Het Sint-Nicolaasfeest

25 min. - Podcast - Traditie in transitie

Uit de serie Podcast: In het Rijksmuseum

10-08-2022 - Rijksmuseum

Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan. Hij brengt ons Sint-Nicolaas, ik zie hem… niet staan? Het Sint-Nicolaasfeest van Jan Steen verbeeldt het sinterklaasfeest van vroeger. Maar waarom ontbreken Sinterklaas en Zwarte Piet? En wat is de oorsprong van de traditie? Presentator Jörgen Raymann en senior conservator Geschiedenis Eveline Sint Nicolaas bespreken het.

Luister

Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek

00:00:00 Speaker: Sluit je ogen en laat je meenemen door de verhalen van Kunstluister. De podcast van het Rijksmuseum, met bijzondere verhalen geïnspireerd door kunst. Kunst biedt troost en helpt je betekenis te vinden in stressvolle situaties. Met de verhalen in Kunstluister, stap je in een wereld waar even niets moet. Ga naar Rijksmuseum.nl/kunstluister.

00:00:20 mevrouw Sint-Nicolaas: Er is een prachtig verhaal van een vader met drie dochters, die arm was geworden en geen bruidsschat meer voor zijn dochters kon betalen. Daarmee loerde het gevaar dat ze in prostitutie zouden vervallen. Toen heeft Sint-Nicolaas 's nachts geld naar binnen gegooid, zodat die drie dochters een bruidsschat hadden en ook hun lot bezegeld was of ten goede kwam.

00:00:56 de heer Raymann: Hij was een soort superman.

00:00:59 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, inderdaad. Het is ongelooflijk waar hij allemaal beschermheilige van is. Dus je kunt alle kanten met hem op.

00:01:07 de heer Raymann: "Wie zoet is, krijgt lekkers wie stout is de roe." Het Sinterklaasfeest is verreweg het meest populaire feest in Nederland. Kinderen zetten hun schoen, pieten strooien pepernoten en cadeautjes komen via de schoorsteen. De sinterklaasviering is al honderden jaren oud. In het Rijksmuseum hangt een schilderij wat de viering van dit feest laat zien. Waar komt die traditie, zoals we die nu kennen, vandaan? Wie was Sinterklaas? Waarom ontbreken Sinterklaas en zwarte Piet op dit schilderij? Ik spreek erover met senior conservator Geschiedenis, Eveline Sint Nicolaas. Ik ben Jörgen Raymann en dit is: 'in het Rijksmuseum'. De podcast waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. In het Rijksmuseum zie je meer dan 8000 voorwerpen verdeeld over vier verdiepingen en 80 zalen. Ik maakte al eerder een serie over de publieksfavorieten van het Rijksmuseum, maar nu mocht ik zelf mijn persoonlijke favorieten uitkiezen: 'Raymanns Favorieten'. Over voorwerpen met thema's die persoonlijke of maatschappelijke rol spelen in mijn leven. In deze aflevering: het Sint-Nicolaasfeest van Jan steen. Wil je weten hoe dit object eruit ziet? Ga dan naar Rijksmuseum.nl/podcast. In deze serie ga ik het hebben over mijn eigen favorieten. In de vorige serie ging het over jullie favorieten, maar ik mocht dit keer samen met de medewerkers van het Rijksmuseum op zoek gaan naar objecten die thema's bevatten die mij persoonlijk aanspreken. Vandaag beginnen we met één van mijn absolute favorieten. Het is een schilderij van Jan Steen. Het hangt in de eregalerij en het heet: 'het Sint-Nicolaasfeest'. Ik praat erover met Eveline Sint-Nicolaas, hoe toepasselijk, senior conservator Geschiedenis bij het Rijksmuseum. Eveline: als we naar het schilderij kijken, wat zien we dan?

