Een prent van Juno en Argus

21 min. - Podcast - Over de mens, kunstenaar en ondernemer Magdalena de Passe

Uit de serie Podcast: In het Rijksmuseum

02-11-2020 - Rijksmuseum

Rembrandt, Vermeer, Frans Hals: bekende namen uit de collectie van het Rijksmuseum. De naam Magdalena de Passe is voor velen een onbekende naam. Toch vindt junior conservator prentkunst Manon van der Mullen dat haar naam op de lijst van hoogtepunten in het Rijksmuseum hoort. Janine Abbring spreekt met haar over de mens, kunstenaar EN ondernemer Magdalena de Passe en over wat slaapmutsjes daar precies mee te maken hebben.

Luister

Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek

00:00:01 Manon van der Mullen: Magdalena de Passe, zou een hoogtepunt moeten zijn omdat ze gewoon laten zien dat zij niet alleen technisch gewoon goed was. Maar dat ze ook in haar tijd echt, terwijl ze omringd werd door mannelijke dominantie, dat ze wisten te ontstijgen en dat ze ook nog ondernemer was. En ook nog dochter en mantelzorger en echtgenote en dat ze al die rollen wisten te verenigen. En daarmee zo'n fantastisch, ook al is het klein, oeuvre heeft nagelaten.

00:00:27 Janine Abbring: Rembrandt, Vermeer, Frans Hals dat zijn namen die onbetwist voorkomen op de lijst van hoogtepunten van het Rijksmuseum. Maar er zijn er nog veel meer, ook van minder bekende kunstenaars. Zo vindt junior conservator Manon van der Mullen dat Magdalena de Passe absoluut een plek verdient op deze lijst. Niet alleen vanwege haar artistieke talent, maar ook vanwege haar bijzondere ondernemersgeest.

00:00:56 Janine Abbring: Ik ben Janine Abbring en dit is: 'In het rijks'. De podcast van het Rijksmuseum, waarin de bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Verdeeld over vier verdiepingen en 80 zalen zie je meer dan 8000 voorwerpen. In deze podcast bespreken we per aflevering één object dat in het museum te zien is. In dit tweede seizoen, de zeventiende eeuw, van keramiek tot diamant en van beeldhouwwerk tot hoofddeksel. In deze aflevering prentmaker, ondernemer en mantelzorger. Magdalena de Passe wist al die rollen met verve te vervullen. In deze aflevering praat ik over haar artistieke kwaliteiten met junior conservator prentkunst: Manon van der Mullen.

00:01:43 Janine Abbring: Je kunt in de zeventiende eeuw dan wel de meest talentvolle kunstenaar zijn in je artistieke gezin, maar als je vrouw gebogen, betekent dat niet automatisch dat je ook direct succesvol zult zijn. Integendeel, Magdalena de Passe lukte het wel. En om haar status te doorgronden kijken we naar een van de prenten en dat doe ik samen met Manon van der Mullen, junior conservator prenten van het Rijksmuseum. En we kijken eigenlijk, toch Manon? Naar hoe de Pauw aan de ogen op zijn staart komt.

00:02:10 Manon van der Mullen: Ja, klopt. Het is eigenlijk min min van meer al een uitleg van dat natuurfenomeen zoals we dat allemaal kennen. We zien drie vrouwen die samen op hun wagen staan en één van die vrouwen is Juno, de godin van het huwelijk. En misschien nog wel belangrijker, de echtgenote van oppergod Jupiter. En voor die wagen ligt het onthoofde lichaam van de reus Argus, met 100 ogen op zijn lijf.

00:02:33 Janine Abbring: Wat is er aan de hand?

00:02:34 Manon van der Mullen: Ja, dat is een interessant verhaal. Jupiter nam het niet zo nauw met echtelijke trouw, hij had heel veel minnaressen. Daar was hij ook echt berucht om en Juno maakte dat vooral natuurlijk heel erg jaloers. En op een gegeven moment had hij een minnares Io, heette zij. En zoals een priesteres, de dochter van een riviergod. En Juno was er niet van gecharmeerd dat hij weer iemand aan de haak had geslagen. En zij probeerde die verhouding ongedaan te maken. En Jupiter, wat hij vervolgens akte, was dat hij Io in een koe veranderde. Om haar op die manier, dacht hij, te beschermen. Maar Juno kwam daarachter en plaatste Argus bij de koe. En Argus was een monster, min of meer, met 100 ogen. En de opdracht aan Argus was om Io in de gaten te houden, om te voorkomen dat Jupiter alsnog zijn slakken zou slaan. En Jupiter was het daar niet ik eens en heeft aan Mercurius, dat was eigenlijk ook de boodschap van de goden, gevraagd van hij Argus voor hem wilde doden. Maar goed Argus had 100 ogen, dat is lastig om dan opgezien bij hem in de buurt te komen.

