29-03-2023 - Rijksmuseum
Het slavernijverleden in Suriname is nauw verbonden met de plantage. In de 19e eeuw waren er zo´n 800. Van één van die plantages, koffie- en katoenplantage Zeezigt, staat in het Rijksmuseum een diorama gemaakt door de Surinaamse kunstenaar Gerrit Schouten. Hoe zag een plantage eruit? En waarom zou iemand er eigenlijk een herinnering van willen bewaren? Janine Abbring spreekt erover met conservator geschiedenis Eveline Sint Nicolaas.
Wil je weten hoe deze kijkkast eruitziet? Kijk dan hier.
Luister
Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek
00:00:00 Eveline Sint Nicolaas: Ik ben eigenlijk nog steeds heel erg geraakt door het feit dat het zo gedetailleerd is en dat het zo klopt en dat hij het allemaal van papier maakte, en dat daar dan zo een werkelijkheid wordt opgeroepen waar je steeds weer verrast wordt door details en om daarover na te denken van wat betekent dat? Hoe keek men naar slavernij? Hoe keek Gerrit Schouten naar slavernij? Dat vind ik fascinerend en dat maakt dat je er met een nieuwe blik naar kunt kijken.
00:00:26 Janine Abbring: Voor de afschaffing van slavernij in 1863 werd er in de negentiende eeuw nog rijkelijk geïnvesteerd in plantages in Suriname. Er waren er wel 800 te vinden. Een kijkkast in het Rijksmuseum geeft ons een unieke blik op hoe zo'n plantage eruit zag. Conservator Geschiedenis Eveline Sint Nicolaas neemt ons mee naar de koffie- en katoenplantage Zeezigt. Mijn naam is Janine Abbring en dit is “In het Rijksmuseum”, de podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Verdeeld over vier verdiepingen en 80 zalen zie je in het Rijksmuseum meer dan 8000 voorwerpen. In deze podcast bespreken we per aflevering één object dat in het museum te zien is. Met in deze serie de negentiende eeuw: een eeuw in beweging. In deze aflevering een diorama van plantage Zeezigt. Voor we beginnen: wil je weten hoe deze kijkkast eruit ziet, ga dan naar Rijksmuseum.nl/podcast. Wat is een diorama?
00:01:37 Eveline Sint Nicolaas: Ja, een diorama is eigenlijk een kijkkast, dus een soort kijkdoos die je misschien als kind ook maakt, maar dan veel groter. Van hout is het gemaakt en daarbinnen bevindt zich een voorstelling die van papier helemaal is geboetseerd zou je kunnen zeggen. Het zijn driedimensionale figuren en huizen en in dit geval zijn ze in Suriname gemaakt.
00:01:59 Janine Abbring: Inderdaad, het beeld wat ik had van een kijkdoos is: dan keek je door een klein gaatje, maar dit is een heel breed perspectief op een tafereel.
00:02:08 Eveline Sint Nicolaas: Ja, ze zijn van voren open, dus het is echt de bedoeling dat je een soort kijkje krijgt in het landschap of in een stad, Paramaribo bijvoorbeeld, hoe dat eruitziet. Je moet je voorstellen dat ze zijn gemaakt voor de komst van de fotografie. Er wordt iets vastgelegd om dat over zee te laten zien, vaak.
00:02:25 Janine Abbring: Dus een kijkdoos niet met een gaatje waardoor je kijkt, maar een breed perspectief. Je zei: het is groot. Hoe groot, gemiddeld, moet ik dan aan denken?
00:02:33 Eveline Sint Nicolaas: Soms zijn ze een meter breed, soms wat langer. Soms zijn ze, denk ik zo'n, wat zal het zijn, zo'n 60 centimeter. Dat verschilt een beetje in de breedte en dan zijn ze vaak, denk ik, zo'n 40 centimeter hoog. Ik gok nu een beetje, hoor.
00:02:48 Janine Abbring: Ja, maar groot, dus inderdaad.
00:02:48 Eveline Sint Nicolaas: Ja, je moet niet aan een schoenendoos denken, maar het is echt vijf keer zo breed. Er zit een mooie diepte in, ik denk van zo'n 30, 40 centimeter. En soms buigt de achterkant een beetje en vaak is daar met gouache landschap op geschilderd. En dan daarvoor is een hele voorstelling van figuren die van papier zijn gemaakt, van papier-maché zou je je iets bij voor kunnen stellen.
00:03:14 Janine Abbring: Ja, en het specifieke diorama waar wij het over hebben is de koffie- en katoenplantage Zeezigt van Gerrit Schouten. Maar, nu wil het feit dat toen jullie het aankochten, was het niet bekend dat het van die plantage was, want wat was toen de titel?
