Iedereen fotografeert

28 min. - Podcast - Opkomst van de amateurfotografie eind 19de eeuw

Uit de serie Podcast: In het Rijksmuseum

08-02-2019 - Rijksmuseum

Eind 19de eeuw wordt de handcamera beschikbaar voor een breed publiek. Wat doen mensen met die camera? Welke onderwerpen fotograferen zij? Welke rol speelt de fiets? En wat hebben de ontwikkelingen van toen te maken met hoe wij nu foto's maken? Wilfried de Jong ondervraagt de conservator fotografie van het Rijksmuseum, Mattie Boom, over de opkomst van de amateurfotografie.

Mattie Boom deed jarenlang onderzoek naar deze periode, met als resultaat een publicatie en de tentoonstelling Iedereen fotografeert in het Rijksmuseum (15 februari 2019 t/m 10 juni 2019). In deze aflevering vertelt ze over haar zoektocht langs honderden oude fotoalbums, duizenden foto's én... stapels oude edities van het ANWB-ledenblad 'De Kampioen’.

Luister

Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek

00:00:04 Wilfried de Jong: Dit verhaal begint aan het einde van de negentiende eeuw, rond 1890. Een tijd waarin het leven snel verandert. Stoommachines zetten complete fabrieken in beweging en het almaar uitdijende spoornetwerk overbrugt steeds grotere afstanden. Nederland zit midden in de industriële revolutie; de economie floreert en de welvaart stijgt. Een brede middenklasse kan het zich ineens veroorloven om te reizen in eigen land.

00:00:30 Wilfried de Jong: Nederland maakt kennis met begrippen als 'vrije tijd' en 'recreatie'. In deze tijd maakt ook de fotocamera een revolutie door. Het apparaat komt ineens binnen handbereik van de reislustige middenklasse. Een nieuw soort fotograaf komt op: de amateurfotograaf. Maar wie waren die mensen?

00:00:48 Mattie Boom: Dat was voordat ik aan dat onderzoek begon dus een soort raadsel. Ik wilde echt weten: hoeveel mensen in Nederland fotografeerden nou eigenlijk, en wie?

00:00:57 Wilfried de Jong: Aan het woord is Mattie Boom. Zij is conservator fotografie bij het Rijksmuseum. Ik ben Wilfried de Jong, en ik sprak met haar over die periode; waarin amateurs voor het eerst in de geschiedenis kennismaken met de kracht van fotografie. Het is een onderwerp waar Mattie uitvoerig onderzoek naar deed en een boek over publiceerde. Tot haar grote verrassing zag ze enorm veel overeenkomsten met de fotografie van vandaag.

00:01:20 Mattie Boom: Ik ben onderzoek gaan doen, want we wisten eigenlijk heel weinig van de amateurfotografie in de late negentiende eeuw. Het lijkt heel erg op hoe wij vandaag fotograferen. Iedereen fotografeert inderdaad, de hele tijd door. Iedere keer krijg je weer nieuwe apparaten waarmee je nieuwe foto's kunt gaan maken, en in de late negentiende eeuw was het niet anders.

00:01:39 Wilfried de Jong: Maar wat was bij jou nou de start van dit idee?

00:01:41 Mattie Boom: Het idee dat wij nu allemaal die foto's maken en dat-

00:01:47 Wilfried de Jong: Met onze iPhones.

00:01:48 Mattie Boom: Met onze iPhones, en dat we een soort persoonlijke fotografie maken, en dat dat eigenlijk zijn wortels heeft in hoe die ontwikkelingen in de late negentiende eeuw waren. Als je dan de boeken erbij pakt, wat natuurlijk in mijn vak gebruikelijk is, dan ga je niet het verhaal over de amateurfotografie van de late negentiende eeuw...

00:02:06 Mattie Boom: Je hebt geen idee van hoe dat in zijn werk gaat. Wij hebben in het museum een prachtig album, het album Scraps, met allemaal ronde Kodakfoto's. Als je gaat kijken, zie je dat dat album in Amsterdam gemaakt is. Ik dacht iedere keer: ik weet helemaal niet wanneer precies, en hoe is dat nou eigenlijk gegaan met die ontwikkelingen?

