De ronde kan rust op een gewelfde, zeslobbige voet met een lage rechtwandige basis. Aan de bovenzijde van de voet bevindt zich een rozet van neerhangende bladeren. De voet is gedreven met afwisselend cartouchevormige en driehoekige velden die zijn ingevuld met schubmotieven en omgeven door uit weke ornamenten samengestelde lijsten. Hierboven verheft zich het eivormige lichaam, dat is gedreven met vier gewelfde velden met allegorische voorstellingen van de continenten, omgeven door uit weke ornamenten samengestelde lijsten. Afrika is voorgesteld als een schaars geklede man met pijl en boog, Europa als gekroonde vrouw met scepter en vruchtenkorf, Amerika als een man met verentooi en pijl en boog en Azië als man met tulband en kromzwaard. Boven een profielrand verrijst de concave hals, gedreven met velden die zijn ingevuld met schubmotieven en omgeven door uit weke delen samengestelde lijsten, en aan de voorzijde met het wapen van Sir Edward Sebright, 1st Baronet, of Besford met het helmteken (Burke's Peerage 1956, pp. 1960-1961). De kan heeft een hoge, brede gelobde schenktuit. Het S-vormige, hoog gebogen, gedreven oor is samengesteld uit verschillende uit elkaar voortkomende zeewezens en eindigt aan de onderzijde in een slak. Het oor is aan de opkrullende achterzijde van de liprand bevestigd met van de hals van het bovenste zeewezen afhangende lellen.