29-04-2020 - Rijksmuseum
Janine Abbring spreekt met senior conservator geschiedenis Gijs van der Ham over twee bijzondere panelen die laten zien hoe Nederland al in de vroege 15de eeuw omging met de strijd tegen het water.
In de nacht van 19 november 1421 brak een dijk door vlakbij Dordrecht. Een grote watersnoodramp ten gevolg. Een groot deel werd onbewoonbaar. 80 jaar later lieten inwoners van het overstroomde dorpje Wieldrecht een altaarstuk maken om deze ramp te herinneren. Twee panelen van deze St. Elisabethsvloed zijn onderdeel van de collectie van het Rijksmuseum en laten zien hoe Nederland al in de vroege 15de eeuw omging met de strijd tegen het water.
Janine Abbring spreekt met senior conservator geschiedenis Gijs van der Ham over deze twee bijzondere panelen.
Luister
Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek
00:00:00 Gijs van der Ham: De hele grond was doordrenkt door dat water en het was onvruchtbaar geworden. De dijken konden niet meer dicht omdat er enorme stroomgaten in waren ontstaan. Niet alleen de Biesbosch is toen ontstaan, maar ook het Hollands Diep. Als je nu met de trein bij Moerdijk over dat Hollands Diep gaat, dan zie je hoe breed dat is. Dat is toen ontstaan, helemaal uitgesleten, niet meer in de hand te houden water. De effecten van deze overstroming in de nacht van 18 op 19 november 1421 waren op de langere duur enorm.
00:00:31 Janine Abbring: Een dijkdoorbraak in de nacht van 19 november 1421 zorgde voor een enorme watersnoodramp bij Dordrecht. Dorpen overstroomden, mensen en vee verdronken en een groot gebied werd onbewoonbaar. 80 jaar later lieten inwoners van het verloren dorp Wieldrecht een altaarstuk schilderen om deze ramp te herinneren. Twee panelen van dat stuk hangen nu in het Rijksmuseum.
00:00:58 Janine Abbring: Ik ben Janine Abbring en dit is In het Rijks, de podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Verdeeld over vier verdiepingen en 80 zalen, zie je in het Rijksmuseum meer dan 8000 voorwerpen. In deze podcast bespreken we per aflevering één object dat in het museum te zien is. In dit seizoen beginnen we op de begane grond met met voorwerpen uit de middeleeuwen en renaissance. In deze aflevering de Sint-Elisabethsvloed. Voor we beginnen, wil je weten hoe deze twee panelen eruitzien? Ga dan naar Rijksmuseum.nl/podcast.
00:01:39 Janine Abbring: We gaan het hebben over een ramp, de watersnoodramp van 1421. Want ja, die strijd van Nederland tegen het water is er één van lange adem kan ik wel zeggen, en in het Rijksmuseum is een altaarstuk te zien dat ons aan deze specifieke watersnoodramp herinnert. Eerst wil ik meer weten over die enorme ramp waardoor wij vandaag de dag bijvoorbeeld nog de Biesbosch hebben. En wie daar alles over weet, is Gijs van der Ham, senior conservator geschiedenis bij het Rijksmuseum. Ik moest een beetje lachen om dat senior conservator geschiedenis, dat klinkt een beetje als een pleonasme.
00:02:14 Gijs van der Ham: Ja, ik zeg grappig genoeg altijd senior, gewoon in het Nederlands. Ja, senior betekent gewoon dat je ervaren bent en ook wat ouder, maar verder ben je gewoon conservator zoals alle andere conservatoren conservator zijn.
00:02:28 Janine Abbring: Ja, conservator geschiedenis in dit geval. Neem mij eens mee naar die nacht van 18 op 19 november 1421. Een grote ramp zou zich ontvouwen in Nederland.
00:02:42 Gijs van der Ham: Vooral in het westen van Nederland, het zuidwesten vooral. Het was stormvloed, de zee was hoog, het water werd opgezweept door een noordwesterstorm en tegelijkertijd kwam er heel veel water uit de rivieren uit Duitsland. Dat samen zorgde voor hoogwater uiteraard. Het rivierwater kon niet weg en de zee stroomde naar binnen. En dan moet het toch wel ergens heen, en dan gaat het over de dijken van die rivieren in het land en dat is gebeurd rond Dordrecht.
00:03:09 Janine Abbring: Ja, want ik wilde net zeggen: in welke plaatsen moesten de mensen vrezen voor het water?