00:02:54 mevrouw Sint-Nicolaas: We zien een moeder, een heleboel kinderen, grootouders en een dienstmeisje die in een huiskamer het Sint-Nicolaasfeest vieren. Er zijn heleboel figuren op te zien, maar op de voorgrond ook twee hele mooie stillevens die door Jan Steen zijn geschilderd. Er is ontzettend veel te zien op het schilderij.

00:03:14 de heer Raymann: Laten we bij de mensen beginnen. Dan eindigen we bij de stillevens, want daar is veel te zien. We beginnen met het meisje centraal met de pop. Wat voor pop heeft ze bij zich?

00:03:22 mevrouw Sint-Nicolaas: Het meisje heeft een Johannes de Doper-pop in de armen. Die werd in katholieke gezinnen aan kinderen gegeven om ze te beschermen tegen ziekte. Er was natuurlijk een veel hoger sterftecijfer in de zeventiende eeuw onder kinderen. Dus op allerlei manieren werd geprobeerd om kinderen daarvoor te beschermen. Daar had Johannes de Doper-pop ook mee te maken.

00:03:44 de heer Raymann: Ze heeft ook een emmer met snoepgoed om haar arm. Voor haar zit haar moeder met uitgestrekte armen.

00:03:53 mevrouw Sint-Nicolaas: Als je naar het schilderij kijkt, is haar moeder de eerste figuur die je ziet. Dat komt misschien ook door de witte kap die zij omheeft en haar uitgestoken armen. Daar begint de beweging.

00:04:03 de heer Raymann: Daar begint het verhaal.

00:04:04 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, daar begint het verhaal van Jan Steen. Door een bepaalde beweging in dat schilderij aan te brengen, neemt hij je mee. Dus die moeder steekt haar armen uit naar dat meisje wat zo goed bedeeld is met cadeautjes.

00:04:19 de heer Raymann: Ook een beetje hebberig: dit is van mij.

00:04:21 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, precies alsof ze zegt: "Mag ik hem ook even zien, die pop?" Het zijn haar net gekregen schatten, die laat ze niet meer los. Als je oog verder gaat, kom je vanzelf bij haar broertje die daarachter staat. Hij is duidelijk niet in de prijzen gevallen. Hij staat te huilen als een klein kind: met zijn hand wrijft hij in zijn ogen. Hij heeft nu natuurlijk verdriet dat hij niks heeft gekregen. Wat heeft hij gekregen? Een schoen met een roe erin.

00:04:53 de heer Raymann: Een takkenbos.

00:04:54 mevrouw Sint-Nicolaas: Een takkenbos, ja. Het is interessant dat dat ook al in de zeventiende eeuw bij dat feest hoort. Dat wordt hem door het dienstmeisje een beetje plagerig aangereikt: 'Kijk, jij krijgt de schoen met de roe'. Als je verder kijkt, kom je via de grootvader bij de grootmoeder die dat jongetje wenkt. Je ziet misschien dat ze hem wenkt met haar hand: kom maar, ik heb hierachter het gordijn wel iets. Er is wel verdriet, maar het komt ook wel weer goed. Dan kom je bij de kinderen die onder de schoorsteen staan te zingen en naar boven kijken: waar komen al die cadeautjes vandaan? Hoe is dit gebeurd? Dan wordt je oog langs alle belangrijke elementen van dat Sint-Nicolaasfeest gevoerd, op een hele natuurlijke manier.

00:05:46 de heer Raymann: Dat zijn dus de mensen. Dan kijken we ook naar de stillevens, want daar zitten hele bijzondere bij. Je ziet het speculaas in het mandje.

00:05:55 mevrouw Sint-Nicolaas: Klopt. Linksvoor op de grond staat een hele grote mand met een gevulde speculaas en een plak speculaaskoek. Ook nog allerlei andere lekkere koeken, appels, en appeltjes van oranje. Er liggen walnoten op de grond, er ligt een lege schoen. Dat is in rijm met die schoen met de roe. Het gaat over schoenen waar cadeautjes in hebben gezeten en schoenen met een roe. Dan kom je bij een golfballetje, want er is een jongetje, naast de moeder, die als cadeautje een golfstick en een golfballetje heeft gekregen. Vervolgens kom je bij het laatste stilleven op die stoel. Daar zie je meteen dat hele grote brood: een duivekater. Een duivekater werd speciaal gebakken bij feesten. Het brood is versierd met allemaal hertjes en vogeltjes.