00:02:26 Wilfried de Jong: Als Mattie zichzelf deze vragen stelt, heeft ze nog geen idee dat dit het begin is van een zoektocht langs honderden albums en duizenden foto's uit de omvangrijke fotocollectie van het Rijksmuseum. Een zoektocht die uiteindelijk zal leiden tot een dik boekwerk en een tentoonstelling over amateurfotografie, getiteld 'Iedereen fotografeert'.

00:02:45 Wilfried de Jong: Dit is 'In het Rijks', de podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over kunstwerken en hun makers. Hoe meer je weet, hoe meer je ziet.

00:03:09 Wilfried de Jong: Terug naar Nederland aan het eind van de negentiende eeuw. Om te begrijpen hoe revolutionair het is dat gewone mensen, amateurs, voor het eerst zelf een fotocamera in handen krijgen, moeten we het eigenlijk eerst hebben over hoe de fotografie er op dat moment uitziet. Het is een hoogwaardige technologie die exclusief in handen is van professionals.

00:03:29 Mattie Boom: De professionele fotograaf weet waar die mee bezig is. Je gaat echt naar een studio toe om een portret te laten maken. Je gaat naar de fotograaf toe om stadsgezichten te kopen van Amsterdam, Rotterdam, Londen, Parijs, of wat dan ook. Die fotograaf zet, als die in de studio is, een grote camera neer op een statief; dat is vrij statisch. Hij heeft een camera van een flink formaat. Ik noem maar wat, het kan tot het formaat van een verhuisdoos zijn, en daar zitten grote negatieven in. Dat is een veel langzamer procédé, hetzelfde geldt voor-

00:04:06 Wilfried de Jong: Degene die zich laat fotograferen, gaat daarheen en die zegt: 'Ik wil een foto van mijzelf', of van zijn familie. Die gaat daar heel statisch zitten of staan, en dan wordt daar een foto van maakt. Dat is professioneel, zeg jij, uit die tijd?

00:04:17 Mattie Boom: Ja, dat is professioneel. En ook dat er iemand is die daarmee zijn geld verdient.

00:04:27 Wilfried de Jong: Tot dat moment bestaat de fotografie dus vooral uit statische geënsceneerde voorstellingen. Maar dan ontdekt Matte dus dat fotoalbum, Scraps. Het bevindt zich al jaren in de collectie van het Rijksmuseum en is ooit door een medewerker op de kop getikt op de rommelmarkt van het Amsterdamse Waterlooplein. Als Mattie het album met linnen omslag openslaat is ze verrast. Er staan totaal andere foto's in, dan die destijds door professionals worden gemaakt.

00:04:52 Mattie Boom: We hadden dat Kodakalbum in de collectie en ik wist zelf eigenlijk nauwelijks wanneer dat begon. Ik zag dat het ronde foto's waren, en die zijn gemaakt met de Kodak nummer twee. Die is in 1889 op de markt gekomen, dus dan weet je: dit is van rond 1889 — echt de late negentiende eeuw.

00:05:12 Wilfried de Jong: En wat was er op die foto's te zien?

00:05:13 Mattie Boom: Op die foto's zag je de grachten in Amsterdam; ze hadden vanuit het huis gefotografeerd. Je zag de mensen die in het huis woonde: vader, moeder, zoon, dochters. Je zag reizen naar Venetië, Florence, naar Berlijn, naar de Oostzee.

00:05:28 Wilfried de Jong: Duidelijk niet door een professional gemaakt, maar door de familie zelf.

00:05:32 Mattie Boom: Ja, want er zaten ook foto's van een bruiloft bij, maar er was geen bruidspaar te zien. Ik bedoel, je zag alleen maar keurig gedekte tafels en allemaal gasten, maar het bruidspaar zelf zag je niet. Dat album was anoniem, en ik wist niet door wie het gemaakt was, maar mijn houvast was één foto van de gracht.

00:05:49 Wilfried de Jong: Samen met een expert van het Amsterdamse stadsarchief probeert Mattie te reconstrueren waar de foto precies gemaakt is.

