Omschrijving
De geschulpte doos, met een rechte achterzijde, heeft een scharnierend deksel. De bodem wordt omgeven door een profielrand. Daarin is een plaat gevat, gedreven met een asymetrisch, uit voluten opgebouwd fantasie-bouwwerk dat is versierd met rocailles en bladranken. In het bouwwerk staat een asymmetrische vaas, waaruit een bloemenslinger neerdaalt, die wordt opgehouden door een op de grond gezeten jongetje met een bloemenmand. De wand van de doos beschrijft een flauw S-curve en is aan alle zijden gedreven met asymetrische, onregelmatig gevormde velden met voorstellingen op een geruwde grond. het veld aan de voorzijde, met midden onder een rocaille met voluten en bladknoppen, vertoont twee konijnen in een landschap met gebouwen en voorts vruchten en bloemen. Dat aan de achterzijde vertoont twee schapen in een soortgelijk landschap; links bevindt zich een tweede, smaller veld dat de contour van het grote volgt, met een schuimrand en bloemen. Op beide zijden twee velden met bloemen en vruchten met in de rechter benedenhoek steeds een klein veld met schubbenpatroon. De velden aan rechter- en linkerzijde komen grotendeels overeen. Het deksel heeft een geprofileerde rand met aan de voorzijde een opstaand, geschulpt lipje, gedreven met een rocaille en voluten. In de rand is een plat gevat met de gedreven voorstelling van Mars die ten srijde trekt en afscheid neemt van Venus, terwijl Amor hem tracht tegen te houden. Op de achtergrond kijken priesteressen toe, staande bij een colonnade. De omlijsting is opgebouwd uit C-voluten met rocailles en bloemen, in het midden der bovenzijde onderbroken door een vrouwenhoofd met genoopte vlechten. Tegen de onderzijde van de platen in bodem en dekslel zijn gladde gouden platen aangebracht.