00:06:47 de heer Raymann: Je ziet ook een appeltje met een muntje erin.

00:06:49 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, dat is leuk. Dat is een soort voorloper van de surprise, want het is een grapje: een appeltje voor de dorst. Dat gaven volwassenen elkaar bij dit feest. Dan zie je ook nog een zakje met pepernoten. Dus allemaal hele herkenbare dingen van het feest zoals we die nu nog hebben.

00:07:10 de heer Raymann: Dat vind ik ook bijzonder. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het gevulde speculaas, dat waren toch kruiden die blijkbaar in de zeventiende eeuw al gebruikt werden.

00:07:19 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, zeker. Die werden door de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, vooral vanuit Indonesië maar ook vanuit Sri Lanka meegenomen: kaneel, nootmuskaat, foelie. Allemaal kruiden die voordat de VOC richting Indonesië of Azië ging, in Nederland natuurlijk niet zo toegankelijk waren voor gewone mensen. Dus dat is ook een belangrijk onderdeel van het feest.

00:07:50 de heer Raymann: Ja. Het Sinterklaasfeest wordt hiermee uitgebeeld. Het is Jan Steen, vandaar die hele rommelige huishouding. Ik begreep in Suriname dat men zei: "Je hebt een huishouding van Jan Steen." Is dit schilderij typisch Jan Steen?

00:08:03 de heer Raymann: Jan Steen is vooral bekend om zijn genreschilderijen. Dat zijn schilderijen in een interieur met heel veel mensen. Dat verhalende aspect, wat hier ook heel duidelijk in zit, is wel echt iets wat Jan Steen graag doet. Er zitten vaak allerlei verborgen betekenissen en spreekwoorden in. Kinderen spelen vaak een belangrijke rol. Het is ook interessant dat Jan Steen zelf katholiek was. Dit is echt een katholiek feest.

00:08:34 de heer Raymann: Ik sla hierop aan. Het was vroeger echt een katholiek feest? Het werd alleen door de katholieken gevierd?

00:08:40 mevrouw Sint-Nicolaas: Het is een katholieke heilige.

00:08:42 de heer Raymann: Natuurlijk, Sint Nicolaas is een katholiek heilige.

00:08:44 mevrouw Sint-Nicolaas: Klopt. We denken vaak aan Jan Steen als een grappige schilder: het huishouden van Jan Steen, wat kennelijk tot in Suriname een gezegde is. Dat doet naar mijn idee niet helemaal recht aan hem als schilder. Want als je hier goed naar kijkt, met die compositie en al die verhalen, dan zit er zoveel meer in dan dat het alleen maar feestende mensen thuis zijn.

00:09:16 de heer Raymann: U zei het net al: "Sinterklaas, een christelijke heilige." Wie was hij eigenlijk?

00:09:22 mevrouw Sint-Nicolaas: Hij werd geboren tussen 250 en 270 na Christus, in de derde eeuw in Turkije. Hij was als baby meteen heel bijzonder, want hij kon heel kort na de geboorte al staan bijvoorbeeld. Het begint meteen al goed met allemaal hele mooie verhalen rondom zijn leven. Hij weigerde bijvoorbeeld ook al twee dagen in de week de borst. Dat werd later weer als soort vroege vorm van vasten gezien. Hij wordt bisschop in Myra, in Klein-Azië. Dat is wat we nu het zuidwesten van Turkije noemen. Daar overleed hij op zes december, waarschijnlijk in het jaar 343. Dat is ook de dag die oorspronkelijk de feestdag is, of de naamdag, van Sint-Nicolaas.

