De ontmoeting van Joachim en Anna

De ontmoeting van Joachim en Anna

BK-NM-88

Op een grondje staan Joachim en Anna als gesloten groep iets schuin tegenover elkaar; Joachim met het linkerbeen naar voren, het bovenlichaam naar haar toegewend, Anna rustend op het linkerbeen en het rechter even terzijde. Hij heeft beide armen om Anna's schouders geslagen voor een omhelzing, zij neigt met het hoofd naar hem toe om de kus te ontvangen, terwijl zij met de rechterhand zijn linkerelleboog ondersteunt en de andere vertrouwelijk op zijn rug heeft gelegd. Rimpels op Joachims voorhoofd, bij zijn ogen en mond, evenals aan de hals, wijzen op zijn gevorderde leeftijd. Hij draagt een hoge muts op het golvende haar en een tabbaard, welke met bont is gevoerd en afgezet. Anna's kleed is eveneens met bont gevoerd. Zij draagt een ouderwetse hoofddoek met gefronste rand, waarover een doek is gevouwen, die onder de kin met een speld wordt samengehouden.

• A. Liebreich, 'Ergänzende Beobachtungen zur zeitlichen und geographischen Verbreitungen des Kruselers', Zeitschrift für historische Waffen- und Kostümkunde 5 (1935/36), p. 64-65, afb. 2.
• W. Vogelsang, 'De Nederlandsch Beeldhouwkunst ', Elsevier's geïllustreerd Maandschrift 31 (1906), p. 367.
• A. Schneckenburger-Broschek, 'Ein Niederländer als schwäbisches Genie: Neues zum Ulmer Chorgestühl', Zeitschrift des Deutschen Vereins für Kunstwissenschaft 40 (1986), 1-4, p. 75-83;
• W. Houben, 'Altniederländische Holtzschitzkunst im Deutschen Museum zu Berlin', Pantheon 30 (1942), p. 156, afb. 2.

ca. 1470

eikenhout met resten van polychromie

hoogte 47 cm x breedte 24,5 cm x diepte 11 cm

Publiek domein

...; collection David van der Kellen Jr (1804-1879), Amsterdam;{Note RMA.} by whom sent to Paris (Drouot) for auction with the entire collection but purchased _en bloc_ before the sale by the Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, 1873;{Note RMA.} transferred to The Hague, 1875; transferred to the museum, 1885

• A. Liebreich, 'Ergänzende Beobachtungen zur zeitlichen und geographischen Verbreitungen des Kruselers', Zeitschrift für historische Waffen- und Kostümkunde 5 (1935/36), p. 64-65, afb. 2.
• W. Vogelsang, 'De Nederlandsch Beeldhouwkunst ', Elsevier's geïllustreerd Maandschrift 31 (1906), p. 367.
• A. Schneckenburger-Broschek, 'Ein Niederländer als schwäbisches Genie: Neues zum Ulmer Chorgestühl', Zeitschrift des Deutschen Vereins für Kunstwissenschaft 40 (1986), 1-4, p. 75-83;
• W. Houben, 'Altniederländische Holtzschitzkunst im Deutschen Museum zu Berlin', Pantheon 30 (1942), p. 156, afb. 2.

Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:

https://id.rijksmuseum.nl/200115831