Aan de slag met de collectie:
Kunstkast met geschilderde taferelen uit Genesis
anoniem, ca. 1640
Kabinet. Naaldhout, belijmd met ebbenhout, versierd met geschilderde voorstellingen ontleend aan het boek Genesis. Antwerpen, ca. 1650.
- Soort kunstwerkmeubilair, kast, kunstkast
- ObjectnummerBK-NM-4789
- Afmetingendeksel: hoogte 28,2 cm x breedte 75,6 cm, deuren midden: hoogte 20,2 cm x breedte 9,5 cm (links en rechts), lades links: hoogte 9,2 cm x breedte 23 cm, lade middenboven: hoogte 12,4 cm x breedte 10,5 cm, geheel: hoogte 160 cm x breedte 108 cm x diepte 49,5 cm x gewicht (eigenschap) 75,8 kg, lades rechts: hoogte 9,2 cm x breedte 23 cm, lades onder: hoogte 7,3 cm x breedte 15 cm (links en rechts), buitendeuren: hoogte 46,5 cm x breedte 38,3 cm (links en rechts)
- Fysieke kenmerkenolieverf op paneel
Identificatie
Titel(s)
Kunstkast met geschilderde taferelen uit Genesis
Objecttype
Objectnummer
BK-NM-4789
Beschrijving
Kunstkast belijmd met ebbenhout op een lindehouten kern. De frontdeuren dragen kussenpanelen met cornislijsten. De zijkanten hebben koperen handvatten. In de kap is een bergruimte en in het voetstuk twee laden. Geopend vertoont het meubel een portiek van Toscaanse colonetten met een gebroken fronton. Aan weerszijden vier laden, erboven één. Op de laden, de binnenzijde der frontdeuren en het deksel van de kap geschilderede taferelen uit Genesis met Adam en Eva, Kaïn en Abel. Achter de deurtjes spiegels.
Onderdeel van catalogus
Vervaardiging
Vervaardiging
- meubelmaker: anoniem, Antwerpen (stad)
- schilder: Frans Francken (II) [verworpen toeschrijving]
- schilder: Hans Jordaens (III)
Datering
ca. 1640
Zoek verder op
Materiaal en techniek
Fysieke kenmerken
olieverf op paneel
Afmetingen
- deksel: hoogte 28,2 cm x breedte 75,6 cm
- deuren midden: hoogte 20,2 cm x breedte 9,5 cm (links en rechts)
- lades links: hoogte 9,2 cm x breedte 23 cm
- lade middenboven: hoogte 12,4 cm x breedte 10,5 cm
- geheel: hoogte 160 cm x breedte 108 cm x diepte 49,5 cm x gewicht (eigenschap) 75,8 kg
- lades rechts: hoogte 9,2 cm x breedte 23 cm
- lades onder: hoogte 7,3 cm x breedte 15 cm (links en rechts)
- buitendeuren: hoogte 46,5 cm x breedte 38,3 cm (links en rechts)
Verwerving en rechten
Verwerving
aankoop 1880-02-16
Copyright
Herkomst
…; collection Balthasar Theodorus, Baron van Heemstra van Froma en Eibersburen (1809-78), Leiden and The Hague;{Lunsingh Scheurleer et al. supposed that the cabinet was already in Van Heemstra’s collection when he lived at Rapenburg, 26, Leiden from 1862-69, see T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht_, 6 vols., Leiden 1986-92, IVb, pp. 558, 559 fig. 12; he subsequently lived in The Hague where he died.} his sale, The Hague (C. van Doorn), 16 February 1880 _sqq_., no. 520, fl. 560, to the Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, The Hague (inv. no. 4789); transferred to the museum, 1883; on loan to the Museum aan de Stroom, Antwerp, 2011-12, and the Museum Rockoxhuis, Antwerp, 2013-17
Documentatie
Documentatiemap.
Gerelateerde objecten
Gerelateerd
Duurzaam webadres
Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:
Vragen?
Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!