00:05:56 Mattie Boom: Hij had een keurig profiel getekend van de gracht, en dat kwam overeen met het uitzicht dat je op die foto zag. Hij zei: 'Mattie, die foto moet gemaakt zijn vanuit Herengracht 258'. Ik sprong een gat in de lucht, want er is een vuistdik Herengracht-boek, en je kunt voor ieder huisnummer zien wie daar sinds de zeventiende eeuw gewoond heeft. Toen heb ik gekeken: wie woonde daar aan het eind van de negentiende eeuw? Dat was de familie Willem Frederik Piek senior. Hij was een bankier en deed aan beleggingen, en hij ging heel veel naar Amerika. En toen dacht ik: o ja, dat zou toch heel goed kunnen.

00:06:35 Wilfried de Jong: Ze ontdekt dat de familie Piek zelfs de beschikking heeft over twee Kodaktoestellen. Maar belangrijker nog: ze ontdekt in welke kringen de allereerste fotocamera's circuleren.

00:06:45 Mattie Boom: Die Piek senior was dus gewoon een rijke zakenman, die echt heel vaak naar Amerika ging. Hij heeft daar waarschijnlijk het album gekocht waar die foto's in zaten, en die Kodaktoestellen. Zijn zoon, Willem Frederik Piek junior, werd later de directeur van de Holland-Amerika Lijn. Op de openbare handelsschool zat die in de klas... En dat is ook wat je op die foto's ziet — op de foto die voorop het boek staat, van de springende jongens... Hij zat in de klas bij Anton Philips, bij Frederik van Eeden, bij Floor Wibaut — dus ik zag ineens allemaal bekende namen voor me, en ik dacht: dat is het milieu waarin ik moet zoeken. In de hogere kringen in Amsterdam, en dan vooral ook in het bedrijfsleven.

00:07:27 Wilfried de Jong: Het waren dus echt wel bemiddelde, rijke mensen die aan fotografie deden. Anders kon je dat niet doen; het was veel te duur, zo'n toestel.

00:07:32 Mattie Boom: Nee, en het verhaal bij de Kodak is natuurlijk altijd, dat het een soort van democratiserend apparaat was waarmee iedereen ineens kon gaan fotograferen.

00:07:42 Wilfried de Jong: Maar dat is hiermee ontkracht?

00:07:42 Mattie Boom: Maar dat was natuurlijk niet zo, want er waren niet veel mensen die zich zo'n toestel konden veroorloven. Dit speelt dus rond 1890, en door het onderzoek weet ik inmiddels dat er toen in Nederland ongeveer duizend mensen fotografeerden. Maar dat versnelt al heel snel, dus in 1895 zijn het er vijfduizend. Bij de inhuldiging van Wilhelmina in 1898 wil iedereen natuurlijk een toestel; net als bij de voetbalkampioenschappen. Ze gaan dan allemaal de straat op om de festiviteiten te fotograferen; en dan zijn het er vijftienduizend.

00:08:24 Wilfried de Jong: Dat de camera zo populair is, heeft alles te maken met het handzame formaat. Tot die tijd was het een kleine verhuizing om fotoapparatuur ter plekke te krijgen. Nu hing je hem gewoon om je nek, en nam je hem overal mee naartoe.

00:08:36 Mattie Boom: Zo'n Kodakboxje — het is maar een klein boxje, wat je in je hand hebt. Het is gemaakt van hardboard met een soort coating, een soort nepleer daaroverheen. Het is eigenlijk een heel eenvoudig, langwerpig boxje met ook een heel eenvoudig lensje, en dan het systeem dat je dat rolletje door kunt draaien. Dat was eigenlijk één van de dingen die Eastman — de bedenker van de Kodak en ook de bedenker van die beroemde naam, die later echt een merknaam is geworden...

00:09:06 Mattie Boom: Hij verdiende eerst zijn geld met droge platen, met rolfilm, en toen bedacht hij zich: ik kan er beter gelijk een camera omheen bouwen. Daar word ik rijker van, want dan komen die mensen ook telkens weer terug om nieuwe rolletjes te kopen. Uiteindelijk stoelde dat bedrijf meer op de verkoop van de rolfilm dan op de verkoop van de camera's.

00:09:27 Mattie Boom: Eastman is een belangrijke speler, en die speelde een soort Risk. Hij ging overal ter wereld die markten verkennen en wilde echt de hele wereld bestrijken met die camera's. Ik heb er ook lijstjes van gezien, dat hij dan zoveel in camera's in Frankrijk wilde afzetten, dan zoveel in Rusland, dan zoveel in Duitsland. 'Nu gaan we naar Azië, gaan we die markt bespelen', dus hij wilde die camera's overal afzetten en het deed er niet zoveel toe of die foto's eigenlijk van goede kwaliteit waren.

