Aan de slag met de collectie:
Model voor het praalgraf van Maerten Harpertsz Tromp
Rombout Verhulst, 1654
In zijn harnas, zijn hoofd rustend op een kanon, de erepenning die hij ooit kreeg in zijn ene hand, zijn commandostaf in de andere: zo beeldde Rombout Verhulst de zeeheld Maerten Harpertsz Tromp af op zijn grafmonument. De admiraal was op 3 augustus 1653 voor de Zuid-Hollandse kust door een Engelse kogel gedood. Het echte grafmonument is van marmer en staat in de Oude Kerk in Delft.
- Soort kunstwerkschets, model, grafmonument
- ObjectnummerBK-NM-4352
- Afmetingengeheel: hoogte 125 cm x breedte 104 cm x diepte 40 cm, reliëf: hoogte 62 cm x breedte 53 cm, figuur: lengte 56 cm x diepte 33 cm, lijst: hoogte 125 cm x breedte 86 cm
- Fysieke kenmerkenterracotta, eikenhout
Ontdek verder
Identificatie
Titel(s)
- Schets en model voor het praalgraf van Maarten Harpertsz. Tromp (1598-1653)
- Model voor het praalgraf van Maerten Harpertsz Tromp
Objecttype
Objectnummer
BK-NM-4352
Beschrijving
De schets, een opstaand reliëf, heeft in het midden een voetstuk, waarop een grote urn met deksel. Hier overheen hangen slingers van laurierbladeren, waaraan met linten een kwast en twee gekroonde wapenschilden hangen, elk door een naast het voetstuk staande, naakte knaap vastgehouden. In de achtergrond aan weerszijden van de urn komen half verscholen uit de biezen vier gevleugelde putti te voorschijn, van wie drie op schalmeien blazen en één al zingend, de scheepskroon op het deksel van de urn zet. Hierboven zweeft een vijfde putto, die met beide handen een spreukband voor zicht uit houdt voor de (ontbrekende) tekst. Zijn hoofd raakt de onderste rand van een lijst in kwabornament en bevindt zich tussen twee festoenen met linten en afhangende kwasten samengesteld uit diverse soorten schelpen, bladeren en zeewier. Onderaan tegen het voetstuk twee kanonskogels en een Romeins schild versierd met bliksemschichten en een ondefinieerbaar voorwerp, alsmede enkele enterpieken en een enterbijl. Links staan twee vlaggenstokken met neerhangende vlaggen tegen een affuit, rechts op een kanonsloop een toernooihelm. De schilden vertonen klimmende leeuwen naar links, respectievelijk het wapen van de Staten Generaal en dat van de Staten van Holland en West-Friesland. Het model, de figuur van Tromp, geplaatst op een houten plank, ligt in volle wapenrusting met de benen naar rechts uitgestrekt op de vlag, die een deel van het roer onder zijn knieën onbedekt laat, evenals een deel van de twee kanonslopen, waarop hij met de linkerschouder en het hoofd rust; zijn gelaat is even naar de beschouwer gericht. Tussen de vingers van de linkerhand houdt hij het lint met de medaille van Frederik Hendrik, de rechter omvat de commandostaf. Tromp draagt een harnas en ‘leren’ schoenen met rechthoekige neuzen en een platte kraag, die gesloten is met een koord met akers; om de rechterarm is een sjerp gestrikt. De houten omlijsting wordt gevormd uit een architraaf, geplaatst op twee stijlen met diepliggende panelen, elk versierd met een festoen, bestaande uit verschillende soorten schelpen en koraal, welke met een lint is bevestigd aan een rozet. Beide consoles, waarop de uitgestrekte figuur van Tromp rust, zijn S-voluten, aan de voorzijde versierd met een acanthusblad en aan de zijkanten met een bladmotief. Het paneel tussen de consoles heeft een festoen van schelpen, bevestigd met een lint met twee rozetten.