00:03:12 Gijs van der Ham: Het was een heel groot gebied, bedijkt gebied, landbouwgebied bij Dordrecht. Dat heette de Grote Waard en dat is inderdaad nu de Biesbosch en daar braken de dijken door. Het waren allemaal dorpen, er waren veel boerderijen. Uiteindelijk, dat was een kwestie van vrij lange adem, is dat gebied dus verloren gegaan als landbouwgebied, als woongebied, het werd ontoegankelijk. Het werd moeras en dat kwam omdat het water er nou eenmaal was en niet meer weg te krijgen viel.
00:03:39 Janine Abbring: Over welke grootte van een gebied hebben we het dan?
00:03:42 Gijs van der Ham: Het is echt een groot gebied, ik weet het niet in een vierkante kilometers. Als je nu kijkt op een kaart van Nederland en je ziet de Biesbosch, dan zie je hoe groot het was. Maar het was nog meer dan dat. Het was tussen Dordrecht en Geertruidenberg, het was richting Gorkum een heel eind. Het was ook nog een stuk naar het westen en het zuiden. Dus het was een groot gebied, maar ook een heel erg waardevol gebied omdat het de echt belangrijke landbouwgrond was. Heel veel graan werd er verbouwd, wat je nodig hebt voor brood en voor bier, belangrijke levensmiddelen in die tijd.
00:04:11 Janine Abbring: Ja, eerste levensbehoeften.
00:04:12 Gijs van der Ham: De eerste levensbehoeften en het was ook een rijk gebied. Er werd ook dingen als zout gewonnen, en dat was ook één van de reden waarom het misging. Dat zout dat kwam natuurlijk van de zee, dat kon sowieso altijd vrij diep het land in komen, maar dat wonnen ze door beide dijken de grond af te graven, waardoor die dijken waren verzwakt. Dus toen die golven vanuit zee kwamen, toen waren die dijken daar veel minder daar goed tegen bestand dan ze eigenlijk hoorden te zijn.
00:04:39 Janine Abbring: Omdat ze eigenlijk deels een beetje waren afgegraven.
00:04:43 Gijs van der Ham: Ja, dus mensen moesten zo veel mogelijk uit de grond weten te halen, dat was het idee. Maar ja, die grond kun je ook misbruiken en dat gebeurde eigenlijk. Dus het was niet alleen de natuur waardoor het mis ging, maar ook de mens zelf heeft ervoor gezorgd dat het misging.
00:04:57 Janine Abbring: Hoe snel kwam dat water? Konden mensen vlucht?
00:04:59 Gijs van der Ham: Waar de dijk doorbrak kwam het natuurlijk heel snel, zodat je niet meer kunt vluchten. En op de panelen waar we het over hebben, zie je ook die mensen vluchten. Hè, dat is eigenlijk het thema van dat schilderij, naast overstroming zelf. Maar je ziet ook dat mensen verdrinken, dat vee verdrinkt en dat gebeurde. Het is niet bekend hoeveel mensen er precies zijn overleden, maar we gaan er van uit over het algemeen dat het een paar 1000 mensen zijn. Maar veel meer mensen zijn gewoon hun huis kwijtgeraakt en hun grond kwijtgeraakt.
00:05:23 Janine Abbring: Omdat het gebied onbewoonbaar werd.
00:05:27 Gijs van der Ham: Omdat het onbewoonbaar werd. Dat is dus een kwestie van tijd want water kan ook weer wegstromen natuurlijk. Dat gebeurde ook wel, maar de hele grond was doordrenkt door dat water en het was onvruchtbaar geworden. De dijken konden niet meer dicht omdat er enorme stroomgaten in waren ontstaan. Niet alleen in de Biesbosch is toen ontstaan, maar ook het Hollands Diep. Als je nu met de trein bij Moerdijk over dat Hollands Diep gaat, dan zie je hoe breed dat is. Dat is toen ontstaan, helemaal uitgesleten, niet meer in de hand te houden water. De effecten van deze overstroming in de nacht van 18 op 19 november 1421 was op de langere duur enorm.
00:06:05 Janine Abbring: Verwoestend.
00:06:06 Gijs van der Ham: Verwoestend en heeft het landschap veranderd.
00:06:09 Janine Abbring: En 80 jaar later kwam er een dorp. Nou vertel jij.
