15-07-2019 - Rijksmuseum
Door een economische crisis raakt Rembrandt bijna alles kwijt waar hij om geeft. Desondanks ontwikkelt hij zich op creatief gebied als nooit tevoren.
Na jaren van hoogconjunctuur, belandt de Republiek in een economische crisis. De stroom van opdrachten voor kunstenaars droogt op. Om de schuldeisers van het lijf te houden, wordt Rembrandt gedwongen zijn stadsvilla en al zijn bezittingen te verkopen. Hij belandt in een kleine woning elders in Amsterdam. Juist in deze laatste fase van zijn leven slaat hij met elk werk dat hij maakt nieuwe wegen in. Werken als De Staalmeesters en Het Joodse Bruidje zijn misschien wel het ultieme bewijs van Rembrandts virtuositeit.
Luister
Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek
00:00:00 Erik Hinterding: Waar het een tijdlang ontzettend goed ging, booming business, economische hoogconjunctuur, zakte dat helemaal in, wat, ja, gewoon voor de economie in Nederland, in Amsterdam, funest was. Dat was het moment dat Rembrandt in de financiële problemen raakt.
00:00:15 Annechien Steenhuizen: Je hoort Erik Hinterding van het Rijksmuseum. In deze vierde aflevering over Rembrandt kijken we naar de laatste fase van zijn leven. Hierin krijgt hij te maken met flinke financiële tegenvallers.
00:00:27 Erik Hinterding: Wat precies de aanleiding is weten we niet, maar we weten wel dat hij kort daarna ook geprobeerd heeft om het tij te keren door een gedeelte van zijn bezittingen te verkopen. Dat is in 1655 gedocumenteerd. Een jaar daarna doet hij dus officieel afstand, dan staat het water hem aan de lippen. De hypotheek kan hij niet meer betalen en hij denkt van: oké, het enige wat ik nog kan doen is vrijwillig boedelafstand doen, cessio bonorum.
00:00:52 Annechien Steenhuizen: Dit is In Het Rijks met De Rembrandt Podcast. In deze speciale reeks over Rembrandt zoeken we het antwoord op de vraag wat hem tot één van de grootste kunstenaars aller tijden maakt. Mijn naam is Annechien Steenhuizen. Terug naar 1656, het jaar dat Rembrandt zijn hypotheek niet meer kan betalen en afstand moet doen van zijn boedel om de schuldeisers op afstand te houden. Hoe is het zo ver gekomen? Rembrandt was immers een succesvol ondernemer. Iedereen in Amsterdam met een beetje maatschappelijk aanzien wilde zich door hem laten vastleggen. Rembrandt was de schilder die het prestigieuze portret van de Amsterdamse schutters mocht maken. Hij bewoont een kolossaal huis in dé kunstenaarsbuurt. Het geld stroomt binnen. Pieter Roelofs is conservator bij het Rijksmuseum. Ik vroeg gaan hem waarom het dan toch zo verkeerd ging met Rembrandts financiële situatie.
00:01:51 Pieter Roelofs: Dat is echt verrassend, om te zien dat zo'n succesvol kunstenaar op een gegeven moment professioneel niet meer het hoofd boven water kan houden. Er zijn meerdere oorzaken voor aan te wijzen. In de eerste plaats is het echt gewoon een tijd waarin het slecht gaat in de republiek, economisch. Het is de periode van de Engelse oorlogen, 1648, vrede van Münster, tachtigjarige oorlog met Spanje beëindigd en heel kort daarna raakt Nederland verwikkeld in een aantal zeeoorlogen met Engeland. Dat betekent ook dat die kunstmarkt een enorme knauw krijgt. En Rembrandt voelt dat ook onmiddellijk. En wat vervolgens gebeurt, is dat eigenlijk ook blijkt dat hij boven zijn maat eigenlijk verzamelt. Dus hij geeft meer geld uit dan hij werkelijk heeft. En dat verzamelen, ja, leidt uiteindelijk ook tot bijna zijn ondergang, professioneel als kunstenaar.
