklijk Museum_, Amsterdam 1909, p. 182.} his sale, Rotterdam (Gebr. Van Ryp), 6 June 1808 _sqq._, no. 28 (‘Hoog 20, en breed 15½ duim [52.3 x 40.6 cm]. Pnl. Dit, in allen opzigte beroemd, tafereel stelt voor eene Avondschool: de Meester, gezeten aan eene tafel, waarop zijn Lessenaar staat, schijnt eene ernstige vermaning te geven aan eenen Jongeling, welke hij, met het Schoolbord onder den arm, uit de school zendt; terwijl een bevallig jong Meisje, met alle aandacht, hare les opzegt. Voor op de tafel staat een Zandlooper, en eene Kaars, welke deze groep verlicht. Wat meer voorwaarts zit een Jongeling, met eene Schrijflei op den schoot, te cijferen; bij denzelven staat een jong lagchend Meisje, dat eene brandende kaars in de hand houdt, en hem bijlicht. De uitwerking en harmonie dezer twee lichten zijn uitmuntend. Op den voorgrond staat een open lantaarn, waarin eene brandende kaars, wier licht zich kunstig op de daarbij zijnde voorwerpen verspreidt. Op den derden of achtergrond vertoont zich eene tafel, waarop eene kaars staat, en waaraan eenige kinderen van beiderlei kunne gezeten zijn, bezig hunne lessen te leeren. Wat verder komt nog een Jongeling, eene kaars in de hand houdende den Trap af. Een breed en ten deel opgehaald gordijn, grootsch en natuurlijk geplooid, strekt ten voorhangsel aan dit tooneel. Vijf Lichten – twaalf Figuren, ziet men hier verstandig geplaatst […] Dit stuk is, na het verlies van de beroemde kraamkamer, eertijds in het kabinet van wijlen den Heere G. Braamcamp berustende, doch naar Rusland overgebragt, en op Zee verongelukt, het allerrijkst en schoonste, dat van dezen Phenix bekend is.’), fl. 17,500, to Johannes Eck & Zoon, for the museum{Copy RMA; E.W. Moes and E. van Biema, _De Nationale Konst-Gallery en het Koninklijk Museum_, Amsterdam 1909, p. 113. Provenance reconstructed in T. Zeedijk, ‘“Tot Voordeel en Genoegen”: De schilderijenverzameling van Gerrit van der Pot van Groeneveld’, _Bulletin van het Rijksmuseum_ 55 (2007), pp. 128-207, esp. pp. 173-74, no. 48.}
Documentation
- P. Hecht, Simiolus (1998) nr. 3, p. 171-172, afb.
- E. Wiersum, Het ontstaan van de verzameling schilderijen van Gerrit van der Pot van Groeneveld te Rotterdam, uit: Oud Holland, 48, 1931, pagina 201-214 - p. 211, p. 214(zie: www.jstor.org/stable/42718795)
- I. Gaskell, Gerrit Dou, His Patrons and the Art of Painting, uit: The Oxford art journal, 5, 1982, 1, pagina 15-23 - p. 21(zie: http://www.jstor.org/stable/1360100)
- Kunstkronijk (1868), p. 55.
- B. Gleistein, Is Avondschool wel avondschool?, uit: Kunstrip, 2, 1971/72, 13
- P. Hecht, Dutch seventeenth-century genre painting: a reassessment of some current hypotheses, uit: Simiolus : kunsthistorisch tijdschrift, 21, 1992, 1/2, pagina 85-95 - p. 94-95, afb. 12(zie: www.jstor.org/stable/3780712)
- Kunstschrift 6 (1994), p. 24, 27, afb.
Related objects
Related
Persistent URL
To refer to this object, please use the following persistent URL:
Questions?
Do you spot a mistake? Or do you have information about the object? Let us know!