anonymous
Cabinet Decorated with Episodes from Genesis
Antwerp, c. 1640
Scientific examination and reports
- condition report: W. de Ridder, RMA, 2016
Conservation
- conservator unknown, 1977: cleaned and restored
Provenance
…; collection Balthasar Theodorus, Baron van Heemstra van Froma en Eibersburen (1809-78), Leiden and The Hague;1Lunsingh Scheurleer et al. supposed that the cabinet was already in Van Heemstra’s collection when he lived at Rapenburg, 26, Leiden from 1862-69, see T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht, 6 vols., Leiden 1986-92, IVb, pp. 558, 559 fig. 12; he subsequently lived in The Hague where he died. his sale, The Hague (C. van Doorn), 16 February 1880 sqq., no. 520, fl. 560, to the Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, The Hague (inv. no. 4789); transferred to the museum, 1883; on loan to the Museum aan de Stroom, Antwerp, 2011-12, and the Museum Rockoxhuis, Antwerp, 2013-17
Object number: BK-NM-4789
The artist
Biography
Hans Jordaens III (Antwerp c. 1595 - Antwerp 1643)
Information about Hans Jordaens III, a minor painter of small-scale figures, is scarce. Signed and dated paintings by him are few. Van den Branden estimates that he was born circa 1595; he joined the Antwerp guild of St Luke as the son of a master (who was presumably also his teacher) in 1620.2P. Rombouts and T. van Lerius, De Liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde, ondere zinspreuk: ‘Wt Ionsten Versaemt’, 2 vols., Antwerp/The Hague 1864-76 (reprint Amsterdam 1961), I, p. 561. Unusually, he had previously married – in 1617. Joos de Momper II (1564-1634/35) stood godfather to his fourth daughter in 1623, and the wife of Jacob van Hulsdonck (1582-1647) as godmother to a son in 1625. His financial circumstances seem to have improved following his membership of the guild, but he never achieved the eminence even of, say, the artists associated with the baptism of his fourth and fifth children. He worked both independently – his oeuvre shows a variety of subjects but most popular were his depictions of the Israelites after crossing the Red Sea3Gemäldegalerie, Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz, Berlin: Katalog der ausgestellten Gemälde des 13.-18. Jahrhunderts, Berlin 1975, pp. 209-10, which refers to a version of the painting dated 1624 then in the East Berlin picture gallery, no. 697; and N. Gritsay and N. Babina, State Hermitage Museum Catalogue: Seventeenth- and Eighteenth-Century Flemish Painting, St Petersburg 2008, pp. 144-45, no. 202. – and in collaboration with other artists adding staffage. Best known in this respect is the Interior of a Picture Gallery, which is signed on the reverse, and which was owned by Archduke Leopold Wilhelm, governor of the Spanish Netherlands (1647-56).4See S. Speth-Holterhoff, Les peintres flamands de cabinets d’amateurs au 17e siècle, Brussels 1957, pp. 114, n. 142, 213 and fig. 44; it seems clear that the figures are by Jordaens. Jordaens, rather than his obscure, homonymous father, can be identified with a record of burial of 15 August 1643,5P. Rombouts and T. van Lerius, De Liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde, ondere zinspreuk: ‘Wt Ionsten Versaemt’, 2 vols., Antwerp/The Hague 1864-76 (reprint Amsterdam 1961), I, p. 413 under note 1. because a Red Sea (Roode Zee) is referred to in a notarial act of 9 May 1645 as painted by the late Jordaens6‘als doen overleden’, see E. Duverger, Fontes historiae Artis Neerlandicae Bronnen voor de Kunstgeschiedenis van de Nederlanden: Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Antwerpse kunstinventarissen uit de zeventiende eeuw, 13 vols., Brussels 1984-2004, V, p. 216. while his father had died ten years later.
His extant, independent paintings amount to somewhat less than a hundred, but as yet no attempt has been made to calculate the number of works in which he collaborated with such notable artists as, for instance, Jan Wildens (1584/86-1653)7N. Gritsay and N. Babina, State Hermitage Museum Catalogue: Seventeenth- and Eighteenth-Century Flemish Painting, St Petersburg 2008, pp. 430-31, no. 530. and Joos de Momper.8U. Wegener, Niedersächisches Landesmuseum Hannover, Landesgalerie: Die holländischen und flämischen Gemälde des 17. Jahrhunderts, Hannover 2000, pp. 259-61.
