Aan de slag met de collectie:
Bewening van Christus
toegeschreven aan Meester Tilman, ca. 1500
Bewening van Christus. Eikenhout. Keulen, ca. 1500 - 1525.
- Soort kunstwerkbeeldhouwwerk
- ObjectnummerBK-NM-12389
- Afmetingenhoogte 24 cm x breedte 32 cm x diepte 10 cm
- Fysieke kenmerkeneikenhout met sporen van polychromie
Identificatie
Titel(s)
Bewening van Christus
Objecttype
Objectnummer
BK-NM-12389
Beschrijving
Op een grondje ligt Christus uitgestrekt op een lijnwaad tussen Maria en Maria-Magdalena. Op de achtergrond een kleine Calvarieberg, waarop een gewas. Maria zit met het met doornen gekroonde hoofd van Christus op haar schoot. Zij houdt de handen gevouwen en heeft haar hoofd iets opzij. Christus' ogen zijn gesloten, de mond is half geopend en de doorboorde handen liggen slap langs het lichaam. Aan zijn voeten knielt Magdalena, die met de linkerhand het lijnwaad ophoudt, terwijl zij met de rechter haar tranen afveegt met een slip van de lange smalle doek, die van haar tulband neerhangt. Maria is gekleed in een gewaad met ronde halsuitsnijding, de over het hoofd geslagen mantel valt iets terug, waardoor haar hoofddoek duidelijk is te zien. Magdalena draagt een wijde rok en een nauw jak, dat voor de borst sluit en waaronder nog het hemd zichtbaar is. De korte pofmouwen, afgezet met franje, gaan in breed uitlopende mouwen over; bij de rechterpols is nog een deel van de mouw van een ondergewaad te zien. Op het deels loshangende, deels gevlochten haar, dat in een grote lus op haar schouder hangt, draagt zij een met een kleinood versierde tulband, welke onder de kin door een sjaal wordt vastgehouden en waarvan zij het einde in de rechterhand ophoudt.
Onderdeel van catalogus
Vervaardiging
Vervaardiging
beeldhouwer: toegeschreven aan Meester Tilman, Keulen (stad)
Datering
ca. 1500
Zoek verder op
Materiaal en techniek
Fysieke kenmerken
eikenhout met sporen van polychromie
Afmetingen
hoogte 24 cm x breedte 32 cm x diepte 10 cm
Dit werk gaat over
Onderwerp
Verwerving en rechten
Credit line
Schenking van de Vrienden van het Nederlandsch museum voor Geschiedenis en Kunst
Verwerving
schenking 1916
Copyright
Herkomst
…; sale, collection Carl Roettgen (1837-1909, Bonn), Cologne (Lempertz), 11 December 1912, no. 135;…; collection A. Oosthoek, Utrecht, date unknown; from whom on loan to the museum, since 1915; donated to the museum by the Vrienden van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, 1916
Documentatie
- R. Karrenbrock et al. 'Neugotik und ihre Vorbilder : Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt', Kölner Museums-Bulletin (1996) nr. 2, p. 27, afb. 11.
- A. Pit, 'Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst : Aanwinsten', Bulletin van de Nederlandse Oudheidkundige Bond (1917), afb. p. 116.
- Jaarverslag van het Rijksmuseum (1916), p. 29.
- A. Spiller, 'Karl Roettgen (1837-1909) : ein rheinischer Sammler', Wallraf-Richartz-Jahrbuch, 33 (1971), p. 244, afb. 158.
Duurzaam webadres
Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:
Vragen?
Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!
Meester Tilman (attributed to)
The Lamentation
Cologne, c. 1500
Technical notes
Carved in relief and originally polychromed. There is a modern fixing eye on the reverse. Dendrochronological research resulted in the dating of the outermost tree ring in the year 1459. Given that sapwood is absent, the felling of the tree has been estimated to have occurred after 1468 CE. The oak wood likely originates from Poland.
Scientific examination and reports
- dendrochronology: M. Domínguez Delmás (DendroResearch), RMA, DR_R2023129, 11 december 2023
Condition
The polychromy has been removed with a caustic. There are remnants of red paint on Mary Magdalene’s undergarment and robe.
