Biografie van een object

Herkomstonderzoek draagt bij aan de biografie van een object. De biografie van een object is als een levensverhaal: het beschrijft waar het voorwerp was voordat het in het museum aankwam, van wie het was en welke rol het toen had. De levensbeschrijvingen van voorgaande eigenaren van deze objecten, van mensen die vervolgd en vermoord werden in de Tweede Wereldoorlog, maken onderdeel van uit van de geschiedenis van Nederland.

Zichtbaar maken

De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor persoonlijke verhalen in de museumzalen. Een voorbeeld hiervan is het verhaal bij de zoutvaten uit het voormalige bezit van de Duitse verzamelaar Emma Budge (1852-1937). Wie nu in het museum de zoutvaten bekijkt, kan op het bordje met de toelichting niet alleen details lezen over de schoonheid en de zeldzaamheid, maar leert ook het verhaal van Emma Budge kennen, wier kunstcollectie door de nazi’s na haar overlijden werd geveild, maar waarvan de erfgenamen nooit de opbrengst kregen.

In de Eregalerij

In 2022 toonde het museum op de Eregalerij Meissen-porselein uit de collectie Oppenheimer, dat het jaar ervoor op een veiling werd aangekocht. Deze collectie – die over verschillende musea verspreid was - werd in 2019 gerestitueerd aan de erven van het echtpaar Margarethe (1878–1949) en Franz Oppenheimer (1871–1950). Zij waren op de vlucht voor de nazi’s en hebben daardoor onder dwang hun indrukwekkende verzameling Meissen-porselein moeten verkopen. Bij deze presentatie, die in overleg met de erven werd gemaakt, was niet alleen aandacht voor hun veel geroemde collectie, maar ook voor de geschiedenis van de familie.

Samenwerking Beroofd

In 2019 is het Rijksmuseum een samenwerking aangegaan met het Joods Cultureel Kwartier voor een tentoonstelling, verdiepende publicatie en symposium over het onvrijwillig bezitsverlies van joods cultuurgoed, onder de titel Beroofd. De tentoonstelling, gecureerd door conservator cultuurgeschiedenis van het Joods Museum, Julie-Marthe Cohen, en Mara Lagerweij, herkomstspecialist Rijksmuseum, liet de emotionele impact van naziroof zien op de mensen die dit direct hebben meegemaakt en hoe dit resoneert in de volgende generaties. Er was ook aandacht voor de kille wijze waarop Nederlandse instellingen na de oorlog met verzoeken tot restitutie omgingen. Roof vormt een onderdeel van een proces van ontmenselijking: isoleren, ontheemden, roven en vermoorden. De tentoonstelling was van 31 mei t/m 27 oktober 2024 te zien in het Nationaal Holocaustmuseum en het Joods Museum.

Online

Ook via de sociale media deelt het Rijksmuseum herkomstverhalen. Marjorie Bottenheim (1896-1983) bijvoorbeeld verrichte baanbrekend werk als bibliothecaresse en wetenschappelijk medewerkster van het Rijksmuseum. In 1939 realiseerde zij de evacuatie van kunstwerken naar veilige depots. Zij werd in de oorlog onder druk van de bezetter door het Rijksmuseum ontslagen, dook onder en heeft de oorlog overleefd. Na de oorlog werd Bottenheim opnieuw in dienst genomen door het Rijksprentenkabinet, waar ze bleef werken tot haar pensionering in 1965. De Amsterdamse apotheker Emanuel Vita Israël (1873-1940) bezat een grote collectie kunstvoorwerpen, waaronder de verzameling antieke sleutels die te zien is in de Special Collections, de afdeling met verrassende objecten op de begane grond van het Rijksmuseum. Vita Israël schonk zijn verzameling in 1937 aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. In mei 1940, enkele dagen na de Duitse inval, pleegde hij zelfmoord. Slechts enkelen van zijn familieleden overleefden de oorlog.