00:03:35 Janine Abbring: Ja, want als hij sliep waren er altijd nog ogen open?

00:03:38 Manon van der Mullen: Klopt, hij kon ze afstellen eigenlijk. Dat er altijd wel een van meerdere ogen open waren. Wat Mercurius akte om ervoor te zorgen dat die wel in slaap viel. Was dat die echt betoverende mooie fluitspel gespeeld heeft en toen vielen alsnog alle 100 oog en een keer in slaap en kon hij Argus onthoofden. En uit een soort eerbetoon aan Argus, heeft Juno toen de ogen van hem in de pauwenstaarten geplaatst. De pauw was ook haar 'attribuutdier' waaraan zij te herkennen is, ook vaak in de kunst. Dus het is eigenlijk tweeledig, wil het verklaart een natuurfenomeen: de pauwenogen op de staart.

00:04:12 Janine Abbring: Dus daar komt inderdaad die uitdrukking: 'ergens met Argusogen naar kijken'. En het is natuurlijk een soort allegorie van hoe die ogen dan op die pauw terecht komen? Wil in de zeventiende eeuw zullen ze niet denken dat het een waar verhaal is natuurlijk. Zo ver waren ze al. En dit is een prent van Magdalena de Passe.

00:04:24 Manon van der Mullen: Klopt.

00:04:30 Janine Abbring: En wie was zij?

00:04:31 Manon van der Mullen: Zij was een prentmaakster, zoals wij dat noemen, een graveur. Zij maakten deel uit van een heel artistieke familie, ook een heel ondernemende familie. Haar vader als haar drie broers waren allemaal prentmakers, graveurs en ook uitgevers. Dus ze groeide op in een heel artistiek nest, ze was het jongste soort uit de familie.

00:04:50 Janine Abbring: Dus drie oudere broers?

00:04:52 Manon van der Mullen: Ja, drie oudere broers en hun vader. En zij woonde in eerste instantie in Keulen. Haar vader is in 1585, na de val van Antwerpen, werd hij religieuze vluchteling. En moest hij vluchten naar Keulen, waar je als doopsgezinde familie op dat moment nog steeds veilig was. En daar is zij geboren in Keulen.

00:05:09 Janine Abbring: En toen was het weer veilig om naar Nederland terug te gaan, zijn ze weer gegaan?

00:05:13 Manon van der Mullen: In 1611 gaat hij naar Utrecht. Ze kwamen oorspronkelijk uit Antwerpen, dus het was niet zo dat het nog niet veilig was, maar een gegeven moment werd het in Duitsland ook een moeilijke situatie en zijn ze naar Utrecht verhuisd.

00:05:24 Janine Abbring: Ja, dat is natuurlijk een lastige vraag, wil je dat we het hier hebben over de zeventiende eeuw en ik snap dat je niet precies weet hoe haar leven er uitzag. Maar kun je iets vertellen over hoe zij opgroeide?

00:05:32 Manon van der Mullen: Ik denk dat het wel vrij a-typisch was. Ze was eigenlijk al vrij vroeg wel overtuigd van haar eigen kunnen, ze signeerde haar werk eigenlijk al op het moment dat ze 14 was. Terwijl haar broers, pas begonnen op het moment dat ze 17 waren met signeren. Dus ze was al vrij snel, lijkt mij overtuigd, van haar eigen kunnen. En ze moesten natuurlijk ook wel, in zo'n'n door mannen gedomineerd gezin, misschien nog wel extra vechten.

00:05:54 Janine Abbring: Haar mannetje staat.

00:05:55 Manon van der Mullen: Ja, en dat werd natuurlijk ook als dochter dat je toch met het huishouden bezighield en andere genomen verrichtte. En dat is toch lastig om je als vrouw te ontworstelen, als je de enige vrouw in het gezin gebogen, dan als man.