00:03:30 Eveline Sint Nicolaas: Het diorama is in 1983 door het museum gekocht in een Engelse kunsthandel als een plantage in Suriname en daar is verder ook heel lang niet heel veel meer over nagedacht of onderzoek naar gedaan. Tot op een gegeven moment Gerrit Schouten iets meer in de belangstelling kwam en het Rijksmuseum een presentatie ging maken, ook over diorama's die wij hadden. Toen dacht ik van goh, het is toch eigenlijk wel heel frustrerend dat we niet weten welke plantage het is. Want wat wel duidelijk is, dat Gerrit Schouten eigenlijk heel natuurgetrouw iets weergeeft, het ziet er allemaal heel natuurlijk uit, dus ik dacht het moet toch eigenlijk wel mogelijk zijn om te achterhalen welke plantage dat dan is.
00:04:10 Janine Abbring: Het is naar de werkelijkheid gemaakt.
00:04:12 Eveline Sint Nicolaas: Ja, precies.
00:04:13 Janine Abbring: Ja, zonder fantasie of misleidende dingen, dus dat moet te herleiden zijn.
00:04:18 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:04:19 Janine Abbring: Ja. Dat is wat jij hebt gedaan. Daar wil ik zometeen alles over horen, die zoektocht. Maar laten we eerst even kijken naar wat we precies zien op dit diorama. Kun je het eens omschrijven?
00:04:28 Eveline Sint Nicolaas: Ja, je ziet een mooie wolkenlucht op de achtergrond en daarvoor is een landschap met een aantal palmbomen. Op de voorgrond is een rivier te zien en daar is een aantal verschillende boten te zien, onder andere een tentboot, dat was een boot waarmee plantage-eigenaren zich van de plantage naar de stad Paramaribo lieten vervoeren. Maar we zien ook een...
00:04:53 Janine Abbring: Waarom heet dat een tentboot?
00:04:55 Eveline Sint Nicolaas: De tentboot heeft aan de achterkant een overdekt gedeelte. Dat is dus een deel waar je onder een tentje zit, zodat je niet in de zon zit. En daar voor - dat zien we nu niet op het diorama - waren er vaak zes roeiers die de boot voortroeiden en die zaten wel in de zon. In Suriname is het natuurlijk behoorlijk warm, dus is het fijn als je in de schaduw vervoerd kunt worden.
00:05:16 Janine Abbring: Ja, en dat de tot slaaf gemaakte, neem ik aan, roeiers, dat die in de zon zitten, daar had die plantage-eigenaar geen boodschap aan.
00:05:24 Eveline Sint Nicolaas: Nee. Die plantages die liggen vaak toch wel een dag varen van de stad. Je moet je voorstellen dat zo'n plantage wel een beetje midden in de wildernis is, dus je had die tentboot echt nodig om af en toe naar de stad, naar de bewoonde wereld, te kunnen.
00:05:40 Janine Abbring: Te verplaatsen?
00:05:41 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:05:41 Janine Abbring: Wat zien we nog meer? Huizen?
00:05:43 Eveline Sint Nicolaas: Ja, we zien een heel indrukwekkend plantershuis of het huis van de plantage-eigenaar met wel drie verdiepingen. Het is een houten huis, maar het staat op een stenen onderbouw en dat is voor zo'n huis echt een heel rijk en omvangrijk huis. Dan zijn er wat gebouwen die met de plantage te maken hebben. Het is een koffie- en katoenplantage, dus er is een loods waar de katoen verder wordt verwerkt en helemaal rechts op de voorgrond is de timmerloods te zien. Eigenlijk had elke plantage een eigen timmerwerkplaats waar kratten of tonnen werden gemaakt om het product wat op de plantage werd verbouwd naar de stad te brengen, want een plantage was eigenlijk helemaal een soort zelfvoorzienende eenheid.
00:06:28 Janine Abbring: Ja, er liggen ook inderdaad planken voor en er staan ook nog een aantal mensen op, ik neem aan...
00:06:34 Eveline Sint Nicolaas: Ja, daar is een heleboel bedrijvigheid en daarvoor zie je een klein vrachtbootje, een pondo, die heeft een dek van bananenblad. Over die zelfvoorzienendheid, er is een hele grote moestuin bij deze plantage en dat is natuurlijk ook heel belangrijk dat je zelf voor je eten kon zorgen en zo min mogelijk naar Paramaribo moest.