00:09:55 Wilfried de Jong: Wat typeert nou eigenlijk die amateurfotograaf? Wat had hij in zijn hoofd toen hij een toestel in zijn hand had in die tijd? Wat wilde die daarmee?

00:10:03 Mattie Boom: Dat is een intrigerende vraag, en je wilt heel graag in die envelopjes kijken waarmee ze van de fotozaak terugkwamen, want het was natuurlijk: 'you push the button, we do the rest'. Je leverde die Kodakcamera in, en daar had je dan honderd foto's mee gemaakt. Ik geloof dat je hem een maand later kon ophalen bij de fotograaf — een met een nieuw rolletje gevulde camera, en die enveloppe met die foto's. Maar het waren natuurlijk foto's die je meenam op uitstapjes; je maakte groepsportretten.

00:10:33 Mattie Boom: In dat Kodak-album dat we in het Rijksmuseum hebben, zie je ook de volgorde waarin dat gaat. Je begint met een rolletje te maken in en om het huis, dus in het huisje. Je fotografeert vanuit de huiskamer naar de overkant, naar de Herengracht; je gaat de tuin in, je fotografeert de bedienden, je gaat de straat op.

00:10:54 Mattie Boom: Als in 1891 bijvoorbeeld keizer Wilhelm Amsterdam bezoekt, dan is het heel druk in de stad, en dan ga je foto's maken. Je neemt een toestel mee als je naar het buitenhuis gaat, want ze hadden natuurlijk allemaal een buiten; ze gingen weg uit de stad omdat het te veel stonk. Zo ging het, en je nam dat ding mee op reis, en de zoon nam dat ding mee op reis. De dochter nam dat ding mee als ze naar Florence en Venetië ging, en zo werd dat toestel doorgegeven. Je hebt dus niet echt één maker voor zo'n album.

00:11:25 Wilfried de Jong: In het verhaal dat je nu vertelt, lijkt het er eigenlijk op dat je zo'n toestel eerst gebruikt om jezelf of je familie te ontdekken, en dan pas de maatschappij ermee ingaat.

00:11:35 Mattie Boom: Ja, dat klopt wel. Dat denk ik wel, want-

00:11:38 Wilfried de Jong: Eerst de verwondering: het apparaat werkt.

00:11:40 Mattie Boom: Ja.

00:11:41 Wilfried de Jong: 'Kijk eens, ik sta er zelf op', als een spiegeling van jezelf. En vervolgens denk je: wat kan ik er nog meer mee?

00:11:47 Mattie Boom: Ja, maar je zet wel altijd jezelf erop. Ik bedoel, je moet jezelf fotograferen op het San Marcoplein, of voor de toren van Pisa, of bij de Eiffeltoren in Parijs. Je moet er zelf op staan.

00:11:57 Wilfried de Jong: En heb je erover nagedacht waarom mensen dat überhaupt altijd doen, en waarom wij dat nu nog steeds doen met onze selfies?

00:12:02 Mattie Boom: Ja, ik denk wel dat mensen... Dat het een soort bevestiging was: ik ben er, en ik heb de regie over mijn eigen beeld, zoals ik het naar buiten wil hebben. Dat lijkt eigenlijk heel erg op hoe wij dat tegenwoordig zelf regelen via Instagram of Facebook, of hoe dan ook. Het is natuurlijk ook een rooskleurig beeld; het zijn altijd de uitstapjes, de picknicks, iedereen lacht. Ziekte, ellende, of wat dan ook, zie je eigenlijk nog weinig op die foto's.

00:12:32 Wilfried de Jong: Naarmate Mattie meer amateurfoto's ziet en meer albums doorbladert, krijgt ze een steeds beter beeld van hoe camera's deel uit gaan maken van het dagelijks leven. Daarbij doet ze een opmerkelijke ontdekking.