00:06:13 Gijs van der Ham: Eén van de dorpen die verloren ging, dat heette Wieldrecht en het lag aan de Maas. Je ziet op het schilderij ook dat het precies geplaatst is naast de dijkbreuk. Dus je ziet ook een huis op z'n kant liggen en zo. Maar het gros van die bewoners wist te ontvluchten en zijn naar Dordrecht gegaan, de grote stad die ook centraal op het linker paneel van dit schilderij staat.
00:06:34 Janine Abbring: Deze plek heette Wieldrecht. Bestaat dat nog steeds?
00:06:37 Gijs van der Ham: Wieldrecht bestaat dus niet meer, maar op een andere plek en dat geldt voor meer dorpen is Wieldrecht weer opgericht. Dus een aantal bewoners van het voormalige Wieldrecht zijn naar het nieuwe Wieldrecht gegaan, maar een groot deel is naar Dordrecht gegaan. En 80 jaar later ongeveer, we weten niet precies wanneer dit schilderij is gemaakt. Maar zo'n 80 jaar later hebben ze in de grote kerk van Dordrecht, de stad waar ze nu woonden, hebben ze een altaarstuk laten maken, een opdracht gegeven. Een drieluik en aan de buitenzijde van de twee zijluiken, daar was de ramp weergegeven en dat zijn de twee panelen die nu in het Rijksmuseum hangen. Daar zie je het hele gebied dat overstroomde, dus dat verloren ging, en je ziet wat er met de mensen gebeurde. Dat ze verdronken, maar dat ze gelukkig ook voor een groot deel konden vluchten, onder andere naar Dordrecht.
00:07:25 Janine Abbring: Ja, want jij switcht tussen de term schilderij en altaarstuk met een reden. Daar komen we zo op. Maar ik wil nog even terug naar de motivatie van die mensen om dit te vragen. Was dat gebruikelijk in die tijd? Want het is eigenlijk dus gemaakt ter herinnering aan die ramp.
00:07:44 Gijs van der Ham: De herinnering aan de ramp en uit dankbaarheid dat ze natuurlijk waren gered. Het was natuurlijk in een kerk, dat drieluik, een altaar daar bid je voor, daar bedank je voor, daar zeg je gebeden bij. Dus het was uit dankbaarheid voor de redding van waarschijnlijk vooral de grootouders en de ouders van degene die die opdracht hebben gegeven. Het was 80 jaar eerder gebeurd, maar het was zeker niet alleen maar om het te herinneren, maar het was tegelijkertijd echt als dankbaarheid voor God.
00:08:13 Janine Abbring: En voor wie niet weet hoe een altaarstuk er doorgaans uitziet, omschrijf het eens voor mij?
00:08:18 Gijs van der Ham: Je moet het bedenken dat in de vijftiende en zestiende eeuw kerken volstonden met altaren. Niet alleen aan de randen maar ook midden in de kerk, tegen pilaren aan. We weten niet precies waar dit heeft gestaan maar een altaarstuk kan er verschillende vormen hebben, in dit geval was het een drieluik.
00:08:33 Janine Abbring: Houten panelen.
00:08:34 Gijs van der Ham: Houten panelen, die waarschijnlijk op een verhoging stonden. De panelen zijn ongeveer 125 centimeter hoog en je hebt een middenstuk en twee deuren eigenlijk, en die kun je dichtdoen. Dus je kunt het hoofdaltaar van zo'n altaarstuk, het hoofdgedeelte, kon je afsluiten en wanneer je dank ging zeggen, wanneer je ging bidden dan kon je het open doen.
00:08:55 Janine Abbring: Wat zien we aan de binnenkant van dit drieluik?
00:08:58 Gijs van der Ham: De binnenkant van het middenstuk is weg. Dat weten we niet. Het is waarschijnlijk al sinds 1572 weg, vernield bij de beeldenstorm vermoedelijk. De twee zijluiken zijn wel bewaard gebleven. Als het luik openstond, zag je aan de linker- en rechterzijluik het leven weergegeven als een soort stripverhaal van de heilige Elisabeth van Hongarije. En waarom was dat zo? De dag waarop die ramp plaatsvond, 19 november, was de naamdag van deze heilige. Dus die heilige werd naast God aanbeden als je bij dat altaar stond. Het was een koningsdochter, een prinses die keurig getrouwd was met een andere koningszoon maar uiteindelijk voor het religieuze leven heeft gekozen en als een heilige allerlei behoeftigen heeft geholpen en daarna naar haar dood heilig is verklaard, uiteraard door de paus. Dus dat zag je wanneer het luik openstond en wat erop op het middenpaneel heeft gestaan weten we dus niet. Dat was uiteraard ook een religieuze voorstelling
00:09:57 Janine Abbring: Maar je hebt vast wel een vermoeden.
