Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
opschrift: onderdelen zijn genummerd I tot VII en A
Omschrijving
Schetsmatig octrooimodel van de doorsnede van een stuk grond met kruisbeheiing. Een deel kan verwijderd worden, zodat de heipalen zichtbaar worden. De heipalen zijn platte planken, die onder een hoek van 45˚ de grond ingeheid worden. De lange palen hebben een gepunt eind en liggen alle in dezelfde richting. De korte palen worden in tegenovergestelde richting neergelaten tot zij de lange raken in een rechte hoek; aan het eind hebben zij twee punten, die in de lange palen dringen en het verschuiven beletten. De koppen van de heipalen zijn verbonden door een rasterwerk van planken dat op de grond ligt en zowel de palen van één rij als de rijen van palen met elkaar verbindt.
P. van der Loo, modelmaker van de Marine, bedacht deze wijze van heien voor gebouwen, spoorwegen, sleephellingen etc. met schuin liggende 'platen' om meer steun in de grond te bieden. In 1840 verkreeg hij hiervoor een octrooi voor tien jaar. Volgens Obreen werd dit model pas in 1855 gemaakt samen met het model van de heistelling (NG-MC-48).