09-12-2024 - Janine Abbring en Jeroen ter Brugge, conservator geschiedenis
Waarom spreekt Jacoba van Beieren zo tot de verbeelding? Het Rijksmuseum heeft meerdere portretten van haar en voorwerpen die misschien zelfs haar eigendom waren, inclusief een streng haar. Schrijver Bart Van Loo van het boek De Bourgondiërs droomt over een verfilming van haar leven met Scarlett Johansson in de hoofdrol. Wie was ze, hoe zag haar bewogen leven eruit en waar stond ze voor?
Conservator geschiedenis Jeroen ter Brugge vertelt over het boeiende leven van Jacoba van Beieren: gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen.
Luister
Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek
00:00:00 Jeroen ter Brugge: Op een gegeven moment heeft ze, zo heet dat dan in de bronnen, 's avonds een bad genomen en beloofd daarna naar bed te gaan. Wat ze deed was niet naar bed gaan, maar zich in mannenkleren steken en min of meer vrolijk de deur uitlopen.
00:00:14 Janine Abbring: Vermomd als man?
00:00:15 Jeroen ter Brugge: Vermomd als man. Dat is een toch wel redelijk spectaculaire ontsnapping.
00:00:20 Janine Abbring: Ze was gravin van Holland en Zeeland, werd weduwe op haar zestiende en haar moeder kwam uit de familie van de Bourgondiërs. We gaan het hebben over Jacoba van Beieren. Haar naam doet misschien een belletje rinkelen. Er doen veel verhalen over haar de ronde. Maar wat is waar en wat is mythe? En de haarstreng die van haar bewaard is, is die echt? Mijn naam is Janine Abbring en dit is In het Rijksmuseum. De podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Verdeeld over vier verdiepingen en 80 zalen, zie je in het Rijksmuseum meer dan 8.000 voorwerpen. Deze serie gaat over portretten. Wie zijn al die mensen die je aankijken als je door het museum loopt? In deze aflevering het portret van gravin Jacoba van Beieren uit de vijftiende eeuw. Conservator Geschiedenis Jeroen ter Brugge neemt ons mee in haar levensgeschiedenis. Van piepjonge gravin tot de zogenoemde jacobakannen. Maar voor we beginnen: wil je weten hoe het portret dat we bespreken eruit ziet? Ga dan naar rijksmuseum.nl/podcast. Jeroen, wie kijkt ons aan?
00:01:31 Jeroen ter Brugge: Dat is Jacoba van Beieren. Jacoba van Beieren kijkt ons schuin aan, want ze kijkt ons niet recht in de ogen. Ik vind het altijd wel bijzonder dat zo'n laat-middeleeuws iemand toch op die manier heel dichtbij komt.
00:01:44 Janine Abbring: Laat-middeleeuws, je zegt het al. Van 1401 tot 1436 heeft ze geleefd. Een kort, maar onstuimig leven. Eerst even heel kort, voordat we het schilderij verder in beeld gaan omschrijven: wie is deze vrouw?
00:01:57 Jeroen ter Brugge: Ze is vooral bekend omdat zij de enige dochter van het gravenechtpaar van de graven van Holland, Zeeland en Henegouwen was. Ze was een hele belangrijke spilfiguur in de geschiedenis.
00:02:10 Janine Abbring: Omdat zij uiteindelijk ook de boel mocht overnemen. Even plat gezegd.
00:02:14 Jeroen ter Brugge: Ja, precies. Wat ik al zei, ze was het enige kind dat ook volwassen is geworden, dus daar was automatisch een enorme druk op die schouders. Ze moet dan in een rol treden waar ze zelf niet voor gekozen heeft, maar die haar omgeving haar wel oplegde. Dan kom je als jonge vrouw in een enorm krachtenspel terecht en dat was zeker in die periode geen sinecure.
00:02:39 Janine Abbring: Een vrouw die echt in het middelpunt van de Europese machtscentra zat, kunnen we wel zeggen. Het graafschap Holland, Zeeland en Henegouwen, je zei het al. Die gebieden vielen haar op heel jonge leeftijd toe, want haar vader overleed toen ze hoe oud was?
00:02:54 Jeroen ter Brugge: Ik dacht dat ze zestien jaar was. Ongelooflijk jong dus. Natuurlijk staat ze er dan niet helemaal alleen voor, geen enkele vorst doet het alleen. Je hebt altijd raadslieden om je heen en in het geval van Jacoba van Beieren was het vooral haar moeder, Margaretha van Bourgondië, die haar terzijde stond. Die had dat machtsspel al helemaal in de vingers, omdat ze daar van jongs af in was opgegroeid, maar ook als echtgenote van Willem de Zesde, de graaf van Holland en Zeeland, daar helemaal in meegegaan was.
00:03:27 Janine Abbring: Ze kende het klappen van de zweep. Is dat wat je zegt?