00:06:53 Janine Abbring: Ja, want je vertelde, het kostte dus best wel even om naar Paramaribo toe te gaan, want dat moest per boot en hoe lang was je dan onderweg?
00:07:02 Eveline Sint Nicolaas: Je moest natuurlijk met het getij rekening houden, maar je was wel minstens een dag onderweg, soms langer, soms moest je overnachten bij mensen op een andere plantage op weg naar de stad.
00:07:11 Janine Abbring: Weten wij hoeveel mensen er woonden en werkten op deze plantage?
00:07:18 Eveline Sint Nicolaas: Dit diorama is niet gedateerd, maar het is waarschijnlijk gemaakt in 1823, toen er een nieuwe eigenaar kwam, en in dat jaar kunnen we opzoeken in de Surinaamse almanak hoe groot de plantage is en wat er wordt verbouwd. Dan vind je dat het koffie en katoen is en een meneer Robert Cook de eigenaar is, en dan zijn er zo'n 400 mensen in slavernij op de plantage werkzaam.
00:07:40 Janine Abbring: 400.
00:07:41 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:07:41 Janine Abbring: En die woonden dan ook allemaal daar op dat...
00:07:44 Eveline Sint Nicolaas: Ja, want dat heb ik nog niet genoemd, maar rechts op de achtergrond zie je de onderkomens van de tot slaaf gemaakte mensen, die werden daar in woningen met grote groepen ondergebracht.
00:07:55 Janine Abbring: Ja, nee, ze hadden geen eigen huizen, het zijn echt verblijven als je...
00:08:00 Eveline Sint Nicolaas: Dit zijn waarschijnlijk door de plantage-eigenaar gebouwde barakken. Er werd iets meer aandacht besteed aan de omstandigheden waarin de mensen moesten leven en ook werd meer aandacht besteed aan het voedsel wat ze kregen, want met de afschaffing van de slavenhandel in 1814 was het toch moeilijker geworden om steeds maar weer nieuwe mensen te kunnen kopen. Dus werd men langzamerhand wel iets zuiniger, zou je kunnen zeggen, op de mensen in slavernij.
00:08:27 Janine Abbring: Omdat ze moeilijker te vervangen waren?
00:08:28 Eveline Sint Nicolaas: Ja. Heel lang was er een enorm...
00:08:32 Janine Abbring: Aanwas?
00:08:32 Eveline Sint Nicolaas: Sterfte-overschot, maar er was ook zo'n groot aanbod van mensen nog steeds, dat je bij wijze van spreken niet eens je best hoefde te doen om iemand in leven te houden. Je gebruikte hem echt om zo hard mogelijk te laten werken voor je. Als iemand daardoor overleed van uitputting of door iets anders, dan kocht je vrij makkelijk een vervanger.
00:08:52 Janine Abbring: Ja, en in 1814 is die handel dus afgeschaft.
00:08:55 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:08:56 Janine Abbring: Want het jaartal 1863 ken ik, omdat toen in Nederland de slavernij is afgeschaft, duurde nog wel even voordat het echt helemaal klaar was, maar eerder is dus de handel al verboden.
00:09:06 Eveline Sint Nicolaas: Ja. Daar waren we ook niet de snelste mee. In Engeland was in 1807 de handel in slavernij al afgeschaft. Dat was op weg naar de afschaffing van slavernij.
00:09:17 Janine Abbring: Ja, maar niet met de grote stappen, inderdaad, omdat mensen dat...
00:09:21 Eveline Sint Nicolaas: Nee.
00:09:21 Janine Abbring: Natuurlijk een bijzonder moeilijk concept vonden. Aan het begin van het gesprek zei ik het al, toen het werd aangekocht door het Rijksmuseum, was het een onbekende plantage. De plek was niet bekend en jij bent gaan uitzoeken welke plantage dit precies was. Waar ben je begonnen?
00:09:37 Eveline Sint Nicolaas: Bij die timmerloods rechtsvoor eigenlijk. Dat is het leuke van die diorama's van Gerrit Schouten, die zijn ontzettend gedetailleerd. Elke keer als je met je neus daarop staat, dan zie je weer nieuwe dingen. Het viel me op dat op de kratten die aan land worden gebracht, dat daar grote letters staan, P en een L. De stok van de P is ook de staande stok van de L en een Z. Dat PL dat zie je wel vaker, dat staat voor plantage. Toen wist ik dat ik op zoek moest naar een plantage met een Z. Toen ben ik, in de tijd dat Gerrit Schouten werkzaam was, van 1810 tot 1836, alle plantages gaan opzoeken in de Surinaamse almanak die met een Z beginnen. Een aantal plantages kon ik toen vrij snel afvinken.
