Het karmijnrode pigment

Het karmijnrode pigment was een belangrijk onderdeel van het kleurenpalet van Rembrandt. Hij gebruikte het pigment in complexe mengsels om paarse tinten te maken of om donkere kleuren te verlevendigen.

Het meest voorkomende karmijnrode pigment in Rembrandt's schilderijen is cochenille, dat werd gewonnen uit schildluis en geïmporteerd uit Amerika.

Een ander pigment dat Rembrandt gebruikte was hout van de Brazielboom, dat vanuit Brazilië naar Nederland werd gebracht. In het Rasphuis in Amsterdam moesten gevangenen het hout tot een poeder raspen. Dit werd vervolgens gekookt in water om de kleurstof te extraheren.

1 Het karmijnrode pigment wordt gevisualiseerd in de MA-XRF-scans van het element kalium (K). Het pigment is bijvoorbeeld aanwezig in de donkerrode schaduwen van de laars van Willem van Ruytenburch.