Humberto's Favorieten: vroegste foto uit Suriname

32 min - Maria Louisa de Hart en Johannes Ellis

Uit de serie Podcast: In het Rijksmuseum

21-05-2024 - Rijksmuseum

Het lijkt gewoon een foto van een vrouw en een man, beiden in goeden doen, modieus gekleed. Maar het portret is heel bijzonder: het is de vroegste foto uit Suriname (1846) en een van de weinige uit het Caraïbisch gebied die uit deze periode bewaard is gebleven. En we weten wie de vrouw en man zijn: Maria Louisa de Hart en Johannes Ellis. Conservator fotografie Mattie Boom gaat in gesprek met Humberto Tan over haar onderzoek naar de vroegste fotografen en hun klanten, en de familiegeschiedenis van De Hart en Ellis. Deze is nauw verweven met de koloniale geschiedenis.

Luister

Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek

00:00:00 Mattie Boom: Die hele samenleving die hier in de 19de eeuw in Nederland was, was daar in de 19de eeuw net zo goed aan de gang. Alleen vind je daar die interessante menging van al die achtergronden en al die culturen en dat maakt die geschiedenis heel interessant. Dit is voor mij echt een object dat mijn mening en mijn beeld echt gekanteld heeft.

00:00:26 Humberto Tan: Het lijkt een foto van een man en een vrouw in chique kleren, maar wat we zien is bijzonder. Het is de vroegste foto uit Suriname, gemaakt midden 19de eeuw, zo'n zes jaar na de uitvinding van de fotografie. De foto is een van de weinige uit het Caribisch gebied uit die periode bewaard, maar hoe zit dat en wie zijn die twee mensen op de foto? Ik ben Humberto Tan en dit is In het Rijksmuseum, de podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en vooral ook hun makers. Verdeeld over vier verdiepingen en 80 zalen zie je in het museum meer dan 8.000 voorwerpen. In deze aflevering Mattie Boom, conservator fotografie, over een 19de-eeuws portret van een Surinaams echtpaar, maar voor beginnen: wil je weten hoe de foto die we bespreken eruitziet, ga dan naar rijksmuseum.nl/podcast.

00:01:32 Humberto Tan: Het mooie is, Mattie: we hebben elkaar toevallig gezien in het Rijksmuseum toen ik op bezoek was. Ik heb toen twee vliegen in één klap geslagen. Eén: mijn gebrek aan kennis, de schitterende bibliotheek. Ik had ze nog nooit gezien. Ik moet ook eerlijk zeggen: ik had een foto gemaakt van de bibliotheek en die aan collega's laten zien. Zij hadden ze ook nog nooit gezien. Gelukkig was ik niet alleen. Twee: - en daar gaan we het over hebben - deze foto, een foto uit 1846 waarschijnlijk.

00:02:07 Mattie Boom: Ja.

00:02:07 Humberto Tan: Waar kijken we naar?

00:02:07 Mattie Boom: Wat zie je op de foto? Twee heel mooie, rijk aangeklede mensen. Zij is Maria Louisa de Hart, de dochter van een Joodse koopman en zijn vrijgekochte slavin. De man op de foto is Johannes Ellis. Hij was de zoon - een buitenechtelijk kind - van de Nederlandse gouverneur in Suriname en zijn slavin Fanny Ellis. Zij zijn afkomstig uit Ghana. Hij is met die hele familie van zijn vader naar Suriname gegaan en daar hebben ze elkaar kennelijk ontmoet. Op de foto is zij 19 of 20. Hij is 33. Een heel mooi echtpaar. Het is ten eerste uitzonderlijk dat er een foto is uit die vroege periode, want er zijn een dertigtal foto's uit de hele West bewaard gebleven uit die vroege periode. Dit zijn foto's op verzilverde plaatjes en als je ze niet goed inpakt, zijn ze zo verdwenen. Dat is de plaat poetsen en weg is de beeltenis.

