Titel(s)

Daniël voor koning Nebukadnessar
Van den Propheet Daniel (serietitel)
Geschiedenis van Daniël (serietitel)
Den Grooten Figuer-Bibel (...) (serietitel)

Objecttype

• prent
• albumblad

Serienummer

1/6

Objectnummer

RP-P-1982-306-271

Catalogusreferentie

• Mielke 38
• New Hollstein Dutch 778-4(4)
  Opmerking: Van Doetechum
• New Hollstein Dutch 454-4(4)
  Opmerking: Hans Vredeman de Vries

Opschriften / Merken

• nummer, rechtsonder, handgeschreven in bruine inkt: ‘245’

Omschrijving

Daniël en drie andere jonge Israëlieten worden aan koning Nebukadnessar gepresenteerd. De koning, links op de troon, geeft de opdracht hen te onderrichten, zodat ze geschikt worden om in dienst van de koning te treden. Onder de voorstelling een verwijzing in het Latijn naar de Bijbeltekst in Dan. 1:3. Deze prent maakt deel uit van een album.

Vervaardiger

• prentmaker: Johannes of Lucas van Doetechum
• naar ontwerp van: Hans Vredeman de Vries
• uitgever: Claes Jansz. Visscher (II) (vermeld op object)
• uitgever: Jan Philipsz Schabaelje

Plaats vervaardiging

uitgever: Amsterdam
uitgever: Alkmaar

Datering

voor 1576 en/of 1646

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 244 mm × breedte 325 mm

Wat

• Israelites (usually four) are brought before the prince of eunuchs because King Nebuchadnezzar wants to have them educated in the palace (Daniel 1)

Verwerving

aankoop 1982

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Prentbijbel met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament (RP-P-1982-306)

• The Van Doetecum family, dl. III, p. 213, cat.nr. 778
• Vredeman de Vries : part II, 1572-1630, dl. II, p. 103, cat.nr. 454
• Broeders in de geest : de doopsgezinde bijdragen van Dierick en Jan Philipsz. Schabaelje tot de Nederlandse stichtelijke literatuur in de zeventiende eeuw, dl. 2, p. 301-362
• H. Mielke, 'Antwerpener Graphik in der 2. Hälfte des 16. Jahrhunderts. Der Thesaurus veteris Testamenti des Gerard de Jode (1585) und seine Künstler', Zeitschrift für Kunstgeschichte 38 (1975), p. 81, cat.nr. 38.