00:03:29 Jeroen ter Brugge: Exact.
00:03:29 Janine Abbring: Maar eerst even: wat zien we precies? Als jij het zou omschrijven aan iemand die het niet kan zien?
00:03:35 Jeroen ter Brugge: Het is een portret vanaf haar middel. Het halve lijf, met heel prominent natuurlijk haar gezicht, wat het meest karakteristieke van een mens is denk ik. Met de kleding die helemaal hoort bij de status die zij had. Een hermelijnen kraag of een voering, met een hoofdtooi met edelstenen en gouddraad genaaid. Ook met gekruiste handen, met juwelen, ringen en een bloem die ze vasthoudt als teken van trouw.
00:04:01 Janine Abbring: Een anjer.
00:04:02 Jeroen ter Brugge: Ja.
00:04:03 Janine Abbring: Kun je iets meer zeggen over wat ze op haar hoofd heeft? Dat is, neem ik aan, specifiek voor die tijd.
00:04:09 Jeroen ter Brugge: Het grappige is dat je dus eigenlijk niks van het haar ziet.
00:04:12 Janine Abbring: Ze lijkt bijna kaal.
00:04:13 Jeroen ter Brugge: Dat zou je haast denken. Dat zal vast niet het geval zijn, want je ziet aan weerszijden van haar hoofd twee, ik denk, knotten. Vlechten waar dan het geborduurde stuk textiel omheen gedrapeerd is. Het lijkt een beetje op de Nederlandse klederdracht uit de negentiende en twintigste eeuw. Bij die dames zie je vrijwel ook nooit haar. Als je al haar ziet, is een heel klein strookje.
00:04:37 Janine Abbring: Een soort stoffen oorijzers zijn het bijna. Wie heeft het geschilderd?
00:04:42 Jeroen ter Brugge: De oorspronkelijke schilder kennen we niet. Die zijn vaak anoniem, maar deze kopie uit de negentiende eeuw, 1879, is van Pieter Willem Sebes. Een verder voor ons redelijk onbekende schilder, maar wel een hele kundige. Ik denk dat hij daar ook in gespecialiseerd was.
00:04:57 Janine Abbring: Wat grappig, want je vertelt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Het is dus waarschijnlijk ergens in de middeleeuwen geschilderd en we weten we niet door wie, omdat het zo lang geleden is.
00:05:07 Jeroen ter Brugge: Het origineel kennen we verder niet, maar dat moet hij gezien hebben.
00:05:08 Janine Abbring: Het is niet gesigneerd dan blijkbaar.
00:05:10 Jeroen ter Brugge: Nee.
00:05:11 Janine Abbring: Dan werd het een paar eeuwen later gekopieerd?
00:05:13 Jeroen ter Brugge: Ja.
00:05:13 Janine Abbring: Waarom werd het gekopieerd?
00:05:15 Jeroen ter Brugge: Dat kan allerlei redenen hebben. Omdat de opdrachtgever het origineel niet heeft en er ook niet aan kan komen, omdat het origineel in een andere collectie zit waar het vastzit. Het kan ook zijn dat het origineel in een matige of slechte staat is en dat ze een goed, gelikt portret wilden hebben. Dan wordt dat op een goede, kwalitatieve manier compleet nageschilderd.
00:05:37 Janine Abbring: Is het dan oneerbiedig van mij te zeggen dat het Rijksmuseum eigenlijk een reproductie heeft?
00:05:42 Jeroen ter Brugge: In zekere zin wel. De ene reproductie is wat jonger en de andere wat ouder. Je hebt ze natuurlijk het liefst zo dicht mogelijk bij de tijd, of het origineel. Je moet je voorstellen late middeleeuwen, Holland, Zeeland. Zoveel schilders liepen daar ook weer niet rond en de schilderijen die er zijn, zijn uitermate zeldzaam. Van de een heb je dus wel wat en van de ander niet.
00:06:04 Janine Abbring: Jacoba van Beieren is een vrouwenfiguur die zeer tot de verbeelding spreekt. Er is een biografie over haar geschreven. Er wordt ongetwijfeld nog wel eens een keer een film over haar gemaakt, want haar leven is zo bewogen. Tenminste, ik heb er kort overgelezen en ik dacht: dit is gewoon een film.
00:06:19 Jeroen ter Brugge: Het is een script, hè?
00:06:19 Janine Abbring: Het is een script. Waarom is het voor jou een script?
00:06:22 Jeroen ter Brugge: Als je leest voel je de spanning waaronder zij geleefd moet hebben. In wezen is ook het een doorgeefluik voor een periode, maar zeker ook voor hoe een vrouw zich in die periode in zo'n positie staande moest houden. Dat was niet makkelijk denk ik.