REFERENCES
F.J. van den Branden, Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool, 3 vols., Antwerp 1883, pp. 669-71; Härting in E. Mai and H. Vlieghe (eds.), Von Bruegel bis Rubens: Die goldene Jahrhundert der flämischen Malerei, Cologne (Wallraf-Richartz-Museum)/Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten)/Vienna (Kunsthistorisches Museum) 1992-93, pp. 331-32
Entry
The present series of paintings was initially catalogued by the museum as by Frans Francken II (1581-1642), an attribution which was still maintained in the 1976 illustrated catalogue. However, the cabinet’s decorations were rightly not included in Härting’s catalogue raisonné of the work of that artist,9U. Härting, Frans Francken der Jüngere (1581-1642): Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren 1989. and the paintings are clearly not his work. They appear to be by two hands, one executing the figures and animals, the other the landscapes. The treatment of the latter seems fairly routine, the style being reminiscent of Jan Wildens (1584/86-1653). However, the figures and animals seem peculiar to Hans Jordaens III and are most likely by him, as a comparison with his signed series of the Story of Noah’s Ark decorating a cabinet in the Musée des Beaux-Arts, Dunkirk,10E. Mai and H. Vlieghe (eds.), Von Bruegel bis Rubens: Die goldene Jahrhundert der flämischen Malerei, Cologne (Wallraf-Richartz-Museum)/Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten)/Vienna (Kunsthistorisches Museum) 1992-93, p. 332, no. 391 (entry by Härting); G. Blazy, Catalogue des peintures du Musée de Dunkerque, Dunkirk 1974, p. 36, inv. no. P.181, as Hans Jordaens II. bears out, notwithstanding Fabri’s doubts about the latter work.11R. Fabri, De 17de-eeuwse Antwerpse Kunstkast: kunsthistorische aspecten. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten van België 57, Brussels 1993, p. 93. Jordaens’s painted oeuvre has not been studied in any detail and his participation in the production of cabinets even less so, but in reference to this last activity there is a record of an ébénist (i.e. a cabinet-maker) having delivered in a consignment of 1645 ‘een cabinet van Jordaens’.12E. Duverger, Fontes historiae Artis Neerlandicae Bronnen voor de Kunstgeschiedenis van de Nederlanden: Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Antwerpse kunstinventarissen uit de zeventiende eeuw, 13 vols., Brussels 1984-2004, V, p. 219; R. Fabri, De 17de-eeuwse Antwerpse Kunstkast: kunsthistorische aspecten. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten van België 57, Brussels 1993, p. 92. Baarsen dates the present cabinet, qua cabinet, circa 1650;13R. Baarsen, 17th-Century Cabinets, translated by J. Rudge, Amsterdam/Zwolle 2000, pp. 25-26, p. 63 under no. 6. Jordaens died in 1643, from which it is clear that his paintings should be considered late work, as Härting supposed the Dunkirk Story of Noah’s Ark to be.
The present paintings are rather cursorily executed – although there are pentiments in the outline of the mountain on the lid, in the foot and hand of the murdered Cain and perhaps in the left hand of Adam in the Creation – and the compositions are not ambitious. As will be clear from the commentary below, Jordaens seems chiefly to have depended on Bernard Salomon’s (1506-1561) popular illustrations to the Bible,14B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, pp. 251-53 for the editions of the Quadrins historiques de la Bible first published in 1553; see also P. Sharratt, Bernard Salomon: Illustrateur lyonnais, Geneva 2005, p. 291-92, nos. 26, 27; p. 295, no. 3v; p. 296, no. 31; p. 308, nos. 42-43; pp. 314-15, nos. 49-50. published in several languages nearly a hundred years earlier than the presumed date of his contribution to this cabinet. No confessional distinction was made by publishers in their choice of illustrations for Bibles;15B.A. Rosier, The Bible in Print: Netherlandish Bible Illustrations in the Sixteenth Century, translated by C.F. Weterings, 2 vols., Leiden 1997, I, p. 117; P. Sharratt, Bernard Salomon: Illustrateur lyonnais, Geneva 2005, p. 253. Christophe Plantin (1520-1584) had used Salomon’s illustrations at second-hand for his Bible of 1566.16B.A. Rosier, The Bible in Print: Netherlandish Bible Illustrations in the Sixteenth Century, translated by C.F. Weterings, 2 vols., Leiden 1997, I, p. 321; Salomon’s prints were reinterpreted by Geoffrey Ballain. Jordaens’s likely additional references to Virgil Solis (1514-1562) and to Johannes Wierix’s (1549-c. 1620) prized penschilderijen emphasizes his traditional approach, which should not necessarily be seen as unresourceful or unadventurous if Rubens’s references to Bernard Salomon’s illustrations to Ovid’s Metamorphoses when designing scenes for the decoration of the Torre de la Parada, circa 1636, are borne in mind.17S. Alpers, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, IX: The Decoration of the Torre de la Parada, Brussels/London/New York 1971, pp. 80, 85 and passim; J.S. Held, The Oil Sketches of Peter Paul Rubens: A Critical Catalogue, 2 vols., Princeton 1980, I, pp. 254, 257 under no. 168 and passim; for the influence of Salomon, see P. Sharratt, Bernard Salomon: Illustrateur lyonnais, Geneva 2005, pp. 181ff. Jordaens’s fluent but perfunctory delineation of the animals in the Garden of Eden and the restricted colour range may suggest his awareness that the remuneration for this work was not going to be generous.18R. Fabri, De 17de-eeuwse Antwerpse Kunstkast: kunsthistorische aspecten. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten van België 57, Brussels 1993, p. 92.