00:10:22 Janine Abbring: Zijn dat er dan twee of tientallen?
00:10:25 Eveline Sint Nicolaas: Nee, dat waren wel honderden plantages. Maar er waren heel veel suikerplantages in Suriname en het was me ook wel meteen duidelijk dat dit niet een suikerplantage voorstelt, want dan had je een schoorsteen en een suikermolen gezien. Er waren een aantal dingen die hier ontbraken waardoor duidelijk was dat het geen suikerplantage was. Een aantal plantages in die almanak die waren inmiddels verlaten of die waren niet meer zo actief, wat niet overeenkwam met dit toch hele rijke...
00:10:52 Janine Abbring: Levendige.
00:10:53 Eveline Sint Nicolaas: Plantershuis.
00:10:54 Janine Abbring: Want we zien een beeld van een plantage, maar we zien geen katoenveld of...
00:10:59 Eveline Sint Nicolaas: Nee, eigenlijk zie je alleen maar het bezit.
00:11:01 Janine Abbring: Ja.
00:11:02 Eveline Sint Nicolaas: Ja, en niet het werk.
00:11:03 Janine Abbring: Niet het werk inderdaad, wat natuurlijk ook heel veel zegt over wat dit werk inhoudt, maar daar komen we zo over te spreken. Even terug naar je zoektocht. Dus je wist, ik heb die letters, die staan op die kratten, P L Z, plantage Z, en toen ben je gaan deduceren.
00:11:17 Eveline Sint Nicolaas: Ja, en werd ik wel een beetje bij geholpen, want uiteindelijk bleven er niet zo heel veel over. Er was een plantage Zeewijk, er was een plantage Zeezigt. Toen ben ik naar andere bronnen op zoek gegaan en kwam ik een beschrijving tegen van plantage Zeezigt, waarbij dat huis van die plantage-eigenaar werd besproken, omdat het zo ontzettend uitbundig rijk is.
00:11:39 Janine Abbring: Een kast van een huis.
00:11:41 Eveline Sint Nicolaas: Ja, precies met al die verdiepingen en die galerij met die zuilen ervoor. Dat doet heel erg denken ook aan het gouvernementspaleis in Paramaribo. Het was wel iemand die dat liet bouwen, die dacht van nou, ik laat het breed hangen. Ik wil laten zien dat ik over veel geld beschik. Toen vielen dingen op hun plek. Toen dacht ik dit is plantage Zeezigt. Dat is een plantage aan de Motkreek en dat is weer een zijkreek van de Cottica en het ligt heel dichtbij...
00:12:07 Janine Abbring: De Cottica-rivier?
00:12:07 Eveline Sint Nicolaas: Ja, ligt heel dichtbij de Atlantische Oceaan.
00:12:10 Janine Abbring: Vandaar natuurlijk ook die boten en alles wat daar zo voorbij vaart.
00:12:14 Eveline Sint Nicolaas: Ja, want het is heel goed om je te bedenken dat dat water echt essentieel is in Suriname om je te verplaatsen. Zoals wij aan wegen denken, moet je in Suriname echt aan rivieren denken als de manier om je te verplaatsen. Want over het land is veel te onbegaanbaar als het niet tot een plantage is omgevormd. Dus alle rivieren en alle kreken dat zijn essentiële plekken waar je je vervoert.
00:12:37 Janine Abbring: Snelwegen eigenlijk?
00:12:38 Eveline Sint Nicolaas: Ja, precies.
00:12:43 Janine Abbring: Wat weten we nog meer over de maker, Gerrit Schouten?
00:12:46 Eveline Sint Nicolaas: Gerrit Schouten is geboren in Paramaribo in 1779. Zijn vader is Hendrik Schouten, die was een dichter. Hij had ook allerlei andere baantjes maar dat is, denk ik, wat hij het liefst deed en hij had een letterkundig genootschap in Paramaribo opgericht.
00:13:03 Janine Abbring: Kwam Hendrik wel uit Nederland?
00:13:04 Eveline Sint Nicolaas: Hendrik Schouten komt uit Nederland, hij is geboren in Amsterdam en zijn vader, die heet weer Gerrit, om het makkelijk te maken, die voer op Suriname. Dus daar komt de eerste connectie met Suriname vandaan. Hendrik Schouten vestigt zich op een gegeven moment in Suriname en daar trouwt hij met Suzanna Johanna Hanssen. Zij heeft gemengde achtergrond. Zij is de dochter van een Duitse plantage-eigenaar Samuel Luske en Betty van Hannibal en dat was een vrijgeboren zwarte vrouw. Dus in de moeder van Gerrit Schouten, van de diorama's, zit een vrije zwarte vrouw en een Duitse plantage-eigenaar.