Onderdeel van catalogus
Vervaardiging
Vervaardiging
beeldhouwer: Rombout Verhulst, Amsterdam
Datering
1654
Zoek verder op
Materiaal en techniek
Fysieke kenmerken
terracotta, eikenhout
Afmetingen
- geheel: hoogte 125 cm x breedte 104 cm x diepte 40 cm
- reliëf: hoogte 62 cm x breedte 53 cm
- figuur: lengte 56 cm x diepte 33 cm
- lijst: hoogte 125 cm x breedte 86 cm
Dit werk gaat over
Persoon
Onderwerp
Plaats
Verwerving en rechten
Copyright
Herkomst
Commissioned by the States General, 1654;{An almost complete transcription of the resolutions of the States General concerning the commissioning of the tomb is preserved at the Huisarchief Kasteel Twickel (Delden). These accompany the resolutions concerning the building of the tomb of Admiral Jacob van Wassenaer Obdam (no. PW 259, resolutions of 4 March and 15 July 1667), see F. Scholten, _Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture_, Zwolle 2003, p. 262 (note 95).}; ? donated to Maarten Tromp’s widow Cornelia Teding van Berkhout (1614-1680), c. 1654/58; her daughter, Anna Maria Gans-Tromp (1644-1717), Keysershoff, Den Bosch and Huis Binderen (near Helmond);{Mentioned in the inventories of her estate, dated 1 February 1717: _Een out model van hout en pleisterwerk van den admirael Maarten Herpertse Tromp_ and 10 April 1717: _Het model van de tombe van den admirael Tromp van eyckehout_, see A. Sassen, _De protocollen der Helmondsche notarissen [1595-1798]_, Den Bosch 1890, nos. 246 and 248.} acquired by ‘M. Sarluis’, 10 April 1717;{Note RMA by R. van Luttervelt.} ? by descent to the dealer S. Sarluis, The Hague; from whom, fl. 350, to the Ministry of Internal Affairs, 1878;{Note RMA.} transferred to the Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst, The Hague, 1878; transferred to the museum, 1885
Documentatie
- R. van Luttervelt, 'Rombout Verhulst (1624-1698) Willem de Keyser (1603-na 1674) naar een ontwerp van Jacob van Campen : Het grafmonument van Maarten Harpertsz. Tromp Oude Kerk Delft, Openbaar Kunstbezit (ca. 196.[?]), p. 32a, b en afb. 32V, 32AV en 32BV.
- A. Pit, 'De verzameling Hollandsch Beeldhouwwerk in het Nederlandsch Museum, te Amsterdam', Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond II (1900-1901), p. 13-14.
- D. van der Kellen, 'Het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst te 's-Gravenhage', Eigen Haard (1879), p. 154.
- Documentatiemap.
- M. van Baalen, 'Schaalmodel voor het praalgraf van Maarten Harpertszoon Tromp (1598-1653) te Delft', KunstKrant (2003), nr. 6, p. 12-13.
Duurzaam webadres
Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:
Vragen?
Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!
Rombout Verhulst
Model for the Tomb Monument of Lieutenant-Admiral Maarten Harpertsz Tromp (1598-1653) in the Oude Kerk in Delft
Amsterdam, 1654
Technical notes
Modelled, whitewashed (reddish-brown on the relief) and beige (on the recumbent figure) and fired. The terracotta is encased in an oak-carved frame.
Condition
A flagstaff on the left is missing. A break can be discerned in the upper corner, with old restorations to the helmet and the figure of Tromp. The frame is possibly original.
