16-09-2025 - Janine Abbring en Menno Fitski, hoofd Aziatische kunst
Stel je voor: je wordt als Nederlandse klerk naar de andere kant van de wereld gezonden, om een jaar lang te gaan wonen en werken op het Japanse eiland Deshima, aan het begin 19de eeuw, in een totaal afgesloten gebied. Het overkwam Maarten Mak, een gewone man uit Nederland. Je ziet hem op dit portret staan met de baai van Nagasaki op de achtergrond.
Wie was hij, wat deed hij daar, en hoe was het leven in Deshima? Host Janine Abbring interviewt Menno Fitski.
Luister
Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek
00:00:00 Menno Fitski: Op het eerste gezicht is het een vrij realistische afbeelding. Het is niet heel erg spannend weergegeven, maar als je goed gaat kijken, zie je zoveel details dat het tot leven komt. Dat is fantastisch van dat voorwerp. Een voorwerp heeft altijd veel lagen in zich en dat is bij dit zeker het geval.
00:00:19 Janine Abbring: Stel je voor: je wordt als Nederlandse ambtenaar naar de andere kant van de wereld gezonden om een jaar lang te gaan wonen en werken op het kunstmatige Japanse eiland Deshima, de Nederlandse handelsnederzetting aan het begin van de negentiende eeuw. Een totaal afgesloten gebiedje. Het overkwam Maarten Mak. Je ziet hem op dit portret staan met de baai van Nagasaki op de achtergrond. Wie was hij, wat deed hij daar en hoe was dat leven op Deshima? Mijn naam is Janine Abbring en dit is 'In het Rijksmuseum', de podcast van het Rijksmuseum waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Deze aflevering gaat over Maarten Mak, een van de tijdelijke inwoners van Deshima, de Nederlandse handelsvestiging in Japan. We zien hem op een schilderij van Ishizaki Yushi.
00:01:14 Janine Abbring: Menno Fitski, hoofd Aziatische kunst, vertelt ons over Mak's leven en hoe Yushi hem in beeld bracht. Wil je weten hoe het portret dat we bespreken eruitziet? Ga dan naar rijksmuseum.nl/podcast. Wie kijkt ons aan en wat heeft hij aan?
00:01:35 Menno Fitski: Dit is Maarten Mak. Hij was een koopman die naar Japan ging. Hij is ook een klerk en dat zie je. Als koopman was hij verantwoordelijk voor de administratie op Deshima. Hij kwam daar aan als hoofd klerk en dat was de derde man op Deshima, na de pakhuismeester. Dat was de belangrijkste koopman. Het opperhoofd zat er nog boven, maar hij was the third in command. Een inktstel staat naast hem op tafel. Je ziet een boek.
00:02:06 Janine Abbring: Laten we bij Maarten zelf blijven. Je hebt al veel dingen verteld die veel vragen oproepen. We komen zo nog langer te spreken over Deshima. Het is een kunstmatig eilandje voor de kust van Japan. Het was een handelspost waar handel mocht worden gedreven omdat dat in de rest van het land wat ingewikkeld lag. Maarten was daar blijkbaar een medewerker.
00:02:28 Menno Fitski: Maarten Mak komt daar in 1800 aan. Je ziet hem hier staan met een uitzicht over zee.
00:02:37 Janine Abbring: Hij heeft een [onhoorbaar 00:02:37] aan.
00:02:38 Menno Fitski: Het is ouderwetse kleding zoals je het uit de Jane Austen-films kent. Hij draagt een zwarte jas, een net vestje en een sjaal met een speld. Zijn haren zijn netjes geknipt.
00:02:53 Janine Abbring: Ik zou bijna willen zeggen dat het een Playmobilkapsel is.
00:02:56 Menno Fitski: De jonge Beatles.
00:02:59 Janine Abbring: Dat is misschien wat eervoller.
00:03:06 Menno Fitski: Hij kijkt je niet aan, maar een beetje langs je. Je krijgt de indruk dat het een nette man is.
00:03:10 Janine Abbring: Eén arm in zijn zij.
00:03:11 Menno Fitski: Dat is modieus. Hij houdt zijn hand op tafel.