00:13:47 Janine Abbring: Ja.
00:13:47 Eveline Sint Nicolaas: Als je nog weer een generatie daarboven kijkt, dan is de vader geboren in slavernij. Dus het is een familie waar van alles samenkomt, van plantage-eigenaar, slaaf gemaakt en vrijgeboren Afro-Surinaamse vrouw.
00:14:03 Janine Abbring: Toch weerhield dat Gerrit Schouten er niet van om een...want ik neem aan dat dit in opdracht is gemaakt?
00:14:08 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:14:09 Janine Abbring: Om een opdracht als deze aan te nemen en om een beeld te schetsen van een plantage.
00:14:14 Eveline Sint Nicolaas: Het was een hele rijke, welgestelde familie, die zelf ook plantages bezat.
00:14:18 Janine Abbring: Ja.
00:14:19 Eveline Sint Nicolaas: Dus dat loopt allemaal in elkaar over en dat zie je ook aan de opdrachtgevers die Gerrit Schouten had. Daar zaten rechters bij, die zich dagelijks bezighielden met het naleven van het verbod op de slavenhandel, maar er zitten ook plantage-eigenaren bij. Dat is natuurlijk precies hoe de Surinaamse samenleving er op dat moment uitziet. Slavernij is nog alom vertegenwoordigd. Mensen in slavernij wilden zich daar zeker uit ontworstelen en probeerden dat op allerlei manieren, kwamen in verzet. De mensen die onderdeel waren van het systeem, die waren daar langzamerhand...in de loop van Gerrit Schouten zijn leven zie je dat dat verandert en dat er een andere houding komt ten aanzien van de wreedheden van het systeem. Maar het systeem an sich wordt nog maar door heel weinig mensen echt bekritiseerd.
00:15:07 Janine Abbring: En in twijfel getrokken.
00:15:08 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:15:09 Janine Abbring: Ja. Is dit de weergave van, zoals we dat zien hier in dit diorama, een idyllisch plaatje, want je ziet geen mensen werken bijvoorbeeld?
00:15:19 Eveline Sint Nicolaas: We hebben het eigenlijk alleen nog maar over de gebouwen gehad die je ziet. Je ziet wel mensen werken, maar ik ben het helemaal met je eens dat het er heel idyllisch uitziet. Dat heeft natuurlijk alles met de opdrachtgever te maken. Maar als je voor dat grote huis kijkt, dan zijn er mensen aan het werk om koffiebonen op een droogvloer uit te spreiden. Koffiebonen werden na de oogst in de zon gedroogd. Dat gebeurt voor het huis op de droogvloer. Aan de achterkant van het huis zijn mensen bezig om de katoen die geoogst is, uit te spreiden in de zon. En je hebt natuurlijk die timmerwerkplaats waar gewerkt wordt. Dat is denk ik wel interessant dat we nu met hele andere ogen naar zo'n diorama kijken. En omdat het naar mijn idee toch heel erg waarheidsgetrouw is of de werkelijkheid weergeeft is het ook wel heel interessant om te zien wat wordt er wel en niet weergegeven.
00:16:11 Janine Abbring: Wat was het plaatje, denk jij, dat Schouten wilde schetsen?
00:16:15 Eveline Sint Nicolaas: Kijk, dit is een tijd in Suriname dat het geld niet op kon. Toen plantage Zeezigt in 1785 startte, was er een enorme hoeveelheid geld beschikbaar, vooral in Nederland, via fondsen. Mensen wilden heel graag allemaal een graantje meepikken van dat succes van koffie vooral in Suriname. Men wilde obligaties in een plantage en dat betekende dat er ontzettend veel geld beschikbaar was. Je liet je plantage taxeren en tweeënzestig en een half procent van die waarde kon je lenen en dan hoefde je pas tien jaar later terug te betalen tegen redelijk gunstige rente. Men wist eigenlijk van gekkigheid niet wat men met al dat geld moest.
00:17:00 Janine Abbring: En wie het breed had, liet het breed hangen.
00:17:02 Eveline Sint Nicolaas: Dat zie je dus aan dit huis onder andere op die plantage.
00:17:05 Janine Abbring: Ja. Was de opdrachtgever de eigenaar van de plantage?