The series depicts the diurnal events in the Biblical account of the creation and then episodes in the early history of man. The physical make-up of the cabinet does not permit a coherent, chronological sequence of the narrative. Below, the sequence of episodes in the Bible is set out with quotations from the Book of Genesis in the Vulgate and in the King James authorized translation (where the verse numberings do not always correspond).
The central doors (left, approx. 20.2 x 9.4 cm, right 20.2 x 9.5 cm): The Fourth Day of Creation, Genesis 1:14-19, in particular 16-17: ‘fecitque Deus duo magna luminaria luminare maius ut praeesset diei et luminare minus et praeesset nocti et stellas et posuit eas in firmamento caeli ut lucerent super terram’ (And God made two great lights; the greater light to rule the day, and the lesser light to rule the night, he made the stars also. And God set them in the firmament of the heaven to give light upon the earth). Because of the exigency of having to decorate both doors, God is shown twice, in mirror image. He stands on clouds, but not above a landscape (on the third day God had created the vegetation of the earth) as in Jan Sadeler’s (1550-1600) print after the design by Maerten de Vos (1532-1603) of circa 1586,19F.W.H. Hollstein et al., Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Amsterdam/Roosendaal 1948-, XLV, p. 10, no. 15. perhaps because of insufficient space. But God’s gestures in this print are here followed. The yellow band running continuously across both supports may have been adopted from a print by Johannes Wierix,20F.W.H. Hollstein et al., Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Amsterdam/Roosendaal 1948-, LIX, 2003, p. 9, no. (4). where it was the field allocated for the signs of the zodiac. The characteristics of God, established here for the whole series, are ultimately derived from Raphael (1483-1530) and made known internationally by an anonymous print God Creating the Animals.21W.L. Strauss (ed.), The Illustrated Bartsch, New York 1978-, XXVIII, p. 9, no. 1(5). But the colouring of yellow/brown hair, grey tunic and red cloak was no doubt due to Jordaens.
The lid (approx. 28.4 x 76 cm): The Fifth and Sixth Days of Creation, Genesis 1:20 and 25: ‘dixit etiam Deus producant aquae reptile animae viventis et volatile super terram sub firmamento caeli … dixit quoque Deus producat terra animam viventem in genere suo iumenta et reptilia et bestias terrae secundum species suas’ (And God said, Let the waters bring forth abundantly the moving creature that hath life, and fowl that may fly above the earth … And God said, Let the earth bring forth the living creature after his kind, cattle and creeping thing). Rather than treating the creation of birds and fish and animals separately, Jordaens has here followed the print by Peeter van der Borcht I (1530-1611) in the Moerentorf (Moretus) Bible of 1599,22W.C. Poortman, Bijbel en prent, 2 vols., The Hague 1983-86, I, p. 133 figs. 101-02; H. Mielke, U. Mielke, G. Luijten, The New Hollstein Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts, 1450-1700: Peeter van der Borcht, 6 vols., Ouderkerk aan de IJssel 2004-06, IV, pp. 13 and p. 19, no. 12. where God is shown creating the fish of the sea to his right, and the terrestrial animals to his left. The lion and lioness beside the figure of God derive ultimately from Rubens’s formulation in the Washington Daniel in the Lions’ Den,23R.-A. d’Hulst and M. Vandenven, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, III: The Old Testament, London 1989, pp. 187-92, no. 57. which was disseminated by Jan Brueghel I’s (1568-1625) depictions of The Entry of the Animals into Noah’s Ark of 1613, as well as subsequent versions24A.T. Woollett and A. van Suchtelen, Rubens and Brueghel: A Working Friendship, exh. cat. Los Angeles (J. Paul Getty Museum)/The Hague (Royal Cabinet of Paintings Mauritshuis) 2006-07, no. 26 and note 7, pp. 199-200 for versions. and related works.25C. White, The later Flemish Pictures in the Collection of Her Majesty The Queen, London 2007, p. 71, p.73 under no. 10. The forequarters of the cow may have been inspired by a comparable feature in the same pictures. The rearing grey (horse) may also stem from another source, not yet identified, influenced by a pose derived from Rubens, for instance, that of the bay (horse) on the right in the Munich Hippopotamus and Crocodile Hunt.26A. Balis, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, XVIII: Landscapes and Hunting Scenes, 2: Hunting Scenes, Oxford 1986, no. 5 and fig. 46.
The drawer, top row, left (approx. 9.3 x 22.9 cm): The Creation of Adam, Genesis 2:7: ‘formavit igitur Dominus Deus hominem in limo terrae’ (And the Lord God formed man of the dust of the ground). The formulation of Adam lying before God may well have been suggested by the first print by Bernard Salomon in Quadrins historiques de la Bible of 1553.27B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 1.