00:03:14 Janine Abbring: Zijn rechterhand heeft hij op een boek gelegd.
00:03:17 Menno Fitski: Dat duidt denk ik zijn functie aan op Deshima, net als het inktstel daarachter.
00:03:23 Janine Abbring: De kantoorklerk.
00:03:25 Menno Fitski: Ja. Er hangt ook een zegel aan zijn vestje.
00:03:28 Janine Abbring: Er hangt een gouden sieraad onder zijn vestje.
00:03:32 Menno Fitski: Ik denk dat dat zijn zegel is. Er ligt ook een rol Japans papier naast hem op tafel.
00:03:39 Janine Abbring: Is die zegel hetzelfde als een zegelring?
00:03:42 Menno Fitski: Dat denk ik wel.
00:03:43 Janine Abbring: Zodat je in was iets kunt drukken en je merk kunt achterlaten.
00:03:46 Menno Fitski: Ja. Dat past helemaal bij zijn functie.
00:03:52 Janine Abbring: We weten dat hij op Deshima staat, dat kunstmatige eiland. Hij staat op een soort balkon.
00:03:58 Menno Fitski: Deshima is één grote lange straat met aan weerszijden huizen en pakhuizen. Aan het eind staat een speelhuis. Daar waren mensen vaak. Daar stond een biljarttafel op de begane grond en daarboven was een ontvangstkamer. Daar kon je wat drinken en gasten ontvangen.
00:04:16 Janine Abbring: Is een speelhuis een soort clubhuis?
00:04:20 Menno Fitski: Ja, een plaats voor vermaak.
00:04:22 Janine Abbring: Een soort dorpshuis van Deshima.
00:04:24 Menno Fitski: Misschien kun je het daarmee vergelijken. Je ziet hem dus staan voor de baai.
00:04:29 Janine Abbring: We zien bergen op de achtergrond en misschien een bootje.
00:04:35 Menno Fitski: Het is interessant, want hij was daar van 1800 tot 1807 en misschien heeft hij dit schildering als aandenken laten maken. Het was het evenement van zijn leven dat hij naar Japan was geweest. Als je terugkeert naar Nederland, kun je je voorstellen dat je daarvan een aandenken wil hebben.
00:04:54 Janine Abbring: Ja, ook van de belangrijke functie als derde man die hij daar bekleedde.
00:04:59 Menno Fitski: Later is hij pakhuismeester geworden, dus hij was belangrijk daar. Hij heeft vast heel veel geld verdiend.
00:05:04 Janine Abbring: We zien op de achtergrond de baai van Nagasaki, neem ik aan?
00:05:07 Menno Fitski: Ja.
00:05:08 Janine Abbring: Voor wie Deshima niet precies op zijn netvlies heeft, wat is het precies?
00:05:13 Menno Fitski: Deshima is de handelspost van Nederlanders in Japan. Dat was heel strak gereguleerd. In 1641 zijn ze daar terechtgekomen en zij moesten op dat eiland blijven. Dat was hun vestiging en van daaruit werd handel gedreven.
00:05:28 Janine Abbring: Dat mocht in de rest van Japan niet. Europa was daar niet welkom.
00:05:32 Menno Fitski: Precies. Europeanen waren daar niet welkom, want de Japanners hadden in de gaten dat ze kwamen met het christelijk geloof en nogal wat veroveringsdrang. Daar hadden ze geen zin in.
00:05:44 Janine Abbring: Het is ook gewoon kolonisatie.
00:05:46 Menno Fitski: Dat werd allemaal strak in de hand gehouden. Er waren verder geen Europeanen welkom in Japan. Dat was geconcentreerd op dat kleine eilandje. Daar zaten ze dan een heel jaar.
00:06:00 Janine Abbring: Met klein bedoelen we ook echt klein. Welke orde van grootte hebben we het over?
00:06:04 Menno Fitski: Ongeveer 65 bij 200 meter, dus zo ongeveer zo groot als de Dam in Amsterdam.
00:06:09 Janine Abbring: Hek eromheen en dat was je leefwereld.
00:06:11 Menno Fitski: Daar zit je dan.
