Klokvormige kop gemodelleerd in de vorm van een bloem

Klokvormige kop gemodelleerd in de vorm van een bloem

AK-NM-6406-E

Klokvormige kop van porselein met geschulpte rand, beschilderd op het glazuur met blauw, rood, roze, groen en goud. De wand is gemodelleerd in de vorm van drie rijen bloembladeren; op de bodem een bloemtak; de binnenwand met ingegrifte lijnen en drie bloemtakken; op de onderzijde een bloem. Famille rose.

pottenbakker: anoniem, China

ca. 1740 - ca. 1760

porselein met emailkleuren en verguldsel

• hoogte 3,8 cm
• rand: diameter 6,5 cm
• voet: diameter 2,9 cm

AK-NM-6406 en 6407 Zes koppen en schotels • Famille rose porselein • Onderdeel van Royers porseleincollectie • Mogelijk afkomstig van Susanna Louise Huygens De koppen en schotels zijn gevormd als zich openende bloemblaadjes en de stengels en blaadjes vormen de voet van de schotels. Het navolgen van elementen uit de natuur kwam bij het vormen van keramiek in China vaker voor. Royer had daar zelf voorbeelden van bij zijn Yixing theepotten (AK-NM-6568 en -6580 bijvoorbeeld) en bij zijn blanc de Chine porselein (de bakjes AK-NM-6534). Dit soort theegoed dat in vrij veel andere collecties ook te vinden is en waar dus blijkbaar enthousiasme voor bestond onder de Europese kopers, volgt hetzelfde principe, maar is verder gestandaardiseerd en – mede door de beschildering – een tikje kitschiger [Wirgin 1998, nr. 93]. Opvallend is dat juist ook in vorstelijke collecties deze koppen en schotels te vinden zijn: in Londen, Dresden, Kopenhagen [Ayers 2016, vol. I, nrs. 761-766, Reichel 1993, nr. 28, Grandjean 1965, nr. 12, pl. 28]. Informatie over die vorstelijke collecties helpt bij het dateren. In Dresden werden de kopjes tussen 1727 en 1729 geïnventariseerd en in Kopenhagen hebben ze een monogram van koning Christiaan VI die van 1730 tot 1746 regeerde. Ze zijn dus vroeger dan je zou denken. Royer kon ze waarschijnlijk in 1786 overnemen uit de nalatenschap van zijn oudtante Susanna Louise Huygens (1714-1785). In de beschrijving van haar gekleurde porselein vinden we ‘ses paar thee goed, van buiten rood, schulpwerk, en van binnen marseille met bouquetten, de schoteltjes met geboutzeer rankwerk.’ Deze koppen en schotels horen dus bij de porseleinverzameling. Dit in tegenstelling tot de vele koffie- en theeserviezen en losse series theegoed die volgens de boedelbeschrijving opgemaakt na het overlijden van de weduwe Royer, ergens een plek in huis hadden. Bronnen: Bredo L. Grandjean, Dansk Ostindisk porcelaen importen fra Kanton ca. 1700-1822, Kopenhagen, 1965. Friedrich Reichel, Die Porzellansammlung Augusts des Starken: Porzellankunst aus China, die rosa Familie, München, 1993. Jan Wirgin, Fran Kina till Europa. Kinesiska konstföremal fran de ostindiska kompaniernas tid, Stockholm, 1998. John Ayers, Chinese and Japanese works of art in the collection of Her Majesty The Queen, Londen, 2016.

Publiek domein

...; collection Jean Theodore Royer (1737-1807), The Hague;{Note RMA.} bequeathed by his widow to King William I, 1814;{Note RMA.}; transferred to the Royal Cabinet of Curiosities, The Hague, 1816;{Note RMA.} from whom transferred to the museum, 1885

Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:

https://id.rijksmuseum.nl/20033805