De ronde, bolvormige pot rust op een platte voet die is versierd met een knerrenrand, die herhaald wordt rond de buitenzijde van het lichtgewelfde deksel en rond de voet van de dekselknop. De S-vormige tuit is gevormd als een drakenkop. Het benen oor is lusvormig. Op de bovenste aanzet van het oor bevindt zich een oogje. Het lichaam van de trekpot is verdeeld in zes lobben, die in cut card-techniek op een geponst veld versierd zijn met afwisselend een boeket met een stokroos in een vaas en ranken met stokrozen. Boven de boeketten en de ranken hangen guirlandes met zonnebloemen, rozen en tulpen. Hiertussen, op zich naar beneden toe verbredende ribben tussen de velden, hangen draperieën af. Over de segmenten met zes geponste velden van het deksel loopt een bloemenkrans, die bestaat uit een zonnebloem, een tuinanemoon, een ondefinieerbare bloem, een zonnebloem, een trompetnarcis en een tuinanemoon. De bovenzijde van de bolvormige dekselknop is versierd met een zonnebloem.