00:10:15 de heer Raymann: Dus we vieren het overlijden van Sinterklaas?

00:10:18 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, precies. Het is ook heel lang zo geweest dat in Nederland het feest op zes december werd gevierd. Een belangrijk onderdeel van het feest zijn de cadeautjes en het zetten van de schoen. Dat vond plaats op de vooravond. Op de ochtend als de cadeautjes er waren, werd het feest gevierd. Dus op vijf december werd de schoen gezet en op zes december werd in de ochtend het feest gevierd. Dat is ook te zien op het schilderij. Daar zie je op het raam, op de achtergrond, een beetje een rode gloed. Dat is het ochtendgloren. Daarmee heeft Jan Steen willen zeggen: dit is de ochtend waarop de cadeautjes geopend worden.

00:11:06 de heer Raymann: Hoe ontstond die verering van Sint-Nicolaas?

00:11:10 mevrouw Sint-Nicolaas: Hij was bisschop in Myra. Al in de zesde eeuw in het Byzantijnse Rijk, dus meer in het gebied van Turkije zelf werd hij vereert vanwege allerlei bijzondere wonderen die hij had verricht.

00:11:24 de heer Raymann: Niet alleen vanwege zijn kind-zijn, dat hij al zo vroeg stond en de borst weigerde?

00:11:26 mevrouw Sint-Nicolaas: Nee. Hij had een heel pakket aan wonderen. Hij is ook de beschermheilige van een heleboel verschillende groepen. Hij is de beschermheilige van de zeelui bijvoorbeeld, omdat hij tijdens een storm een keer een matroos die verdronken was, weer tot leven had gebracht. Je ziet in heel veel havenplaatsen een kerk gewijd aan Sint Nicolaas.

00:11:53 de heer Raymann: Ook in Amsterdam heb je de Sint Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station.

00:11:56 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja. Die stond natuurlijk oorspronkelijk aan het open water, voordat het Centraal Station daar kwam. Dat is in veel meer plaatsen. Hij is de beschermheilige van schippers en de zeelui, en van de kinderen. Dat past bij het Sint-Nicolaasfeest. Er is een verhaal dat een slager drie jonge jongens zou hebben vermoord en in stukken hebben gehakt. Vervolgens in een vat hebben gestopt om te pekelen en als varkensvlees te verkopen. Sint-Nicolaas heeft ook die jongens gered en weer tot leven aan elkaar geplakt. Daar komt het verhaal vandaan dat hij voor kinderen zorgt, zoals we hem natuurlijk ook kennen. We kennen hem ook als de beschermheilige van de de ongetrouwde vrouwen. Er is ook een prachtig verhaal van een vader met drie dochters. Die vader was arm was geworden en kon geen bruidsschat meer voor zijn dochters betalen. Daarmee loerde het gevaar dat ze tot prostitutie zouden vervallen. Toen heeft Sint-Nicolaas 's nachts geld naar binnen gegooid. Daar komt het strooien vandaan. Zodat die drie dochters een bruidsschat hadden, wat hun ten goede kwam.

00:13:25 de heer Raymann: Hij was een soort superman.

00:13:28 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, inderdaad. Het is ongelooflijk waar hij allemaal beschermheilige van is. Je kunt alle kanten met hem op.

00:13:42 mevrouw Sint-Nicolaas: Als we kijken naar het feest door de eeuwen heen. Want we herkennen hier de elementen die er nu ook nog zijn, zoals de speculaas, de cadeautjes, de schoenen. Wat is er nog meer verantwoord door de eeuwen heen, hoe dat feest gevierd werd?

00:13:55 mevrouw Sint-Nicolaas: Wat we weten is dat er echt een feest werd gevierd om de heilige Nicolaas te eren op zijn naamdag. Dat gaat terug tot de middeleeuwen, in heel Europa. Het is niet iets specifiek voor Nederland. Ook in Noord-Frankrijk bijvoorbeeld vind je in de middeleeuwen daar al bewijzen van. In de veertiende eeuw is het voor het eerst in Dordrecht, in Nederland, hebben we in de archieven gevonden dat dat werd gevierd. Dan in de vijftiende eeuw, in Utrecht. Dus dat is echt al heel lang geleden.

