De prent gaat over het proces van de Nederlander Marinus van der Lubbe (Leiden 13-1-1909 - Leipzig (Duitsland) 10-01-1934), die op heterdaad betrapt werd toen hij op 27 februari 1933 de Rijksdag in Berlijn in brand stak, uit protest tegen Hitler. Al vroeg voelde Marinus van der Lubbe zich aangesproken tot het communisme. In 1927 meldde hij zich aan bij de Communistische Jeugdbond 'de Zaaier', in Leiden en maakte hier actief propaganda voor. In april 1931 beëindigde hij zijn lidmaatschap van de Communistische Partij Holland. Op 3 februari 1933 vertrok Van der Lubbe uit Leiden, op weg naar Berlijn, waar hij vermoedde grote stakingen en oproeren mee te maken tegen Hitler, die op 30 januari 1933 aan de macht was gekomen. Deze bleken miniem en Van der Lubbe besloot zelf actie te ondernemen. Op maandagavond 27 februari stak hij de Rijksdag in brand. Hij werd op heterdaad betrapt. Göring, voorzitter van de Rijksdag en minister van Binnenlandse Zaken, vermoedde, onterecht, een (internationaal) complot van communisten achter de brand. Hiertoe stelde Hitler een noodwet in dat voorzag in de arrestatie van personen verdacht van hoogverraad en brandstichting. Vele communisten kwamen hierdoor in de gevangenis terecht Op 21 september 1933 begon onder grote belangstelling van de (internationale) pers het proces van Van der Lubbe, in het Rijksgerechtshof te Leipzig. De reden voor de grote belangstelling voor het proces was onder andere de (onterechte) beschuldiging dat de nazi's zelf de Rijksdag in brand zouden hebben gestoken om de communisten hiervan de schuld te kunnen geven en hen hierdoor buiten spel te zetten. In december kwam het proces ten einde met een ter dood veroordeling voor Van der Lubbe. Op 10 januari 1934 werd middels de guillotine het vonnis van Marinus van der Lubbe uitgevoerd. De prent verscheen pas een week later dan het begin van het proces tegen Van der Lubbe in de Haagse Post, aangezien al een week van te voren op een 'prentenvergadering' de onder -en bovenschriften werden vastgesteld, waardoor de gebeurtenis een week 'achterliep'.