00:06:11 Janine Abbring: Daar kwam Maarten Mak begin negentiende eeuw aan.
00:06:16 Menno Fitski: In 1800. Hij ging daar aan de slag. Hij is ook wel weer terug naar Batavia in Indonesië geweest. Daar kwam hij voor een tweede termijn, want een termijn in Japan duurde een jaar. Hij is in 1807 weggegaan. Dit is heel erg leuk en in dit verband heel relevant. Hij had een dochter in Japan. Hij had waarschijnlijk een relatie met een prostituee. Dat was vaker het geval op Deshima. Er mochten in principe geen vrouwen op Deshima komen, maar je kon af en toe een prostituee laten overkomen of je kon naar Nagasaki gaan.
00:06:57 Janine Abbring: Er waren alleen mannen op Deshima?
00:06:58 Menno Fitski: Ja.
00:07:01 Janine Abbring: Zij leefden daar op dat oppervlakte ter grootte van de Dam in Amsterdam. Er waren huizen, tuinen en een speelhuis. Het was een mini-maatschappij met alleen mannen. Om ook te veel oproer te voorkomen, denk ik dat prostituees daar af en toe naartoe mochten.
00:07:24 Menno Fitski: Ja. Daar kregen mensen relaties mee. Je kon die prostituee zelfs vrijkopen van haar bordeel en dan werd ze een vrije vrouw.
00:07:34 Janine Abbring: We komen later terug op die relatie en die dochter, maar laten we iets meer inzoomen op Maarten Mak zelf en het werk waar we hem op zien. Door wie is het gemaakt?
00:07:47 Menno Fitski: Het is gemaakt door de schilder Ishizaki Yushi. Hij komt uit een clan, een lijn van officiële schilders die daar aangesteld waren en die onder andere als taak hadden om afbeeldingen te maken van de aanwezigheid van Nederlanders.
00:08:03 Janine Abbring: Het was dus niet op verzoek van meneer Mak zelf gedaan?
00:08:05 Menno Fitski: Zeker wel. Er werden daar afbeeldingen van buitenlanders gemaakt, maar je kon ook schilderingen bestellen. Je kent misschien wel afbeeldingen van de haven van Nagasaki. Daar zijn er vrij veel van. Je kon die bij die werkplaats bestellen, want je wil natuurlijk graag een aandenken hebben. Die schilderstijl is een beetje naturalistisch. Het is vrij precies geschilderd.
00:08:28 Janine Abbring: Het is niet fotorealistisch.
00:08:31 Menno Fitski: Nee, maar het komt wel redelijk in de buurt. Je kunt het misschien het beste documentair noemen. Het moest dingen vastleggen en dat zie je er ook aan af. Alles is heel netjes geschilderd. Het is een mix van een Chinese naturalistische stijl met westers naturalisme. Dan kom je op deze stijl uit. Het is geschilderd op zijde met traditionele mineraalpigmenten.
00:08:58 Janine Abbring: Met best wel gedempte kleuren.
00:09:02 Menno Fitski: Ja, het is te vergelijken met aquarel. Je ziet allerlei details. Het is heel erg gedetailleerd geschilderd, zozeer zelfs dat je in de achtergrond ook nog van alles ziet. Dat is interessant, want als je jezelf laat afbeelden op Deshima, hoe zet je jezelf dan neer? Het is denk ik geen toevallige samenstelling van elementen. Hij heeft dit heel besteld.
00:09:32 Janine Abbring: Er is over nagedacht.
00:09:33 Menno Fitski: Absoluut. Dat is interessant, want dan ga je nadenken over dat persoonlijke leven van hem. Dan kom je ook uit bij die relatie en die dochter.
00:09:50 Janine Abbring: Neem ons eens mee naar dat eiland. We zien hem hier staan op het balkon van het speelhuis. Er zijn veel tekeningen, schilderijen en later ook foto's van Deshima gemaakt. In het Rijksmuseum staat een grote maquette van het eiland. Daar hebben we het eerder over gehad in deze podcast. Wie woonden op Deshima en hoeveel mensen zaten daar?
