Theepot van porselein. Op ronde geprofileerde voet waarboven godrons in reliëf met vergulde randen. Het oor heeft de vorm van een geheel vergulde slang, de tuit eindigt in een deels vergulde dierenkop en is versierd in reliëf met schubben, beschilderd in bietenrood en goud. Op de schouder van de pot is een krans van eikenbladeren met eikels geschilderd in twee kleuren groen, grijs en bruin, waarvan aan beide kanten een veelkleurig bloemboeket afhangt. Door de krans van eikenbladeren, waarmee ook het deksel is versierd, slingert zich een tak met bladeren in goud. Op het deksel een vergulde eikel aan een bladtak te midden van een in bietenrood en goud beschilderde bladrozet in reliëf. Langs de randen gouden biezen, waarin op de voetrand een meander is uitgespaard.