De houten loop, lang 35 cm en met een kaliber van 31 mm, is zwart geverfd en heeft een vizier op de tappenband, een broekingring en een eleveerschroef door de druif met regendop. De bovenslede heeft een licht trapezevormig lichaam met messing beslag en ringen, de voor- en achterkant zijn afgerond. Tegen de achterkant de bakskoker in messing beslag met baksijzer en bovenop het spoor voor de eleveerschroef, aan de voorkant de oren met tapas en de wervelbout lopend in de gleuf van de onderslede. De onderslede is een houten raam, aan de voorkant afgerond, gedeeltelijk met messing beslagen en voorzien van twee bouten; voor steunt hij op een bordes aan de binnenkant van de poortdrempel. Aan de achterkant verbreedt de onderslede en is een weinig afgerond. In het midden en achter wordt het raam ondersteund door klossen met wielen: de wielen in het midden lopen in de lengterichting; de wielen achter staan met hun assen radiaal ten opzichte van de spilbout. Het scheepsdeel heeft een poort, afgesloten met een valpoort met een rond gat voor de loop; aan weerszijden diagonaal verband. De accessoires omvatten een kogelrek met negen kogels hangend onder de onderslede, vier kartetsen in een rek tegen de scheepswand, twee kruithorens, een zetter/wisser, een krasser/laadlepel, een krabber/schep, een koevoet, een opzetstang, een pijpjestas, een duimeling, een ruimnaald, twee beurstonnen, twee kardoeskokers. Schaal 1:5 (Obreen).