De vogeltjes die Gy hier ziet, / ô lieve kindren! zingen niet, / Zy zyn ook man en dras te vangen, / Gy hoefd ze in geen kooi te hangen

Jongens wil je vreugd vermeeren, Wilt in deeze prent studeeren, Want het is van tetjeroen, Die een ieder kon voldoen. / Zoo gy u meer wilt verblyen, Maak hier van dan schilderyen, Snyt ze uit mooi na de zwier, En plak ze dan op bord papier

Jacobus Thompson (vermeld op object)

Leef vrolyk vaderlansche jeugd, / By 't nut betragten van de deugd

Jacobus Thompson (vermeld op object)

Zie hier Agt onderscheiden zaken; / Die, allen nut zijn voor den Mensch. / Komt Kindren, wil u hier vermaaken, / Dan vind de teekenaar zijn wensch

Jacobus Thompson (vermeld op object)

Verheugd u / o jeugd / met deze prent / en tekent hem na / dan zijt gij een vent

Jacobus Thompson (vermeld op object)

Ziet, kinderen! ziet in deez' figuren, / De letters die de taal besturen. / Leerd spelend', dus het A, B, C. / Leefd met deez' printjes wel te vreé

Jacobus Thompson (vermeld op object)

Al wat men op deez' prent beziet, / Is apery en anders niet; / Vermaak 'er u dan mede, jeugd! / En knipt de aapjes uit, met vreugd

Jacobus Thompson (vermeld op object)