00:10:09 Menno Fitski: Je had het opperhoofd, de pakhuismeester, klerken en een dokter. In deze tijd zaten daar zo'n acht Nederlanders. Dat is vrij weinig. Er waren ook tot slaaf gemaakten die daar werkten. Dat konden er veel meer zijn dan de Nederlanders.
00:10:31 Janine Abbring: Er waren maar een paar Nederlanders. Ik neem dat er aan Japanse wachters waren?
00:10:36 Menno Fitski: Ja, er waren Japanse opzichters. Er was een tolkengilde. Zij woonden niet allemaal op Deshima, maar er was vrij veel personeel. Het aantal Nederlanders was vrij beperkt rond 1800.
00:10:49 Janine Abbring: Ze werden allemaal betaald door de VOC?
00:10:53 Menno Fitski: Ja, maar de VOC ging failliet in 1795, dus dat hield op. Vlak voordat Mak arriveerde, werd het hele stelsel van koloniën overgenomen door de Bataafse Republiek. Die regelde de schepen en van alles en nog wat.
00:11:14 Janine Abbring: Kwamen de tot slaaf gemaakten van voormalig Nederlands-Indië?
00:11:17 Menno Fitski: Ja. We weten daar niet zoveel van. In de zeventiende eeuw kwamen ze ook uit de westkust van India, maar begin negentiende eeuw kwamen ze uit de Indonesische archipel. Ik heb het in het Nationaal Archief lopen zoeken. Je vindt ook vermeldingen van slaaf gemaakten die verkocht worden uit Nias en dat soort plekken. Nias lag in de Indonesische archipel.
00:11:43 Janine Abbring: Kun je de maatschappij typeren?
00:11:45 Menno Fitski: Dingen waren vrij gereguleerd. Het personeel at tussen de middag samen in het huis van het opperhoofd. Er was vrij weinig te doen, vooral als je daar aan het wachten was. In juni kwam je met het schip aan en dan begon het handelsseizoen. In het najaar, rond oktober en november, gingen de schepen weer weg. In de tussentijd moest van alles gedaan worden.
00:12:13 Janine Abbring: Zoals?
00:12:13 Menno Fitski: De schepen moesten uitgeladen worden. Dat moest allemaal verkocht worden. Dat was een hele toestand met een koopmansgilde in Nagasaki waarmee onderhandelingen gevoerd moesten worden. Alles moest geregistreerd en verkocht worden.
00:12:28 Janine Abbring: Het moest op kwaliteit worden beoordeeld.
00:12:30 Menno Fitski: Japanners wilden niet zoveel betalen als de Nederlanders wilden, maar de Nederlands hadden weinig keus. Als je het niet wil, neem ik het maar mee terug. Op een gegeven moment [onhoorbaar 00:12:41] uit. Daar was je druk mee.
00:12:46 Janine Abbring: Het woord 'gereguleerd' is al gevallen, dus het zat onder een strak regime. Er werd op vaste tijden gegeten en je moest op dat eilandje blijven. Het klinkt bijna als een vrijwillige gevangenis.
00:12:59 Menno Fitski: Ze mochten daar niet van af. In het begin van de negentiende eeuw wordt het wat losser. Je kon wel van het eiland af, maar dat was heel duur. Je moest dan een groot gevolg meenemen dat je zelf moest betalen. Vandaar dat er een biljarttafel op de begane grond van dat speelhuis stond, want daar kon je fijn de dag doorbrengen.
00:13:19 Janine Abbring: Hoe zou een gemiddelde dag van Maarten Mak er hebben uitgezien?
00:13:26 Menno Fitski: Ik denk niet dat er veel mogelijkheden waren. Je kon wat wandelen op dat eiland. Het is één straat. Er was ook een groentetuin. Als ik er zelf had gewoond, was ik dat absoluut gaan doen.
00:13:39 Janine Abbring: Tuinieren?
00:13:40 Menno Fitski: Ja. Elke dag kijken hoe de boontjes erbij staan. Ik denk ook dat er vrij veel gezeten werd en over zee werd uitgekeken. Op een bepaalde manier is het daar ontspannend, want je bent van alle verplichtingen ontslagen. Je moet wat administratief werk doen. Er moet een dagboek bijgehouden worden over wat er allemaal gebeurt, maar daar ben je niet de hele dag mee bezig.