Provenance
…; sale, collection Carl Roettgen (1837-1909, Bonn), Cologne (Lempertz), 11 December 1912, no. 135;…; collection A. Oosthoek, Utrecht, date unknown; from whom on loan to the museum, since 1915; donated to the museum by the Vrienden van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, 1916
Object number: BK-NM-12389
Credit line: Gift of the Vrienden van het Nederlandsch museum voor Geschiedenis en Kunst
Entry
The simple composition of this group presents the lifeless body of Christ, stretched out on a shroud. His head rests in the lap of a praying Virgin Mary and Mary Magdalene kneels at his feet. She dries her tears with a corner of the veil that hangs from her bejewelled turban. She wears a close-fitting jacket with short puffed sleeves, edged with fringes, over wide, flowing sleeves. Her hair is plaited at the temples, the rest hangs loose. In the background is a small Calvary with sketchily indicated vegetation. This intimate little group was probably originally the central scene of a small Passion altar.1R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, esp. p. 28.
Until recently this Lamentation was considered to be one of the finest examples of woodcarving from the Northern Netherlands or, more specifically, the County of Holland.2Verslagen omtrent ‘s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst (1916), p. 29. For a long time it was even regarded as a work by the probably North Brabant Master of Joachim and Anne, who was believed at the time to be a woodcarver in Holland or Utrecht (see BK-NM-88).3W. Vogelsang, ‘De Noord-Nederlandsche Beeldhouwkunst van de 12de tot de eerste helft der 16de eeuw’, H.E. van Gelder (ed.), Kunstgeschiedenis der Nederlanden, Utrecht 1935, p. 94; J.J.M. Timmers, Houten beelden. De houtsculptuur in de Noordelijke Nederlanden tijdens de late middeleeuwen, Amsterdam/Antwerp 1949, p. 60, no. 108. The affinity between the group and a panel of The Lamentation by the Haarlem painter Geertgen tot Sint Jans (c. 1455/65-c. 1485/95) in the Kunsthistorisches Museum in Vienna,4Vienna, Kunsthistorisches Museum, inv. no. GG 991, see P. van der Coelen et al., Images of Erasmus, exh. cat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2008, no. 2. was seen as further confirmation of the carver’s Northern Netherlandish origins.5A. Pit, ‘Aanwinsten van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst’, Bulletin van de Nederlandse Oudheidkundige Bond 1917, p. 116; D.P.R.A. Bouvy, Middeleeuwsche beeldhouwkunst in de Noordelijke Nederlanden, Amsterdam 1947, p. 104.
In 1973 Leeuwenberg was the first to cast doubt on the attribution to the Master of Joachim and Anne.6J. Leeuwenberg with the assistance of W. Halsema-Kubes, Beeldhouwkunst in het Rijksmuseum, coll. cat. Amsterdam 1973, p. 77. Since 1977 the group has been unanimously placed in Cologne, but while one camp then linked it to Master Tilman (probably identifiable as Tilman Heysacker, nicknamed ‘Krayndunck’, active 1487-d. 1515),7R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, esp. p. 27; R. Karrenbrock in H. Westermann-Angerhausen and D. Täube (eds.), Das Mittelalter in 111 Meisterwerken aus dem Museum Schnütgen Köln, Cologne 2011, p. 312; F. Scholten and G. de Werd, Een hogere werkelijkheid: Duitse en Franse beeldhouwkunst 1200-1600 uit het Rijksmuseum Amsterdam/Eine höhere Wirklichkeit, Deutsche und Französische Skulptur 1200-1600 aus dem Rijksmuseum Amsterdam, exh. cat. Cleves (Museum Kurhaus Kleve) 2004-06, no. 18. the other attributed it to the so-called Carben-Meister (possibly identifiable as Wilhelm von Arborch, documented in Cologne between 1506 and 1533),8R. Didier and H. Krohm, Duitse middeleeuwse beeldhouwwerken in Belgische verzamelingen, exh. cat. Brussels (Generale Bankmaatschappij) 1977, p. 102; C.E. von Nostitz, Late Gothic Sculpture of Cologne, vol. 1, New York 1978, p. 320. who was probably trained by Master Tilman. The work of the two woodcarvers is so closely interrelated that it is not always possible to make a clear distinction.9See R. Didier and H. Krohm, Duitse middeleeuwse beeldhouwwerken in Belgische verzamelingen, exh. cat. Brussels (Generale Bankmaatschappij) 1977, pp. 96-97 and R. Karrenbrock in H. Westermann-Angerhausen and D. Täube (eds.), Das Mittelalter in 111 Meisterwerken aus dem Museum Schnütgen Köln, Cologne 2011, p. 129. In this case, however, an attribution to Master Tilman is possible on the basis of the profound psychological relationship between the figures, and the closed, compact composition: two important aspects in which his work differs from that of his follower. The difference becomes evident at a glance if this group is compared with three compositionally very similar Lamentation groups that are convincingly attributed to the Carben-Meister and his workshop.10Boston, Isabella Stewart Gardner Museum, inv. no. S28e16, C.C. Vermeule et al., Sculpture in the Isabella Stewart Gardner Museum, coll. cat. Boston 1977, no. 112; Datteln, Sankt-Amanduskirche; sale, Lucerne (Galerie Fischer), 18-22 June 1963, no. 781 (present whereabouts unknown). These groups are illustrated in R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, figs. 9, 13-14.