00:03:21 Mattie Boom: Er zijn er maar een paar over. Dat is bijzonder, dat zo'n vroege foto bewaard is gebleven én dat het hier kennelijk gaat om een heel rijk en welvarend koppel. Wie zijn dat dan? Ik weet nog dat de foto in het Rijksmuseum werd binnengebracht. Hij zat in zo'n soort baby washandje en de vraag was: jullie kunnen er beter voor zorgen dan wij, want dit soort foto's vervallen. Daar zit verval van zilver en dingen aan en dat moet je goed bewaren. Ik fietste 's middags naar huis en ik dacht: hoe kan dat, een foto? De familie wist dat hij van rond 1845 was. Ik dacht: zo vroeg, ik ken hem niet. Er was een prachtig boek verschenen over fotografie in Suriname, gemaakt door Anneke Groeneveld, mijn collega uit Rotterdam van het Wereldmuseum. Daar begint de fotografie pas rond 1865, 1870. Dit is de hele vroege periode en het was een kostbaar goed. Ik bedoel: dit is elite die je hier op de foto ziet.

00:04:26 Humberto Tan: Duur om te laten maken.

00:04:29 Mattie Boom: Ja, duur om te laten maken. Toen is er een soort zoektocht begonnen met die foto. Dat was heel interessant. Omdat het de vroegste foto van Suriname was, - dat hadden we nagegaan bij allerlei mensen die het ook konden weten of het klopte, dit is er echt eentje uit de vroege periode - was ik met die foto op het NOS Journaal om het ding te laten zien, want het was ook een prachtig portret. Het was volgens mij ook net in de periode dat Obama was gekozen, herkozen. Dat weet ik niet meer.

00:05:03 Humberto Tan: 2008-2009.

00:05:04 Mattie Boom: Ja. Ik was echt zelf verbaasd daarover, omdat je gewend bent aan beelden van tot slaaf gemaakte mensen zonder kleren. Wij hadden in het museum een heel groot dik boek. Dat heet Les habitants de Suriname à Amsterdam 1883. Dat is gemaakt in de periode dat er in Amsterdam achter het Rijksmuseum, op het Museumplein een grote internationale tentoonstelling was waar volkeren tentoongesteld werden. Je kan het je niet voorstellen, maar daar werden ook Surinamers tentoongesteld. Er was een Franse antropoloog - Bonaparte - en die had geregeld dat je die mensen kon meenemen naar de fotostudio van Hisgen, in de P.C. Hooftstraat nota bene. Daar zijn ze allemaal geportretteerd, naakt, en face en en profil, met hele beschrijving en alles erbij. Dat is dan je beeld van Suriname. Ik weet dat ik dat boek voor het eerst zag en dat ik dacht: oh, stel je voor dat wij Gullit of Rijkaard op die manier gaan portretteren, al hebben we het over 1883.

00:06:18 Humberto Tan: Dat is vernederend.

00:06:18 Mattie Boom: Ja, en dan zie je hier ineens die mensen in rijke kledij. Toen dacht ik: ik geloof nu dat ik mijn beeld moet bijstellen.

00:06:25 Humberto Tan: Wat jij zegt. Ik moet denken aan een foto die ik ooit gezien heb van een meisje in België die tentoongesteld werd. Je kan het opzoeken. Die heet A black girl in e human zoo in Belgium. Dan praat je over de jaren 60. Dat is bizar, maar dat was het beeld dat heel lang bestaan heeft, maar op deze foto - de vroegste foto van Suriname uit 1846 - zie je twee hele statige chique zwarte mensen. Dat was bijzonder ook voor die tijd.

00:07:01 Mattie Boom: Ja. Dan ga je op zoek naar de maakgeschiedenis van het ding. Je weet dat het een daguerreotypie is, zo'n foto op zo'n zilverplaatje. Die zit goed verpakt. Daar mag geen lucht bijkomen, anders verdwijnt hij. Dan ga je op zoek naar wie dat gemaakt kan hebben in die tijd, want die daguerreotypie was een lastig procedé. Je moest allerlei apparatuur hebben, je moest kwikkasten hebben, je moest chemicaliën bij je hebben, je moest van alles bij je hebben. Voordat je die foto kon maken, was je een hele ochtend bezig om die plaat te polijsten en camera's en alles. In die periode was er langs - zoals ze dat noemden - de Wilde Kust een hele groep van rondreizenden.

00:07:46 Humberto Tan: Heette dat toen zo: de Wilde Kust?

00:07:48 Mattie Boom: Ja, de Wilde Kust.

00:07:49 Humberto Tan: Ik ben geboren in de Wilde Kust.