The drawer, top row, centre (approx. 12.4 x 10.5 cm): Adam Given Life, Genesis 2:7: ‘et inspiravit in faciam eius spiraculum vitae et factus est homo in animam viventem’ (and breathed into his nostrils the breath of life; and man became a living soul). For the motif of God leaning over and breathing at Adam, Jordaens seems to have followed the print by Salomon in his illustrated Bible.28B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 2.
The drawer, top row, right (approx. 9.2 x 22.9 cm): The Creation of Eve, Genesis 2:21-22: ‘inmisit ergo Dominus Deus soporem in Adam cumque obdormisset tulit unam de costis eius … et aedificavit Dominus Deus costam quam tulerat de Adam in mulierem et adduxit eam ad Adam’ (And the Lord God caused a deep sleep to fall upon Adam, and he slept; and he took one of his ribs … And the rib which the Lord God had taken from the man, made he a woman, and brought her unto the man). Salomon’s print in his illustrated Bible seems to have been the source for Jordaens’s rendering.29B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 3.
The wing on the left (approx. 46.5 x 38.3 cm): God’s admonition, Genesis 3:3: ‘de fructu vero ligni quod est in medio paradisi praecepit nobis Deus ne comederemus et ne tangeremus illud ne forte moriamur’ (But of the fruit of the tree which is in the midst of the garden, God hath said, Ye shall not eat of it, neither shall ye touch it, lest ye die). Here Jordaens was probably inspired by a detail in a print by Virgil Solis, published in the Virgil Solisbijbel of 1565.30D. Beaujean and G. Bartrum, The New Hollstein German Engravings, Etchings ad Woodcuts, 1400-1700: Virgil Solis, 8 vols., Ouderkerk aan de IJssel 2005-06, I, p. 10, no. 7; W.C. Poortman, Bijbel en prent, 2 vols., The Hague 1983-86, I, p. 129.
The wing on the right (approx. 46.5 x 38.3 cm): The Temptation of Adam, Genesis 3:6: ‘vidit igitur mulier quod bonum esset lignum ad vescendum et pulchrum oculis aspectuque delectabile et tulit de fructu illius et comedit deditque viro suo’ (And when the woman saw that the tree was good for food, and that it was pleasant to the eyes, and that the tree was to be desired … she took of the fruit thereof and did eat, and she gave also her husband with her). Jordaens seems to have adopted an archaizing, static interpretation reminiscent of fifteenth-century Netherlandish depictions of the scene, as for instance in the left-hand wing of Hieronymus Bosch’s (c. 1430-1516) triptych of the Hay Waggon,31M.J. Friedländer, Early Netherlandish Painting, 14 vols., Leiden 1967-76, V, pp. 103, 105, 106. and seems to have combined this with a reliance on a formulation in a penschilderij by Johannes Wierix.32With Richard L. Feigen 1990, see C. van de Velde, Jan Wierix: The Creation and the Early History of Man 1607-1608, dealer cat. New York/London (Feigen) 1990, p. 31, p. 33, fig. 8. Jordaens has made little attempt at depicting the animals in detail, but he does show Adam reaching out with his left hand though not to grasp a branch as in Wierix’s image.
The drawer, second row, left (approx. 9.4 x 22.8 cm): The Shame of Adam and Eve, Genesis 3:7: ‘et aperti sunt oculi amborum cumque cognovissent esse se nudos consuerunt folia ficus et fecerunt sibi perizomata’ (And the eyes of them both were opened, and they knew that they were naked, and they sewed fig leaves together and made themselves aprons). Jordaens here followed Salomon’s print of 1553 for the main scene.33B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 5.
The drawer, second row, right (approx. 9.2 x 23 cm): Adam and Eve Hiding from God, Genesis 3:8 (9): ‘et cum audissent vocem Domini Dei deambulantis in paradiso ad auram post meridiem abscondit se Adam et uxor eius a facie Domini Dei in medio ligni paradisi vocavitque Dominus Deus Adam et dixit ei ubi es’ (And they heard the voice of the Lord God walking in the garden in the cool of the day; and Adam and his wife hid themselves from the presence of the Lord God amongst the trees of the garden. And the Lord God called unto Adam, and said unto him, Where art thou?). The 1553 print by Salomon seems to have inspired the disposition of the figures.34B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 6.