00:14:04 Janine Abbring: Ik voel een sluimerend verlangen bij jou.
00:14:07 Menno Fitski: Het lijkt me best fijn.
00:14:13 Janine Abbring: Wat zou je er zo in aantrekken, Menno?
00:14:17 Menno Fitski: Het opperhoofd in de tijd van Mak, was Doef. Hij heeft aan de hand van een Nederlands woordenboek van Halma een Japans woordenboek gemaakt. Dat lijkt me heerlijk werk als je daar een paar jaar zit. Daarna is dat woordenboek af.
00:14:30 Janine Abbring: Dat is monnikenwerk. Dat geeft het gevoel van in een klooster gaan zitten.
00:14:35 Menno Fitski: Dat is mijn moderne blik. Je hebt dan geen telefoon.
00:14:38 Janine Abbring: Monotoon met iets bezig kunnen zijn.
00:14:42 Menno Fitski: Ja.
00:14:43 Janine Abbring: We weten niet of Maarten Mak zich ook zo heeft gevoeld. Voelde hij zich opgesloten of juist vrij van andere verplichtingen?
00:14:50 Menno Fitski: Je krijgt wel de indruk dat het een vrij nette man is geweest. We hebben de dagregisters waarin staat er wat op Deshima gebeurde. Ik heb het handschrift van Maarten Mak in het Nationaal Archief gevonden. Hij schrijft heel netjes.
00:15:02 Janine Abbring: Je hebt het voor je liggen.
00:15:04 Menno Fitski: Het is een officieel document. Het is een keurig handschrift.
00:15:07 Janine Abbring: Het zijn keurig rechte lijntjes.
00:15:08 Menno Fitski: Andere klerken in dat register schrijven niet zo netjes. Hij schrijft heel precies. Dat zie je ook wel een beetje aan hem. Het is een hele nette jongen.
00:15:19 Janine Abbring: Is dat ook wat hij heeft willen uitstralen op dit portret?
00:15:22 Menno Fitski: Ja, ik denk het wel. Je krijgt de indruk dat hij dingen zorgvuldig doet. Vlak voordat hij wegging uit Nagasaki, liet hij ook een testament opnemen. Hij zegt daarin: als ik er niet meer zou zijn, laat ik alles na aan mijn ouders. Als zij er niet meer zijn, laat ik het na aan mijn twee broers, Anthony en François. Het is tragisch dat, terwijl hij dat opschrijft in 1805, zijn ouders al zijn overleden.
00:15:52 Janine Abbring: Dat wist hij niet?
00:15:54 Menno Fitski: Dat is heel merkwaardig. Ik weet het niet. Zijn moeder was al in de jaren 1790 overleden. Er zijn nog dingen uit te zoeken over het leven van Maarten Mak.
00:16:05 Janine Abbring: De genealogie is een beetje blurry, zo te horen. Een rechtlijnige man, letterlijk en figuurlijk.
00:16:11 Menno Fitski: Misschien. Het is allemaal speculatie.
00:16:15 Janine Abbring: Dat snap ik. Ik vul het in. Ik mag meer invullen dan jij.. Hij heeft zichzelf willen neerzetten als een serieuze man en de klerk die hij was. Je zei het net al. Hij heeft dit niet zomaar gekozen. Wat we verder nog zien op het portret, is niet willekeurig gekozen. Wat zie jij nog meer als we kijken naar het werk?
00:16:33 Menno Fitski: Je ziet de baai van Nagasaki achter het raam. Daar kijk je op uit. Je ziet een paar bootjes. Een boot is een soort pleziervaartuig. Dat zie je vaker op Japanse schilderingen. Mensen onder een afdekking zitten daar gezellig te praten. Buiten op dat bootje is een provisorisch keukentje ingesteld. Er is ook nog een begeleidend bootje bij. Je kon pleziervaren op de baai. Misschien heeft hij dat zelf ook een keer gedaan. Die indruk kwam in me op.
00:17:12 Janine Abbring: Je bedoelt dat hij die herinnering wilde vastleggen?