00:07:53 Mattie Boom: Een groep van rondreizende fotografen gingen naar Brits-Guyana, Frans-Guyana, Suriname, zakten ook af naar Brazilië en deden daar zaken. Die mensen hadden vaak ook nevenberoepen. Ze waren maar tijdelijk ergens. Ze gingen dan bijvoorbeeld als tandarts én als fotograaf daarnaartoe. Dan adverteerden ze in de kranten en dan huurden ze voor een maand of twee maanden een kamertje. Daar vond de portretsessie plaats en daar moest je flink voor betalen.

00:08:26 Humberto Tan: Wat is flink?

00:08:27 Mattie Boom: De mannen die bij deze foto horen, vroegen 10 tot 20 gulden.

00:08:33 Humberto Tan: Was dat veel?

00:08:34 Mattie Boom: Dat was veel. Alleen al de reis van Nederland naar Suriname was toen - een enkeltje - 300 gulden. Reken maar uit hoeveel dan zo'n foto kost. Die foto hoort bij de elite. Dat was echt alleen voor een beperkte groep mensen betaalbaar.

00:08:54 Humberto Tan: Waar we het nog niet over gehad hebben over de foto's, zijn nog twee elementen die mij in ieder geval opvallen. Het eerste element: de juwelen. Je ziet bij haar - met name hier zie je dat heel goed - dat goud ingekleurd. Dat is echt heel erg pregnant. Je kan het echt heel duidelijk zien. Weten we daar iets meer van waarom dat op die manier gedaan is?

00:09:16 Mattie Boom: Die daguerreotypieën waren - net als die voorwerpen, die miniatuurtjes die je eerder besprak - mooie hebbedingetjes. Dat waren unieke voorwerpen. Die fotografen hadden vaak retoucheurs in dienst die die foto's inkleurden. Dan was het gebruikelijk om oorbellen, hangers, kettingen, armbanden allemaal met goud in te kleuren. Het vervelende is dat dat ze nog weer extra kwetsbaar maakt. Als wij dit ding tentoonstellen, moet je ook altijd naar dat goud kijken van: is het er nog? Dat portret werd feitelijk mooier gemaakt en geretoucheerd.

00:10:00 Humberto Tan: Het tweede wat mij meteen opvalt, - nog los van hun schitterend uiterlijk en de kleding et cetera - is hun blik. Hun blik is heel serieus. Misschien was dat toen de manier van fotograferen, maar het is echt heel strak.

00:10:14 Mattie Boom: Ja, maar je moet bedenken: in de begintijd van de fotografie waren die belichtingstijden heel lang.

00:10:21 Humberto Tan: Lang blijven zitten.

00:10:22 Mattie Boom: Ja. Het mooie - ze noemen daguerreotypieën ook magische voorwerpen - is dat die portretten zo tastbaar zijn, dat je mensen echt als het ware bij je hebt. Daarom waren het van die dierbare objecten. Het gebeurde heel vaak - er was natuurlijk grote kindersterfte - dat post mortems werden gemaakt van overleden kinderen om die beeltenissen dichtbij te houden. Je weet niet precies hoe dat gaat, maar het is in feite een soort vorm van extreme slow photography, dat hele langzame inetsen van het beeld op het plaatje. Daardoor heb je zo'n tastbare beeltenis, want een foto op papier haalt het hier niet bij. Het is een heel bijzonder procedé.

00:11:12 Humberto Tan: Je moet echt extreem stil blijven zitten, wil je dit resultaat bereiken met zo'n lange belichtingstijd, want iedere beweging zie je en uiteindelijk zie je dat ze heel stil blijven.

00:11:21 Mattie Boom: Als je echt vroege foto's hebt, - ik noem maar wat, uit 1840 - dan zie je soms ook nog wel een nekklem die mensen vasthouden.

00:11:30 Humberto Tan: Oh, echt?

00:11:30 Mattie Boom: Ja, maar in deze periode hoefde dat niet meer. Dan zat je aan een halve minuut, 20 seconden, zoiets. Het was wél zaak dat ze even goed stil bleven zitten. Hij houdt ook zijn arm zo om haar schouder.

00:11:51 Humberto Tan: Je gaat op zoek naar wie die mensen zijn en waarom ze die foto hebben laten maken. Welke antwoorden vind je?