00:14:24 de heer Raymann: Is ook bekend hoe het toen gevierd werd?

00:14:25 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, anders. Er waren vaste elementen die we nu kennen: dat kinderen werden getrakteerd, dat het kind en trakteren centraal staat, het schoen zetten komt dan ook al voor, het strooien van pepernoten. Wat heel opvallend anders is, is dat het op straat werd gevierd. Het was echt een beetje zoals de kermis of de jaarmarkt. Het was een feest om buiten te vieren in alle gezamenlijkheid en openheid.

00:14:54 de heer Raymann: Midden in de winter?

00:14:55 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja.

00:14:57 de heer Raymann: Toen waren ze nog bikkels en konden ze wel tegen een stootje. Daar moet je nu niet meer mee aan komen.

00:15:02 mevrouw Sint-Nicolaas: Nee. Dat was dus een heel luidruchtig, vrolijk feest op straat. Dat verandert dan aan het eind van de zestiende eeuw. Dan is de reformatie, dat is een hervorming van de kerk ingezet door Luther en Calvijn. Dan worden katholieke feesten nog wel gedoogd, maar worden officieel verboden. Dan verplaatst het feest zich binnenshuis. Katholieken mogen niet meer openlijk hun geloof belijden. Het protestants geloof wordt het officiële geloof. Dus van een straatfeest wordt het een feest binnenskamers. Dat is ook wat we hier op het schilderij van Jan Steen zien. Jan Steen was katholiek. Het werd niet in het geheim gevierd, maar het was niet meer op straat met zijn allen.

00:15:51 de heer Raymann: Nee. Je hield het binnenskamers. Wanneer begonnen de protestanten met het vieren van het Sinterklaasfeest? Is dat bekend?

00:15:59 mevrouw Sint-Nicolaas: Dat is meer in de twintigste wanneer er een hele ontzuiling is. Waar dat niet meer dat etiket katholiek feest heeft. Dan wordt het meer een feest voor iedereen, voor het volk. Als je terugkijkt naar die ontwikkeling, van middeleeuwen op straat naar binnenskamers in de zestiende en zeventiende eeuw, dan is er nog een laag in de achttiende eeuw en de negentiende eeuw, waarbij dat feest steeds meer werd gebruikt als opvoeding.

00:16:34 de heer Raymann: Ja. Toen mijn kinderen opgroeiden, werd Sinterklaas ook als opvoedingsmiddel gebruikt. Je wist dat ze zich begonnen te gedragen vanaf half november tot vijf december. Dat je in ieder geval drie weken controle had op de opvoeding.

00:16:47 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, dat is een heel mooi voorbeeld hoe dat een veel opvoedkundiger karakter heeft gekregen. Niet alleen maar feesten, maar het was een moment om te zeggen: wie zich goed heeft gedragen krijgt cadeautjes en als je stout bent geweest dan krijg je niks.

00:17:13 de heer Raymann: 'Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.'

00:17:15 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja.

00:17:22 de heer Raymann: Als we dan goed naar het schilderij kijken, dan zie je ook dat de twee hoofdrolspelers ontbreken op het plaatje: Sinterklaas en Zwarte Piet.

00:17:30 de heer Raymann: Ja. Toch is wel interessant dat je meteen ziet dat het om het Sinterklaasfeest gaat. Ze zijn bijna niet nodig om het verhaal te vertellen, het klopt. In de zeventiende eeuw was het verboden om Sint-Nicolaas af te beelden. Dit zie je ook. Ook taai taai-poppen en speculaaspoppen met Sinterklaas, dat was niet de bedoeling. Zwarte Piet ontbreekt ook. Dat komt omdat hij hier nog niet bestond. Sint Nicolaas deed het hier nog helemaal in zijn eentje in de zeventiende eeuw. Hij zorgde voor het goede verhaal, de cadeautjes geven en hij zorgde voor de straf. Je ziet dat dat in de negentiende eeuw verandert. Dan is er veel meer behoefte vanwege dat opvoedkundige karakter wat sterker wordt aan een 'good cop' en een 'bad cop'.