00:06:39 Janine Abbring: Kun jij eens één van de gebeurtenissen in haar leven die zo tot de verbeelding spreken omschrijven? Wat heeft ze zoal meegemaakt?
00:06:45 Jeroen ter Brugge: Het is in de vijftiende eeuw zo dat Europa zich als het ware langzamerhand aan het vormen is naar het continent met de landsgrenzen zoals we die nu kennen. Dat staat nooit stil natuurlijk, het is altijd een dynamisch geheel. Je hoeft de krant maar open te slaan en dan weet je dat. In die periode zie je dat de landkaart van Europa een lappendeken is met allemaal kleine graafschapjes, hertogdommen en gebiedjes die onder een bisschop vallen. In de periode van Jacoba van Beieren zie je dat er verbindingen gaan ontstaan. Holland en Zeeland waren heel lang één geheel, maar van oorsprong twee aparte graafschappen. Je ziet dat door het trouwen van vorsten gebieden zoals Henegouwen en Holland, Zeeland bij elkaar komen. Gebieden die helemaal niet aan elkaar grenzen.
00:07:31 Jeroen ter Brugge: Logischerwijs zou je denken: hoe kan dat nu bij elkaar komen? Hoe kan dat als het ware één land zijn? Dat is het natuurlijk niet in de zin zoals we dat tegenwoordig kennen, maar dynastiek gaat dat bij elkaar horen. Juist in die periode van Jacoba van Beieren zie je dat er ongelóóflijk veel machtsstrijd is in Europa. We kennen de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk, waar strijd wordt gestreden over wie het te zeggen heeft over grote delen van Frankrijk. Wat je ook ziet is, is dat de Duitse keizer de oorspronkelijke begrenzing van het gebied waar hij min of meer overgaat, wil handhaven. Zij zit middenin dat krachtenspel.
00:08:08 Janine Abbring: In het oog van die orkaan. Het is grappig, want ik stel jou die vraag over dat filmscript, en jij zoomt echt uit. Het grappige is dat ik juist ook een filmscript zie als we inzoomen op haar leven. Ik denk dan: jeetje, een vrouw zo jong gestorven. Ze was 35 geloof ik, vier keer getrouwd. Je vertelde dat op haar zestiende dus die vader overleed. Toen moest ze eigenlijk al...
00:08:31 Jeroen ter Brugge: Een rol aannemen die haar min of meer is opgedrongen.
00:08:34 Janine Abbring: Als gravin?
00:08:35 Jeroen ter Brugge: Ja.
00:08:36 Janine Abbring: Omdat ze geen broer had, want als ze een broer had gehad, dan was dat natuurlijk niet gebeurd.
00:08:39 Jeroen ter Brugge: Dan was die voor gegaan.
00:08:40 Janine Abbring: Zij mocht die rol als vrouw dus wel uitoefenen?
00:08:43 Jeroen ter Brugge: Ja, het was op zich niet ongebruikelijk als er alleen maar een dochter was om op te volgen. Ik zeg 'alleen maar', dat klinkt onaardig.
00:08:50 Janine Abbring: In die tijd was het 'alleen maar' een dochter.
00:08:52 Jeroen ter Brugge: Dat gebeurde vaker. Het is wel zo als zo'n erfdochter dan trouwt, de echtgenoot meteen alle rechten en zeggenschap overneemt. Als zij als kind dus trouwt met Jan van Brabant, is hij opeens graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen en heeft het voor het zeggen.
00:09:12 Janine Abbring: Zij kon dus wel gravin zijn, maar hoe oud was ze toen ze voor het eerst is getrouwd?
00:09:17 Jeroen ter Brugge: Ze is voor het eerst getrouwd toen ze vijf jaar oud was.
00:09:21 Janine Abbring: Holy moly!
00:09:22 Jeroen ter Brugge: Je vertelde al dat ze vier keer getrouwd is geweest.
00:09:26 Janine Abbring: In dacht al: hoe doe je dat als je 35 bent? Maar op haar vijfde voor het eerst getrouwd?
00:09:29 Jeroen ter Brugge: Ja, dan kom je er misschien wel aan. Zeker als mensen doodgaan ondertussen. In datzelfde machtsspel, is het zo dat er geschaakt werd op het hoogste niveau en strategische huwelijken werden aangegaan. Holland en Zeeland waren echt in opkomst. Henegouwen daarbij, ook niet onbelangrijk. Die dochter werd uitgehuwelijkt - want zo moet je dat zien - aan een van de zonen van de Franse koning. Dan zit je echt aan het plafond van de macht zullen we maar zeggen. Het geeft ook de status van dit graafschap of van deze graafschappen aan. Die echtgenoot, Jean de Touraine, was niet de eerste zoon van de Franse koning, maar zijn oudste broer ging dood, dus hij werd opeens de dauphin. Daarmee was zij op heel jonge leeftijd ook nog eens een keer de aanstaande koningin van Frankrijk. Dat was een belofte waar je een moord voor doen, zou ik haast zeggen. Als je dat ambieert uiteraard.
