Kniebroek geruwde wollen stof, ruimvallend en versierd met brandebourgs van zilverdraad over de zijnaden, waarschijnlijk gedragen door Ernst Casimir tijdens het beleg van Roermond. Model: tweezijdig geruwde wollen stof in linnenbinding. Bestaand uit twee voor- en twee achterpanden (49 cm) met een tussenzetsel van 1,5 cm in de zijnaad. Gerimpeld aan de taille- en de knieband. Sluiting middenvoor (gulp) door middel van vijf knoopsgaten en knopen, waarvan één is overgebleven. De gulp is afgezet met roodbruine ripszijde. In de tailleband aan weerskanten twee ronde, gefestoneerde nestelgaten waar een lint doorheen getrokken werd. In een van de nestelgaten een restant van het zijden lint met aan het uiteinde een metalen nestel. In de voorpanden aan iedere kant twee kleine, verticale steekzakken, gevoerd met zeemleer en twee grote, verticale steekzakken, gevoerd met zijde. In de rugpanden zijn vlak naast de zijnaad lange, verticale steekzakken geplaatst, gevoerd met zijde. Op de tailleband zijn zeven metalen haken genaaid, die bedoeld waren om het wambuis en de broek met elkaar te verbinden. Op de kniebanden bevinden zich resten van het zijden lint dat gebruikt werd om de broek te sluiten. Het geheel is gevoerd met linnen. Versiering: de knopen met een houten kern zijn versierd met zilverdraad. Op het tussenzetsels aan de zijnaad zijn oorspronkelijk 38 knopen met smalle gouden lussen aangebracht. Het is geen sluiting, maar uitsluitend ter decoratie bedoeld en lijkt erg op de brandebourgs van de zgn. Poolse rokken. Aan weerszijden van de knoppen faux horizontale knoopsgaten, afgezet met randen van zilver canetille en gouddraad. Hiernaast kleine zilveren noppen. Opm.: vlak onder en naast de gulp bevond zich een groot gat, dat bij de restauratie in 1979 is opgevuld met een steunweefsel.