00:06:08 Janine Abbring: Destijds was het niet gebruikelijk om autodidacten te zijn, als kunstenaar? Je moest wel worden opgeleid. Door wie werd zij dan opgeleid?

00:06:14 Manon van der Mullen: Ze werd voornamelijk opgeleid door haar vader, in eerste instantie. En natuurlijk keek ze enorm ook wel mee met haar broers. Maar het opvallende is wel, dat haar werk technisch ook een stuk verfijnde was dan dat van haar broers.

00:06:24 Janine Abbring: Ze was eigenlijk beter?

00:06:28 Manon van der Mullen: Ja, het was eigenlijk beter.

00:06:28 Janine Abbring: Ze was eigenlijk de beste in het gezin.

00:06:29 Manon van der Mullen: Ja, dat kun je wel zo zeggen.

00:06:30 Janine Abbring: En weet ji jhoe haar broers daar naar keken?

00:06:34 Manon van der Mullen: Ik weet in elk geval dat haar jongere broer, met naam, die heel trots op haar was. Die heeft ook twee jaar na haar overlijden, twee ontzettend mooie lofdichten op haar geschreven en die ook gepubliceerd. Dus ik weet dat hij een heel warm hart toedroeg en ook deze prent. Uiteindelijk heeft hij eigenlijk haar levenswerk ook proberen af te maken, dus dat geeft ook wel aan dat die hiel veel waardering had voor zijn zus.

00:06:54 Janine Abbring: En dat die serieuze nam. De prent is afkomstig van een heel album, met meer prenten. Wat voor een album was het?

00:07:00 Manon van der Mullen: Het zijn allemaal scènes uit de metamorfose van Ovidius. En dat was een werk uit de oudheid, dat in de renaissance eigenlijk weer heel erg populair werd, omdat het natuurlijk heel erg een verklaring gaf voor, wat we net al zeiden, ook natuurfenomenen. Maar het waren ook verhalen over Grieks-Romeinse mythologie en daar stond altijd een gedaanteverwisseling centraal. Het was eigenlijk toen al baanbrekend omdat de goden lieten zien en een soort van menselijke context. Dus het ware meer mensen onder elkaar, dan dat de goden waren. Het was ook meer in informele taal geschreven van informele formulering eigenlijk.

00:07:32 Janine Abbring: Toegankelijk.

00:07:34 Manon van der Mullen: Ja, het was vrij toegankelijk.

00:07:35 Janine Abbring: En de goden hadden ook menselijke trekjes?

00:07:37 Manon van der Mullen: Had zeker menselijke trekjes.

00:07:38 Janine Abbring: Maar was het hele album alleen maar met werk van Magdalena de Passe?

00:07:41 Manon van der Mullen: Nee, het album bestaat uit 77 prenten en 11 daarvan zijn van Magdalena de Passe. En er hebben dus ook andere kunstenaars aan het album meegewerkt, waaronder ook haar jongere broer en haar vader.

00:07:53 Janine Abbring: En zo'n album, werd dat album als geheel gemaakt of werd dat later samengesteld?

00:07:58 Manon van der Mullen: In principe is Magdalena waarschijnlijk daarmee begonnen, Magdalena de Passe. Zij heeft waarschijnlijk ook het plan gehad om aan het album te beginnen. Haar vader had al enkele jaren eerder een boek met illustraties van Ovidius uitgegeven. Het was veel kleiner, niet zo heel bijzonder, en ze heeft gedacht: "Nou, laten we dan misschien een echt kostbaar prentenalbum maken met echt prenten naar eigentijdse kunstenaars. Laten we er dan echt iets moois van maken." En dat de tekst eigenlijk min of meer niet één centraal staat, maar gewoon het beeld en ook als een soort van ode aan deze generatie, eigenlijk aan haar collega's. Dat is uiteindelijk helaas niet afgekomen, althans niet in het leven van de familie De Passe zelf. En uiteindelijk zijn een aantal van die platen wel gebruikte, een in latere Franse vertaling van Ovidius zijn metamorfose. Maar helaas niet meer tijdens haar leven, toen is het niet meer gelukt. Terwijl haar broer wel heel veel moeite heeft gedaan om het alsnog te voltooien.