00:02:46 Annechien Steenhuizen: Rembrandt wordt failliet verklaard. Al zijn bezittingen moet hij verkopen. Het enige wat hij weet te redden uit de handen van zijn schuldeisers zijn de kunstenaarsmaterialen. Zo kan hij ten minste nog wel zijn vak blijven uitoefenen, maar de riante woning aan de chique Sint Antonie Breestraat moet hij met zijn gezin verlaten.
00:03:04 Pieter Roelofs: Ja, dat is een redelijk schrijnend moment, denk ik, als je ziet hoe hij de reputatie, het imago dat Rembrandt zichzelf heeft aangemeten, dat grote, kostbare kapitale huis aan de Breestraat. En op een gegeven moment gaat het gewoon niet meer. Uiteindelijk is er geen andere mogelijkheid dan verhuizen naar een goedkoper pand en dan trekt hij naar de Rozengracht. Dat is eigenlijk een redelijk nieuwe buurt binnen Amsterdam op dat moment, waar ook meerdere kunstenaars wonen, en ja, daar betrekt hij een aanzienlijk kleinere een woning, maar gaat wel weer meteen verder met de schilderkunst.
00:03:44 Annechien Steenhuizen: Na de dood van zijn eerste liefdes Saskia, inmiddels 15 jaar geleden, stopte Rembrandt bijna geheel met schilderen. Nu is het anders. Ondanks alle ellende lijkt Rembrandt nu geïnspireerder dan ooit. Hij schildert het ene doek na het andere. Ondertussen doen zijn geliefde Hendrikje en zijn zoon Titus hun best om schuldeisers bij Rembrandt weg te houden. Erik Hinterding:
00:04:07 Erik Hinterding: Ook dat is wel een mooi verhaal, want je kan je voorstellen dat het idee misschien nog wel van Rembrandt gekomen is, want zeg maar met de boedelafstand was hij nog niet helemaal af van zijn schulden. En om zichzelf uit de handen van zijn schuldeisers te houden, beginnen ze BV Rembrandt. Dus Hendrikje en Titus beginnen een kunsthandel en Rembrandt is hun werknemer, dus hij heeft geen inkomsten, hij is niet hoofdelijk aansprakelijk.
00:04:31 Annechien Steenhuizen: Door de crisis stort de ooit zo bloeiende Amsterdamse kunstmarkt in. Niemand wil nu zijn geld uitgeven aan een kostbaar portret. Opdrachten blijven uit. Een uitzondering hierop is de stad Amsterdam. De bouw van het nieuwe stadhuis, wat nu het paleis op de Dam is, is net klaar in 1655. Nu is het tijd voor de inrichting. Er is een groots decoratieprogramma bedacht. Er moeten schilderijen komen die samen de geschiedenis van de Republiek der Nederlanden weergeven, een opdracht met aanzien die elke Amsterdamse kunstenaar met beide handen zou aangrijpen, zeker op dit moment.
00:05:07 Pieter Roelofs: Alle verwachtingen, als je terugblikt, zouden zijn dat Rembrandt de grote kunstenaar wordt die die opdracht krijgt. Maar hij krijgt hem niet en hij wordt gepasseerd, en wordt gepasseerd door nota bene zijn ster leerling Govert Flinck. Nou, daar kun je van alles bij voorstellen wat daar in dat hoofd van de kunstenaar omgegaan moet zijn. Flinck begint ook met die opdracht, maar overlijdt vervolgens binnen een jaar nadat de opdracht is verstrekt en dat is echt de grootste openbare kunst opdracht ooit verstrekt aan een kunstenaar in Nederland, dus het is echt gigantisch. En dan komt Rembrandt toch in tweede instantie weer in beeld. Er wordt aan hem gevraagd om het openingstafereel van eigenlijk dat hele schilderkunstige programma te maken, en dat is de scène van de samenzwering.
00:05:54 Annechien Steenhuizen: De opdracht voor de reeks schilderijen die eerst alleen aan Govert Flinck wordt gegeven, wordt verdeeld onder verschillende kunstenaars. Rembrandt krijgt de opdracht om een scène te schilderen van de Bataafse opstand. Dat is een verhaal uit de oudheid en een metafoor voor de recente opstand van de Republiek tegen de Spanjaarden. Rembrandt schildert het moment dat de eenogige Bataafse held Claudius Civilis zijn tafelgenoten oproept een eed te zweren op een verbond tegen de Romeinen. Het schilderij is bedoeld voor in de nok, hoog boven de bezoekers van het stadhuis.