00:09:59 Gijs van der Ham: Waarschijnlijk was daar ook weer de heilige Elizabeth op te zien geweest, waarschijnlijk ook in combinatie met Christus, maar dat is een beetje natte vingerwerk. Uiteraard de heilige waaraan dit altaar toen aan is gewijd, die is daar ook op terug te zien.
00:10:13 Janine Abbring: Er is niet nog een zoektocht gaande naar het middenstuk.
00:10:16 Gijs van der Ham: Nee, we weten gewoon dat het al heel er lang weg is.
00:10:19 Janine Abbring: Ja, ter voorbereiding van deze podcast las ik inderdaad, je hebt die panelen en twee hangen in het Rijksmuseum en ik dacht: dan heb je een drieluik en hoe is het dan gezaagd. Maar het is dus niet zo dat het puur die paneeltjes van elkaar zijn losgetrokken maar de twee buitenste panelen daarvan is de binnenkant en de buitenkant eigenlijk van elkaar.
00:10:43 Gijs van der Ham: Zijn van elkaar losgezaagd ja, en dat is pas in 1933 gebeurd, toen deze panelen nog als één geheel, dus met voor- en achterkant, bij het Rijksmuseum kwamen. Toen hebben ze de ene zijde, waar dus dat leven van de heilige Elizabeth op staat, en de achterzijde waar het verhaal van de watersnoodramp, beide panelen hebben ze van elkaar losgesneden waardoor je dus eigenlijk opeens vier losse schilderijen had die je los kon gaan tonen.
00:11:12 Gijs van der Ham: Dat is heel erg raar, dat het gebeurt heel erg weinig. Ik ken geen ander schilderij in het Rijksmuseum waar dat mee is gebeurd, maar waarschijnlijk wilden ze het historische verhaal van de watersnoodramp en het kunsthistorisch verhaal van dat leven van Elisabeth los van elkaar kunnen laten zien. Nu zouden we dat nooit meer doen.
00:11:30 Janine Abbring: Nee dat is bijna blasfemisch.
00:11:32 Gijs van der Ham: Ja, dat vind ik ook. Het betekent dus wel dat nu die panelen met het leven van Elizabeth in Dordrecht in het museum te zien zijn en de panelen met de Elisabethsvloed in het Rijksmuseum.
00:11:44 Janine Abbring: Dus inderdaad de twee panelen, dus de buitenkanten, die hangen in het Rijksmuseum.
00:11:49 Gijs van der Ham: Dus wanneer het altaarstuk gesloten was.
00:11:53 Janine Abbring: Zou het niet mooi zijn als die stukken dan weer bij elkaar hangen.
00:11:57 Gijs van der Ham: Dat zou heel mooi zijn en dat zou ook best een goed idee zijn.
00:12:00 Janine Abbring: Of raak ik nu een gevoelig punt?
00:12:02 Gijs van der Ham: Nee, maar we hangen dit nu op, vooral en uitsluitend eigenlijk om dat verhaal van die watersnoodramp, dat willen we laten zien. En waarom willen we dat laten zien? Omdat die strijd met het water of tegen het water, zoals je ook kunt zeggen, zo essentieel is voor de geschiedenis van Nederland en zeker voor de geschiedenis van het westen van Nederland. En dat verhaal van de heilige Elisabeth en die panelen, dat soort dingen hebben we een redelijk in overvloed, zou je kunnen zeggen.
00:12:29 Janine Abbring: Dat geloof je eigenlijk wel.
00:12:31 Gijs van der Ham: Die zijn minder uitzonderlijk en dit is echt uitzonderlijk ook, dat zo'n verhaal al in de vijftiende eeuw toen er nog mensen leefden die dit hadden meegemaakt, zou je kunnen zeggen. Al moeten ze toen heel erg jong zijn geweest. Dat zoiets is vastgelegd. Dat komt bijna niet voor, dus dit is heel erg uniek dat we dit nog hebben.
00:12:48 Janine Abbring: En jij zei het al eerder, wat je ziet op die buitenpanelen die dus in het Rijksmuseum hangen, is best gruwelijk. Als je op het eerste gezicht kijkt, zie je dat niet, maar als je dan beter kijkt, dan denk je oh, wacht eens even, daar drijft een hoofd.