00:11:58 Mattie Boom: Het bijzondere ook van deze foto is dat je weet wie erop staan. Bij die daguerreotypieën ben je al blij als je er één hebt - omdat ze vrij schaars zijn - en weet je meestal niet wie erop staan, maar hier wisten ze vanuit de familie die de daguerreotypie in bezit heeft en aan het museum in bruikleen heeft gegeven wie dit waren - Maria Louisa de Hart en Johannes Ellis - en dat ze getrouwd waren in 1845. Dan ga je verder op zoek. Dan probeer je zo'n stamboom te reconstrueren. Dan ga je op zoek naar de namen, wie getrouwd was met wie en hoe hun leven verderging. In dit geval waren we enorm geholpen door dat item op de televisie in het NOS Journaal. Ik denk dat dat op een vrijdag was. Die maandag werd ik gebeld door een meneer in Wassenaar.

00:12:53 Mattie Boom: Hij zei tegen mij: ik heb hier een foto van haar tweelingzus. Eén dag later word ik gebeld door een meneer uit Haarlem. Hij zei tegen mij: ik heb hier een foto van de jongste broer. De nazaat van de jongste broer was meneer Gert Faken. Hij had al heel veel onderzoek gedaan. Hij wist helemaal hoe die familie in elkaar zat. We hebben de vader van het meisje, de Joodse koopman. Hij was - waarschijnlijk omdat hij geen zin had om mee te doen met die Napoleontische oorlogen - naar Suriname gegaan.

00:13:31 Humberto Tan: Anders moest hij naar Rusland aan het front.

00:13:33 Mattie Boom: Ja. Dat wilde hij niet. Hij ging naar Suriname om zaken te doen, werd daar een belangrijk figuur. Hij was de voorzitter van de verzamelde synagoges in Paramaribo. Hij ontving de broer van de koning. Hij had diverse plantages. Hij was een rijk man en met zijn vrijgekochte vrouw hebben zij twaalf kinderen gekregen. De meneer uit Haarlem die mij gebeld had, noemde dat de rugnummers. Hij zei: ik ben bezig met het reconstrueren van de rugnummers. Wie is wie en hoe zit die familie in elkaar? Dat was een ontzettend interessant verhaal, want dít verhaal van Maria Louisa en Johannes Ellis is al interessant. Hoe zijn zij bij elkaar gekomen? Wat was hun achtergrond? Wat was zijn functie? Hij was een hele hoge ambtenaar. Dan was er een broer.

00:14:28 Mattie Boom: Hij was admiraal in het leger en hij had een belangrijke rol bij de Slag bij Shimonoseki, waarin Nederland betrokken was om Japanners te verslaan met de Russen en Engelsen. Zo ging dat verhaal maar verder. Er was bij iedereen in die familie een interessant gegeven.

00:14:48 Humberto Tan: Vrij gedetailleerd.

00:14:48 Mattie Boom: Dan hebben we ook nog een tweelingzus. Je zag een soort film zich hier ontrollen.

00:14:56 Humberto Tan: Het is ook bijzonder omdat in die tijd - en dat komt ook voor een deel terug bij drie portretten die ook in het Rijksmuseum liggen, geschilderde portretten van drie meisjes - het systeem heel erg gebaseerd was op kleur. Hoe witter, hoe belangrijker je was in de samenleving. Hier zie je twee zwarte mensen, rijk bekleed, met een dure fotografietechniek, waarbij zij de hoofdrol spelen en zij een voorname positie hadden in die samenleving. Gaf deze foto ook een nieuw inzicht daarover of niet?

00:15:29 Mattie Boom: Jawel, want ik weet nog dat ik toen uit onze fantastische bibliotheek van het Rijksmuseum - een soort laboratorium is dat - een vroege geschiedenis, een encyclopedie van Suriname heb opgediept, waarin uitleg stond over hoeveel Europeanen er in Paramaribo woonden, hoe die menging tot stand kwam. Er was een grote groep. Er woonden 3.000 Europeanen en 5.000 vrijgekochte zwarte mensen in de stad. Dan had je in de stad ook nog zwarte stadsslaven, zoals dat heette.

00:16:08 Humberto Tan: De creolen.