00:12:43 Mattie Boom: Ik wist er natuurlijk heel weinig van, van amateurfotografie; ik had een paar fijne sleuteltjes. Het eerste sleuteltje was: er waren veel jongeren die op reis gingen, vaak voor de bedrijven van hun vaders, en die hadden camera's in hun bezit. Ik wist dus al dat het vooral het jongere segment van de markt was, dat belangstelling had voor die apparaten; het waren natuurlijk een soort gadgets. Ik ben toen verder gaan kijken, en toen ontdekte ik dat de oprichters van de verenigingen — en vooral van de Amsterdamse AFV — achttien, negentien jaar oud waren toen ze die vereniging oprichtten.

00:13:24 Wilfried de Jong: Nog even, wat is AFV?

00:13:25 Mattie Boom: De Amsterdamse Amateurfotografen Vereniging. De voorzitter van de Amsterdamse AFV, Scheltema Beduin — zijn broer was een belangrijk fietskampioen in Nederland. Zo had je in veel steden dit soort clubjes die fotografieverenigingen oprichtten, maar die jongens kenden elkaar via het fietsen.

00:13:45 Mattie Boom: Ik ben die namenlijsten van die vereniging beter gaan bekijken, en toen kwam ik tot de ontdekking dat het allemaal mensen waren die lid waren van de ANWB. De ANWB was in 1883 opgericht, en de eerste fotografievereniging in 1887; en dezelfde mensen die in het bestuur van de ANWB zaten, zaten ook in het bestuur van de AFV.

00:14:11 Wilfried de Jong: Het populaire model fiets is op dat moment de zogenaamde 'hoge bi', een enorm voorwiel waar een zadel op is bevestigd en daarachter een klein wieltje zonder ketting. Ook dit is een belangrijke uitvinding, eind negentiende eeuw. Mensen konden met deze nieuwe technologie namelijk ineens heel eenvoudig voorbij de grenzen van een stad of dorp reizen, en het land verkennen. Het eerste toerisme in eigen land. En op die fietstochten in het land gingen de toestellen natuurlijk mee, zo ontdekt Mattie in de oude edities van 'de Kampioen', het ledenblad van de ANWB.

00:14:42 Mattie Boom: Er zijn ook allerlei artikelen te lezen in die Kampioen over fietsen en fotograferen, maar eigenlijk is het eenzelfde soort belangstelling voor nieuwe technologie. Daardoor kon je ook veel beter zien dat het vooral de jeugd was die die belangstelling had, en dat het de jeugd was die eigenlijk de aanzet tot de groei van die foto-industrie heeft gegeven.

00:15:03 Wilfried de Jong: Leg eens uit, jij zegt: 'De belangstelling voor technologie'?

00:15:06 Mattie Boom: Nou, het is hetzelfde: dat je iedere keer een nieuw model camera wilt kopen, en dat je iedere keer een nieuw model fiets wilt hebben, en dat je daar van alles en nog wat op uit gaat proberen. Op de achtergrond speelde natuurlijk mee dat ze elkaar van het fietsen kenden, en zo die belangstelling voor de fotografie gaande hebben gehouden.

00:15:29 Mattie Boom: Eigenlijk zijn dat allemaal vriendenkringen uit verschillende steden in Nederland die je aan elkaar kunt koppelen. Het groepje uit Haarlem, bijvoorbeeld Johan Huijsser, dat was de secretaris van de fotografievereniging. Nou, dat was ook een jonge jongen die ik weet niet hoeveel fietswedstrijden in Nederland heeft gewonnen. En zo gaat het maar door. Ik had dus ineens de kampioen als een heel belangrijke kunsthistorische bron, dus dat was wel grappig. 00:15:56 Wilfried de Jong: Omdat de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond zoveel fotograferende leden heeft, krijgt in 1899 een consul van de ANWB een briljant idee.

00:16:05 Mattie Boom: Die gaat dan lijsten maken van in welke steden er donkere kamers zijn. Zodat jij, als je op reis bent of fietstochten maakte, daar inderdaad je rolletjes of platen of cassettes kon wisselen. Ze maakten een soort Michelingids — dat heet het Handboek — in 1899, met allemaal van die symbooltjes: waar het restaurant is, waar het hotel is, en dan ook zo'n symbooltje voor waar de donkere kamer is.