00:10:22 Janine Abbring: Hoe ging dat verder?
00:10:24 Jeroen ter Brugge: Dat ging niet goed. Je moet natuurlijk wel echt koning worden van Frankrijk om je echtgenote ook in die sporen te laten treden. Hij overleed, dus ook hij werd geen koning van Frankrijk. Toen was Jacoba van Beieren opeens op hele jonge leeftijd weduwe.
00:10:40 Janine Abbring: Er volgden nog drie echtgenoten.
00:10:42 Jeroen ter Brugge: Ja, toen volgden er nog drie.
00:10:44 Janine Abbring: Welke kunnen we er nog uitpikken die het belangrijkste is?
00:10:46 Janine Abbring: Dat is een beetje moeilijk te zeggen, want dat kun je vanuit diverse perspectieven beschouwen. Ze zal ook een gevoelsleven hebben gehad. Nu werden veel van dit soort huwelijken op dat vlak opgedrongen.
00:10:59 Janine Abbring: Het was niet het belangrijkste. Het gevoelsleven was niet het belangrijkste in die afweging.
00:11:02 Jeroen ter Brugge: Nee, precies. Dynastieke redenen waren het belangrijkst. Dan kon je het treffen of niet, en dat laatste gebeurde denk ik het vaakst. Als je naar haar zelf kijkt, lijkt het er op dat haar laatste huwelijk met Frank van Borssele - een edelman, dus niet op het hoogste niveau - haar gelukkigste huwelijk is geweest. Maar goed, het eerste huwelijk zal wat prestige betreft het belangrijkste zijn geweest. Haar tweede huwelijk was met Jan van Brabant. Brabant was ook een belangrijk hertogdom, dat was niet bepaald onbelangrijk.
00:11:32 Janine Abbring: Game of Thrones is er niks bij als ik dit zo hoor.
00:11:34 Jeroen ter Brugge: Haar derde huwelijk was met Humphrey van Gloucester. Dat was een zoon van de Engelse koning. Als zijn oudere broer zou overlijden, zou hij ook in een bepaalde rol treden. Dat was natuurlijk ook niet bepaald onbelangrijk. Wat aardig is om daarmee te zeggen, is haar positie. Ze was dus een gewilde echtgenote, juist omdat de landen die zij geërfd had strategisch, maar ook economisch, van groot belang waren. Dan werd geprobeerd om dat bij andere rijken te voegen, want dat was het vooruitzicht. Ze was enig dochter en die erfgoederen gingen over naar een ander huis. Welk huis dat zou worden viel nog even te bezien, maar dat was wel een soort hoofdprijs die binnengehaald werd.
00:12:23 Janine Abbring: Hoe deed ze het als gravin? Weten we dat?
00:12:26 Jeroen ter Brugge: Ook daar kun je op verschillende manieren naar kijken. Vanuit het perspectief van de steden bijvoorbeeld, de Hollandse steden, zal ze voor de ene stad gunstig zijn geweest omdat ze stadsrechten of uitbreiding daarvan gaf. Voor anderen zal het minder zijn geweest, want ook op microniveau was er binnen Holland al heel lang een grote strijd gaande tussen de edelen. Dat wordt de strijd tussen de Hoeken en de Kabeljauwen genoemd. Het gaat wat ver om daar nu op in te gaan, maar die stonden lijnrecht tegenover elkaar. Er werd ook serieus oorlog gevoerd bij tijd en wijle. Jacoba van Beieren stond aan de Hoekse kant, volgend in de lijn van haar vader. De tegenstanders, die Kabeljauwen, zal ze niet echt geholpen hebben zullen we maar zeggen. Die Kabeljauwen is juist weer het kamp van haar oom, de broer van haar vader, Jan van Beieren, die weer prins-elect van het bisdom Luik is. Het laat zien dat het ook binnen familieverbanden lastig kon liggen en dat er tot aan jaloezie grenzende hebzucht heerste. Iedereen zat achter die erfenis aan.
00:13:34 Janine Abbring: Iedereen wil uiteindelijk de macht hebben natuurlijk.
00:13:36 Jeroen ter Brugge: Precies.
00:13:38 Janine Abbring: Ik zei het al eerder: een vrouw die in het middelpunt van die macht stond. Niet alleen de Nederlandse macht, maar ook de Groot-Nederlandse en Europese macht. We hebben het al gezegd: een filmscriptachtig leven. Ik las ook dat ze ooit uit een stadspaleis in Gent moest ontsnappen, gekleed in mannenkleren. Wat is dat voor verhaal?
