Aan de slag met de collectie:
De vier werelddelen brengen eerbetoon aan Amsterdam
Artus Quellinus I (1609–1668) en atelier, Amsterdam, ca. 1655, terracotta
De gevels van het stadhuis worden bovenin gedomineerd door twee marmeren timpanen, elk zo’n twintig meter lang en bekroond door bronzen beelden. Dit ontwerp voor de achtergevel toont de (toen bekende) vier werelddelen die Amsterdam welvaart brengen. Het staat symbool voor het wereldwijde handelsnetwerk van de Amsterdamse kooplieden.
- Soort kunstwerkbeeldhouwwerk, model, timpaan
- ObjectnummerBK-AM-51-3
- Afmetingenhoogte 90 cm x breedte 415 cm
- Fysieke kenmerkenterracotta
Ontdek verder


Identificatie
Titel
De vier werelddelen brengen eerbetoon aan Amsterdam
Titel(s)
- De vier werelddelen brengen eerbetoon aan Amsterdam
- De vier werelddelen brengen hun eerbetoon aan de stad Amsterdam
Voormalige titel
Vier werelddelen brengen de stad Amsterdam hun tribuut, model voor het timpaan van de achtergevel
Objecttype
Objectnummer
BK-AM-51-3
Beschrijving
In het midden zit op de rand van het koggeschip de Amsterdamse stedenmaagd getooid met de Mercuriushoed. Zij heeft beide armen uitgespreid, de handel aldus beschermend, verzinnebeeld door de vier werelddelen, die hun waren aanbieden. Zij heeft de voeten op de aardbol, waarnaast de stroomgoden IJ en Amstel geleund liggen tegen hun vazen, waaruit water met enkele vissen stroomt; de twee stromen vloeien samen. het IJ, gehuld in een visnet en met een zogenaamde scheepskroon, zit op een dolfijn en een anker, de Amstel met een kroon van biezen heeft twee roeispanen en een pikhaak voor zich; een otter kruipt tussen hem en de vaas uit. Tegen de aardbol een astrolabium, een jacobsstaf en een passer. Links van deze middengroep staat Europa, op het hoofd de keizerskroon en in beide handen de hoorn van overvloed. Zij wordt omgeven door paarden en runderen, voortgedreven door een man met een knuppel. Links van haar Afrika, een zwarte vrouw met grote zonnehoed, die een leeuw leidt bij de manen; over diens lichaam legt een olifant zijn slurf. Afrika wordt vergezeld door een zwarte jongen met papegaai en een met een salamander. Om haar linkerbeen kronkelen zich twee slangen, waarvan de één de ander in de kop bijt. Achter deze groep slepen twee mannen (één met een hefboom) koopwaar aan, die in een zak, baal, kist en ton verpakt is, een derde tilt één van de op de op de grond liggende olifantstanden op. Geheel links, naast een zak een graanschoof. Rechts van de stedenmaagd Azië, een gesluierde vrouw met tulband, waarop een maansikkel. Zij staat naast een kameel, die zij bij de halster houdt, terwijl zij in de linkerhand een wierookvat heeft, waarin door een jongen wordt geblazen. Voor haar gaan twee knapen van wie de een een kist draagt, waar hij het deksel van oplicht en de ander enige tulpen aanbiedt; op de achtergrond een struisvogel een vrouw met een mand vruchten op het hoofd; op de voorgrond een krokodil, bereden door een jongen, die in de geopende bek van het dier een stok houdt. Amerika wordt door twee figuren voorgesteld, door een op de rug geziene vrouw met veren hoofdtooi en pijlkoker aan haar zijde en een rokende man, eveneens met veren hoofdtooi, zittend op een mand en geleund tegen rollen tabak. De vrouw wendt zich tot de stedenmaagd en biedt de vruchten aan, die een achter haar staande man in een groot vat torst en waaruit een snoer kralen hangt. achter hem draagt man, met een op een vlam gelijkende haarlok op het overigens kale hoofd, een bak met vuur op de schouder. Tussen de voeten der vrouwen een gordeldier. Meer naar rechts zwoegen drie mijnwerkers, van wie twee een mand op de rug dragen en één een houweel hanteert, terwijl een aap nieuwsgierig in de mijnschacht kijkt en een tweede zich te goed doet aan veldvruchten, die naast een aloë op de bodem liggen verspreid.
Onderdeel van catalogus
Catalogusreferentie
F.W.S. van Thienen, "Afrika", Openbaar Kunstbezit (1958) p. 18a-b.