00:17:08 Eveline Sint Nicolaas: Ik denk dat dat een paar eigenaren verder is. De eerste, de oprichter, is Johannes Baak, die ging op z'n negentiende vanuit Utrecht naar Suriname, omdat die dacht: ik wil ook geld verdienen, want dat klinkt allemaal zo makkelijk. Die begon met een partner, Jacobus Meurs, in 1785 die plantage. En dan een aantal eigenaren verder in 1823 heb je Robert Cook en ik denk dat hij de opdrachtgever is geweest voor dit diorama. Dat is ook net de tijd dat Gerrit Schouten echt een beetje op zijn top zit. Je moet je voorstellen dat iedereen toch ook heel erg trots was op dat bezit wat men had.
00:17:45 Janine Abbring: Ja. Was dat ook een reden om zo'n diorama te laten maken?
00:17:48 Eveline Sint Nicolaas: Ja. Je kon natuurlijk je bezit laten schilderen of tekenen, maar er waren niet heel veel kunstenaars in Suriname. Maar Gerrit Schouten wordt ook wel genoemd de eerste kunstenaar, iemand die echt kon leven van zijn werk in Suriname. Dan kon je je bezit laten vastleggen. En in deze tijd krijg je ook steeds meer dat die plantages op afstand worden beheerd, want dat hele idee van maar geld kunnen lenen en van gekkigheid eigenlijk niet weten hoe je dat moet uitgeven.
00:18:14 Janine Abbring: Ja, dat klinkt als een soort financiële bubbel, die dan ook een keer moet barsten.
00:18:17 Eveline Sint Nicolaas: Ja, dat klapte ook. Want al dat geld dat kon je lenen op basis van de waarde van je plantage en niet zozeer de waarde van producten of van de opbrengsten. Als er een misoogst was, dan werd het al meteen heel erg moeilijk om die rente op te hoesten. Op een gegeven moment zakt dat hele systeem in en gaat van heel veel van die mensen, die het geluk zijn gaan zoeken in Suriname, hun bedrijf of hun plantage failliet.
00:18:41 Janine Abbring: Keren met hangende pootjes terug.
00:18:43 Eveline Sint Nicolaas: Keren met hangende pootjes terug. Het bezit in Suriname komt dan in handen van negotiatiefondsen of van handelshuizen in Nederland of in Engeland. Die fondsen en die handelshuizen willen ook graag weten hoe hun bezit eruitziet. Dus heel veel van dit soort diorama's zijn ook gemaakt om naar Nederland te sturen.
00:19:04 Janine Abbring: Van kijk, zo ziet jouw bezit eruit.
00:19:06 Eveline Sint Nicolaas: Ja, daar zal het hebben gefunctioneerd om te laten zien van nou, als u wilt investeren in Suriname, zo'n plantage ziet er zo uit en dit is de rijkdom die wij over zee hebben en waar u deel van uit kunt maken.
00:19:19 Janine Abbring: Ja, letterlijk en figuurlijk, zoals wij nu ook een 3D-presentatie van iets zouden geven, was dit ook een 3D-presentatie.
00:19:26 Eveline Sint Nicolaas: Ja. Het is heel interessant, Gerrit Schouten overlijdt in 1839 en ik geloof dat drie maanden later in de krant de uitvinding van de fotografie wordt aangekondigd, dat is bijna een geruisloze overgang. Dan gebeurt er iets heel anders. Dan worden er foto's gemaakt van de plantage, ook hele zakelijke foto's van het bezit, om dat op te sturen naar Europa om te laten zien hoe het bezit is.
00:19:52 Janine Abbring: Ja. Nou is het woord idyllisch al gevallen, omdat het plaatje wat hier is geschetst door Schouten, of niet geschetst, maar gepapiermacheed in dit geval, redelijk idyllisch oogt en toch is er een discrepantie te ontdekken, want helemaal rechts achterin het diorama zien we een tafereel, wat alles behalve idyllisch is. Kun je dat omschrijven?
00:20:18 Eveline Sint Nicolaas: Ja, we zien daar waarschijnlijk de opzichter van de plantage te paard zitten met zijn hoge hoed in zijn pak. Daarachter loopt een zwarte man, een tot slaaf gemaakte man, die aan zijn houding te zien, wordt voortgetrokken door een touw, wat er niet meer is, maar waarschijnlijk heeft er ooit in het diorama een touw gezeten van die opzichter naar die man. Het vermoeden is dat het hier gaat om iemand die geprobeerd heeft om te vluchten van de plantage en die gepakt is en wordt teruggevoerd. Dat geeft natuurlijk meteen een heel ander beeld aan dit plaatje, wat vooral de rijkdom en de welvarendheid van dat plantagebedrijf laat zien.