00:16:08 Mattie Boom: Ja. Er waren allerlei verschillende bevolkingsgroepen. Dan had je ook nog de oorspronkelijke Surinamers: - dat is net als in Amerika de native Americans - de native Surinamers: Arowakken, mensen met die achtergrond.

00:16:24 Humberto Tan: Vroeger zeiden we indianen, nu de inheemsen.

00:16:26 Mattie Boom: Ja. Dat was een soort melting pot van allemaal mensen met verschillende achtergronden, zowel Europees als binnen Suriname, ook met allerlei geloven, (etnische) achtergronden. Daar werden de verschillen ook al gevoeld en zichtbaar. Daar heb ik toen veel over gelezen. En hoe zat die economie in elkaar? Als je dan ook ontdekt hebt dat je in die kranten uit die periode van alles kunt vinden, in mijn geval niet alleen over die fotografen die daar op bezoek kwamen, maar als je ziet wat daar vanuit Nederland naartoe ging: van al die werven op Texel ging dat met scheepsladingen. Iedere dag kwamen daar ik weet niet hoeveel schepen aan met de raarste dingen: dameshoeden, laarzen, dassen, zijde, etenswaren, voedsel, drank, van alles en nog wat.

00:17:18 Mattie Boom: Die hele samenleving die hier in de 19de eeuw in Nederland was, was daar in de 19de eeuw net zo goed aan de gang. Alleen vind je daar die interessante menging van al die achtergronden en al die culturen en dat maakt die geschiedenis heel interessant. Dit is voor mij echt een object dat mijn mening en mijn beeld echt gekanteld heeft.

00:17:43 Humberto Tan: Dit werk stimuleert je om je te verdiepen in die periode, de Surinaamse samenleving, hoe die in elkaar stak en welke complexiteiten ook daaronder konden liggen, bijvoorbeeld door te kijken naar deze twee mensen. Is er nog iets anders bijzonders aan de hand? Het werk is niet geëxposeerd in het Rijksmuseum, want het is kwetsbaar. Je mag het ook maar gedurende een beperkte tijd even bekijken vanwege de werking van het licht. Is dat zo?

00:18:07 Mattie Boom: Nee. Je mag het in de studiezaal eindeloos bekijken. Als je in de studiezaal en in die mooie bibliotheek komt, dan ga je zitten en dan mag je er de hele dag naar kijken, maar wij kunnen foto's niet langer dan drie, vier maanden tentoonstellen omdat er chemie inzit. Er zit zilver in en dat is net als met je tafelzilver. Dat wordt naarmate de tijd vordert zwart.

00:18:31 Humberto Tan: Het gaat oxideren.

00:18:31 Mattie Boom: Ja, het gaat oxideren. Daarom moet die daguerreotypie ook goed ingepakt zitten. Hij zit altijd achter glas, in een soort pakketje. Wij hebben hem dan in een soort extra stevig pakket gedaan. Onze restauratoren kijken ieder jaar: loopt dat verval door of hebben we dat tot stilstand gebracht?

00:18:52 Humberto Tan: Oh, dat wordt dan gecheckt en daar ga je ook wat aan doen.

00:18:55 Mattie Boom: Nee, je kan er niets aan doen, want het is verval van zilver. Het enige wat je kan doen, is het tot stilstand brengen. Dat moeten we nu meten: hebben we het inderdaad tot stilstand gebracht? Je mag zo'n daguerreotypie wel degelijk tentoonstellen. We hebben hem al een paar keer in het Rijksmuseum tentoongesteld.

00:19:12 Humberto Tan: Waarom heet het daguerreotypie?

00:19:13 Mattie Boom: Omdat de Fransman Louis Daguerre dit procedé uitgevonden heeft. Vandaar dat het daguerreotypie heet. In die vroege periode - dat zijn de eerste tien jaar van de fotografie, ruwweg tussen 1840 en 1850 - was dat hét medium waarmee je fotografie bedreef. Het was zo spannend omdat je mensen kon fotograferen. Je kon je dierbaren dichtbij halen, maar het was een uniek procedé. Je hebt er maar één van. Je kon ze niet eindeloos blijven afdrukken zoals met de fotografie later in de 20ste eeuw wél kon. Het is één ding. Vaak zat het in een etui of in een lijstje. Je kon het ook bij je dragen. Het zat in sieraden, in broches, in hangers. Je had echt je dierbaren letterlijk bij je.

