Ruitermantel van grauwe wol met staand boord en schouderkleppen, versierd met knopen en knoopsgaten van metaaldraad, waarschijnlijk gedragen door Ernst Casimir tijdens het beleg van Roermond. Model: zeer ruimvallende jas, die als cape of als jas met wijde mouwen gedragen kan worden. De jas bestaat uit twee voor-, twee achter- en twee zijpanden, alle - met uitzondering van de achterpanden - sluitend met knopen en knoopsgaten. De sluiting middenvoor heeft 52 knoopsgaten, die in de zijnaden 40. De knoopsgaten zijn gefestoneerd met linnen of katoen. Onder de knopen bevindt zich een beleg van grof geweven linnen terwijl bij de knoopsgaten een extra beleg van geïmpregneerd grof geweven linnen is aangebracht. Alle panden zijn aan de zoom rondgesneden. De jas is - geheel volgens de toenmalige mode - op de borst tot aan de mouwsgaten nauwsluitend en van daaraf wijd uitlopend gesneden. Het materiaal is een zeer dicht geweven wollen stof in ripsbinding; alle panden zijn in de looprichting gesneden. De stofbreedte (max. 71.0 cm) was niet toereikend voor de wijd uitlopende mouwen, want daar is aan de voorkant bij de zoom een kleine spie van dezelfde stof aangebracht. De staande boord is in het verleden gerestaureerd en niet meer in originele staat. Voering van vrij grof, dubbelzijdig geruwde wollen stof in linnenbinding. De voeringstof heeft allerlei onregelmatige kleine gaten. Volgens het restauratierapport van Karin van Nes uit 1979 was de voeringstof vaalgroen en oorspronkelijk lichtgroen. De jas en voering liijken ooit in het verleden nat te zijn geweest waardoor de voering ten opzichte van de jas is gekrompen. Versiering: de schouderkleppen bestaan uit tien dubbelgeslagen stoffen delen, die door middel van drie boven elkaar liggende platte koorden van gevlochten metaaldraad aan elkaar zijn verbonden. Deze losse 'kleppen' zijn verstevigd met een zwarte, grove en geïmpregneerde stof en gedeeltelijk gevoerd met wol. De knoopsgaten zijn aan de uiteinden versierd met een koord van getwijnd metaaldraad, dat langs het hele voorpand doorloopt. De knopen hebben een houten kern waar banden van getwijnde metaaldraden omheen gevlochten zijn. Alle gebruikte metaaldraden hebben een zijden kern.