00:20:57 Janine Abbring: Maar ook omdat je je realiseert dat het bedoeld was om wat jij vertelde in zo'n handelskantoor in Amsterdam te laten zien waar je in investeert, ook een beetje om op te scheppen soms, denk ik, toch? Om bezit te tonen?
00:21:11 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:21:12 Janine Abbring: Om indruk mee te maken. En dan toch kiest de kunstenaar ervoor en indirect eigenlijk ook de eigenaar van zo'n diorama ervoor om dit ook te laten zien.
00:21:20 Eveline Sint Nicolaas: Ja, dat is heel interessant. We kunnen het helaas Gerrit Schouten niet meer vragen, maar je vraagt je af of hij hiermee een soort kritische noot, een soort verhulde boodschap van kijk, dit maakt ook deel uit van het systeem. Het kan ook zijn dat het gewoon het weergeven van de werkelijkheid is, van dit is onderdeel van het systeem.
00:21:38 Janine Abbring: Ja, dit is gewoon de dagelijkse werkelijkheid.
00:21:41 Eveline Sint Nicolaas: Dit is wat erbij hoort.
00:21:42 Janine Abbring: Ja, dit normaal.
00:21:44 Eveline Sint Nicolaas: Dat zou je eruit kunnen opmaken. Zoals je de timmerloods laat zien, zoals daar gewerkt wordt, zo is dit wat de opzichter doet.
00:21:52 Janine Abbring: Ja, en ik denk ook dat veruit de meeste Nederlanders het systeem slavernij ook als iets vanzelfsprekends zagen.
00:21:59 Eveline Sint Nicolaas: Ja, hoewel dit wel interessant is, omdat ik denk dat heel veel mensen het wel vanzelfsprekend vonden, maar ook nooit heel veel verder kwamen of misschien zich er niet echt in verdiepten wat dat dan betekende, dat systeem voor mensen.
00:22:10 Janine Abbring: Ja, zich niet bewust waren van de gruwelijkheden of zich niet bewust wilden zijn van de gruwelijkheden.
00:22:15 Eveline Sint Nicolaas: Ja, daar was best wel informatie over, maar dat die interesse niet zo ver ging voor heel veel mensen.
00:22:22 Janine Abbring: Ja.
00:22:22 Eveline Sint Nicolaas: Daar gaf dit diorama dan wel, al is het ver op de achtergrond, maar eventjes lijkt het alsof we meer een blik krijgen op dat deel van het hele plantagebedrijf, wat verder natuurlijk heel erg buiten beeld blijft, omdat we geen katoenvelden en geen koffievelden zien.
00:22:40 Janine Abbring: En toch opeens inderdaad die donkere kant ook van het dagelijks leven.
00:22:42 Eveline Sint Nicolaas: Ja, die natuurlijk bij dat systeem hoorden, want om al die mensen aan het werk te houden, was er voortdurend een systeem waarbij geweld te pas kwam om iedereen in bedwang te houden.
00:22:54 Janine Abbring: Ja, het is natuurlijk het meest aannemelijk dat als het bedoeld is als kritische noot, ik niet weet of zo'n opdrachtgever akkoord was gegaan.
00:23:02 Eveline Sint Nicolaas: Nee, dat is een hele goeie vraag, dat weet je niet, maar je kan ook denken dat...
00:23:06 Janine Abbring: Dat hij het niet heeft gezien?
00:23:07 Eveline Sint Nicolaas: Dat hij het niet heeft gezien. Het is natuurlijk niet heel prominent te zien.
00:23:11 Janine Abbring: Nee, dat blijft gissen.
00:23:13 Eveline Sint Nicolaas: Dat blijft gissen, ja. Je hebt wel eens het idee dat die diorama's echt alleen maar dat idyllische laten zien. En ook vanwege de naam Gerrit Schouten heb je niet meteen het idee dat ze gemaakt zijn door iemand die zo onderdeel was op allerlei manieren van die samenleving. Daarom is het toch wel heel goed dat we dit soort details nu wel beter zien en daar ook op wijzen in de etiketten. Dat zet aan het denken en dat geeft misschien een wat bredere blik op de werkelijkheid dan je op het eerste gezicht denkt.
00:23:44 Janine Abbring: Ja, genuanceerder.
00:23:45 Eveline Sint Nicolaas: Ja.
00:23:46 Janine Abbring: Ja. Het jaar 1863 is al gevallen, afschaffing van de slavernij in Nederland. Ik weet dat dat niet meteen het einde betekende van de slavernij, omdat veel mensen verplicht waren om nog een X aantal jaren door te werken. Hoe verliep dat toen daar? Zegt dit daar ook iets over?
