www.landsarchief.sr 1748 - plantage Belgard aangelegd door Theodoor en Jan Fredrik Knoffel Op 11 mei 1748 werd de grond van de plantage uitgegeven aan Theodorus Knoffel. "....Vergunnen en concedeeren mitsdeesen ingevolge en uitkragte der resolutie van haar Edele Groot Achtbaare Directeuren der Edelen Societeit deser colonie in dato den 7 september 1746 aan Theodorus Knoffel keurmeester der suijkeren om in allodialen eijgendom op te nemen en erffelijk te moogen bezitten 500 akkers land met een face van 30 kettinge geleegen in de rivier van Commewijne aan de linkerhand in't opvaaren, sijn begin neemende aan de beneeden schijd lijn van 't land thans uijtgegeeven aan Jan Frederik Knoffel...." Theodoor noemde de plantage "Belgard". Hij is tien jaar lang bezig geweest met de ontginning en de beplanting. Hij stierf in 1758 en werd op de plantage begraven. ".... 1758-januari 7 Debet J: Fr: Knoffel — voor 't bekentm: van de dood van F: Knoffel aan d' kerk van Param: f 9,- / idem voor 't begraven op d' plant: f 20,- ....." Hij liet de plantage na aan zijn neef Johan Kusel, en zijn broer Jan Fredrik Knoffel, eigenaar der plantages Frederiksdorp en Knoffelsgift. Blijkens een inventaris van 1760 was het een middelklein bedrijf met 68 tot slaaf gemaakte mensen, dat werd getaxeerd op het — vrij geringe — bedrag van F 50.838,- meetkaart van plantage Belgard door landmeter P. Gardin, 1748. 1767 - plantage Elisabeth's hoop, eigenaar Carel Casimir Kleinhens Tussen 1764 en 1767 verwierf Carel Casimir Kleinhens alle aandelen van de plantage Belgard. Hij hernaamde de plantage naar zijn echtgenote Elisabeth Sabina Godhold. Onder zijn leiding groeide de plantage uit tot een middelgroot bedrijf.