Vervaardiging
Vervaardiging
beeldhouwer: atelier van Artus Quellinus (I), Amsterdam
Datering
ca. 1650 - ca. 1653
Zoek verder op
Materiaal en techniek
Fysieke kenmerken
terracotta
Materiaal
Techniek
Afmetingen
hoogte 90 cm x breedte 415 cm
Dit werk gaat over
Onderwerp
Plaats
Verwerving en rechten
Credit line
Bruikleen van de gemeente Amsterdam
Copyright
Herkomst
Commissioned by the City of Amsterdam, c. 1650-53;{Vreeken cites an account book entry for a model of _het frontespies_ (the pediment) for 600 guilders, presumably dating from 1652 or 1653: Stadsarchief Amsterdam (hereafter: SAA), archive 5039 (Thesaurie Ordinaris), inv. no. 624, no. 11. By this time, the entire account had already been _tsedert lange in diverse partyen betaelt_ (since long in various instalments paid). Unclear is whether the entry concerns the east or west pediment. The latter was executed in marble in either 1656 or 1658. See H. Vreeken, `Quellinus´ boetseersels voor het zeventiende-eeuwse stadhuis op de Dam´, in M. Jonker et al., _In beeld gebracht: Beeldhouwkunst uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum_, coll. cat. Amsterdam 1995, pp. 38-59, esp. p. 45.} ? from the artist,{K. Fremantle, `The Fountains Designed for Van Campen´s Amsterdam Town Hall and Quellien´s Models for Them´, _Album discipulorum aangeboden aan J.G. van Gelder ter gelegenheid van zijn 60ste verjaardag_ (_Utrechtse Kunsthistorische Studiën_ 7), Utrecht 1963, pp. 101-18, esp. p. 104 (note 15): _dewijl zijn werk lootse nu affgebroken wordt dat haer Edele_ [burgemeesters] _sullen laten affhalen de modellen vande beelden die hij ten behoeve dezer Stede gemaeckt heeft_ (while his workshop is being closed, that her Noble [burgomasters] shall have the models of the sculptures that he made on behalf of this City collected). See also H.J. Wiggers, `De stad Amsterdam en haar vroegste beeldencollectie´, in M. Jonker et al., _In beeld gebracht: Beeldhouwkunst uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum_, coll. cat. Amsterdam 1995, pp. 60-75, esp. p. 62 (referring to A.W. Kroon, _Het Amsterdamsche stadhuis (thans Paleis), 1625-1700: Zijne geschiedenis naar onuitgegeven officiële bronnen bewerkt_, Amsterdam 1867, p. 138).} transferred to the Town Hall (now Royal Palace) at Dam Square, Amsterdam, 1664;{H.J. Wiggers, `De stad Amsterdam en haar vroegste beeldencollectie´, in M. Jonker et al., _In beeld gebracht: Beeldhouwkunst uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum_, coll. cat. Amsterdam 1995, pp. 60-75, esp. pp. 62-64. The models were initially kept in the Thesaurie Ordinaris (Treasury) of the town hall. Around 1700, most were moved to the art cabinet in the _kunstkamer_ (art chamber) on the third floor, see _Wegwyzer door Amsterdam_, Amsterdam (Nicolaas ten Hoorn) 1713, p. 446. From 1768 on, the task of overseeing the models´ preservation was assigned to the Stadstekenacademie (City Drawing Academy), also located in the aforementioned _kunstkamer_. In 1769, academy director Cornelis Ploos van Amstel compiled an inventory of all sculptures in the art chamber. This inventory also included Quellinus´s models, see SAA, archive H. 86.003 (Library), Cornelis Ploos van Amstel, _Notitie van Boetseersels en Pleisterbeelden enz bewaard wordende op de kunstkamer van het stadhuijs der stad Amsterdam_ (January 1769). From November 1796 to April 1806, the Stadstekenacademie was obliged to (temporarily) vacate the town hall art chamber on the orders of the French occupier. During this period, it is not known where the models were stored, though presumably they remained in the town hall, albeit without oversight. In April 1806, the models were moved to the _rariteitenkamer_ (curiosity chamber), also called the Diplomatieke Bibliotheek (Diplomatic Library). The collection was moved in 1808, when Louis Napoleon took up residence in the town hall. H.J. Wiggers, `De stad Amsterdam en haar vroegste beeldencollectie´, in M. Jonker et al., _In beeld gebracht: Beeldhouwkunst uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum_, coll. cat. Amsterdam 1995, pp. 60-75, esp. pp. 67-68. See also SAA, archive 265 (Stadstekenacademie), inv. nos. 1-4 and 6-54. Several of the models, including the model discussed here, entered private hands at some point in time.}…; acquired in Holland by Benoni Verhelst (1803-1861), Ghent, c. 1808;{Benoni Verhelst is said to have purchased the terracotta model in Holland approximately fifty years before his sale in 1859, see inventory card Amsterdam Museum.} his sale, Ghent (F. Verhulst), 10-13 May 1859, no. 403;{Described as: _Terre cuite. Un grand bas-relief triangulaire, exprimant l´idee première du fronton de l´Hôtel-de-ville (palais) d´Amsterdam. Les cinq parties du monde apportent leurs tributs au commerce de la cité. Modelé par Artur Quellin. - Pièce en dehors de l´appartement._ (Terracotta. A large triangular bas-relief, conveying the initial concept of the pediment of the Amsterdam Town Hall (palace). The five parts of the world bring their tributes to the commerce of the city. Modelled by Artur Quellin. - piece separate from the apartment.).} acquired by the architect Théophile Bureau (1827-1884), Ghent; from whom, acquired by the City of Amsterdam and transferred to the Town Hall at the Prinsenhof, 1882;{Efforts to acquire the tympanum from T. Bureau in Ghent on the City of Amsterdam´s behalf began in 1880. H.J. Wiggers, `De stad Amsterdam en haar vroegste beeldencollectie´, in M. Jonker et al., _In beeld gebracht: Beeldhouwkunst uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum_, coll. cat. Amsterdam 1995, pp. 60-75, esp. p. 73.} on loan to the museum, since 1887{See SAA, archive H. 86.002 (Library).}
Documentatie
- F.W.S. van Thienen, "Afrika", Openbaar Kunstbezit (1958) p. 18a-b.
- K. Fremantle. 'Some drawings by Jacob van Campen for the Royal Palace of Amsterdam', Oud Holland 68 (1953), p. 73 e.v.
- Inzoomer object op zaal, 2013 (Nederlands/English).
Duurzaam webadres
Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:
Vragen?
Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!