00:08:46 Janine Abbring: En je zei al: "Het is gemaakt naar een eigentijdse kunstenaar". Dat betekent dus dat de prent gemaakt is naar een ander kunstwerk uit die tijd, klopt dat?

00:08:56 Manon van der Mullen: Ja, klopt. Het is gemaakt naar een schilderij van Peter Paul Rubens, een heel bekende kunstenaar die onder andere ook in Antwerpen werkte, waar de familie ook vandaan kwam. Heel bijzonder om te zien hoe ze eigenlijk dat schilderij heeft weten te vertalen in een prent. Want dat was natuurlijk niet zo heel makkelijk, want het schilderij is sowieso een explosie aan kleur. Zeker het schilderij van Rubens, waar we het over hebben, stond bekend om zijn intense kleurgebruik. En je hebt in een alleen zwart en dus de resultaten zwart/wit, dus je moet echt op een andere manier vinden om die finesse weer te geven. Dat was gewoon echt heel moeilijk.

00:09:36 Janine Abbring: Om zo'n schilderij van Rubens, niet de minste natuurlijk, te kunnen vertalen op een koperplaat, was dat denk ik? Een koperplaatprent. Heb je enorme enorme technische 'know how' nodig. Magdalena was daar heel erg bedreven in, dat zie je ook overduidelijk aan die print. Hoe zie je dat? Wil ik als prei denk: 'O, knap.' Maar hoe zie je dat ze zo goed was?

00:09:57 Manon van der Mullen: Ik zie het met naam op de manier waarop ze echt, zoals we daten in de kunstgeschiedenis zeggen, een stofuitdrukking. En stofuitdrukking is niet alleen letterlijk de stof van kleding van een laken, maar het is eigenlijk alle plasticiteit van elk object goed weten uit te drukken. Dus als je kijkt naar haar jurk. Die plooi val, ook dat clair-obscur, dus echt dat licht-donker effect, die schaduwen in die plooien. Dat wat Rubens met verfakte, moest zij bereiken door in de koperplaat lijnen uit te steken met een burijn. Zelfs die pauwenveren, het heeft iets heel luchtigs. Net als een pauwenveer, als je heen en weer beweegt, dan gaat de wind er als het ware doorheen. En ik vind dat je dat ook heel erg ziet in die prent, dat er heel veel lucht ook in zit.

00:10:38 Janine Abbring: En je ziet ook dat, als je het hebt over de stof van de jurk, dat het glanst. In verf, snap je natuurlijk, dan maak je een glans door witte verf te gebruiken. Maar hoe maak je je glans als je alleen iets kunt krassen?

00:10:49 Manon van der Mullen: Je hebt alleen maar lijnen om te bereiken wat je wilt. En normaal zou je misschien ook nog filmen inkt achterlaten op de plaat. Maar hier zijn het toch vooral die fijne lijnwerkingen, dat ze heeft geprobeerd om dat voor elkaar te krijgen. En ik denk dat dat heel goed gelukt is, ook als je naar die spieren van Argus kijkt.

00:11:05 Janine Abbring: Ja, Argus die ligt op de voorgrond. Zijn hoofd dus eraf, willen op die manier is die om het leven gebracht. En je ziet inderdaad: die huid, is iets meer dan een sixpack in dit geval, een aardig gespierde torso.

00:11:19 Manon van der Mullen: En als je iets uitsnijdt in dat koper, was er niet meer een weg terug. Je kon het ook niet meer herstellen. Dus als je toch uit schoot, dan was de prent eigenlijk nutteloos geworden en kon je bij wijze van spreken opnieuw beginnen, Dus je moest heel consciëntieus bezig zijn en jebrein akte het werk wel voor je. Dus je hoeft niet veel kracht te zetten, maar je moest wel die lijn heel mooi en vloeiend kunnen steken, wil anders krijg je dat effect nooit op het papier.

00:11:42 Janine Abbring: Nee, wil ik neem aan dat Rubens werkte met olieverf. En dat blijft natuurlijk lang nat en dat kun je blijven herstellen, opnieuw bewerken, - .

00:11:51 Manon van der Mullen: Lagen over elkaar.

00:11:51 Janine Abbring: En wat natuurlijk heel logisch is, is de prent is natuurlijk gespiegeld tien opzichte van het schilderij van Rubens.