00:06:29 Erik Hinterding: Nou, als je kijkt naar de figuren-grootte binnen de voorstelling, valt op dat Rembrandt zijn figuren ten opzichte van de totale ruimte die hij moet schilderen redelijk klein maakt, waarbij andere kunstenaars die ook meewerken aan het ensemble dat veel groter inzetten. Opmerkelijk is ook dat hij gebruik maakt van een hele ruwe manier van schilderen. Dus Rembrandt is zich bewust van de afstand en weet ook dat je van grote afstand van beneden naar boven kijkt en dat ook, zoals wel genoemd is, de dikte van de lucht die daartussen zit, waardoor er een soort atmosfeer optreedt, hij eigenlijk ruwer kan schilderen. En het derde is dat hij Claudius Civilis, eigenlijk de grootste held die tot dat moment ooit geleefd heeft, weergeeft op een manier die eigenlijk niet toelaatbaar is. Wil zeggen, hij heeft één blind oog, dat weten we dankzij Tacitus, de Romeinse geschiedschrijver, en normaliter zou het gebruikelijk zijn om dat blinde oog uit beeld te zetten. Maar wat doet Rembrandt, hij geeft het frontaal weer, inclusief zijn zwakheden. Die combinatie van elementen, van motieven, maakt waarschijnlijk dat de opdrachtgevers niet tevreden waren met dit schilderij, dat het naar beneden is gehaald voor herschilderingen, dus voor aanpassingen, op dat moment de versie weer terug wordt gehangen die Govert Flinck ooit was begonnen, maar die niet voltooid was. Ja, en die versie, die hangt vandaag de dag nog steeds.
00:07:55 Annechien Steenhuizen: En toch is het opmerkelijk dat ze dit doen, want ze moeten toch weten: Rembrandt stond bekend om het feit dat hij mensen schilderde zoals ze waren. Dat wist iedereen tegen die tijd wel, en ze gaven hem die opdracht, dus dan moeten ze toch weten met wie ze in zee gaan?
00:08:09 Pieter Roelofs: Hier zie je weer Rembrandt, ja, die zichzelf weer vernieuwd en hij gaat hier zo ruw aan de slag en kijken naar het totale oppervlak van het schilderij: 5,5 bij 5,5 meter, wat vandaag bewaard is gebleven, is twee bij drie meter, dus dat is maar 25 procent. Maar daarboven moet één grote massa aan bruintonen gezeten hebben. Ja, dat kun je vergelijken met het meest expressieve twintigste-eeuwse schilderij dat je je kunt voorstellen. In die zeventiende eeuw zal dat iets geweest zijn waar men eigenlijk gewoon nog niet aan toe was.
00:08:48 Annechien Steenhuizen: Het doek wordt in stukken gesneden. Alleen het hoofdtafereel is bewaard gebleven. Het is nog altijd één van zijn meest toonaangevende werken. Het zit Rembrandt mee. Hij wordt gevraagd voor een andere belangrijke klus, een opdracht van het lakengilde, een groepsportret van keurmeesters, nu bekend als de staalmeesters. Jaap Goderie vertelt hoe we als beschouwer het verhaal van de staalmeesters eigenlijk zouden moeten lezen.
00:09:14 Jaap Goderie: Als je kijkt naar de grote werken van Rembrandt, dan voel je je, als je goed kijkt, als kijker altijd in één keer betrokken bij dat werk. Je moet er iets mee, je kunt er niet van wegstappen want het werk bestaat eigenlijk alleen maar als jij erbij bent, je bent er echt onderdeel van. Dat is echt uniek. Ik denk dat als je even aan de staalmeesters voorbijloopt, je kijkt er even naar, dan denk je: ja, saai schilderij, een paar mannen aan een tafel, terwijl als je iets langer blijft staan en echt even het schilderij in je opneemt dan pas merk je hoe radicaal het is. Het is zo'n... Alles is daar in werking gesteld om ons in het schilderij op te zuigen, als het ware, en...
00:09:50 Annechien Steenhuizen: We doen per ongeluk de deur open en komen de verkeerde kamer binnen.
