Diorama van plantage Zeezigt in Suriname; een houten kast met rechte zijkanten en een halvemaanvormige achter- en bovenzijde. De buitenzijde is deels beplakt met papier en aan de voorzijde is (later) een zwarte lijst aangebracht. De kast is van binnen beschilderd met een wolkenlucht. In de kast is een plastische voorstelling van een plantage gemaakt. Gezien de waterhuishouding van het bedrijf zou het om een suikerplantage kunnen gaan, een stookhuis is echter niet te zien. De plantage ligt aan de rivier, waar zich ook enkele gebouwen met tot slaaf gemaakte mensen van Afrikaanse oorsprong en en Europese plantage-eigenaren bevinden. Van links naar rechts: op de achtergrond een weide met koeien en een sluis. Er loopt een man bij de sluis. Op de voorgrond is er een opening in de 'rivier', waar een bootje was bevestigd. Op de achtergrond een pad dat met heggen is omzoomd en naar de verschillende plantagegebouwen leidt. Aan het pad staan hier en daar palmen. Aan de rivier staat een loods met een wachtershuisje ervoor. Aan het water staat een zwarte man en twee andere figuren komen aanlopen. Langs het pad een gebouw met een veranda en een huis met drie verdiepingen. Rechts ervan is een klein gebouw te zien met hekwerk ervoor. Nog verder naar rechts staat het huis van de plantage-eigenaar dat is opgetrokken uit witgeschilderd hout op een bakstenen onderbouw. Het huis heeft drie verdiepingen en een grote uitbouw naar de rivier toe. In de deuropening staat een witte man en er staan zeven tot slaaf gemaakte zwarte mannen voor het huis. In de rivier voor het grote huis ligt een tentboot met een opengewerkte achtersteven. De luiken van het tentgedeelte zijn gesloten. Aan de oever staat een tot slaaf gemaakte man. Verder naar rechts op de achtergrond een gebouw met deuren en koningspalmen ervoor. Op de achtergrond staan negen roodbruine gebouwen, vermoedelijk slavenbarakken. Uit de velden die ervoor liggen komt een witte ruiter te paard aan. Een stuk achter hem loopt een tot slaaf gemaakte zwarte man. De houding van deze man lijkt erop te wijzen dat hij oorspronkelijk was vastgebonden met een touw aan het paard. Geheel rechts staat een bruingrijs gebouw met planken ervoor en ernaast, de kuiperij. Vijf tot slaaf gemaakte mannen zijn met het hout bezig: er brandt een houtvuur. In de rivier ligt een pondo (vrachtboot) die juist is gelost. Het schip wordt geroeid door een staande man met een vaarboom. Op de wal is het een drukte van belang. Er zijn vijf tot slaaf gemaakte mannen, van wie er drie bezig zijn goederen te vervoeren die net zijn gelost. Eén van de mannen rolt een vat voor zich uit. Op de pakketten staan de initialen PL.Z. Zeer waarschijnlijk is dit een verwijzing naar de koffie- en katoenplantage Zeezigt. Op de oever lopen twee witte mannen, één van hen lijkt aanwijzingen te geven.