Provenance
Commissioned by the States General, 1654;1An almost complete transcription of the resolutions of the States General concerning the commissioning of the tomb is preserved at the Huisarchief Kasteel Twickel (Delden). These accompany the resolutions concerning the building of the tomb of Admiral Jacob van Wassenaer Obdam (no. PW 259, resolutions of 4 March and 15 July 1667), see F. Scholten, Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture, Zwolle 2003, p. 262 (note 95).; ? donated to Maarten Tromp’s widow Cornelia Teding van Berkhout (1614-1680), c. 1654/58; her daughter, Anna Maria Gans-Tromp (1644-1717), Keysershoff, Den Bosch and Huis Binderen (near Helmond);2Mentioned in the inventories of her estate, dated 1 February 1717: Een out model van hout en pleisterwerk van den admirael Maarten Herpertse Tromp and 10 April 1717: Het model van de tombe van den admirael Tromp van eyckehout, see A. Sassen, De protocollen der Helmondsche notarissen [1595-1798], Den Bosch 1890, nos. 246 and 248. acquired by ‘M. Sarluis’, 10 April 1717;3Note RMA by R. van Luttervelt. ? by descent to the dealer S. Sarluis, The Hague; from whom, fl. 350, to the Ministry of Internal Affairs, 1878;4Note RMA. transferred to the Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst, The Hague, 1878; transferred to the museum, 1885
Object number: BK-NM-4352
Entry
In the seventeenth century, the government of the Dutch Republic gradually emerged as an important patron of tomb monuments for ‘heroes of state’. Starting in 1607 – the year in which an epitaph for Admiral Jacob van Heemskerck (1567-1607) was commissioned, paid for by the state – a series of twenty tomb monuments was produced, mostly built in honour of naval heroes. Especially after the middle of the seventeenth century, when various sea battles were being waged against the English, the States General approached the nation’s top sculptors to undertake this task. First in line during this period was Rombout Verhulst (1624-1698) and the tomb monument dedicated to Lieutenant-Admiral Maarten Harpertsz Tromp.
Tromp was the most influential commander of the Dutch fleet in the seventeenth century, second only to De Ruyter. Tromp’s first major successes were against the sea-bandits at Duinkerken in 1639. In that same year, he went on to defeat the Spanish Armada, making its way in the direction of Flanders in the battle at Duins. Not only was the victory at Duins the high point of Tromp’s career, it was also the greatest tactical triumph in the history of the Dutch navy. Welcomed as a national hero upon his return, Tromp was celebrated in the form of countless bonfires, commemorative engravings, laudatory poems and victory hymns made in his honour. The States General of the Netherlands additionally rewarded him with 10,000 guilders, with King Louis XIV of France elevating him to noble status.
By the early 1650s, the number of sea battles with the English was mounting, with Tromp’s winning streak beginning to falter. Felled by an English sharpshooter’s bullet at the Battle of Scheveningen on 10 August 1653, the popular naval sea hero was laid to rest in the Oude Kerk in Delft. The monumental tomb later raised in his honour, completed in 1658, came to serve as a model for the form of other comparable monuments to follow.5F. Scholten, Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture, Zwolle 2003, pp. 147, 149. The seventeenth-century tombs of Dutch naval heroes generally comprise the same key elements, in part stemming from the genre of heroic laudatory literature: the depiction of the deceased hero, the heraldic devices of both the hero and the tomb’s patrons, a relief-carved scene of a sea battle, a tomb inscription, and various additional details of funerary- and maritime-themed ornamentation. On 24 March 1654, the present clay-fired model was presented to the commissioning body, the States General, likely by the tomb’s sculptor, Rombout Verhulst.6E. Neurdenburg, De zeventiende eeuwsche beeldhouwkunst in de noordelijke Nederlanden: Hendrick de Keyser, Artus Quellinus, Rombout Verhulst en tijdgenooten, Amsterdam 1948, pp. 203, 205. A second design, likewise executed in terracotta and in the collection of the Rijksmuseum, shows only the finished figure of Tromp, lying in state (see the entry on BK-NM-2919).
The overall composition of the present model essentially matches that of the sculpture on the actual tomb monument, built in the years 1654-1658: elements missing from the model include the crowning sculpture and the garlands on either side atop the flanking pilasters. An echo of these details can nevertheless be discerned on the oak-carved frame made to encase the relief. The sculptor Verhulst had not been charged with the monument’s design; for this task, two leading architects had been hired, Pieter Post and Jacob van Campen. A preliminary design drawing, which later served as the basis for an engraved depiction of the monument, was possibly made by Post himself.7F. Scholten, Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture, Zwolle 2003, fig. 50. It dates from an early stage in the design process, as suggested by the absence of the two escutcheons that would appear in the middle of the tomb, bearing the coats of arms of the commissioning parties, specifically, the States General and the states of Holland and West Friesland. It was on the basis of a preliminary design drawing such as this, previously approved by the States, that Verhulst would have devised the present clay model.
