Fabel van de egel en de slang

Fabel van de egel en de slang

RP-P-OB-5235

Een egel vraagt aan een slang of hij in de winter gebruik mag maken van zijn hol. De fabel beschrijft hoe de egel haar stekels de slang haar winterslaap verstoren. Uit De moraal van het verhaal leert men voorzichtig te zijn met liefdadigheid.

• D. Geirnaert & P.J. Smith, 'Tussen fabel en embleem: De warachtige fabulen der dieren (1567)', Literatuur 9 (1992), p. 22-33.
• Hollstein Dutch 390

• prentmaker: Aegidius Sadeler (II), Praag
• naar prent van Marcus Gheeraerts (I)
• naar ontwerp van Marcus Gheeraerts (I)
• uitgever: Aegidius Sadeler (II)

1608

ets en gravure; boekdruk

blad: hoogte 96 mm x breedte 112 mm

Illustratie voor Sadeler, Aegidius. Theatrum Morum. Aegidius Sadeler, Praag, 1608. Kopie in spiegelbeeld naar Marcus Gheeraerts.

Publiek domein

• D. Geirnaert & P.J. Smith, 'Tussen fabel en embleem: De warachtige fabulen der dieren (1567)', Literatuur 9 (1992), p. 22-33.
• Hollstein Dutch 390

Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:

https://id.rijksmuseum.nl/200247553