The drawer, third row, left (approx. 9.4 x 22.8 cm): The Expulsion of Adam and Eve from Paradise, Genesis 3:23-24: ‘emisit eum Dominus Deus de paradiso voluptatis ut operaretur terram de qua sumptus est eiecitque Adam’ (Therefore the Lord God sent him forth from the garden of Eden, to till the ground from whence he was taken. So he drove out the man). Wierix’s disposition of Adam and Eve as set out in a penschilderij35With Richard L. Feigen, 1990; see C. van de Velde, Jan Wierix: The Creation and the Early History of Man 1607-1608, dealer cat. New York/London (Feigen) 1990, p. 39, p. 41, fig. 10. may have been Jordaens’s source, although Wierix shows the figures more from behind and only has Adam looking back at the angel.
The drawer, third row, right (approx. 9.2 x 23 cm): Adam Tilling the Earth, Genesis 3:17-19 and 4:1-2: ‘in laboribus comedes eam cunctis diebus vitae tuae … in sudore vultus tui vesceris pane …Adam vero cognovit Havam … quae concepit et peperit Cain … rursusque peperit fratrem eius Abel’ (in sorrow shalt thou eat of it [the ground] all the days of thy life … In the sweat of thy face shalt thou eat bread … And Adam knew Eve his wife; and she conceived, and bore Cain … And she again bore his brother Abel). Jordaens has here simplified the rendering of the scene by Wierix in a penschilderij,36Berlin, Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz no. 13600; see C. van de Velde, Jan Wierix: The Creation and the Early History of Man 1607-1608, dealer cat. New York/London (Feigen) 1990, p. 47, p. 48, fig. 12a. in which Eve is shown seated with her children in a similar shed. But for the figure of Adam digging, Jordaens turned to a print by Jan Saenredam (1565-1607) after Abraham Bloemaert (1566-1651) of 1604.37M. Roethlisberger and M.-J. Bok, Abraham Bloemaert and his Sons: Paintings and Prints, 2 vols., Doornspijk 1993, I, no. 76, II, fig. 131.
The central drawers, bottom row, The Sacrifice of Cain (left, approx. 7.3 x 14.8 cm) and The Sacrifice of Abel (right, approx. 7.3 x 15 cm): Genesis 4:3-5: ‘factum est autem post multos dies ut offerret Cain de fructibus terrae munera Domino Abel quoque obtulit de primogenitis gregis sui et de adipibus eorum et respexit Dominus ad Abel et ad munera eius ad Cain vero et ad munera illius non respexit’ (And in the process of time it came to pass, that Cain brought of the fruit of the ground an offering unto the Lord. And Abel, he also brought of the firstlings of his flock and of the fat thereof. And the Lord had respect unto Abel and to his offering: but unto Cain and to his offering he had no respect). Following the traditional analogy with Elijah’s offering to God in 1 Kings 18:38, God’s favour of Abel’s sacrifice is shown by the smoke rising upwards, while that of Cain is driven downwards to show his disparagement.38See R.-A. d’Hulst and M. Vandenven, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, III: The Old Testament, London 1989, p. 39 under no. 4.
The drawer, bottom row, left (approx. 9.1 x 22.9 cm): Cain Slaying Abel, Genesis 4:8: ‘cumque essent in agro consurrexit Cain adversus Abel fratrem suum et interfecit eum’ (and it came to pass, when they were in the field, that Cain rose up against Abel his brother and slew him.). Here Jordaens has had recourse to Salomon’s print in his illustrated Bible and simplified it.39B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 10.
The drawer, bottom row, right (approx. 9.1 x 22.9 cm): Cain leaving the presence of God, Genesis 4: 9, 11 and 16: ‘et ait Dominus ad Cain … nunc igitur maledictus eris super terram … egressusque Cain a facie Domini’ (And the Lord said unto Cain … now art thou cursed from the earth … And Cain went out from the presence of the Lord).