As stipulated by the States and following the design’s approval, Tromp’s descendants were responsible for the building of the tomb monument. One may therefore assume the sculptor’s models finally came into their possession. The present model likely originates from the two estate inventories drawn up in 1717 following the death of Tromp’s daughter, Anna Gans-Tromp – the first concerns her home called ‘Keysershoff’ in the centre of Den Bosch (1 February 1717), the second her country home ‘Binderen’ outside Helmond (10 April 1717). Both inventories make mention of such a model: ‘An old model of wood and plasterwork of the admiral Marten Herpertse Tromp’ (Den Bosch) and ‘The model of the tomb of admiral Tromp in oak’.8Een out model van hout en pleisterwerck van den admirael Marten Herpertse Tromp and Het model van de tombe van den admirael Tromp van eyckehout; see A. Sassen, De protocollen der Helmondsche notarissen (1595-1798), Den Bosch 1890, nos. 246 and 248. The latter inventory states that the piece was sold to one ‘M. Sarluis’, presumably a Jewish merchant and forefather of the Hague merchant S. Sarluis, from whom the museum purchased the model in 1873.
Frits Scholten, 2024
Literature
J. Leeuwenberg with the assistance of W. Halsema-Kubes, Beeldhouwkunst in het Rijksmuseum, coll. cat. Amsterdam 1973, no. 312a, with earlier literature; F. Scholten, Gebeeldhouwde portretten/Portrait Sculptures, coll. cat. Amsterdam (Rijksmuseum) 1995, no. 16; F. Scholten, Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture, Zwolle 2003, pp. 59, 60 and fig. 51
Citation
F. Scholten, 2024, 'Rombout Verhulst, Model for the Tomb Monument of Lieutenant-Admiral Maarten Harpertsz Tromp (1598-1653) in the Oude Kerk in Delft, Amsterdam, 1654', in F. Scholten and B. van der Mark (eds.), European Sculpture in the Rijksmuseum, online coll. cat. Amsterdam: https://data.rijksmuseum.nl/200116033
(accessed 6 December 2025 22:49:40).Footnotes
- 1An almost complete transcription of the resolutions of the States General concerning the commissioning of the tomb is preserved at the Huisarchief Kasteel Twickel (Delden). These accompany the resolutions concerning the building of the tomb of Admiral Jacob van Wassenaer Obdam (no. PW 259, resolutions of 4 March and 15 July 1667), see F. Scholten, Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture, Zwolle 2003, p. 262 (note 95).
- 2Mentioned in the inventories of her estate, dated 1 February 1717: Een out model van hout en pleisterwerk van den admirael Maarten Herpertse Tromp and 10 April 1717: Het model van de tombe van den admirael Tromp van eyckehout, see A. Sassen, De protocollen der Helmondsche notarissen [1595-1798], Den Bosch 1890, nos. 246 and 248.
- 3Note RMA by R. van Luttervelt.
- 4Note RMA.
- 5F. Scholten, Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture, Zwolle 2003, pp. 147, 149.
- 6E. Neurdenburg, De zeventiende eeuwsche beeldhouwkunst in de noordelijke Nederlanden: Hendrick de Keyser, Artus Quellinus, Rombout Verhulst en tijdgenooten, Amsterdam 1948, pp. 203, 205.
- 7F. Scholten, Sumptuous Memories: Studies in Seventeenth-Century Dutch Tomb Sculpture, Zwolle 2003, fig. 50.
- 8Een out model van hout en pleisterwerck van den admirael Marten Herpertse Tromp and Het model van de tombe van den admirael Tromp van eyckehout; see A. Sassen, De protocollen der Helmondsche notarissen (1595-1798), Den Bosch 1890, nos. 246 and 248.











