Achthoekige kom met chrysant

anoniem, ca. 1670 - ca. 1690

Hoog bakje, ca. 1690 - 1710.

Identificatie

Titel(s)
Achthoekige kom met chrysant
Objecttype
Objectnummer
AK-NM-6400
Beschrijving
Hoge, achthoekige kom van porselein met een platte rand, beschilderd op het glazuur in blauw, rood, groen, geel en zwart met op de buitenzijde een bloeiende chrysanthentak en op de rand driemaal een gestileerd rankenmotief. Kakiemon.

AK-NM-6400 Kom • Japans gekleurd porselein – Kakiemon • Onderdeel van Royers porseleincollectie • Mogelijk onderdeel van Huygens’ porseleincollectie • Gepubliceerd: Fitski 2011, afb. 79. Dit kopje behoort tot de kleine groep Kakiemon-porselein in Royers verzameling dat mogelijk al in het bezit was van Constantijn Huygens. Royer nam in 1786 voor een aanzienlijk bedrag porselein over uit de nalatenschap van zijn oudtante Susanna Louise Huygens (1714-1785). In de beschrijving van haar boedel vinden we bij het gekleurde porselein: ‘Een Aghtkantige kom met overliggende randen, bloemwerk.’ Minder overtuigend wellicht dan de beschrijvingen van de doos in de vorm van een dichtgeknoopte doek (AK-NM-6382) en de wierookbranders (AK-NM-6351), maar het is mogelijk dat de beschrijving op deze kom slaat. Een identiek stuk bevindt zich in de Reitlinger collectie in Oxford en Oliver Impey heeft erop gewezen dat van een dergelijke kommen kopieën in Meissen zijn gemaakt – een blijk van interesse en waardering voor dit porselein in het begin van de 18de eeuw [Eastern ceramics…Reitlinger 1981, nr. 191; Impey 2002, nr. 214]. Bronnen: Oliver Impey, Japanese export porcelain : catalogue of the collection of the Ashmolean Museum, Oxford, Leiden, 2002. Eastern ceramics and other works of art from the collection of Gerald Reitlinger, Oxford, 1981. Menno Fitski, Kakiemon porcelain: a handbook, Leiden/ Amsterdam, 2011.

Copyright
Publiek domein
Herkomst
...; collection Jean Theodore Royer (1737-1807), The Hague;{Note RMA.} bequeathed by his widow to King William I, 1814;{Note RMA.}; transferred to the Royal Cabinet of Curiosities, The Hague, 1816;{Note RMA.} from whom transferred to the museum, 1885