De ovale doos met gewelfd, scharnierend deksel rust op drie uit weke ornamenten opgebouwde pootjes. Langs onder- en bovenzijde van de doos lopen geprofileerde randen. Het deksel heeft een platte, gladde rand die iets over de doos kraagt. Op het deksel bevindt zich een leeg schild omlijst door week ornament. Daaromheen is het gehele deksel gedreven met bloemen: vanaf middenonder kloksgewijs een tuinanjer, een trompetnarcis, een tuinanemoon, een roos en een tulp, een dichtersnarcis, een roos, een lelie, een iris, een incomparabilis (narcis), een tulp, twee rozen, een trompetnarcis, een tuinanemoon en een tulp. Ook de wand van de doos is gedreven met bloemen: een roos, een tuinanemoon, een tuinanjer met dichtersnarcis, een trompetnarcis, een tulp, een witte lelie, een tulp, een tuinanemoon, een lelie, een dichtersnarcis, een roos, een kleine trompetnarcis en een grote roos met knop.