00:11:56 Manon van der Mullen: Ja, dat is niet altijd zo, bij wat wij reproductie grafiek noemen. Soms was het doel van de kunstenaar wel om het in dezelfde richting uit te voeren, maar in dit geval is er na het schilderij van liever naar een voorbeeld gekeken. Wil je als je het dan in de koperplaat aanbrengt en vervolgens afdrukt, is de afdruk in spiegelbeeld.

00:12:13 Janine Abbring: Weten wij voor wie zij dat album maakt?

00:12:15 Manon van der Mullen: De bedoeling was om een volledige uitgave van de metamorfose van Ovidius uit te brengen. Wat uiteindelijk helaas niet gelukt is. En in 1677 is ze een groot deel van die plaat, maar dat is echt al 40 jaar na haar dood, alsnog gebruikt voor een Franse vertaling. Via allerlei omzwervingen kon het toen nog worden, maar niet op de manier zoals zij dat voor ogen hadden..

00:12:36 Janine Abbring: Maar eigenlijk als illustraties, dus bij het verhaal. Maar het is niet zo dat er een opdrachtgever is die zei: "Hé, ik wil heel graag zo'n album."

00:12:44 Manon van der Mullen: Nee, uiteindelijks tond voor hun ook de afbeelding centraal en niet zo zeer de tekst. Denk dat ze echt meer een kunstalbum maken, heel luxueus uitgevoerd, met een mooie band, en dat het echt meer een kijk boek werd dan echt, zoals we nu zouden zeggen, een leesboek.

00:12:56 Janine Abbring: Ze werken in het atelier met haar vader en haar broers en op welke manier kwam er dan broed op de plank?

00:13:04 Manon van der Mullen: Ze produceerden heel veel. Het oeuvre van haar broers, is ook een stuk groter dan haar eigen oeuvre. Op een gegeven moment trouwt Magdalena de Passe en dan wordt je geacht als vrouw, dat je dan toch niet meer werkt. Ze nam ook de mantelzorg voor haar vader, nam ze op zich. De genomen verschoven eigenlijk en haar broers doen vooral echt het productiewerk en maakten heel veel. Uiteindelijk heeft Magdalena de Passe nog steeds een businessidee te ontwikkelen door de bedrukken van slaapmutsen van huismutsen. Ze gebruikt dezelfde koperplaat eigenlijk die ze ook gebruikt om prenten me te drukken, daar drukte ze linnen mutsen me. Die door gegoede heren werden gedragen in huis van in bed.

00:13:41 Janine Abbring: Ze begint een kledinglijn?

00:13:42 Manon van der Mullen: Ze begint eigenlijk een soort kledinglijn. En ze hadden ook het patent erop van het octrooi om dat drie jaar te mogen doen, exclusief.

00:13:51 Janine Abbring: Met wat voor afbeeldingen dan?

00:13:52 Manon van der Mullen: Ze koos voor bekende vorsten, vaak met een protestantse achtergrond. Dat was ook de doelgroep die ze probeerde te bereiken: de protestantse burgerij. Eigenlijk probeer ze op die manier een soort merchandising te creëren, waarmee de gebruiker zelf kon identificeren. Wil je wie wilde de nou niet een van andere voorbeeld vorst van zn slaapmuts? Blijkbaar was dat een goede nies waar ze in wist te stappen. En het is dus een heel ander onderwerp, ook dan de onderwerpen die ze letterlijk in prent bracht.

00:14:17 Janine Abbring: Toch had ze een behoorlijke status, als kunstenaar.

00:14:20 Manon van der Mullen: Ze hadden een heel groot netwerk, ze hadden heel veel contacten ook met kunstenaars in Utrecht. Ze zag heel veel kunstwerken die ze reproduceerde, die kon ze in het echt zien. Heel veel kunstenaars, ook uit haar omgeving, die lieten ook hun waardering voor haar blijken. Schreven ook inderdaad lofdichten, vond het bijna een eer om door haar gereproduceerd te worden. En dat was toch heel bijzonder, ze had echt wel haar eigen netwerk opgebouwd. En daaruit bleek dus ook heel erg die waardering.

00:14:46 Janine Abbring: En dat was redelijk zeldzaam, neem ik aan, voor een vrouw in die eeuw? Van in elk geval in dat tijdperk.