00:09:53 Erik Hinterding: Ja. Dus als je naar de staalmeesters kijkt, dan voel je je bijna bezwaard, want je stoort mensen tijdens hun werk. Zij hebben een vergadering, er ligt een boek op tafel, alle aandacht gaat eigenlijk in eerste instantie denk je naar het centrum, naar die tafel, maar daar kijken ze niet meer naar, ze kijken jou aan. Dat is al heel opmerkelijk, dus een portret waarin die actie, het opkijken naar ons, aanwezig is. Maar Rembrandt gaat, en dat is typisch voor hem, altijd nog een stap verder. In dit geval is het bijna letterlijke een stap, want hij laat één van de figuren of zitten of opstaan in zijn stoel. Dus die zit niet, die staat niet, maar die zit tussen die beweging in. Ja, dat is... Kijk, in onze tijd dat we gewend zijn, allerlei filmmateriaal en bewegende beelden, ben je heel erg verwend eigenlijk, maar het stel je nou voordat je in de tijd van Rembrandt leeft, dat je maar een paar afbeeldingen in heel je leven eigenlijk gezien hebt en dat je in één keer met dat portret geconfronteerd wordt en dat je echt een gevoel hebt dat die man beweegt, in beweging is, en dat je ook echt onderdeel bent van het schilderij, dat je, ja eigenlijk een ontmoeting met hen hebt. Het is alsof je de kamer binnenloopt en dat zij gestoord zijn in hun werk en dat iemand zelfs voor jou opstaat om jou misschien wel een hand te komen geven, dan ben je zo'n krachtige verhalen aan het vertellen. En wat ik daarbij ook heel interessant vind is: ja, jij zegt al 'of hij doet, gaat de deur dichtdoen of hij gaat zitten' en ik zeg 'hij staat op.' Typisch voor Rembrandt is ook: het is nooit super duidelijk, het is nooit, zeg maar overduidelijk.
00:11:18 Annechien Steenhuizen: Je mag je eigen verhaal maken, eigenlijk.
00:11:20 Erik Hinterding: Ja, hij laat het voor een deel open en dat betekent dat iedereen ook een ander schilderij ziet. Ik vind dat echt een uitzonderlijk kenmerk van hem. Ik ken maar een paar andere schilders die dat ook kunnen, daarbij in de buurt komen. Hij vertrouwt ons echt, hij weet hoe intelligent wij eigenlijk zijn als kijker. We hebben maar heel weinig informatie nodig om het schilderij zelf af te maken. Bij de staalmeesters zijn de contouren van die figuur, die zijn heel vaag. Ja, misschien een andere schilders zou zeggen: ik ga er helemaal precies uit schilderen, want dan is het tenminste duidelijk. En dan neemt hij ons allemaal niet serieus, alsof wij dat niet zelf kunnen doen. En Rembrandt, die nodigt ons uit: jullie hebt maar weinig informatie nodig, laat je hersens maar eens werken. En dan, ja, dan ontstaat er eigenlijk meer dan hij letterlijk geschilderd heeft.
00:12:01 Annechien Steenhuizen: Suzanne, die als restaurator bijna dagelijks met haar neus bovenop Rembrandt zit, vertelt over de verborgen geheimen die het schilderij heeft. Dankzij het maken van röntgenfoto's waarmee je door de verflagen heen kan kijken, wordt duidelijk hoe Rembrandt speelde met de compositie.
00:12:17 Suzan Meijer: Ja, daar heeft Rembrandt de bediende die je in de achtergrond ziet, hij heeft de plek van die bediende aangepast. Dus hij heeft volgens mij twee keer die plek van de bediende gewijzigd en blijkbaar werkte dat niet in het uiteindelijke schilderij en heeft hij ervoor gekozen om hem op de plek te zetten waar die nu staat, en hij heeft ook gespeeld met hoe hoog een hoed was, en blijkbaar werkte dat ook niet goed in de uiteindelijke compositie. Zo een hoge hoed heeft hij iets iets lager gemaakt. Waarschijnlijk zodat dat effect van de man die opstaat omdat iemand binnenkomt nog sterker te maken eigenlijk.
00:12:52 Annechien Steenhuizen: En wat zegt dat over Rembrandt?