00:13:55 Jeroen ter Brugge: Dan komen we in de periode van haar derde huwelijk, met Humphrey van Gloucester, waarin zij probeert haar erfgoederen te redden. Daar komt het eigenlijk op neer, want officieel was ze nog met Jan van Brabant getrouwd. Dat huwelijk was bepaald niet gelukkig. Die Jan van Brabant leefde in die periode nog en hij werd gesteund door een neef, Filips de Goede van Bourgondië. Die had ook zijn oog op die landen laten vallen. Dat huwelijk is ontbonden, werd niet door iedereen erkend. Zij was hertrouwd met Gloucester en die kwam voor haar op. Die is met legers naar Henegouwen getrokken om de bedreiging te keren, maar dat liep uit op een mislukking. Op een gegeven moment ging Gloucester weer terug naar Engeland, maar Jacoba bleef en werd gevangen genomen. Ja, gevangen genomen? Officieel heet het dan 'ze werd in bescherming genomen'.
00:14:45 Janine Abbring: Opgesloten feitelijk.
00:14:46 Jeroen ter Brugge: Ze werd in feite opgesloten in Gent. Niet in de gevangenis, in luxe omstandigheden, maar ze kon er niet vandoor gaan. Officieel dan. Op een gegeven moment heeft ze, zo heet dat dan in de bronnen, 's avonds een bad genomen en beloofd naar bed te gaan. Wat ze deed was niet naar bed gaan, maar zich in mannenkleren steken en min of meer vrolijk de deur uitlopen.
00:15:10 Janine Abbring: Vermomd als man?
00:15:10 Jeroen ter Brugge: Vermomd als man. Dat is een toch wel redelijk spectaculaire ontsnapping. Maar goed, ze snelde heel snel terug naar het graafschap Holland. Ze ging naar Schoonhoven, wat een van de bolwerken was waar haar partij, de Hoekse Partij, zat. Die had ook een belangrijke rol gespeeld in die ontsnapping. We weten officieel niet eens of ze zelf zo nodig wilde ontsnappen. Je ging een onzekere toestand tegemoet, want je kon er donder op zeggen dat dat aanleiding gaf tot heibel. Die kwam er ook, want dat leidde min of meer tot een guerilla-oorlog in Holland voor een paar jaar, waar zij wel het middelpunt was.
00:15:45 Janine Abbring: De veroorzaker, want ze hoefde niet zelf naar het front neem ik aan?
00:15:48 Jeroen ter Brugge: Nee. Dat beeld werd later nog al eens geschetst, dat ze als het ware met het zwaard vooraan de troepen streed. We weten dat dat absoluut niet het geval is geweest. Ze heeft niet onderdeel uitgemaakt van het leger dat voor haar streed, maar het was wel uit haar naam.
00:16:06 Janine Abbring: Hoe is ze aan haar eind gekomen?
00:16:08 Jeroen ter Brugge: Ze is aan hoogstwaarschijnlijk aan long-TBC overleden. Dat is gebeurd in het kasteeltje Teylingen, waar de ruïne nog van bestaat. Teylingen was niet haar eigendom, maar het eigendom van haar moeder, die ook nog leefde. We weten niet zo gek veel daarover, want het was niet haar goed, dus ze moest zelfs toestemming vragen aan haar moeder om daar te logeren. We weten wel dat ze veel van jagen hield en dat deed ze dan wel. Waarschijnlijk heeft ze daar in die omgeving óf gejaagd óf is op bedevaart geweest, want je hebt daar de abdij van Egmond, waar relieken werden vereerd. Ze was ook in Noordwijk, waar een belangrijke heilige vereerd werd. We weten dat ze daar verschillende keren naartoe is geweest, dus de kans is groot dat ze toevallig daar was, ziek is geworden - misschien te ziek om te reizen - en daar is gebleven.
00:17:01 Janine Abbring: Ik las dat ze is begraven op het Binnenhof.
00:17:04 Jeroen ter Brugge: Ja. Je zou misschien nuchter zeggen: waarom is ze niet in Teylingen begraven?
00:17:07 Janine Abbring: Ja, of daarbij of daarachter.
00:17:09 Jeroen ter Brugge: Hoewel ze toen ze stierf de meeste van haar titels al in had moeten leveren, was het nog wel een dame met een relatief groot vermogen en ook grote status. Ze was de dochter van een Hollandse graaf. Bij die hele context hoort dat je op een behoorlijke plaats begraven wordt. Nu had ze zelf in haar testament, dat ze in de laatste tijd had laten opstellen, bepaald dat ze in Sint-Maartensdijk, op het eiland Tholen, begraven had willen worden. Daar had ze namelijk met haar vierde en laatste man plezierige dagen doorgebracht.
00:17:40 Janine Abbring: Zeeland?