00:14:52 Manon van der Mullen: Ja, ik denk wel dat de omvang van haar werk en de zaken aanpakte, wil je ook niet vergeten, ze is uiteindelijk 37 jaar geworden, en is getrouwd. Dat had allemaal de beste invloed. En dan is het toch bijzonder als je ziet wat ze voor elkaar heeft weten te krijgen, in die relatief korte periode. Haar vader en ook haar broers die gingen maar door, die gingen internationaal, die gingen naar het buitenland. Maar zij was toch ook veel meer eigenlijk aan huis gekluisterd. Ook door haar zorgtaken en daar wisten ze toch het maximum van te maken.

00:15:20 Janine Abbring: Waar zit hem dat denk je in? Dat zij zo succesvol kon zijn. Dat?

00:15:25 Manon van der Mullen: Dat vind ik moeilijk om te zeggen, omdat ze echt een uitzondering was.

00:15:28 Janine Abbring: Wat akte ze anders dan andere vrouwen, in die tijd? Zou ze assertiever zijn geweest? Het helpt natuurlijk ook mij dat haar familie haar steunen.

00:15:35 Manon van der Mullen: Als ik iemand had mogen interviewen, in de zeventiende eeuw, dan was zij dat om gewoon te zien hoe zij dingen aanpakte. Wil je normaal zie je ook wel dat er in zo'n familie-atelier nog wel wat strijd van jaloezie kan ontstaan. Maar dat bleek daar toch niet het geval te zijn. Zoals het nu op ons overkomt is toch wel heel bijzonder, denk ik.

00:15:59 Janine Abbring: De prent is onderdeel van een album. En hoe is het in het museum terechtgekomen?

00:16:03 Manon van der Mullen: Het komt uit de collectie van Michiel Hinloopen, en dat was een deksel van een vooraanstaande Amsterdamse regentenfamilie, die ook een paar openbare functies aan de tweede helft van de zeventiende eeuw. En hij had echt een gigantische prentencollectie. Wat heel veel gegoede hamburgers in die tijd deden, was een zogenaamde 'grand tour'. Hij ging naar het buitenland, hij liet zich -, hij [onhoorbaar] zich aan kunst in het buitenland, liet zich inspireren. Kocht ook heel veel prenten op zijn reizen, en die bracht die allemaal terug naar Amsterdam en liet die vervolgens inbinden en 52 albums. Een totaal heeft die je 7034 prenten om zich te verzamelen en die dus dematisch laten inbinden. En die hele collectie is dan terechtgekomen in het stadhuis, het huidige Paleis op de Dam, want hij heeft alles nagelaten na zijn dood aan de stad Amsterdam. Hij overleed in 1708 en daarna zijn de prenten eigenlijk een beetje zwerven. Ze zijn heel lang in het stadhuis gebleven. Je kon ook zelfs, tegen betaling, kon je gaan kijken als een soort van museum, dus heel veel mensen deden dat. Ging daarheen en toen Napoleon aan de macht kwam, in de vroege negentiende eeuw, moest het hele stadhuis ontruimd worden, dus de hele collectie een beetje verspreid geraakt. En uiteindelijk via de Rijksakademie, is het eigenlijk in beheer terechtgekomen bij het Rijksprentenkabinet bij het Rijksmuseum. En daar maakt het nu, als een van de grootste deelcollecties, deel van uit.

00:17:20 Janine Abbring: Maar zit het nog in zo'n ander album ingebonden?

00:17:22 Manon van der Mullen: Door die omzwervingen waren er ook heel veel andere theorieën over hoe die kunststof zou moeten worden, dus helaas is het oorspronkelijke ordening verloren gegaan. Want al in 1709, dus een jaar na zijn dood, kwam ene Simon Schijnvoet en die had bedacht: 'Nou, laten we het gewoon op schildersscholen doen, willen dat is overzichtelijker'. En toen is eigenlijk alles ingebonden, zijn verschillende metamorfose-illustratie series zijn bij elkaar gebonden. Dus ongeacht dat de geen historische ensembles waren, zijn ze alsnog bij elkaar gevoegd. Wil je praktisch dan had je alle metamorfose prenten, maar gewoon bij elkaar.

00:17:52 Janine Abbring: Dus dan is het eigenlijk op een totaal andere manier gecategoriseerd.