00:12:54 Suzan Meijer: Ik denk dat als Rembrandt aan het schilderen is, dan is hij heel erg bezig met wat het effect is van van zijn schilderij en hij heeft van tevoren natuurlijk wel in zijn hoofd wat hij wil gaan schilderen en hoe, en hij maakt ook op het doek meestal met zijn penseel, maakte hij een eerste schets van waar hij alles wil hebben, en dat kleurt hij eigenlijk steeds verder in. Dus hij begint met: waar zijn de schaduwen, waar zijn de lichtplekken? En daarna gaat hij dat schilderij opbouwen. En ik stel me zo voor dat hij dan weer afstand neemt van zijn schilderij en dan kijkt: oh ja, dat werkt toch niet helemaal goed.
00:13:29 Annechien Steenhuizen: Rembrandts leven is af en toe net een Hollywood drama. Grote successen gaan gepaard met groot verlies. In 1663 breekt de pest uit in Amsterdam en één van de slachtoffers is Rembrandts tweede grote liefde Hendrikje. In dezelfde periode schildert hij misschien wel het allermooiste en krachtigste werk uit zijn oeuvre, het Joodse bruidje.
00:13:53 Erik Hinterding: Het schilderij, dat is een afbeelding van Isaac en Rebekka, een oudtestamentische voorstelling, en die reisden door het land van de Filistijnen en ze deden zich voor als broer en zus. En Isaac was een stuk ouder dan Rebecca, maar ze waren getrouwd. Maar Isaac die was bang dat als duidelijk zou zijn dat ze dus een echtpaar waren, dat hij vermoord zou worden door de Filistijnen. Dus hij doet zich voor eigenlijk als chaperonne, dus een broer en zus, en op het moment dat ze zich in de tuin onbespied wanen...
00:14:24 Annechien Steenhuizen: En even lief zijn met elkaar.
00:14:25 Erik Hinterding: Even lief zijn met elkaar, dan worden ze gespot door de koning, die dat vanuit het raam ziet en die denkt: oh hier gebeurt iets...
00:14:30 Annechien Steenhuizen: Oh, dat is niet broer en zus!
00:14:33 Erik Hinterding: Nee, we zijn voorgelogen. Dat komt goed. Maar het was een onderwerp wat ook gebruikt werd voor jong getrouwde stellen. Dit is ongetwijfeld een huwelijksportret of een portret historié waarin dus gewoon de nieuw gehuwden zich lieten uitschilderen als de Bijbelse Isaac en Rebekka, omdat dat een gelegenheid gaf om intiem met mekaar om te gaan. Ook de manier waarop die man zijn hand op haar borst legt en zij met haar hand streelt of vasthoudt, en de manier waarop ze kijken, het is een toonbeeld van intimiteit en van hele ontroerende intimiteit, dus in dat opzicht verschrikkelijk succesvol. Maar het is nu ook in een idiote stijl geschilderd.
00:15:15 Annechien Steenhuizen: Een idiote stijl? Rembrandt laat zich in deze fase van zijn leven inderdaad helemaal gaan. Hij ontwikkelt een losse en vrije stijl. Met dikke klodders modelleert hij de verf met een paletmes op het doek. Het Joodse bruidje is misschien wel één van de mooiste voorbeelden van deze late Rembrandt. Jaap Goderie:
00:15:34 Jaap Goderie: Je ziet bij sommige schilders in de traditie dat ze rond die leeftijd eigenlijk hun beste werk maken. En dan denk ik bijvoorbeeld aan Titiaan, Velazquez en Rembrandt. En waar ligt dat aan? Enerzijds je bent rijp, je hebt heel veel kennis natuurlijk opgedaan, van de techniek beheerst je alles, maar je bent ook op een leeftijd dat je het wel bewezen hebt. Je hebt een soort nieuwe vrijheid verworven omdat je je niet meer zo krampachtig hoeft te verhouden tot een elite of wat dan ook. En daardoor ontstaat dan lijkt het wel een soort vrijheid om een paar stappen verder te gaan in wat je denkt dat interessant is. En je hebt dan de neiging te denken bij zo'n paletmes hè, dus je als je kijkt naar de mouw van de Joodse bruid, de mouw van Isaac, daar is de verf met loodwit, de verf die Rembrandt