The carving of the Lamentation is so refined that it can be regarded as an autograph work by Master Tilman. Similar sophistication is found in a beech-wood St Dorothy in Cologne that is attributed to the master.11Colonge, Museum Schnütgen, inv. no. A785, see R. Karrenbrock et al., Die Holzskulpturen des Mittelalters II: 1400 bis 1540, vol. 1, coll. cat. Cologne (Museum Schnütgen) 2001, no. 57. The saint’s facial type, with its delicate features, moreover resembles those of the female figures in the Amsterdam group. Both must have been made around 1500, when the artist was at the height of his powers.
The existence of a neo-gothic copy of the Amsterdam group in boxwood by Nikolaus Elscheidt (1835-1874) says much about the composition’s popularity in the nineteenth century.12For this group, which is in a private collection, see R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31. This sculptor, active in Cologne, probably studied the original when it was in the collection of Carl Roettgen (1837-1909) in Bonn.13R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder: Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, esp. p. 23. For Roettgen and his collection see A. Spiller, ‘Karl Roettgen (1837-1909). Ein rheinischer Sammler’, Wallraf-Richartz-Jahrbuch 33 (1971), pp. 59-77.
Bieke van der Mark, 2024
Literature
W. Vogelsang, ‘Beeldhouwkunst’, in F.W.S. van Thienen (ed.), Algemene kunstgeschiedenis, vol. 4, Utrecht/Antwerp 1949, p. 27; W. Vogelsang, ‘De Noord-Nederlandsche beeldhouwkunst van de 12de tot de eerste helft der 16de eeuw’, in H.E. van Gelder (ed.), Kunstgeschiedenis der Nederlanden, vol. 1, Utrecht 1954, pp. 120-50, esp. p. 147; J. Leeuwenberg with the assistance of W. Halsema-Kubes, Beeldhouwkunst in het Rijksmuseum, coll. cat. Amsterdam 1973, no. 45, with earlier literature; D.P.R.A. Bouvy, ‘Review of J. Leeuwenberg with the assistance of W. Halsema-Kubes, Beeldhouwkunst in het Rijksmuseum, coll. cat. Amsterdam 1973’, Simiolus 7 (1974), pp. 103-06, esp. p. 105; R. Didier and H. Krohm, Duitse middeleeuwse beeldhouwwerken in Belgische verzamelingen, exh. cat. Brussels (Generale Bankmaatschappij) 1977, p. 102; C.E. von Nostitz, Late Gothic Sculpture of Cologne, New York 1978, pp. 320, 371, no. 12; R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, p. 27; R. Karrenbrock in R. Karrenbrock et al., Die Holzskulpturen des Mittelalters II: 1400 bis 1540, vol. 1, coll. cat. Cologne (Museum Schnütgen) 2001, p. 312; De Werd in F. Scholten and G. de Werd, Een hogere werkelijkheid: Duitse en Franse beeldhouwkunst 1200-1600 uit het Rijksmuseum Amsterdam/Eine höhere Wirklichkeit, Deutsche und Französische Skulptur 1200-1600 aus dem Rijksmuseum Amsterdam, exh. cat. Cleves (Museum Kurhaus Kleve) 2004-06, no. 18
Citation
B. van der Mark, 2024, 'attributed to Meester Tilman, The Lamentation, Cologne, c. 1500', in F. Scholten and B. van der Mark (eds.), European Sculpture in the Rijksmuseum, online coll. cat. Amsterdam: https://data.rijksmuseum.nl/20035550
(accessed 6 December 2025 23:31:51).Footnotes
- 1R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, esp. p. 28.