00:16:34 Mattie Boom: Zo kon je zien dat je in Zutphen daar terecht kon, in Kampen daar, in Amsterdam daar. In Den Haag daar, in Rotterdam daar, en daar kon je dan gebruik van maken. Zo had je meer van dit soort donkere kamers in de steden. Bij de grote fotohandels, dus bij Ivens; de vader van de filmer Joris Ivens. Guy de Coral in Amsterdam was ook een bekende, en daar kon je je materiaal, je rolletjes, wisselen. Dus dat was wel interessant. En de ANWB had dus ook het zogenaamde bondsbord van de bonds-donkere kamer; daar hebben we lang naar moeten zoeken in het archief van de ANWB, maar uiteindelijk hebben we het gevonden. Hij bleek naast de lift te hangen, het bondsbord.

00:17:15 Wilfried de Jong: Van email, zo'n...

00:17:17 Mattie Boom: Ja, zo'n mooi, blauw bord. Er is dus een soort overlap in de belangstelling, en-

00:17:24 Wilfried de Jong: Van fietsen en fotografie?

00:17:25 Wilfried de Jong: Ja, maar het is natuurlijk echt iets voor hogere klassen, voor welgestelde jongeren, want het was kostbaar. Maar Nederland was aan het eind van de negentiende eeuw puissant rijk. Ik bedoel, alle rijkdom kwam uit de koloniën, en er was gewoon heel veel geld om dingen te kopen en om dit soort dure hobby's te hebben...

00:17:49 Wilfried de Jong: Maar ook anderen worden gegrepen door de magie van de camera. Zo krijgen kunstenaars een apparaat in handen waarmee ze met een totaal nieuw perspectief naar de wereld kunnen kijken, en het bereikt ook koninklijke kringen. Koningin Wilhelmina is in de ban van de camera; overal waar ze komt, maakt ze foto's, en op Paleis Het Loo laat ze een donkere kamer bouwen. In 1908 wordt haar werk zelfs opgenomen in een fototentoonstelling van het Stedelijk Museum in Amsterdam. En zij is niet de enige vrouw die fotografeert.

00:18:16 Mattie Boom: Ik heb dus in dat boek een lijst van 1080 mensen die ik bij naam ken; die voor 1900 hebben gefotografeerd, en zestig daarvan zijn vrouwen. Dat vind je dan in de notulen van de vergaderingen van de amateurfotografenverenigingen, en je vindt het in het fotomateriaal zelf. In Rotterdam was er een vrouw van een houtfabrikant, mevrouw Sara Lydia Stahl-Van Hoboken, en zij heeft rond 1900 haar kinderen gefotografeerd.

00:18:51 Mattie Boom: Een andere bekende amateurfotograaf uit de collectie van het Rijksmuseum was Eva Pennink, en zij was modejournaliste van het Handelsblad. In de jaren dertig is ze gaan fotograferen. Dat had ze een beetje van haar moeder afgekeken want die fotografeerde ook, en toen heeft ze lessen genomen bij Erwin Blumenfeld. Hij was toen nog helemaal geen bekend fotograaf, maar had in de Kalverstraat een tassenzaak. Daar kwamen natuurlijk heel veel vrouwen binnen, en die vroeg hij dan of hij ze mocht portretteren. Zo had hij ook Eva geportretteerd.

00:19:26 Mattie Boom: En toen zei ze: 'Het is allemaal goed en wel; je mag mijn foto nemen, maar ik wil gewoon les van je hebben. Ik moet weten hoe ik afdrukken moet maken in de donkere kamer'. En zo is zij gaan fotograferen, en zelf gaan afdrukken, en toen heeft ze bij haar huwelijk een Leica cadeau gekregen. Eva is haar leven gaan vastleggen en ze heeft veel foto's gemaakt, en ze heeft ze ook nog eens afgedrukt in de doka. Ze moet uren in de doka hebben gestaan, tussen alle reizen en het schrijven voor het Handelsblad door.

00:19:58 Mattie Boom: Ze heeft haar hele leven vastgelegd, maar dat heeft ze ook nog eens heel mooi in albums geplakt. Die albums heeft ze geplakt en geknipt en gemonteerd, allerlei fotootjes over elkaar, en daarbij heeft ze allemaal van die grappige, een beetje ironische teksten geknipt. Je ziet haar jongste spruit in de box zitten, nog meer kinderfoto's eromheen, en dan staat er zo groot in het Engels zo'n caption bij: 'More babies'. Nou, dat soort dingen, en zoiets als: 'Not all men are handsome'. Zo zitten die albums vol-

00:20:35 Wilfried de Jong: Een waarheid als een koe.