00:20:08 Humberto Tan: Deze foto is ook een symbool voor überhaupt fotografie uit die periode en uit Suriname, want volgens mij is er bij de introductie van die foto in het Rijksmuseum ook een boekje. De vroegste foto van Suriname, zo heet het. Als je dat boekje doorkijkt, dan zie je echt een enorme hoeveelheid aan vroege foto's uit die periode. Ik zit ernaar te kijken. Vooral deze foto fascineert mij - het is een foto aan de waterkant - omdat de waterkant nu totaal anders eruitziet dan wat je op deze foto ziet. De waterkant in Paramaribo nu is een plek langs het water van de stad, aan de rand van de stad, waar veel autoverkeer is, en hier zie je alsof het Koninginnedag is, zo druk. Dat geeft mij ook inzicht in een Paramaribo dat ik helemaal niet ken. Is deze foto de aanleiding geweest om nóg meer te kijken naar fotografie uit die periode of had het Rijksmuseum al een aantal van dat soort foto's in de collectie?

00:21:01 Mattie Boom: We hadden al het een en ander in de collectie en het was net op een moment - rond 2009, 2008 - dat er allemaal prachtige zaken werden binnengebracht. Mensen komen vaak naar ons toe en zeggen: ik kan hier niet goed voor zorgen. Willen jullie dat doen? Dan schenken ze vaak spullen. Wij kunnen zien of dat bijzonder is. Die foto van de waterkant die jij nu laat zien, was van meneer van Lelieveld. Meneer van Lelieveld was een kunstenaar, maar hij was ook de adjudant van de gouverneur van Suriname. Hij reisde met hem heel Suriname door en maakte foto's op allerlei plekken, ook in de binnenlanden van allerlei kreken. Daar maakte hij uniek materiaal en dat zat allemaal in een album. Dat hadden we toen ook op dat moment binnengekregen.

00:21:57 Mattie Boom: Toen hebben we fotografie van Suriname gemaakt met al het materiaal dat we hadden, maar na die tentoonstelling kwam er steeds meer binnen en steeds meer bij. Dat maakt dat we nu een fantastische groep foto's uit Suriname hebben. Toen ik alleen al die prachtige foto van de waterkant - 1895 - zag, dacht ik: dat is Willem Diepraam avant la lettre. Hij heeft in de jaren 1970 aan de vooravond van de onafhankelijkheid in Suriname gefotografeerd, maar dit is net zo goed. Dit is fantastisch.

00:22:34 Humberto Tan: Dit is een fantastische foto in een soort sepia kleur die je ziet. Suriname heeft in heel Zuid-Amerika een bijzondere positie, vind ik, want je hebt de drie Guyana's: Brits-Guyana, Nederlands-Guyana, Frans-Guyana. Nederlands-Guyana is Suriname. Is er met Frans-Guyana en Guyana een soort van kennisuitwisseling? Ik kan me voorstellen dat er ook in Guyana en in Frans-Guyana - in Georgetown en in Cayenne - vergelijkbare foto's zijn uit die periode en dat er misschien bij zustermusea van jullie in Frankrijk of in Engeland vergelijkbare foto's liggen die misschien iets meer vertellen over de mensen die toen ook in die landen zijn geportretteerd.

00:23:18 Mattie Boom: Toen we onderzoek hiernaar gingen doen, was het zaak om eerst te kijken welke rondreizende fotografen er waren en wanneer ze er waren, want wij wilden natuurlijk weten wie de maker was. Dit is een prachtige foto. Als je andere foto's ziet, denk je bij jezelf: oké, maar dit is echt een heel mooi exemplaar. Welke fotograaf is hier aan het werk geweest? Toen heb ik contact gehad met een onderzoeker die dat hele gebied had onderzocht en zowel ook in Brits-Guyana als Frans-Guyana gekeken had welke fotograaf wanneer daar was. Toen heb ik ook aan hem gevraagd: hoeveel foto's zijn er nu überhaupt uit dat hele gebied bewaard gebleven? Uit die eerste tien jaar waren er 26.

00:24:06 Humberto Tan: Jeetje!

00:24:06 Mattie Boom: 26 foto's uit die vroege tijd. Daar kwam die van ons bij, maar doordat wij er onderzoek naar deden en doordat wij daarmee ook op tv waren geweest, kwamen er mensen met telkens meer foto's aan. We zijn uiteindelijk geëindigd met dat er nu 36 zijn. Er zijn er tien bijgekomen.

