Hieronder de sleutelwoorden voor het niveau A0 t/m A2, deze worden gebruikt in de voorbereidende les in de klas.
Het zieke kind
Gabriël Metsu
Ziek: je niet goed voelen. Voorbeeld: 'het kind ligt ziek in de armen van haar moeder'.
Bezoek nu in het museum
7 kunstwerken uit deze verzameling zijn nu te zien in het Rijksmuseum. Bekijk de route en volg deze met de gratis Rijksmuseum app.
Bekijk deze routePortret van Andries Bicker
Bartholomeus van der Helst
(De) Mode: kleding van een bepaalde periode en/of cultuur. Voorbeeld: ‘De kleuren zwart en wit waren in de mode in de 17de eeuw’.
Te zien in zaal 2.18
Een vrolijke vioolspeler
Gerard van Honthorst
(Het) Drinken: Een vloeistof die je kunt drinken. Voorbeeld: ‘Deze man drinkt graag wijn’.
Te zien in zaal 2.1
Bakkersechtpaar Arent Oostwaard en…
Jan Havicksz. Steen
(Het) Eten: De dingen die je eet zoals brood óf groenten, vruchten, vlees, noten. Voorbeeld: ‘Het eten was heerlijk!’.
Te zien in de Eregalerij
Het toilet
Jan Havicksz. Steen
(De) Kleren: wat je aantrekt over je lichaam zoals een kous of een jas, jurk of broek. Voorbeeld: ‘In de morgen trek je kleren aan’.
Te zien in zaal 2.25
Binnenhuis met vrouwen bij een…
Pieter de Hooch
(de) Meubelen: voorwerpen in huis zoals een kast of een tafel, een bed, een stoel. Voorbeeld: ‘een stoel en een lakenkast zijn meubelen'.
Te zien in de Eregalerij
Gezicht op huizen in Delft, bekend…
Johannes Vermeer
Wonen: Ergens een huis hebben en daar leven. Voorbeeld: ‘In dit huis in Delft wonen gewone mensen’.
Te zien in de Eregalerij
Adolf en Catharina Croeser, bekend…
Jan Havicksz. Steen
Arm: Als je weinig van iets bezit, vooral geld. Voorbeeld: ‘Deze bedelaar heeft geen geld, hij is arm’.
Adolf en Catharina Croeser, bekend…
Jan Havicksz. Steen
Rijk: als je veel bezit, zoals geld. Voorbeeld: ‘Mijn vader heeft veel geld, hij is rijk ’.
De vrolijke boer
Adriaen van Ostade
Lelijk: Vervelend om te zien of te horen. Voorbeeld: ‘Ik vind dat een lelijke man’.
Portret van een meisje in het blauw
Johannes Cornelisz. Verspronck
Mooi(e): Prachtig om te zien of te horen. Voorbeeld: ‘Dit meisje draagt mooie blauwe kleding’.
Te zien in de Eregalerij
Aan de slag met meesterwerken