gebruikte voor de witte partijen, maar die vanwege zijn hele stugge eigenschappen, dat is een verf die heel stug is, ook gebruikt werd om bijna een soort van, ja, te modelleren, alsof je eigenlijk een reliëf aan het maken bent, beeldhouwer bijna. En wat hij heeft gedaan in die mouw is eerst met alleen loodwit, dus met witte verf, heel dikke verf, heeft hij zo met een paletmes het uitstekende deel van die mouw heel dik opgezet en vervolgens toen dat droog was, is hij met een soort geelbruine verf heel erg verdund, heel veel olie, heel weinig pigment, dus een soort van bijna waterverf, is hij daaroverheen gegaan en daardoor ontstaat die prachtige gouden gloed. Je denkt van, dat is heel erg losjes en vrij en hij is rebels, dat is misschien enerzijds wel waar, maar tegelijkertijd is het juist de ongelooflijke beeldende intelligentie van Rembrandt dat hij heel goed weet dat iets wat van dichtbij heel rauw is en heel heel heftig is, los is, dat het van een afstand juist een enorme verfijning kan weergeven. Het effect dat die mouw bijna uit het doek lijkt te komen, dat kun je alleen maar op die manier bereiken. En hij is dan zo ver in zijn ontwikkeling dat hij precies weet... Het lijkt heel los, maar het is precies op maat. Als je afstand neemt, dan is het enorm verfijnd.
00:17:32 Annechien Steenhuizen: Nu, tegen het einde van zijn leven, lijkt het alsof Rembrandt het onmogelijke heeft bereikt. Hij is niet alleen sec een portretschilder, hij is een schilder van mensen, van verhalen.
00:17:43 Jaap Goderie: Ik heb in het Rijksmuseum nog nooit een schilderij meegemaakt waarbij zoveel verschillende mensen zoveel verschillende ideeën hebben over de relatie tussen die twee. Dat komt omdat Rembrandt hier ook weer suggestief durft te zijn. Dat hij niet overdreven blikken, overdreven handbewegingen schildert waarvan je meteen weet: ze zijn dol op elkaar, kijk toch eens wat een omhelzing. Maar het zit ook weer een beetje ertussenin. Als je kijkt naar de blikken bijvoorbeeld. Dat lijkt bijna tussen twee emoties in te zitten. Het is heel open eigenlijk. Ik denk altijd, als je iets heel expressief maakt, dan heb je heel snel een soort explosief effect, maar het verveelt ook heel snel. Oké, hij lacht, hij is vrolijk, of hij huilt, hij is verdrietig. Maar in dit geval ben je geneigd om lang te blijven kijken om echt even helemaal in die blik opgenomen te worden omdat je het niet zeker weet, je moet moeite doen zelf ook om te begrijpen van: welke emotie gaat er nou om in deze twee mensen? En dat vind ik fascinerend als schilder dat je dat voor elkaar krijgt met modellen.
00:18:42 Annechien Steenhuizen: Het Joodse bruidje schildert Rembrandt in de herfst van zijn leven. In die laatste levensjaren maakte hij zijn allermooiste werken. Ook nu weer is het contrast tussen zijn bevlogen kunstenaarschap en zijn privéleven groot. Titus sterft, 27 jaar, vlak nadat hij is getrouwd met Magdalena van Loo. Hij zal waarschijnlijk niet eens hebben geweten dat zijn kersverse vrouw zwanger is van hun eerste kind. Ongeveer een jaar na de dood van Titus sterft ook Rembrandt op 4 oktober 1669. Vier dagen na zijn dood wordt hij begraven in hun huurgraf in de Westerkerk. Zijn dochter Cornelia, die hij kreeg met Hendrikje, is dan pas 14 jaar. Zij zal later vertrekken naar Nederlands-Indië waar ze twee zonen krijgt met haar man, ook een schilder. Haar eerste zoon noemt zij Rembrandt. Dit was De Rembrandt Podcast met een speciale reeks over de magie van Rembrandt. Mijn naam is Annechien Steenhuizen. Vind jij ook dat andere mensen deze podcast moeten horen? Laat dan een review achter. Dat helpt de luisteraars ons makkelijker te vinden.