Vouwwaaier met een enkel blad van okerkleurig papier waarop in een cartouche 'de Sabijnse maagdenroof' in gouache, op een montuur van schildpad voorzien van geometrische ornamenten van zilver filigrein op de buitenbenen. Op de achterzijde is het blad beschilderd met bloemen. Blad: van okerkleurig geprepareerd papier, dat als fond dient voor de goudkleurige en zwarte beschildering. Centrale cartouche met daarin het moment waarop de Romeinen tijdens het grote feest ter ere van Neptunus de jonge vrouwen van de Sabijnen en de andere nabuurstammen schaken. Op de achtergrond zijn v.l.n.r. de zuilen van de S. Maria sopra Minerva, het Pantheon en de pyramide van Caius Cestius te herkennen. Boven de zuilen van S. Maria spora Minerva zijn de letters 'SPQR' duidelijk zichtbaar; de afkorting voor 'senatus populusque Romanus' (Senaat en volk van Rome). De centrale cartouche wordt omgeven door een symmetrisch opgebouwde omlijsting van goudkleurige accanthusbladeren en voluten. Midden boven de cartouche een klassieke masker en aan weerszijden een putto, alle in zwarte waterverf. De putti houden ieder een gouden kruik in hun hand en zijn beide gekleed in een gouden lendedoek. De achterkant van het blad heeft een okerkleurig fond waarop in zwart en goud tulpen, rozen en andere bloemen zijn weergegeven. Montuur: gesloten, met 16 benen. Schildpad waarop in goud en zilver kleine ornamenten zijn geschilderd. Mogelijk was deze beschildering bedoeld als imitatie van de, met zilverdaard ingelegde, schildpadmonturen die aan het einde van de 17de eeuw in de mode kwamen. De buitenbenen zijn versierd met drie geometrische ornamenten van zilver filigrein die met kleine klinknageltjes op de benen zijn bevestigd. Sluitpin van zilver met oog, op rozet.