00:18:21 de heer Raymann: Wat is beter dan een zwarte boeman te verzinnen?

00:18:24 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja. dus eerst is Sinterklaas nog de boeman. Daar zijn ook hele mooie voorbeelden van dat je denkt: een enge vent. Op een gegeven moment wordt die rol vervuld door een knecht. Jan Schenkman, een leraar in Amsterdam die een prentenboek maakte over het verhaal van Sint Nicolaas, speelt een cruciale rol bij de introductie van Zwarte Piet.

00:18:49 de heer Raymann: Dat is dus niet zo lang geleden?

00:18:51 mevrouw Sint-Nicolaas: Nee, dat is interessant. We hebben eeuwen het feest gevierd zonder Zwarte Piet.

00:18:57 de heer Raymann: Dan zie je die verandering die plaatsvindt al vanaf de middeleeuwen. En nu zitten we weer in een veranderende periode als je kijkt naar hoe ernaar Zwarte Piet wordt gekeken. Dus we kunnen zeggen dat Jan Schenkman, die leraar in Amsterdam, verantwoordelijk was voor hoe we nu het Sinterklaasfeest vieren. Hoe heeft hij die Zwarte Piet vorm gegeven? Waar kwam het idee vandaan? Want je kunt ook een andere knecht bedacht hebben: een boerenknecht of zo.

00:19:20 mevrouw Sint-Nicolaas: Sinterklaas had wel al knechten ook in andere Europese landen, die allemaal een andere vorm hebben. Schenkman maakte er een soort page van. Waar je ook Afrikaanse bedienden in kunt herkennen, die we van schilderijen al veel eerder in de zeventiende eeuw kennen. Mensen die in slavernij naar Nederland werden gebracht en hier als bediende voor rijke families werkten, die ook dat soort pagepakken aan hadden: de pofbroek.

00:19:52 de heer Raymann: Ik kan mij nog herinneren van de slavernij dat je ook een aantal zwarte figuren zag op schilderijen die die kleding aan hadden. Weliswaar nog met een gouden boei om hun hals. Eigenlijk heeft hij Zwarte Piet geportretteerd vanuit de slavernij.

00:20:08 mevrouw Sint-Nicolaas: Ja, hij wilde vorm geven aan een knecht. Dan kun je zeggen: dan was het referentiekader voor hem zo'n bediende, waar mensen natuurlijk graag mee pronken. Je ziet vaak ook op schilderijen dat een zwarte bediende de paarden verzorgt en vasthoudt. Dat was een heel duidelijk referentiekader wat hij had, wat hij toepaste op hoe hij die knecht vorm wilde geven.

00:20:38 de heer Raymann: En de andere knechten hiervoor? Je zei: "Er waren ook andere vormen." Wat moet ik me daarbij voorstellen? Welke knechten heeft Sinterklaas nog meer gehad?

00:20:45 mevrouw Sint-Nicolaas: Dat is vaak wat meer een duivels figuurtje of een schoorsteenveger of een smeerpoets. Het zit altijd een beetje in de angstige, niet zo'n gezellig knecht die moet helpen om het goed en kwaad in balans te houden.

00:21:04 de heer Raymann: Op een gegeven moment hebben we toch die switch gemaakt in de twintigste eeuw waarbij Zwarte Piet meer de vriend werd, de onmisbare hulp van Sinterklaas.