00:20:35 Mattie Boom: Ja, met allemaal van die mooie, een beetje ironische teksten, die eigenlijk wel een beetje het Kodakverhaal zijn van hoe jij je foto's moet maken. Maar nee, dan geeft zij daar zo haar eigen draai aan. En dat zijn prachtige albums, prachtige albumbladen!

00:20:50 Wilfried de Jong: Maar als je een lijst ziet van 1080 mensen en er zijn maar zestig vrouwen die fotograferen...

00:20:53 Mattie Boom: Ja, dan hebben we het over het jaar 1900.

00:20:56 Wilfried de Jong: Waarom zijn het er dan 'maar' zestig? Want zo moeilijk waren die toestelletjes niet; het was een druk op de knop, dat kon iedereen.

00:21:01 Mattie Boom: Nou, ik denk dat het er veel meer geweest zijn, maar dat die vrouwen minder toegang hadden tot die verenigingen; dat het minder voor de hand lag, dat ze lid werden van die verenigingen. Er is dus minder over de vrouwen vastgelegd; maar ik denk dat het er in werkelijkheid veel meer waren.

00:21:22 Wilfried de Jong: Waar raak jij door ontroerd als jij dat soort amateurfoto's ziet?

00:21:27 Mattie Boom: Ik vind één van de mooie dingen daarvan dat die fotografie veel meer dynamiek krijgt, en dat mensen lachen naar de fotograaf. Je ziet voor het eerst mensen lachen op foto's, en dat zijn dingen die je daarvoor eigenlijk niet ziet.

00:21:42 Wilfried de Jong: Bij de professionele fotograaf van vroeger werd niet gelachen?

00:21:45 Mattie Boom: Nee, daar werd niet gelachen.

00:21:45 Wilfried de Jong: Wat een saaie bedoening.

00:21:47 Mattie Boom: Nee, en dan zie je ineens... We hebben in de collectie een prachtige selfie uit 1888 van Pauw van Wieldrecht. Daarop liggen ze allemaal op de grond, en hij heeft de zelfontspanner in de hand dus hij bedient de camera, en ze hebben allemaal lol en plezier om waar ze mee bezig zijn. Dat is dus dat persoonlijke element. En als je dan wat meer afstand neemt, zie je ook dat het dagelijks leven in de fotografie een rol gaat spelen.

00:22:15 Mattie Boom: Daarvoor is het allemaal een vast stramien van studioportretten, topografie, landschappen... En dan ineens zie je soms allerlei glimpjes van het dagelijks leven, en dat zag je voorheen niet in de fotografie. En het gebeurt op een veel dynamischere manier; het is spannende fotografie, die wij natuurlijk heel goed kennen. Wij kennen eigenlijk niet anders uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. En het is een gegeven: dat komt dan pas op, daarvoor niet.

00:22:47 Wilfried de Jong: Wat is het maatschappelijk belang van die amateurfotografie?

00:22:50 Mattie Boom: Ik denk heel groot, eigenlijk. Want wij zijn allemaal ons leven in beeld gaan brengen, dus we zijn allemaal veel meer visueel ingesteld geraakt. En dat beeld is, dat weet jij ook, heel overtuigend. Het beeld is misschien wel veel overtuigender dan al die woorden die wij op papier te zetten; het kan er in één keer inkomen. Mensen zijn natuurlijk ook... Als je naar de fotoalbums kijkt die we op de tentoonstelling hebben liggen, die we in de collecties hebben zitten, die we jarenlang eigenlijk niet bekeken hebben.... Dat was het belangrijkste bezit van mensen. Als mensen moeten vluchten, is dat het eerste wat ze met zich meenemen...

00:23:29 Mattie Boom: Het is een soort leven dat in dat album verpakt zit; hoe onhandig en slordig ook, daar zit het bewijs. Het bewijs van wat jij in je leven gedaan hebt, waar je geweest bent. Het is voor mensen dus een heel belangrijk bezit, zo'n fotoalbum. Maar het rare bij de fotoalbums is, dat het eigenlijk na twee generaties niet meer interessant is. Zodra jouw oma en opa nog in die albums staan, bewaar je ze, maar zodra het één generatie verder gaat, dan belanden ze dus — zoals ons Kodak-album — op het Waterlooplein.