00:17:14 Menno Fitski: Ja. Je ziet op de achtergrond ook een gemengd complex van boeddhistisch en shintoïstisch. Daar zie je een toegangspoort. Dat is denk ik het Daitoku-ji-complex. Dat ligt daar in de buurt. Dat was een mooie pittoreske plek in Nagasaki met veel groen. Het is bekend dat de prostituees van de wijk Maruyama daar wel eens kwamen voor vermaak en vertier. Die wijk lag op een paar minuten lopen van dat complex. Misschien heeft hij samen met de vrouw die hij heeft ontmoet samen uitgekeken over de baai in dat park.
00:18:06 Janine Abbring: Misschien hebben we daar rondgewandeld. Hij heeft dit laten maken, want hij wist dat hij daar niet lang zou zitten. Mensen kwamen daar voor een vaste periode?
00:18:14 Menno Fitski: Ja. Na een jaar werd er gerouleerd.
00:18:18 Janine Abbring: Na een jaar al?
00:18:18 Menno Fitski: Ja. Er zijn mensen die een paar jaar daar bleven. Hij is tussentijds ook nog een keer terug naar Batavia geweest, in 1805.
00:18:28 Janine Abbring: Dat zei je al. Hoe lang heeft hij daar in totaal gezeten?
00:18:31 Menno Fitski: Van 1800 tot 1807. Hij heeft daar dus een aantal jaren doorgebracht.
00:18:41 Janine Abbring: Hij liet een testament opstellen waarin hij zei dat zijn bezittingen naar zijn ouders zouden gaan. Je vertelde dat hij een kind had gekregen.
00:18:51 Menno Fitski: Ja. Dat kind heette Kiku. Dat betekent chrysant in het Japans. Japanners mochten niet vrij reizen in die tijd. Zij mocht het land niet uit, dus hij moest haar gedwongen achterlaten.
00:19:08 Janine Abbring: Hij had een kind verwekt bij een prostituee. Heeft hij haar wel erkend als zijn dochter?
00:19:12 Menno Fitski: Dat weet ik niet. Het is bekend dat hij een kind heeft, dus ik neem aan dat hij dat zo heeft laten registreren.
00:19:19 Janine Abbring: Er was geen enkele manier waarop hij haar kon meenemen?
00:19:22 Menno Fitski: Nee. Het gebeurde wel vaker. Het is niet de enige halfbloednakomeling die daar geboren is. Ze moest daar achter blijven, dus het was tragisch. Wij zouden dat nu niet zo normaal meer vinden om zoiets te doen, maar dat gebeurde toen vaker. Misschien hoorde die tragiek ook wel bij het leven in die tijd. Sommige dingen waren niet mogelijk. Zo was het.
00:19:47 Janine Abbring: The fact of life. Zeven jaar is niet lang, maar ook weer niet heel kort. Je bouwt een leven op daar. JaIk weet niet of hij verliefd was.
00:20:01 Menno Fitski: Je kunt denken: het is een prostituee en daar maken die mannen gebruik van. Dat zou denk ik wat te simpel zijn. Hij kon een langere tijd kennismaken met die vrouw. Misschien spraken ze een woordje Nederlands en jij een woordje Japans. Het is te zien op de achtergrond van die schildering. Wat neem je mee als aandenken uit een ver land? Je kijkt denk ik met een weemoedige blik naar die afbeelding.
00:20:36 Janine Abbring: Als een tastbare herinnering aan die periode?
00:20:39 Menno Fitski: Ja, en zijn vrouw en kind die daar zijn achtergebleven. Dat is allemaal speculatie. Ik zou het er graag in willen zien. Op het eerste gezicht is het een vrij realistische afbeelding. Het is niet heel erg spannend weergegeven, maar als je goed gaat kijken, zie je zoveel details dat het tot leven komt. Dat is fantastisch van dat voorwerp. Een voorwerp heeft altijd veel lagen in zich. Dat is bij dit zeker het geval.
00:21:14 Janine Abbring: De maker is Ishizaki Yushi. Hij was Japanner. Het is een documentairestijl, dus hij documenteerde wat hij zag. Het is realistisch. Is dat typisch voor Japanse kunstenaars in die tijd?
