Een portretkop van Juliana

In de tweede helft van 1941 werd een bronzen beeld voor 200 gulden aangeboden aan het Rijksmuseum Amsterdam. Het betrof een bronzen portretkop van een jonge vrouw op ware grootte. De jonge vrouw is Juliana van Oranje, kroonprinses van Nederland. Het beeld werd in een kleine oplage gemaakt en een exemplaar was in 1936 al eens aangeboden, voor een lager bedrag. Het Rijksmuseum was toen niet geïnteresseerd, mogelijk omdat het werk te modern was. De tweede keer dat het beeld werd aangeboden, in 1941, kocht het museum het wel. Maar waarom?

Veranderde omstandigheden

Op 10 mei 1940 was nazi-Duitsland Nederland binnengevallen en vier dagen later, na een verwoestend bombardement op Rotterdam, capituleerde het leger. Koningin Wilhelmina, kroonprinses Juliana en de regering vluchtten naar Londen. Al snel werden portretten van leden van het Koningshuis geweerd uit overheidsgebouwen. De verwerving van een portretkop van de kroonprinses in het tweede oorlogsjaar kan een subtiele uiting van steun aan het Nederlandse koningshuis geweest zijn.

Journalist Nathan Wolf

Maar er is meer. Uit de collectiedocumentatie in het museum blijkt dat Nathan Wolf de verkoper van deze portretkop is. Deze journalist, kunstcriticus en oprichter en hoofdredacteur van tijdschrift De Kunst woonde met zijn gezin aan de Koninginneweg in Amsterdam. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van zijn tijdschrift had hij halverwege de jaren dertig de bekende beeldhouwer Gerrit van der Veen de opdracht gegeven om prinses Juliana te portretteren in brons. Het object is dus in serie gemaakt, maar dit exemplaar van de portretkop is toch bijzonder, aangezien bekend is dat het in bezit was van de opdrachtgever.

Vervolgd

Vanaf 2 mei 1941 moesten journalisten verplicht lid worden van het Verbond van Nederlandsche Journalisten, onderdeel van de door de bezetter ingestelde Kultuurkamer. Nathan Wolf was Joods, en Joodse personen waren van lidmaatschap uitgesloten. Zo werd hij gedwongen te stoppen met het uitoefenen van zijn beroep en met de uitgave van zijn tijdschrift De Kunst. Hij verkocht deze portretkop in datzelfde jaar aan het museum, mogelijk tussen juni en oktober 1941.

Vermoedelijk kon Wolf met de opbrengst van het beeld in zijn dagelijkse onderhoud voorzien. Wellicht wilde hij het beeld ook tegen inbeslagname of vernieling beschermen. Dat bleek helaas al snel relevant, want nog geen jaar later, op 8 oktober 1942 werd de woning van het gezin Wolf leeggehaald door de bezetters. Twee weken eerder waren Nathan Wolf en zijn echtgenote Nannette Wolf-Kaufmann al gedeporteerd en na enkele dagen zijn zij omgebracht in Auschwitz.

Beeldhouwer Gerrit van der Veen

Een ander interessant aspect is de rol van de beeldhouwer Gerrit Jan van der Veen als een belangrijk verzetsman. Hij verzette zich openlijk tegen maatregelen van de bezetter. Zijn reputatie als verzetsman was eind 1941 dus misschien al bekend bij het Rijksmuseum. In 1942 dook Van der Veen onder. Dankzij zijn inzet voor de productie en verspreiding van valse persoonsbewijzen konden duizenden mensen uit handen van de bezetters blijven. Later zou Van der Veen meewerken aan onder meer de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister op 27 maart 1943, waarmee het verzet probeerde te voorkomen dat Joden gelokaliseerd en gedeporteerd konden worden.

Reputatie als verzetsman

In 1944 werd hij op zijn onderduikadres gearresteerd en kort daarna door de nazi’s gefusilleerd. Zijn belangrijke en veelzijdige rol in het verzet heeft hem blijvende roem bezorgd, die zijn verdiensten als beeldhouwer enigszins heeft overschaduwd. Meerdere straten en scholen in Nederland zijn naar de verzetsman Van der Veen genoemd, zoals de Amsterdamse Euterpestraat, waar de gevreesde Sicherheitsdienst (SD) was gevestigd, die na de oorlog werd hernoemd naar de Gerrit van der Veenstraat.

Verbonden verhalen

Ook al zijn verschillende exemplaren van deze sculptuur in Nederlandse collecties te vinden, dit exemplaar belichaamt het drama van de Tweede Wereldoorlog. Het vorstenhuis werd onder de bezetting een symbool van het verzet, voormalig eigenaar en opdrachtgever Nathan Wolf was een van de meer dan honderdduizend Nederlandse Holocaustslachtoffers en Gerrit van der Veen moest zijn standvastigheid bekopen met zijn leven. Dit bronzen beeld is niet alleen een fysiek object in onze collectie, de geschiedenis en de levensverhalen die ermee verbonden zijn, maken er evenzeer deel van uit.

Fotocredits

  • Foto Nathan Wolf: NIOD
  • Foto Gerrit van der Veen: Stadsarchief Amsterdam / vervaardiger onbekend
  • Foto huldiging Nathan Wolf: Stadsarchief Amsterdam / Internationaal Persfoto Bureau N.V.
  • Foto Willem Diepraam: Interieur De Groote Club