00:24:04 Wilfried de Jong: Waarom?

00:24:05 Mattie Boom: Nou, omdat je de mensen die op die foto's staan dan eigenlijk niet meer kent, en dat is niet meer jouw leven.

00:24:11 Wilfried de Jong: Nu je deze zoektocht hebt gemaakt door de amateurfotografie, hoe kijk jij tegen de hele selfiecultuur aan van nu?

00:24:18 Mattie Boom: Ik volg dat natuurlijk met belangstelling, en vooral ook omdat je ziet hoe mensen zelf hun eigen beeld maken met hulp van fotografie en dat ook verregaand regisseren. Als je ziet hoe sommige mensen op Instagram het beeld van zichzelf, zoals ze dat voor de wereld gezien willen hebben... Dat komt uit die hoek, uit die periode van de fotografie, dat je steeds meer zelf 'in control' bent. Eerst had je het album, nu heb je andere media om dat te doen; Facebook, Instagram. Maar daar zit dus ook inderdaad een oneerlijk kantje aan, dus het wordt straks nog interessant om daar opnieuw naar te kijken en om te zien: wat houdt het nou eigenlijk? Wat blijft?

00:25:08 Wilfried de Jong: Na jaren van onderzoek is Mattie inmiddels gepromoveerd op de amateurfotografie eind negentiende eeuw. Er ligt een prachtig boekwerk en ze maakte de tentoonstelling voor het Rijksmuseum. Terugkijkend durft ze nog stelliger te beweren dat de snelle veranderingen in de fotografie van toen, nog altijd effect hebben op hoe wij nu foto's maken.

00:25:27 Mattie Boom: Er is iets wezenlijks veranderd in de fotografie; we zijn anders gaan fotograferen. We zijn anders met dat beeld omgegaan, en dat heeft te maken met die periode die ik onderzocht heb. Ik heb ook geprobeerd om die foto's naar voren te schuiven, om te laten zien: er liggen misschien wat lullige foto's in het depot, maar als je dat allemaal op een rij zet en je neemt het allemaal bij elkaar, dan krijg je toch het verhaal van hoe de mens een fotograferende mens is geworden. En dat maakt het ook van belang om dat toch te willen bewaren.

00:26:02 Mattie Boom: Jarenlang hebben we dat materiaal met de nek aangekeken. Je wist niet wat je ermee moest in een fotodepot; het zat in schoenendozen, in andere depotdozen, en we beschouwden het niet als een oeuvre — wat je met die andere foto's allemaal wel doet. En toch geeft het een prachtig beeld van die late negentiende eeuw, niet alleen van hoe die beeldcultuur is veranderd, maar ook van het leven toen. In die zin is het dus belangrijk cultureel erfgoed.

00:26:29 Wilfried de Jong: Wat is de mooiste foto die je van jezelf in je bezit hebt, op amateurniveau?

00:26:35 Mattie Boom: Dat is een fotootje waarop ik met mijn vader op het balkon zit van onze flat in Den Haag. Daarop zitten we met zijn tweeën, en de zon schijnt, en we zitten allebei een beetje zo te kijken — die koester ik, maar dat is misschien ook wel omdat mijn vader er niet meer is.

00:26:52 Wilfried de Jong: En wie heeft die foto gemaakt?

00:26:54 Mattie Boom: Ik denk mijn moeder.

00:26:55 Wilfried de Jong: Met wat voor een toestel?

00:26:57 Mattie Boom: Dat moet dan de Kodak Brownie van tante Jo uit Rotterdam zijn geweest.

00:27:04 Wilfried de Jong: Je hoorde Mattie Boom, conservator fotografie van het Rijksmuseum. Ik ben Wilfried de Jong en ik interviewde haar voor deze podcast, 'In het Rijks'. Vond je het net als ik een interessant verhaal? Laat dan een review achter bij Apple Podcasts. Het helpt andere luisteraars om deze podcast ook te vinden. En vergeet niet om de tentoonstelling 'Iedereen fotografeert' in het Rijksmuseum te bezoeken; eigenhandig samengesteld door Mattie Boom. Je hebt hier nog tot en met 10 juni 2019 de tijd voor.

Abonneer je op In het Rijks met je favoriete podcastspeler