00:17:41 Jeroen ter Brugge: Zeeland inderdaad. Daar heeft haar moeder hoogstwaarschijnlijk een stokje voor gestoken en die heeft bepaald dat ze in de Hofkapel, nu op het Binnenhof, begraven werd. Waarom? Omdat alle Hollandse graven, of vrijwel alle Hollandse graven, daar begraven werden.
00:17:56 Janine Abbring: Waar is dat op het Binnenhof? Het is heel naïef van mij, maar ik wist helemaal niet dat dit zo was, dat dit zo is. Kun je daar nog heen?
00:18:03 Jeroen ter Brugge: Het gebouw bestaat niet meer. In de zeventiende eeuw is de Hofkapel afgefikt. Die is min of meer herbouwd, maar in 1879 is de boel definitief afgebroken en is daar een modern gebouw overheen gebouwd. Nu zit - of zat, want we hebben grote ontruimingen gehad van het Binnenhof in verband met de verbouwing - het kabinet van de ministerraad er geloof ik. De Eerste Kamer huisde daar ook. Die fundamenten zitten nog in de grond. Een aantal van die graven is ook al in 1879 teruggevonden, bij de afbraak van dat gebouw.
00:18:45 Janine Abbring: Wat is daar toen mee gebeurd?
00:18:47 Jeroen ter Brugge: Dat is netjes weer toegedekt, maar wat ze daar aan graven vonden hebben ze geopend. Je moet je voorstellen, die Hollandse graven waren daar in die Hofkapel begraven. Er ging een brand overheen in de zeventiende eeuw. Dat is niet goed voor de conditie van dit soort graven. Er zaten praalgraven bij, je kent ze wel uit middeleeuwse kerken. Daar zijn dan liggend, gebeeldhouwd, de personen afgebeeld. Er stonden beeldjes, pleuranten noemen we die, om diverse graven heen. Maar goed, die graven waren verminkt geraakt. Later zien we ook dat de erfopvolgers, dan heb je het over de Habsburgers, zijn afgezworen. Er was dus weinig enthousiasme om dat in stand te houden zullen we maar zeggen. Die graven die onder de grond zaten zijn bewaard gebleven en toen geopend. Daar is toen zonder echt goed serieus onderzoek gezegd: dit zal wel het graf van, in dit geval, Jacoba van Beieren zijn.
00:19:46 Janine Abbring: Het was een beetje gokken.
00:19:48 Jeroen ter Brugge: Ja, het was volstrekt gokken. Tegenwoordig hebben we natuurlijk methoden en technieken om beenderen te determineren. Met DNA kun je bepalen of er verwantschap is met andere skeletten. Je kunt het geslacht bepalen, je kunt aan de fysieke kenmerken van botmateriaal zien of het een man of vrouw is, of hoe oud. Die combinatie van gegevens leidt tot een identificatie van de begraven persoon. Die kennis hadden ze toen nog niet of nauwelijks, dus dat is niet gedaan. Nu hadden ze het allemaal netjes allemaal kunnen afdekken, maar wat ze gedaan hebben is de boel ook een beetje opruimen. Dat is jammer, want je kan het niet nog eens een keer opgraven. Opgraven doe je altijd maar één keer. Wat wel is gedaan, is dat uit dat vermeende graf van Jacoba van Beieren een haarvlecht is meegenomen. Die zit in de collectie van het Rijksmuseum. Dat is een boeiend object, een reliek als het ware, een wereldlijk reliek. Maar of die echt van Jacoba van Beieren is geweest, is maar helemaal de vraag.
00:20:43 Janine Abbring: Dat kunnen we niet nu nog met DNA vaststellen?
00:20:45 Jeroen ter Brugge: Theoretisch zou je uit de kern van goed geconserveerd haar DNA kunnen extraheren en dat vergelijken met vergelijkingsmateriaal, maar dat moet je dan wel hebben natuurlijk. In dit geval weten we dat dat graf al een keer eerder geopend is geweest in de achttiende eeuw. Dat vergeet ik haast te vertellen. Toen is er al wat uit het graf genomen en daar komt deze vlecht vandaan.
00:21:08 Janine Abbring: Maar de vlecht is, als we een lang verhaal kort maken, ook een beetje een gok?
00:21:11 Jeroen ter Brugge: Ja, omdat het ook een haarstukje is geweest. Nu kan dat van haar eigen haar zijn gemaakt.
00:21:18 Janine Abbring: Dus dan hebben we dat schilderij, de reproductie en het stuk haar dat mogelijk van haar is geweest, maar dat weten we niet zeker. Dan bestaat er ook nog zoiets als jacobakannen. Wat zijn dat?
00:21:30 Jeroen ter Brugge: Ik vind het persoonlijk hele mooie aardewerken kannen. Het is eigenlijk Duits steengoed. Wat vorm betreft heel slank en elegant, met een geknepen voet. Het is een kan, dus daar werd wijn uitgeschonken of desnoods bier. Dat is een fantastisch mooi verhaal. Ik heb hier twee zeventiende-eeuwse boekjes bij me.
