Direct naar
Bezoek het Rijksmuseum
Het museum neemt je mee naar Rembrandt, Vermeer en Van Gogh
Persoon
De Katte is / Alhier gewis; Een visken wil zy eeten: / Maar katten fel / En muyzen snel; Zal zy ook niet vergeeten
Johannes Kannewet (II) (vermeld op object)
Kinders komt nu aan geloopen / Om 't osje-boe te koopen (...)
Hier hebje twaalf paar neusen / als reusen; Om eens de keyken / wie ze best gelyken
Zo als Adam alle dieren noemen zouden / Dat zoude zijn naam zijn / en die ook behouden
De renosseros pertinent / Staat hier verbeeld in deze prent / Het is een beest grof en zwaar / Men zegt het leefd wel honderd jaar
Het vermaakelijke A, B, C. voor de jonge jeugd
Ziet dees beesten mee haar vier / Gemaakt tot ons pleyzier
Kinders ziet dees vogels groot en schoone / Hoe heerlijk dat zy bende haar vertoone
Hier ziet gy / ô jonge jeugd! in deze nieuwe prent / Vier dieren afgebeeld na 't leven pertinent
Deze prenten mooy en wel / Zijn 'er zestien op een vel
Georgius Lodewyk, / Koning van Groot Britangjen, &c
Hier ziet men de varkens haspelen en spinnen / Om zo haar zobere kost te gewinnen
Nieuw vermaaklijk leven / sterven / en uytvaart / van den aap Keesje-maat
Ziet hier vertoond dier fabel-prenten vol van zinnen / Om het leerzame kind / al stichtende te vermaaken
Joh. 3 : 16 Alzo lief heeft God de wereld gehat / dat hy zijn zoone geeft / Op dat een eyglijk die in hem gelooft / niet sterft: maar eeuwig leeft!
Jonge jeugd laat dees historie / Uw steeds strekke tot memorie
't Alderbest dat daar is op aard / Is te zijn met Godt gepaard