Verloren gewaande beelden Carel Visser nu in Rijksmuseumtuinen
Publicatiedatum: 03 september 2024 - 14:44
Bezoekers van de vrij toegankelijke tuinen van het Rijksmuseum kunnen vanaf vandaag genieten van twee grote abstracte, minimalistische beelden van de Nederlandse kunstenaar Carel Visser (1928-2015). Signaal 1 en Signaal 2 uit 1964 keren daarmee na bijna een kwart eeuw weer terug in de openbare ruimte. Het gaat om twee identieke metaalplastieken die zijn bekleed met lood en rusten op betonnen sokkels, het ene beeld 180 graden gedraaid ten opzichte van het ander. Tegelijkertijd heeft het Rijksmuseum twee schaalmodellen van de beelden aangekocht, die in 1961 door Visser zijn gemaakt aan het begin van het ontwerpproces. Deze zijn vanaf november te zien in de 20ste eeuw op de derde verdieping van het Rijksmuseum.
KPN heeft Signaal 1 en 2 aan het Rijksmuseum geschonken en de restauratie mogelijk gemaakt. Ook is de aankoop van de twee modellen door KPN gefinancierd.
Met de Rijkstelefooncel van Brinkman & Van der Vlugt en de speeltoestellen van Aldo van Eyck zijn al eerder representatieve 20ste-eeuwse ‘architectuurfragmenten’ aan de buitencollectie toegevoegd. We zijn zeer dankbaar dat we dankzij KPN deze markante sculptuur, die de 20ste-eeuwse beeldhouwkunst in Nederland kenmerkt, hebben kunnen verwerven voor de Rijksmuseumtuinen.
Taco Dibbits, Hoofddirecteur Rijksmuseum
Niet te missen
Met een hoogte van respectievelijk 6 en 4 meter zijn Signaal 1 en 2 niet te missen in de tuinen van het Rijksmuseum. Ze vormen samen een compositie van rechthoekige vlakken en volumes die aan een centrale as zijn bevestigd. De beelden rusten met een ronde koker op vierkante betonnen sokkels. De werken zijn schatplichtig aan de beeldtaal van De Stijl zoals die in de jaren ’20 van de vorige eeuw werd ontwikkeld. Een nieuwe generatie kunstenaars, ontwerpers en architecten gebruikte deze beeldtaal in de jaren ’50 en ’60 om Nederland in wederopbouw zijn moderne gezicht te geven. Vissers dubbelsculptuur is een monumentale, kernachtige samenvatting van deze ontwikkeling.
Postcheque- en Girodienst
Carel Visser maakte de beelden begin jaren ’60 van de vorige eeuw in opdracht van de Postcheque- en Girodienst van de toenmalige PTT. Als twee moderne tempelwachters flankeerden ze de ingang van het gebouw van de Postcheque- en Girodienst aan het Bezuidenhout in Den Haag, dat in de tweede helft van de jaren ’50 was ontworpen door het Rotterdamse architectenbureau Van den Broek en Bakema. Omdat de hechting tussen het metaal en de loden bekleding na verloop van tijd losliet werd in 1980 het lood verwijderd en het metaal voorzien van een loodkleurige coating. Toen in 2000 het kantoorgebouw werd gesloopt verdwenen ook de beelden van Visser uit het straatbeeld en raakten in de vergetelheid.
Restauratie
Na een lange zoektocht hebben de conservatoren van het Rijksmuseum de beelden teruggevonden op de werf van een hijs- en transportbedrijf dat in 2000 de beelden had weggehaald. Voor de restauratie is gekozen om de beelden terug te brengen in de toestand van 1964. Hiervoor werd intensief onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om lood op staal duurzaam te bevestigen. De verflaag uit de jaren ’80 is verwijderd, de stalen constructie is verduurzaamd, het lood is op het staal verlijmd, de hoeknaden zijn gelast in plaats van gesoldeerd, en het lood is gepatineerd om de rauwe, industriële uitstraling te bewaren. De sokkels zijn gereconstrueerd op basis van de originele werktekeningen en historische foto’s. Vissers oorspronkelijke ontwerp is hiermee in ere hersteld. Het Rijksmuseum kon dankbaar gebruik maken van de expertise van Carel Vissers zoon Harm Visser, die als klankbord fungeerde bij esthetische beslissingen. Verschillende materiaaldeskundigen en gespecialiseerde bedrijven adviseerden bij de restauratie en reconstructie.
Carel Visser
Carel Visser behoorde in het begin van de jaren ’60 tot de voorhoede van de Nederlandse beeldhouwkunst. Zijn werk bouwde voort op het pionierswerk van beeldhouwers als Constantin Brancusi en Alberto Giacometti, maar kreeg in de loop van de jaren ’50 een uitgesproken eigen signatuur door een steeds sterkere abstrahering. Zijn minimalistische, geometrische composities werden in Nederland maar ook internationaal gewaardeerd, wat blijkt uit verschillende opdrachten voor beelden in de openbare ruimte. Het werk Acht gestapelde balken (1964) van Carel Visser behoort al jarenlang tot de vaste opstelling van het Rijksmuseum.
Modellen
Tijdens het restauratieproces zijn ook twee modellen uit vermoedelijk 1961 teruggevonden die aan het begin van het ontwerpproces stonden. Ze zijn eigenhandig door de kunstenaar vervaardigd en een zeer overtuigend voorbeeld hoe Visser van klein naar groot werkte om greep te krijgen op de ruimte. Soortgelijke modellen figureren op fotomontages die de plaatsing bij en de verhouding tot het gebouw duidelijk moesten maken. Waar de beide gerealiseerde sculpturen het monumentale eindresultaat vertegenwoordigen, maken deze twee modellen het proces van denken en doen in het atelier zichtbaar. De kleine modellen en de grote sculpturen vormen zo een uniek ensemble in de collectie van het Rijksmuseum en in de Collectie Nederland.