De twaalf aartsvaderen, de zonen Jacobs ziet / Men hier ten trappenrei gesteld met hunnen namen, / Gelyk zy tot hem om zyn laatsten zegen kwamen, / Wel wetende dat God dien zegen zelf gebiedt

Stichter, erven weduwe Cornelis (vermeld op object), 1715 - 1813

Blad met een grote voorstelling van een trap met dertien treden. Op de treden staan Jacob en zijn twaalf zonen, de aartsvaderen. In de boog onder de trap een voorstelling van Jacobs droom. Onder de afbeelding een vers in twee kolommen. Genummerd rechtsboven: No. 113.

  • Soort kunstwerkprent, volksprent
  • ObjectnummerRP-P-OB-206.962
  • Afmetingenblad: hoogte 410 mm x breedte 324 mm
  • Fysieke kenmerkenhoutsnede gekleurd in paars, geel en oranje; tekst in boekdruk