Portrait of Jacob Cats (1577-1660)

? Commissioned by or for the sitter; ? his youngest daughter, Elisabeth (1618-73), with Huis Sorghvliet, 1660; ? sold with Huis Sorghvliet to Hans Willem Bentinck (1649-1709), Earl of Portland, 16 January 1675; ? his son, Willem Bentinck (1704-74), with Huis Sorghvliet, 1709; ? his grandson, Willem Gustaaf Frederik Bentinck-Rhoon (1762-1835), with Huis Sorghvliet, 1774; ? transferred to his new residence, Varel Castle, between Oldenburg and Hannover, 1819;...; owned by the warden of the Sociëteit Doctrina et Amicitia, Amsterdam;{Van der Hoop _Lijst_, p. 8, no. 105; see note 3 below.} from whom, fl. 260, to Adriaan van der Hoop (1778-1854), Amsterdam, 21 March 1834;{Van der Hoop _Lijst_, p. 8, no. 105: ‘Idem [Portret] van Vader Cats door Mierevelt. gekocht van Geits, Kastelyn van Doctrina, die het heeft van iemand, die het schildery uit Hannover had medegebracht, alwaar Lord Portland hetzelve had overgebracht; naa dat hy dat portret op de verkoping van Zorgvliet had aangekocht hebbende ik daar voor betaald 260, 21 Maart 1834’.} by whom bequeathed to the City of Amsterdam with the rest of his collection, 1854;{Van der Hoop _Taxatie_ 1854, p. 4, no. 105 ‘Portret van J Cats en ryk gesneden lyst f 80-’.} on loan from the City of Amsterdam to the museum since 30 June 1885{For the reconstruction of the entire provenance see Van Thiel in Amsterdam 1984b, p. 160; Van Thiel in Van Thiel/De Bruyn Kops 1995, p. 206; Pollmer 2004, p. 162, no. 109.}