00:21:14 mevrouw Sint-Nicolaas: Dat heeft misschien ook wel meer te maken met opvoedkundige ideeën. Dat het niet meer verantwoord is om kinderen echt bang te maken met een zak. Wat misschien in mijn jeugd nog wel gebeurde. Op een gegeven moment wordt Zwarte Piet meer een soort ontregelend iemand. Bijvoorbeeld op school kwamen de rommelpieten op een gegeven moment. Dan was de hele klas was overhoop gehaald. Dan lagen er overal mandarijntjes en de appeltjes van oranje. Dan was het een soort onhandig, sullig iemand. Niet meer echt dat dreigen met de roe. Als je die oude boekjes leest dan was het echt niet mals wat kinderen allemaal werd voorgeschoteld.

00:21:58 de heer Raymann: Ik weet dat ik in mijn jeugd als de dood was voor Zwarte Piet. Wat die man allemaal met jou kon doen. Daar werd je niet vrolijk van in elk geval. Wat mij dan bezighoudt: wanneer kreeg hij een Surinaams accent?

00:22:11 mevrouw Sint-Nicolaas: Dat is nog een leuke vraag. Misschien komt dat wel na de jaren 70 van de twintigste eeuw. Dat zou best kunnen. Dat is meer wat zo in mij opkomt. Dat is natuurlijk ook wel het storende en het onderdeel waarvan we zeggen: het is een een heel stereotyperend racistisch figuur. Omdat door het uiterlijk van Zwarte Piet met de grote lippen en de ringen, het klunzige, het accent. Waarom is dat nodig?

00:22:46 de heer Raymann: De traditie verandert. Dat is natuurlijk ook ten nadele veranderd. Nu zie je weer een andere verandering plaatsvinden. Amsterdam gebruikt roetveegpieten om er toch weer een andere invulling aan te geven. Hoe volatiel is Sint Nicolaas nog in de toekomst, denk je?

00:23:01 mevrouw Sint-Nicolaas: Ik heb wel hoop dat dat een beetje begint te komen. Als je naar zo'n schilderij kijkt en je verdiept in de geschiedenis en je ziet hoe vaak dat feest van koers is veranderd. Dan denk ik: dat gaat nu ook weer lukken. Dat zie je ook wel op allerlei plekken. Dat duurt even voordat een heel land meegaat, maar al sinds de jaren 60 van de twintigste eeuw wordt er geprotesteerd.Het is ook wel eens tijd dat we er weer een nieuwe invulling aan geven. Het mooie is het centrale element: het is natuurlijk feest: kinderen krijgen cadeautjes, er wordt een beetje geplaagd met surprises. Het is een heel leuk moment in het jaar.

00:23:43 de heer Raymann: Ik ben altijd al gek geweest op het Sinterklaasfeest. Daarom dat ik ook van dit doek houd. Omdat heel goed kunt zien dat je met de familie een fantastisch kinderfeest kunt vieren. Met alle plagerijtjes erin, met de surprises erin, met lekkernijen, kinderen kunt verwennen, opa en oma, iedereen is erbij betrokken. Je kunt het zelfs zonder de twee hoofdfiguren doen en dan blijft het toch nog intrigerend. Ik denk dat het daarom ook tot één van mijn favorieten behoort. Dank je wel, Eveline. Fijn dat je hier was.

00:24:09 de heer Raymann: Graag gedaan. In de volgende aflevering: de verbanning van het corset rond 1900 betekent letterlijk en figuurlijk meer bewegingsvrijheid voor de vrouw. Hoe verliep de strijd voor vrouwenrechten aan het begin van de twintigste eeuw? Ik spreek met conservator Jenny Reynaerts over de voorzitter van 'de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleding'. Vond je dit een leuke aflevering? Vergeet dan niet een review achter te laten in Apple Podcast. Dat helpt andere luisteraars deze podcast beter te vinden.

Abonneer je op In het Rijksmuseum met je favoriete podcastspeler

Met dank aan

De podcastserie Favorieten wordt mede mogelijk gemaakt door ING, hoofdsponsor van het Rijksmuseum.