Trouwjapon van zijden crepe de chine, bestaande uit een lijf met v-hals en overslag gevuld met een zijden voile afgezet met kloskant op een gerende rok met sleep. Model: het lijf sluit aan de voorkant met een overslag van rechts over links en metalen drukknopen. Het lijf is voorzien van een binnenlijf van pongé-zijde, dat sluit met metalen haken en ogen. Op het rechtervoorpand van het binnenlijf is een plastron van gaasachtig katoen (tule) afgedekt met kant genaaid. Op binnenlijf is aan de zijnaden en de taillenaad een zijden voile vastgezet waarop de aan weerskanten kruislings sluitende tule. Deze extra voile ontbreekt op het achterpand van het onderlijf. De rechte mouwen, die strak rond de onderarm sluiten en brede teruggeslagen machetten hebben, zijn aan het binnenlijf gezet. Hierdoor lijkt het bovenlijf op een soort mouwloze bolero.De manchetten worden aan de binnenkant van de onderarm gesloten met vier gestofferde, bolle knopen. De voorpanden zijn aan de schoudernaad gerimpeld. De zoom van het lijf is met platte plooien op het onderlijf vastgezet en deze zorgen voor een blousend effect. Het geheel is afgewerkt met een bandje in linnenbinding. Het achterpand is gevoerd met de eerder genoemde zijden voile. Aan het rugpand is een rechthoekige schoot gezet, gevoerd met voile en aan weerszijden voorzien van acht gestoffeerde knopen met een metalen kern. De twee voorpanden van de rok sluiten met een (sier?)naad middenvoor over elkaar. Aan weerszijden is in de zijnaad een kleine geer geplaatst. De rok heeft een brede zoom. Het achterpand is gevoerd met een extra wollen beleg tussen stof en voering in de sleep. De zoom is rondom verzwaard met een loodband bestaande uit kleine schijfjes. Versiering: het lijf is in de v-hals afgezet met een gerimpelde strook linnen kloskant (decor van rozetten en bladeren), die ook aan de binnenkant van de manchetten is aangebracht. In de manchettten wordt het kant ondersteund door een dubbele laag tule. Rond de pols is een dubbelgevouwen bandje tule aangebracht dat eindigt in een platte strik. Hieronder drie smalle oprijgen in de zijden stof. De manchetten zijn relatief lang en eindigen op de rug van de hand. Het binnenlijf is afgezet met een Valenciennes strookje. Onder de sleep bevindt zich een extra rand van geplisseerde zijde. Op de rug is in de zijndaden van de rok een lus aangerbacht, die mogelijk gebruikt kon worden om de rok op te houden tijdens het lopen.