Japon van zijde met een ingeweven strooimotief van een ovaal met cirkel, hoge taille en korte mouwen, enkellange gerende rok en langs de zoom en de pofmouwen afgezet met een passement van gerimpeld satijn. Model: kort lijf met boothals en drie verticale coupenaden aan weerszijden. Split middenachter voorzien van smal balein tot aan de taille en sluiting door middel van korod dat door acht gefestoneerde nestelgaten aan weerskanten geregen wordt. Aan de hals en in de taille een metalen haak en oog. De achterpanden vormen samen een stompe ruit, die aangevuld met spieën to aan de zijnaad loopt. De poffende mouwen zijn op de kop gerimpeld in het armsgat - dat naar achteren geplaatst is - aangebracht. De rok is aan de voorkant glad aan het lijf gezet (een weefbreedte van 49.5 cm met violetkleurige zelfkant) en is op de rug ook glad, behalve 3.0 cm ter weerszijden van het split gerimpeld. Hij bestaat uit vier banen (twee van 49,5 cm en twee van 25.0 cm met een zelfkant). Het geheel is ongevoerd. De stof heeft een fond geweven in platbinding, waarop een alternerend naar rechts of links diagonaal geplaatste ovaal met keper die alternerend aan de linker- of rechter bovenkant doorsneden wordt door een cirkel bestaande uit stippen van flotterende draaden. Versiering: boven de zoom en langs de pofmouwen is een versiering aangebracht van satijnen spitsovaalvormig passement, aan een kant gerimpeld en rondom verstevigd met laitondraad zodat het op een bloemblaadje lijkt. Het bestaat uit twee lagen van verschillende grootte, verstevigd met een stukje tule.