00:24:28 Humberto Tan: Wow!

00:24:28 Mattie Boom: De telefoon stond ook weer niet roodgloeiend, maar bij wijze van spreken.

00:24:33 Humberto Tan: Maar wél gloeiend.

00:24:34 Mattie Boom: Ja. Zo van: ik heb ook nog wat foto's en ik heb dit en ik ben op zoek naar míjn voorvaderen. Die familie Ellis is ook een hele uitgebreide groep mensen die genealogisch onderzoek doet. Je hebt die hele familie de Hart en die familie Ellis en al hun nazaten in Nederland die hier nieuwsgierig naar zijn en binnen de Surinaamse gemeenschap heb je belangrijke tijdschriften zoals Wi Rutu, waarin heel veel onderzoek gedaan wordt juist naar dit soort dingen. Toen hebben we kunnen reconstrueren van: er zijn maar zo'n luttel aantal foto's bewaard gebleven, maar we hebben er een leuk deel aan kunnen toevoegen.

00:25:15 Humberto Tan: Kan je nagaan wat deze podcast gaat betekenen.

00:25:17 Mattie Boom: Inderdaad. Dan komen er nóg meer.

00:25:18 Humberto Tan: Als mensen dit horen...

00:25:18 Mattie Boom: Graag.

00:25:18 Humberto Tan: Er zijn allemaal interessante elementen die gekoppeld zijn aan deze foto. Dat maakt het ook zo mooi dat jullie dit werk hebben, want daardoor wordt heel veel onthuld, kan je bijna zeggen: hun kind, hun zoon was minister in een Nederlands kabinet.

00:25:42 Mattie Boom: Ja. Hoe vind je hem? De eerste minister van Surinaamse komaf. We hebben dat onderzoek gedaan naar die fotograaf. Toen kwamen we tot de ontdekking - maart, april of mei 1846 moet dit geweest zijn - dat zij toen zwanger was van haar oudste zoon of van haar zoon. Zo had maar één zoon en vier dochters. Dat was Abraham George Ellis. Hij was minister van Marine in het Kabinet-Kuyper. Hij was kennelijk een socialistenvreter. We hebben nog een spotprent gevonden van hem. Abraham Kuyper- de antirevolutionair - heeft gedacht: die moet ik hebben als minister van Marine. Hij was minister van Marine in het Kabinet-Kuyper. Toen ging het met zijn gezondheid een beetje bergafwaarts en toen werd hij nota bene adjudant van koningin Wilhelmina.

00:26:36 Humberto Tan: Ook nog.

00:26:37 Mattie Boom: Ook nog. De man speelde een rol van betekenis in de Nederlandse politiek rond 1900.

00:26:47 Humberto Tan: Dat zegt ook weer alles over hun positie, dat zij een zoon hebben opgevoed die kennelijk in staat was om dat te bereiken.

00:26:56 Mattie Boom: Ja. Het grappige is ook: je ziet dat Johannes Ellis - de man op de foto - dan een belangrijk ambtenaar wordt. Je wil het niet weten, maar ook in Suriname was er een bureaucratie aan regeltjes en richtlijnen. Er moest natuurlijk heel veel geld verdiend worden door de Nederlandse overheid. Er moest belasting geïnd worden en al die dingen. Daar waren veel ambtenaren voor nodig. Hij was ambtenaar. Hij ging kennelijk al vrij vroeg met pensioen. Rond 1860 is het echtpaar met hun kinderen in Nederland gaan wonen. Ze zijn hier in Amsterdam op de Herengracht terechtgekomen. Daar woonden ze in een groot huis met bedienden en met een paar kinderen, ook uit Suriname. Ik ben toen niet achter hun achtergrond gekomen. Hewitt heetten ze.

00:27:46 Mattie Boom: Ik denk dat ze die in het huishouden hebben opgenomen. Vanaf 1860 zijn ze naar Nederland gekomen. Dat was voor de opvoeding en de scholing van die vier dochters. Zij moesten naar goede scholen in Nederland. Dat gebeurde vaker vanuit de Oost, maar kennelijk ook vanuit de West.