- 2Verslagen omtrent ‘s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst (1916), p. 29.
- 3W. Vogelsang, ‘De Noord-Nederlandsche Beeldhouwkunst van de 12de tot de eerste helft der 16de eeuw’, H.E. van Gelder (ed.), Kunstgeschiedenis der Nederlanden, Utrecht 1935, p. 94; J.J.M. Timmers, Houten beelden. De houtsculptuur in de Noordelijke Nederlanden tijdens de late middeleeuwen, Amsterdam/Antwerp 1949, p. 60, no. 108.
- 4Vienna, Kunsthistorisches Museum, inv. no. GG 991, see P. van der Coelen et al., Images of Erasmus, exh. cat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2008, no. 2.
- 5A. Pit, ‘Aanwinsten van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst’, Bulletin van de Nederlandse Oudheidkundige Bond 1917, p. 116; D.P.R.A. Bouvy, Middeleeuwsche beeldhouwkunst in de Noordelijke Nederlanden, Amsterdam 1947, p. 104.
- 6J. Leeuwenberg with the assistance of W. Halsema-Kubes, Beeldhouwkunst in het Rijksmuseum, coll. cat. Amsterdam 1973, p. 77.
- 7R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, esp. p. 27; R. Karrenbrock in H. Westermann-Angerhausen and D. Täube (eds.), Das Mittelalter in 111 Meisterwerken aus dem Museum Schnütgen Köln, Cologne 2011, p. 312; F. Scholten and G. de Werd, Een hogere werkelijkheid: Duitse en Franse beeldhouwkunst 1200-1600 uit het Rijksmuseum Amsterdam/Eine höhere Wirklichkeit, Deutsche und Französische Skulptur 1200-1600 aus dem Rijksmuseum Amsterdam, exh. cat. Cleves (Museum Kurhaus Kleve) 2004-06, no. 18.
- 8R. Didier and H. Krohm, Duitse middeleeuwse beeldhouwwerken in Belgische verzamelingen, exh. cat. Brussels (Generale Bankmaatschappij) 1977, p. 102; C.E. von Nostitz, Late Gothic Sculpture of Cologne, vol. 1, New York 1978, p. 320.
- 9See R. Didier and H. Krohm, Duitse middeleeuwse beeldhouwwerken in Belgische verzamelingen, exh. cat. Brussels (Generale Bankmaatschappij) 1977, pp. 96-97 and R. Karrenbrock in H. Westermann-Angerhausen and D. Täube (eds.), Das Mittelalter in 111 Meisterwerken aus dem Museum Schnütgen Köln, Cologne 2011, p. 129.
- 10Boston, Isabella Stewart Gardner Museum, inv. no. S28e16, C.C. Vermeule et al., Sculpture in the Isabella Stewart Gardner Museum, coll. cat. Boston 1977, no. 112; Datteln, Sankt-Amanduskirche; sale, Lucerne (Galerie Fischer), 18-22 June 1963, no. 781 (present whereabouts unknown). These groups are illustrated in R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, figs. 9, 13-14.
- 11Colonge, Museum Schnütgen, inv. no. A785, see R. Karrenbrock et al., Die Holzskulpturen des Mittelalters II: 1400 bis 1540, vol. 1, coll. cat. Cologne (Museum Schnütgen) 2001, no. 57.
- 12For this group, which is in a private collection, see R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder. Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31.
- 13R. Karrenbrock and H. Westermann-Angerhausen, ‘Neugotik und ihre Vorbilder: Eine unbekannte Beweinungsgruppe des Nikolaus Elscheidt’, Kölner Museums-Bulletin 2 (1996), pp. 17-31, esp. p. 23. For Roettgen and his collection see A. Spiller, ‘Karl Roettgen (1837-1909). Ein rheinischer Sammler’, Wallraf-Richartz-Jahrbuch 33 (1971), pp. 59-77.