00:24:10 Eveline Sint Nicolaas: Tegen die tijd was plantage Zeezigt niet meer zo'n hele bloeiende plantage. Kort na het maken van dit diorama, dus zo in de jaren '20 van de negentiende eeuw, waren er katoenwormplagen en orkanen en de oogst mislukte vanwege hevige regenval. Dus het is eigenlijk een heel ellendig verhaal, ook voor de andere plantages langs die Motkreek. Het was een hele reeks plantages, die langzamerhand steeds meer in handen komen van van allerlei fondsen en banken. Zeezigt is dan inmiddels bezit van Insinger en Co. En er is een aantal plantages samengevoegd. Dus als de emancipatie, de afschaffing van slavernij nadert, dan zijn er nou ik geloof iets van 600 mensen in slavernij samengebracht op Zeezigt. Dat is inmiddels zo'n macht dat dat bestuur op afstand eigenlijk niet meer zo goed weet of ze die plantage kunnen opheffen of niet. Maar ze zitten er een beetje mee in hun maag, omdat het gewoon financieel niks meer oplevert maar er ook zo'n enorme hoeveelheid mensen woont, die de macht kunnen grijpen. Uiteindelijk zitten ze dan een beetje hun rit uit, zou je kunnen zeggen, tot dat moment van die emancipatie in 1863, en dat heeft alleen maar een financiële achtergrond. De slavenhouders worden gecompenseerd voor 300 gulden per persoon, dus op die manier kon de bank dan toch nog wat geld innen. En de mensen in slavernij die werden niet gecompenseerd, zoals we weten.
00:25:41 Janine Abbring: Die moesten nog tien jaar doorwerken en dat was het wel.
00:25:43 Eveline Sint Nicolaas: Dan had je nog een periode van staatstoezicht van tien jaar.
00:25:46 Janine Abbring: Wat spreekt jou zo aan in het werk van Schouten en dan specifiek dit diorama?
00:25:53 Eveline Sint Nicolaas: Ik ben eigenlijk nog steeds heel erg geraakt door het feit dat het zo gedetailleerd is en dat het zo klopt. En dat hij het allemaal van papier maakte, daar was hij zelf ook heel trots op. Hij maakte hele kleine etiketjes en daar staat dan op geboetseerd van papier, Gerrit Schouten, met het jaartal. Die papiertjes zijn soms verloren geraakt, maar anders is dat natuurlijk al een fantastische bron. Maar dat het inderdaad echt allemaal van papier is gemaakt, dat vind ik heel bijzonder. En dat daar dan zo'n werkelijkheid wordt opgeroepen waar je steeds weer verrast wordt door details en ook wel weer steeds nieuwe dingen kunt zien. Dus die opzichter te paard en om daar over na te denken, van wat betekent dat, hoe keek men naar slavernij, hoe keek Gerrit Schouten naar slavernij? Dat vind ik fascinerend en dat maakt dat je er met een nieuwe blik naar kunt kijken.
00:26:42 Janine Abbring: Ja, het is echt een wereld waar je in kunt duiken en dan ook even over na kunt denken.
00:26:46 Eveline Sint Nicolaas: Ja, je kunt je eigenlijk echt...dat geldt ook voor andere diorama's in de collectie, van de Waterkant bijvoorbeeld. Als je op dat stuk in Paramaribo loopt, dan heb je net het idee of je in dat diorama loopt, die hele 3D-werkelijkheid, dat werkt ontzettend goed. Vaak moet je er een beetje schuin van onder naar kijken, dus ik denk echt wel dat ze bedoeld zijn om in een kast te plaatsen waar je er naar boven naar keek. Soms lijkt het alsof hij heel raar perspectief heeft gebruikt, maar dat werkt allemaal heel goed om je in die 3D-wereld te zuigen en je eventjes echt in Suriname te wanen.
00:27:24 Janine Abbring: In de volgende aflevering: op een schilderij van Nicolaas Pieneman is een sleutelmoment te zien uit onze koloniale geschiedenis: de onderwerping van Diponegoro, de belangrijkste Javaanse leider in de Java-oorlog. Maar was zijn arrestatie echt zo fair als de verbeelding van de Nederlandse kant doet vermoeden? Of is dit een klassiek voorbeeld van een verhaal met twee kanten? Ik bespreek het met conservator Geschiedenis Harm Stevens.
Abonneer je op In het Rijksmuseum met je favoriete podcastspeler
Met dank aan
In het Rijksmuseum is powered by ING.