00:28:07 Humberto Tan: Is er iets meer bekend over hun leven hier in Nederland of wat ze gedaan hebben? Hoe hebben zij uiteindelijk hun geld verdiend? Als je zo'n overtocht maakt, is die positie die je in Suriname hebt één. Daar heb je ook je netwerk en kan je je inkomsten genereren, maar als je emigreert, moet je dat allemaal opnieuw doen of je bent zo bemiddeld.

00:28:25 Mattie Boom: Dat waren zij natuurlijk. Hij was de zoon van de Nederlandse gouverneur. Hij zal niet arm geweest zijn. Haar vader had al die plantages. Die vergoedingen die bij de afschaffing van de slavernij werden uitbetaald aan plantage-eigenaren, werden uitbetaald aan die twaalf kinderen de Hart. Daar was leuk wat te verdelen. Dat is heel wrang, maar zo was het. Zij bracht ook veel geld en rijkdom mee en hij idem dito.

00:28:58 Humberto Tan: Wat de eigenaren van de plantages toen in die periode ook nog deden toen de aankondiging van de afschaffing van de slavernij was, is dat ze extra slaven inkochten, zodat ze meer compensatie kregen bij de afschaffing, als mensenhandel investeren in nóg meer mannen en vrouwen kopen, waardoor je goed werd afgekocht. Ze hebben ook nog heel goed verdiend aan de afschaffing van de slavernij.

00:29:22 Mattie Boom: Ja, en dat geldt in dit geval ook. Dit moest weliswaar onder die twaalf kinderen verdeeld worden, maar zij waren allemaal niet onbemiddeld. Ik geloof dat drie zonen van die de Harts zelf ook weer plantages hadden.

00:29:42 Humberto Tan: Is er nog iets van deze foto dat jij niet weet, maar graag zou willen weten?

00:29:46 Mattie Boom: Ja. Ik wil natuurlijk weten of meneer Riker of meneer Thompson die foto gemaakt heeft. Daar kom ik niet achter. We hebben ook mensen ingeschakeld die alles weten over Amerikaanse daguerreotypieën, van: zijn er voorbeelden van meneer Riker in Amerika te vinden? Nee, die zijn er niet, maar je moet het niet uitsluiten. Het kan altijd tevoorschijn komen. Hoelang zit ik al in dit vak? Dit komt dan ook ineens weer uit een hoekje gekropen en uit een kast op zolder tevoorschijn. In die zin moet je altijd kijken of dat onderzoek bijgesteld kan worden of niet. Dat is iets wat je toch zou willen weten, maar bij dit echtpaar en bij dit familieverhaal vind ik het verhaal het belangrijkst. Dat tweelingzusje dat dan weer in Pruisen terechtkomt en een jonger zusje dat ook weer met een Nederlandse adelborst trouwt, maar dan ineens moet scheiden omdat zij ontrouw geweest zou zijn.

00:30:47 Mattie Boom: Zo gaat dat familieverhaal maar door en dat gaat tot in de huidige tijd. Je ziet dat al die nazaten elkaar niet eens kenden. De meneer die mij uit Wassenaar belde, de meneer die mij uit Haarlem belde, de mevrouw die dit in haar kast had liggen, kenden elkaar niet eens. Er is nog heel veel van die geschiedenis te ontrafelen en terug te vinden. Dat vind ik bij deze foto toch het belangrijkst. Of nu Riker of Thompson hem gemaakt heeft, soit.

00:31:23 Humberto Tan: Het fascinerende verhaal van de vroegste foto van Suriname ligt in het archief van het Rijksmuseum bij de bibliotheek. Benieuwd hoe de foto eruitziet? Mattie Boom schreef er een boekje over, dat geïllustreerd is met veel meer Surinaamse foto's. We hadden het even over de foto uit de waterkant. Een schitterende foto is dat. Een link hiernaar vind je in de shownote. Zo heet dat. In de volgende aflevering gaan we naar de bibliotheek van het Rijksmuseum, een van de meest gefotografeerde plekken van het museum op Instagram. Dat klopt. Dat heb ik ook gedaan. Benieuwd? Luister naar mijn gesprek daarover met Alex Alsemgeest.

Abonneer je op In het Rijksmuseum met je favoriete podcastspeler

Met dank aan

In het Rijksmuseum is powered by ING.