00:21:53 Janine Abbring: Je pakt ze er even bij.
00:21:54 Jeroen ter Brugge: Daar zitten gravuretjes bij en daar staan die kannen ook in afgebeeld.
00:21:59 Janine Abbring: Ik zie ze. Het zijn echt slanke kannen met een oor aan één kant.
00:22:04 Jeroen ter Brugge: Ja, precies. Je ziet heel duidelijk die geknepen voet en daar staat ook bij 'Jacoba's kannetjes'.
00:22:08 Janine Abbring: Ja, maar waarom heten dit jacobakannen?
00:22:10 Jeroen ter Brugge: Dat is heel grappig. Laat ik beginnen met te zeggen dat het volstrekte onzin is, want het heeft helemaal niks met Jacoba te maken. Ze zal misschien vergelijkbare kannen die toen gangbaar waren wel eens gebruikt hebben, maar het is bepaald geen luxe gebruiksgoed. Het aardewerk komt uit Duitsland, uit het plaatsje Siegburg. Daar werd die specifieke aardewerksoort gemaakt en daar kwam die klei ook voor. Die kennen we uit de veertiende en vijftiende eeuw en dat materiaal vind je bij eigenlijk iedere opgraving in Nederland terug. Wat gebeurde er? In de zeventiende eeuw was er nog nauwelijks archeologie. Wisten zij veel.
00:22:48 Janine Abbring: Een beetje nattevingerwerk.
00:22:49 Jeroen ter Brugge: Nattevingerwerk inderdaad. Toen gingen ze de slotgracht uitgraven bij Teylingen. Teylingen, wisten ze, daar was Jacoba.
00:22:56 Janine Abbring: Daar is ze gestorven.
00:22:58 Jeroen ter Brugge: We weten ook dat dat in een minder gelukkige fase van haar leven was, namelijk toen ze al haar rechten had moeten opgeven en nog maar heel erg beperkt in bezit daar de laatste adem heeft uitgeblazen. Dat was een verhaal wat zeer aansprak. Toen vonden ze die kannetjes bij het uitgraven van die gracht en was het een en een is twee. Ze wisten dat Jacoba daar woonde, ze vonden daar kannetjes. Die had zij dan ofwel gemaakt en uit het raam gegooid en daarom vonden zij ze terug, of zij had daar uit gedronken. Een sterke band met Jacoba van Beieren, dus noemden zij dat jacobakannen.
00:23:43 Janine Abbring: Je benoemde ook ongelukkige perioden. Ik proef een beetje zo tussen de regels door dat er dan een ongelukkige vrouw was die zich zat te bezatten in het kasteel en daar die kannetjes uit het raam gooide.
00:23:53 Jeroen ter Brugge: Dat is de romantiek die er in de zeventiende eeuw en ook in latere eeuwen aan gegeven is.
00:23:58 Janine Abbring: Maar dat is dus onzin?
00:23:59 Jeroen ter Brugge: Het is onzin, want die kannetjes zijn in wezen veel ouder dan zij was. Zeker de exemplaren die daar toen gevonden zijn, dus het klopt qua datering al niet. Wat hier leuk aan is, is dat je een soort van in de hersenpan van iemand uit de zeventiende eeuw treedt. Die wilden heel graag die verbinding leggen.
00:24:19 Janine Abbring: Betekenis geven.
00:24:20 Jeroen ter Brugge: Ja, betekenis geven. Ze maakten dus ook relieken van die kannen. Als je dan probeert te verklaren waarom ze nou juist Jacoba van Beieren als iemand die op een voetstuk gehesen moest worden namen, dan moet je je verplaatsen in die vroege zeventiende eeuw. De republiek was nog heel erg jong. Het had altijd bij het Habsburgse en Bourgondische Rijk gehoord, maar nu waren de Nederlanden, en Holland voorop natuurlijk, een zelfstandige natie. Een republiek ook nog eens een keer, in de pikorde helemaal onderaan. Dat beeld had ondersteuning nodig en een soort historische verantwoording.
00:24:56 Janine Abbring: Dus meer als symbolisch figuur inderdaad?
00:24:58 Jeroen ter Brugge: Exact.
00:24:58 Janine Abbring: Een klein, kwetsbaar iemand, vechtend tegen grote machten. Een beetje een soort Asterix en Obelix en de Galliërs, dat gevoel.
00:25:06 Jeroen ter Brugge: Ja, een beetje wel.
00:25:07 Janine Abbring: En dan in de personificatie van kannetjes in dit geval. Daarom hebben ze die naam daaraan gegeven?