Gregory Martin, 2022
Literature
W. Vogelsang, Holländische Möbel in niederländischen Museum zu Amsterdam, Amsterdam 1909, no. 80, pl. XXXIII; C. van Herck, ‘Antwerpsche Scribanen’, Jaarboek Koninklijke Oudheidkundige Kring van Antwerpen 9 (1933), pp. 53-83, esp. p. 53; C. van Herck, ‘Antwerpse Meubelkunst van de 16e tot de 18e eeuw’, Jaarboek Koninklijke Oudheidkundige Kring van Antwerpen 26 (1952), pp. 52-71, esp. p. 52; S. Speth-Holterhoff, Les peintres flamands de cabinets d’amateurs au 17e siècle, Brussels 1957, p. 208 under note 86 (as Frans Francken II); A. Scarpa Sonino, Cabinet d’Amateur Le Grandi Collezioni d’Arte nei Dipinti dal XVII al XIX secolo, Milan 1992, p. 18 n. 20; T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht, 6 vols., Leiden 1986-92, IVb, pp. 558-59 and fig. 12; R. Baarsen, 17th-Century Cabinets, translated by J. Rudge, Amsterdam/Zwolle 2000, pp. 25-26, figs. 27, 31, and p. 63, no. 6
Collection catalogues
1903, p. 101, no. 939 (as Frans Francken II); 1934, p. 102, no. 939 (as Frans Francken II); 1952, p. 178, no. 134 (first half 17th century, South Netherlandish (Antwerp?)); 1976, pp. 232-33, no. NM-4789 (as Frans Francken II)
Citation
G. Martin, 2022, 'anonymous, Cabinet Decorated with Episodes from Genesis, Antwerp, c. 1640', in Flemish Paintings in the Rijksmuseum, online coll. cat. Amsterdam: https://data.rijksmuseum.nl/20039502
(accessed 10 December 2025 23:31:30).Footnotes
- 1Lunsingh Scheurleer et al. supposed that the cabinet was already in Van Heemstra’s collection when he lived at Rapenburg, 26, Leiden from 1862-69, see T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht, 6 vols., Leiden 1986-92, IVb, pp. 558, 559 fig. 12; he subsequently lived in The Hague where he died.
- 2P. Rombouts and T. van Lerius, De Liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde, ondere zinspreuk: ‘Wt Ionsten Versaemt’, 2 vols., Antwerp/The Hague 1864-76 (reprint Amsterdam 1961), I, p. 561.
- 3Gemäldegalerie, Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz, Berlin: Katalog der ausgestellten Gemälde des 13.-18. Jahrhunderts, Berlin 1975, pp. 209-10, which refers to a version of the painting dated 1624 then in the East Berlin picture gallery, no. 697; and N. Gritsay and N. Babina, State Hermitage Museum Catalogue: Seventeenth- and Eighteenth-Century Flemish Painting, St Petersburg 2008, pp. 144-45, no. 202.
- 4See S. Speth-Holterhoff, Les peintres flamands de cabinets d’amateurs au 17e siècle, Brussels 1957, pp. 114, n. 142, 213 and fig. 44; it seems clear that the figures are by Jordaens.
- 5P. Rombouts and T. van Lerius, De Liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde, ondere zinspreuk: ‘Wt Ionsten Versaemt’, 2 vols., Antwerp/The Hague 1864-76 (reprint Amsterdam 1961), I, p. 413 under note 1.
- 6‘als doen overleden’, see E. Duverger, Fontes historiae Artis Neerlandicae Bronnen voor de Kunstgeschiedenis van de Nederlanden: Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Antwerpse kunstinventarissen uit de zeventiende eeuw, 13 vols., Brussels 1984-2004, V, p. 216.
- 7N. Gritsay and N. Babina, State Hermitage Museum Catalogue: Seventeenth- and Eighteenth-Century Flemish Painting, St Petersburg 2008, pp. 430-31, no. 530.
- 8U. Wegener, Niedersächisches Landesmuseum Hannover, Landesgalerie: Die holländischen und flämischen Gemälde des 17. Jahrhunderts, Hannover 2000, pp. 259-61.
- 9U. Härting, Frans Francken der Jüngere (1581-1642): Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren 1989.
- 10E. Mai and H. Vlieghe (eds.), Von Bruegel bis Rubens: Die goldene Jahrhundert der flämischen Malerei, Cologne (Wallraf-Richartz-Museum)/Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten)/Vienna (Kunsthistorisches Museum) 1992-93, p. 332, no. 391 (entry by Härting); G. Blazy, Catalogue des peintures du Musée de Dunkerque, Dunkirk 1974, p. 36, inv. no. P.181, as Hans Jordaens II.
- 11R. Fabri, De 17de-eeuwse Antwerpse Kunstkast: kunsthistorische aspecten. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten van België 57, Brussels 1993, p. 93.
- 12E. Duverger, Fontes historiae Artis Neerlandicae Bronnen voor de Kunstgeschiedenis van de Nederlanden: Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Antwerpse kunstinventarissen uit de zeventiende eeuw, 13 vols., Brussels 1984-2004, V, p. 219; R. Fabri, De 17de-eeuwse Antwerpse Kunstkast: kunsthistorische aspecten. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten van België 57, Brussels 1993, p. 92.
- 13R. Baarsen, 17th-Century Cabinets, translated by J. Rudge, Amsterdam/Zwolle 2000, pp. 25-26, p. 63 under no. 6.
- 14B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, pp. 251-53 for the editions of the Quadrins historiques de la Bible first published in 1553; see also P. Sharratt, Bernard Salomon: Illustrateur lyonnais, Geneva 2005, p. 291-92, nos. 26, 27; p. 295, no. 3v; p. 296, no. 31; p. 308, nos. 42-43; pp. 314-15, nos. 49-50.