00:17:55 Manon van der Mullen: Ja en daarna is het weer uit elkaar halen is. Het is heel interessant om die wandeling eigenlijk te zien van die objecten en hoe ze daar tegenaan keken. En dat die ordening blijkbaar zo belangrijk was, om daar eigenlijk een logica in te zien. Dat het de oorspronkelijke verschijning soms, zoals we sterven nu als conservator heel graag willen bewaken, dat iets bij elkaar blijft en zo historisch mogelijk dat helemaal dat los werd gelaten. Dus nu zitten de 77 prenten wel bij elkaar in één album is.

00:18:21 Janine Abbring: De 77 van -

00:18:23 Manon van der Mullen: inclusief die 11 van Magdalena de Passe. Die 77 metamorfoseprenten, nu weer bij elkaar.

00:18:26 Janine Abbring: En niet samengebonden, letterlijk?

00:18:26 Manon van der Mullen: Nee, en ook niet op de manier zoals Michiel Hinloopen het had gedaan. Die had het weer anders ingericht.

00:18:35 Janine Abbring: En jij bent er voor dat werk van Magdalena de Passe behoort tot een van de hoogtepunten, de lijst van hoogtepunten van het Rijksmuseum. Waarom vind je dat?

00:18:44 Manon van der Mullen: Ja, hoogtepunten is misschien een beetje een moeilijk begrip. Wil je dat elke generatie andere hoogtepunten heeft, dan is het aan verandering onderhevig. En ik denk ook dat het goed is dat we altijd opnieuw kijken, met de kennis van nu maar zonder de blik op de eeuwigheid te verliezen. Maar ik vind dat dat een dynamisch iets zou moeten zijn. Magdalena de Passe zou een hoogtepunt moeten zijn, omdat ze gewoon laat zien dat ze niet alleen technisch goed was. Maar dat ze ook in haar tijd, terwijl ze omringd werd door mannelijke dominantie, dat ze wist dat wist te ontstijgen en dat ze ook nog ondernemer was en ook nog dochter en mantelzorger en echtgenote en dat ze al die rollen wisten te verenigen. En daarmee zo'n fantastisch, ook al is het klein, oeuvre nagelaten. En ik denk dat dat knapper is dan alleen maar een mooie schilderij maken van een mooie prent maken. Het is gewoon haar heel erg, waardoor ze ook heel goed in haar tijd verleden en waardoor ze ook nu, vind ik, meer gevierd zou moeten worden.

00:19:37 Janine Abbring: Tegen de stroom in, allerlei bordjes omhoog houdend, inderdaad zo'n carrière weten op te bouwen. EN je zei: "Als ik iemand zou kunnen interviewen uit de zeventiende eeuw, dan zou zij het zijn." Wat zou je der vragen?

00:19:50 Manon van der Mullen: Ik zou heel erg van haar vindingrijkheid, bijvoorbeeld met die slaapmuts van die huismuts, "hoe kwam je op het idee? Heb je er misschien nog een liggen?" Wil je helaas hebben we er nog steeds niet gevonden en ik ben zo benieuwd hoe ze er uit zien. Ik zou dan ook nog eens gaan kijken naar iemand die zo'n muts op heeft, gewoon thuis. Terwijl je dat eigenlijk niet ziet, wil daten is in de intieme privésfeer. Het lijkt mij zo'n fascinerend beeld en ook haar als inspiratiebron willen zien. "Hoe hou je staande, in die korte tijd? Hoe kun je daten, wat heb je bereikt?" Dat zou ik heel graag willen vragen.

00:20:26 Janine Abbring: In de volgende aflevering: gespannen zeilen, woeste golven, kruitdampen en gezonken schepen. Willem van der Velde, maakte in opdracht van de familie van de overleden bevelhebber Maarten Tromp, een groot schilderij van 'De slag bij Ter Heijde. Niet zomaar een schilderij, maar getekend in pen en inkt. Ik praat over dit curieuze werk met conservator zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst, Friso Lammertse. Vond je dit een leuke aflevering? Vergeet dan geen recensie achter te laten in Apple podcast, zo kunnen andere luisteraars deze podcast makkelijker vinden.

Abonneer je op In het Rijks met je favoriete podcastspeler

Het besproken beeld

Juno versiert haar pauwen met de ogen van Argus Juno versiert haar pauwen met de ogen van Argus