00:25:13 Janine Abbring: Ja, en dat is ook een term geworden die heel populair werd, want iedereen nam het over. Je ziet in zeventiende-, achttiende- en negentiende-eeuwse bronnen dit verhaal - het werd mooier en mooier natuurlijk - aangedikt worden.
00:25:26 Janine Abbring: Zij is opgenomen in de canon van de vaderlandse geschiedenis?
00:25:30 Jeroen ter Brugge: Ja, en dat is ook niet voor niks natuurlijk. Dat is omdat ze een spilfunctie in die geschiedenis had, maar ik denk ook wel degelijk omdat het door dit soort fenomenen zo'n aansprekende figuur is geweest. Nu zijn het niet alleen die jacobakannen die we nog steeds kennen, maar in de negentiende, en in de achttiende eeuw zelfs, werden toneelstukken over Jacoba van Beieren geschreven. Ook dat duidt er weer op dat de persoon de mensen fascineerde, maar ook dat haar rol, die ik daarnet schetste, herkend werd en populair was. Men wilde zich heel graag daarmee vereenzelvigen. Dan zou je denken: werden over haar vader en grootvader dan ook toneelstukken geschreven? Nee, dat werd niet gedaan. Ze kozen heel bewust haar persoon uit om dat te doen.
00:26:19 Janine Abbring: Wat is jouw fascinatie met Jacoba van Beieren?
00:26:22 Jeroen ter Brugge: Die komt bij die jacobakan vandaan. Ik ben van huis uit archeoloog. Vanaf dat ik op de middelbare school zat, vond ik dit soort scherven en ook complete exemplaren. Dat heeft me altijd gefascineerd: waar komt die naam nou eigenlijk vandaan? Op een gegeven moment krijg je de gelegenheid om daar wat dieper in te duiken en dan kom je op dit soort leuke historische bronnen. Dan begin je ook te begrijpen waar dat vandaan komt. Het maakt het leven zoveel leuker als je meer achtergronden bij dit soort zaken kent.
00:26:55 Janine Abbring: Als jij Jacoba in een paar zinnen zou moeten omschrijven, hoe zou je dat dan doen?
00:26:59 Jeroen ter Brugge: Niet heel origineel, maar toch wel als een tragische figuur. Als speelbal van de machten. Tegelijkertijd ook wel iemand met karakter, want ze liep niet weg voor haar rol. Ik zal niet zeggen dat ze vooraan stond in de strijd, maar het is ook niet zo dat ze...
00:27:18 Janine Abbring: Over zich heen liet lopen.
00:27:19 Jeroen ter Brugge: Nee, dat gevoel krijg ik niet. Er is een hele mooie biografie over haar geschreven door Antheun Janse, mediëvist. Hij heeft het beeld wel scherp gesteld dat ze niet de supersterke vrouw is geweest die de zeventiende, achttiende eeuw ervan heeft gemaakt, maar dat het wel iemand is die vanuit die spilfunctie een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis.
00:27:43 Janine Abbring: Wat lees jij in haar blik?
00:27:45 Jeroen ter Brugge: Ze kijkt wat minzaam uit haar ogen moet ik zeggen, maar dat hoort misschien ook bij hoe schilders tegen die periode aankeken of dachten hoe die mensen moesten kijken. Wat dat betreft is het altijd moeilijk, het liefst zou je een foto hebben of echt met iemand spreken. Daar staat bepaald niet een angstig wezen of iemand die zwak is, dat zeker niet.
00:28:04 Janine Abbring: Het is geen bang hertje.
00:28:05 Jeroen ter Brugge: Wat vind je er zelf van?
00:28:06 Janine Abbring: Wat ik zei: het is geen bang hertje. Het is een vrouw die wel respect afdwingt als je dit beeld zo ziet, toch?
00:28:13 Jeroen ter Brugge: Ja, er staat wel iemand. Zeker.
00:28:17 Janine Abbring: Dit was aflevering vijf uit de serie Portretten. Wil je meer weten over Jacoba van Beieren? Er zijn stapels boeken en podcasts over haar gemaakt. De volgende keer kijken we de heilige Frederik in de ogen. Een negende-eeuwse bisschop uit Utrecht, die vermoord werd tijdens zijn missie om het christendom te verspreiden. Tot dan.


Jacoba van Beieren (1401-36), gravin van Holland en Zeeland Pieter, Willem Sebes, ca. 1435
1 | 4


Jakobakan Siegburg, ca. 1450–1550, deksel: 19de eeuw, steengoed, tin
1 | 4


Vlecht van Jacoba van Beieren, ca. 1406 - ca. 1436
1 | 4


Parure (sieradenset), Johannes Mattheus van Kempen (1814-1877)
1 | 4
Over Jacoba van Beieren
Abonneer je op In het Rijksmuseum met je favoriete podcastspeler
Met dank aan
In het Rijksmuseum is powered by ING.