- 15B.A. Rosier, The Bible in Print: Netherlandish Bible Illustrations in the Sixteenth Century, translated by C.F. Weterings, 2 vols., Leiden 1997, I, p. 117; P. Sharratt, Bernard Salomon: Illustrateur lyonnais, Geneva 2005, p. 253.
- 16B.A. Rosier, The Bible in Print: Netherlandish Bible Illustrations in the Sixteenth Century, translated by C.F. Weterings, 2 vols., Leiden 1997, I, p. 321; Salomon’s prints were reinterpreted by Geoffrey Ballain.
- 17S. Alpers, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, IX: The Decoration of the Torre de la Parada, Brussels/London/New York 1971, pp. 80, 85 and passim; J.S. Held, The Oil Sketches of Peter Paul Rubens: A Critical Catalogue, 2 vols., Princeton 1980, I, pp. 254, 257 under no. 168 and passim; for the influence of Salomon, see P. Sharratt, Bernard Salomon: Illustrateur lyonnais, Geneva 2005, pp. 181ff.
- 18R. Fabri, De 17de-eeuwse Antwerpse Kunstkast: kunsthistorische aspecten. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten van België 57, Brussels 1993, p. 92.
- 19F.W.H. Hollstein et al., Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Amsterdam/Roosendaal 1948-, XLV, p. 10, no. 15.
- 20F.W.H. Hollstein et al., Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Amsterdam/Roosendaal 1948-, LIX, 2003, p. 9, no. (4).
- 21W.L. Strauss (ed.), The Illustrated Bartsch, New York 1978-, XXVIII, p. 9, no. 1(5).
- 22W.C. Poortman, Bijbel en prent, 2 vols., The Hague 1983-86, I, p. 133 figs. 101-02; H. Mielke, U. Mielke, G. Luijten, The New Hollstein Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts, 1450-1700: Peeter van der Borcht, 6 vols., Ouderkerk aan de IJssel 2004-06, IV, pp. 13 and p. 19, no. 12.
- 23R.-A. d’Hulst and M. Vandenven, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, III: The Old Testament, London 1989, pp. 187-92, no. 57.
- 24A.T. Woollett and A. van Suchtelen, Rubens and Brueghel: A Working Friendship, exh. cat. Los Angeles (J. Paul Getty Museum)/The Hague (Royal Cabinet of Paintings Mauritshuis) 2006-07, no. 26 and note 7, pp. 199-200 for versions.
- 25C. White, The later Flemish Pictures in the Collection of Her Majesty The Queen, London 2007, p. 71, p.73 under no. 10.
- 26A. Balis, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, XVIII: Landscapes and Hunting Scenes, 2: Hunting Scenes, Oxford 1986, no. 5 and fig. 46.
- 27B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 1.
- 28B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 2.
- 29B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 3.
- 30D. Beaujean and G. Bartrum, The New Hollstein German Engravings, Etchings ad Woodcuts, 1400-1700: Virgil Solis, 8 vols., Ouderkerk aan de IJssel 2005-06, I, p. 10, no. 7; W.C. Poortman, Bijbel en prent, 2 vols., The Hague 1983-86, I, p. 129.
- 31M.J. Friedländer, Early Netherlandish Painting, 14 vols., Leiden 1967-76, V, pp. 103, 105, 106.
- 32With Richard L. Feigen 1990, see C. van de Velde, Jan Wierix: The Creation and the Early History of Man 1607-1608, dealer cat. New York/London (Feigen) 1990, p. 31, p. 33, fig. 8.
- 33B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 5.
- 34B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 6.
- 35With Richard L. Feigen, 1990; see C. van de Velde, Jan Wierix: The Creation and the Early History of Man 1607-1608, dealer cat. New York/London (Feigen) 1990, p. 39, p. 41, fig. 10.
- 36Berlin, Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz no. 13600; see C. van de Velde, Jan Wierix: The Creation and the Early History of Man 1607-1608, dealer cat. New York/London (Feigen) 1990, p. 47, p. 48, fig. 12a.
- 37M. Roethlisberger and M.-J. Bok, Abraham Bloemaert and his Sons: Paintings and Prints, 2 vols., Doornspijk 1993, I, no. 76, II, fig. 131.
- 38See R.-A. d’Hulst and M. Vandenven, Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, III: The Old Testament, London 1989, p. 39 under no. 4.
- 39B. Salomon, Illustrations pour l’ancien testament, Lyon 1554, Geneva 1969, p. 10.