00:21:27 Menno Fitski: Nee. Hij bevond zich in een uithoekje van de kunstgeschiedenis.
00:21:32 Janine Abbring: Wat mooi gezegd.
00:21:34 Menno Fitski: De serieuze schilderkunst ging over hele andere dingen. Nagasaki is sowieso een uithoek.
00:21:41 Janine Abbring: Heeft hij hiermee Maarten Mak [onhoorbaar 00:21:41] zijn?
00:21:44 Menno Fitski: Nee. Het was zijn schilderstijl. Hij heeft van zijn vader leren schilderen. Op 21-jarige leeftijd is hij geadopteerd in de Ishizaki-familie van schilders. Dat waren officiële documentaireschilders. Hij had talent en is in die Ishizaki-clan opgenomen. Hij had als taak om het leven daar vast te leggen. Dat kwam ook de Nederlanders heel goed uit. De VOC was er niet meer.
00:22:13 Janine Abbring: Die was failliet gegaan.
00:22:16 Menno Fitski: Wat moet er nu met al die koloniën gebeuren? Alles wat in de vroege negentiende eeuw in Japan gebeurde, stond in het teken van: hoe moeten we Indonesië opnieuw leven gaan inblazen? Er zijn documentaireschilders die in de jaren '20 van de negentiende eeuw het Japanse leven hebben vastgelegd. Dat is gebeurd door een leerling van Yushi, Kega. Hij heeft het Japanse leven vastgelegd. Er werden grote volkenkundige verzamelingen aangelegd die nu in Leiden zijn om het land te documenteren. Daar speelden die schilders ook een rol in.
00:22:52 Janine Abbring: We gaan terug naar Yoshi zelf. Hij was een beetje een buitenbeentje.
00:22:57 Menno Fitski: De schilderstijl die hij uitvoerde, hoorde niet bij de hoofdstroming van de Japanse kunst.
00:23:02 Janine Abbring: Waar zie je dat aan?
00:23:05 Menno Fitski: Er zit westers realisme en een zekere perspectiefwerking in.
00:23:12 Janine Abbring: Je bedoelt een Europese vorm van perspectief?
00:23:14 Menno Fitski: Ja, maar ook een Chinese stijl die ook met perspectief werkt, maar dan op een andere manier, door dingen op de voorgrond en de achtergrond te plaatsen. Zo kun je ook perspectief bouwen. Veel van dat heel realistisch afbeelden, zit ook al in de Chinese schilderstijl met buitengewoon minutieus uitgevoerde penseelstreken met veel detail en gevoel voor volume. Het is ook een beetje decoratief.
00:23:47 Janine Abbring: Het is plat gezegd een souvenir.
00:23:51 Menno Fitski: Ja, maar dan wel heel fatsoenlijk uitgevoerd, want een schildering op zijde is duurder dan een schildering op papier. Als je een fatsoenlijke schildering in Japan bestelt, is dat op zijde.
00:24:01 Janine Abbring: We hebben het nog niet gehad over de grootte. Hoe groot is het?
00:24:04 Menno Fitski: Het is ongeveer 55 centimeter. Dat is een flinke schildering.
00:24:07 Janine Abbring: Het moest in je koffertje passen.
00:24:09 Menno Fitski: Ja. Je kon een documentaireschildering van de baai van Nagasaki of Deshima zelf bestellen. Waarschijnlijk was er een werkplaats die dat soort dingen op voorraad had.
00:24:18 Janine Abbring: Als een soort ansichtkaarten.
00:24:20 Menno Fitski: Ja, want je wist dat dat Nederlandse schip zou komen. Dan hoefde je alleen nog maar wat details toe te voegen en dan was je klaar.
00:24:26 Janine Abbring: Hoe liep het af met Deshima?
00:24:29 Menno Fitski: Dat hield op een gegeven moment op te bestaan. In het midden van de negentiende eeuw werd Japan gedwongen opengesteld door de Amerikanen. Die zeiden: we gaan nu handel drijven en nu is het klaar. De voorwaarden voor Japan waren heel slecht toen de openstelling plaatsvond. Deshima was op een gegeven moment niet meer nodig. Die Japanners hadden een hele speciale band met Nederland opgebouwd, maar toen de wereld groter werd, zagen ze dat de Nederlanders daar maar een kleine rol in speelden. Toen werden de Amerikanen en Engelsen veel belangrijker en hield het op met Deshima. Nu is het in de stad ingebouwd.
00:25:12 Janine Abbring: Je kunt het nog bezoeken. Van ons vorige gesprek kan ik me herinneren dat je er bent geweest.
00:25:16 Menno Fitski: Het is ingebouwd in de stad, maar wel helemaal hersteld in vroeg negentiende eeuwse vorm. Het is fantastisch. Als je daar loopt, loop je door de hoofdstraat met het huis van het opperhoofd.
00:25:27 Janine Abbring: En het speelhuis en daar waar Maarten Mak zijn voetstappen heeft achtergelaten. Hoe is het met hem afgelopen?
00:25:36 Menno Fitski: Dat weet ik niet. Hij is in 1810 naar Nederland teruggekomen en in 1818 overleden. Hij was hier ongeveer 30 jaar, dus hij is niet heel oud geweest.
00:25:50 Janine Abbring: We weten niet hoe hij aan zijn eind is gekomen?
00:25:53 Menno Fitski: Nee, dat heb ik nog niet uitgevonden. Hij komt uit Schiedam. Ik heb de indruk dat hij misschien familie van Geert kan zijn. Dat is een paar dagen geleden in me opgekomen. Geert, als je meer wilt weten, neem contact op. Ik denk niet dat hij een afstammeling is van Maarten Mak. Dat zou wel heel erg mooi zijn.
00:26:14 Janine Abbring: Dan zou Geert Mak afstammen van Maarten Mak.
00:26:20 Menno Fitski: Hij komt volgens mij ook uit Schiedam. Hoe groot kan de wereld zijn?
00:26:25 Janine Abbring: Wat grappig. Het is wel een naam waar je aan denkt in de context van geschiedenis. Ik durf bijna niet te vragen hoe het met Kiku is afgelopen.
00:26:36 Menno Fitski: Dat weten we niet. We hebben geen idee hoe dat afgelopen is.
00:26:40 Janine Abbring: De enige die voortleeft tot in de eeuwigheid is Maarten Mak op dit portret.
00:26:48 Menno Fitski: Maarten Mak is tot ons gekomen. Het is een monument aan het persoonlijk leven in die tijd. Hoe meer je erover weet, hoe aandoenlijker het wordt. Een vrij serieuze man die daar staat en ons aankijkt.
00:27:04 Janine Abbring: Waarom vind je het aandoenlijk?
00:27:07 Menno Fitski: Hij kijkt een beetje als Sint Sebastiaan, maar dan zonder de pijlen. Zijn haren zijn netjes geknipt voor de gelegenheid. Dat zie je.
00:27:15 Janine Abbring: Hij staat zijn best te doen.
00:27:17 Menno Fitski: Hij doet zijn best. Net zoals de manier waarop hij schreef, ziet hij er heel netjes uit.
00:27:23 Janine Abbring: Dit was aflevering 10 in de serie 'Wie kijkt mij aan' van 'In het Rijksmuseum'. In de volgende aflevering vertelt Maria Holtrop over het avontuurlijke leven van Chevalier/Chevalière de Jong, een Franse diplomaat, soldaat en spion die 50 jaar als man leefde en daarna 30 jaar als vrouw. Tot dan. Vergeet niet om je te abonneren op deze podcast.
Abonneer je op In het Rijksmuseum met je favoriete podcastspeler
Met dank aan
In het Rijksmuseum is powered by ING.
Portret van Maarten Mak, toegeschreven aan Ishizaki Yushi, ca. 1800 - ca. 1807
1 | 4


Het eiland Deshima atelier van Kawahara Keiga, ca. 1833 - ca. 1836
1 | 4


De baai van Nagasaki, atelier van Kawahara Keiga, ca. 1833 - ca. 1836
1 | 4


Maquette van het eiland Deshima, anoniem, 1850 - 1851
1 | 4



