00:13:03 Gijs van der Ham: Ja, en koeien die verdrinken in het water en rechtsboven op het rechterpaneel, daar zie je de dijkdoorbraak en daar zie je, van die kant af zie je steeds meer water het land instromen. Je ziet overal dorpen met behoorlijk grote kerktorens. Dat zijn allemaal dorpen die verloren zijn gegaan door deze overstromingen. En naast die dijkbreuk zie je dus het dorp Wieldrecht met dat omgevallen huis waar die bewoners wier nazaten dit al een stuk hebben opgericht, vandaan kwamen.
00:13:35 Janine Abbring: En we weten dus waarom het nu in het Rijksmuseum hangt, omdat het zo'n belangrijke herinnering is aan die strijd tegen het water, en dat is heel typerend voor de geschiedenis van Nederland. Wanneer is het aangekocht en waarom destijds?
00:13:47 Gijs van der Ham: Het is in 1933 aangekocht. We weten dat het tot 1572 in de grote kerk van Dordrecht heeft gehangen. 1572 is belangrijk jaar in de Nederlandse geschiedenis, want toen is natuurlijk de Tachtigjarige Oorlog begonnen. En Nederland werd van katholiek protestants. Dus katholieke schilderijen, altaren moesten de kerk uit en dat is ook met dit stuk gebeurt. Het is wel in Dordrecht gebleven. Het is bij een aantal verschillende stedelijke instellingen in Dordrecht gebleven tot begin van de negentiende eeuw. Toen is dit in particuliere handen gekomen en uiteindelijk in 1933, was het op de markt, om het maar zo te zeggen, en is het door het Rijksmuseum gekocht, primair vanwege dat historische verhaal.
00:14:27 Janine Abbring: Die strijd tegen het water is heel goed en heel duidelijk geïllustreerd op deze panelen. Weten we eigenlijk hoe die omgeving van Dordrecht eruitzag voor die ramp? Kun je daar wat over vertellen?
00:14:38 Gijs van der Ham: Het is laag gebied, hè eigenlijk ligt Dordrecht, midden in de delta van de grote rivieren, de Rijn, de Maas en wat zuidelijker nog de Schelde. Het is altijd een gebied wat gevoelig was voor overstromingen. Die rivieren konden hoog staan, de zee kon binnenkomen. Het betekent ook dat het een heel vruchtbaar gebied was, want klei die door de zee en die rivieren werden afgezet, die vette klei was was natuurlijk heel vruchtbaar. Daar kon je goed koeien op laten weiden, of graan mee verbouwen of wat dan ook.
00:15:06 Janine Abbring: Wanneer begonnen we dan met die dijken bouwen?
00:15:08 Gijs van der Ham: Die rivieren konden heel lang stromen waar ze wilde en dat deden ze ook. Ze verlegde af hun bedding, ze waren dus nauwelijks te controleren. Behalve als je aan weerszijden dijken aanlegt, dan dwong je die zo'n rivier binnen die dijken te stromen, tenzij de rivier natuurlijk te hoog kwam. In beginsel kon je de rivier daarmee bedwingen en je beschermde tegelijkertijd dat land wat achter die dijken lag. Dat land moest je wel ontwateren. Dat was nat, dus je moet sloten graven, je moet sluisjes maken om naar de rivier af te kunnen wateren. Dat was ook daar gebeurd.
00:15:41 Janine Abbring: Maar wanneer zijn we daarmee begonnen?
00:15:42 Gijs van der Ham: Eigenlijk is het westen van Nederland het laatste bevolkt en dat is vanaf de negentiende eeuw ongeveer gebeurd. Meestal gaan ze dan in het begin op hogere stukken, terpen, zoals je ook in Friesland hebt.
00:15:53 Janine Abbring: En Groningen, en wierden.
00:15:55 Gijs van der Ham: Dat was ook in het westen een beetje zo, omdat de grond ook veel zachter was, veenachtig was. Vanaf ongeveer de twaalfde eeuw is men dijken gaan aanleggen om dat land te gaan beschermen, ook de dorpen en steden die er steeds meer kwamen te beschermen. Wat nog steeds voor Nederland geldt, rivieren kun je natuurlijk ook hartstikke goed op varen. Dat waren transportwegen eigenlijk, je kon helemaal naar Duitsland toe, je kon vandaaruit de zee op, dus die rivieren hadden hun voordeel. De zee had een voordeel, het maakte het land vruchtbaar.
00:16:25 Gijs van der Ham: En tegelijkertijd, zoals nog steeds het geval is, het was een bedreiging, kon overstromen enzovoorts. Dus die tegenstelling, die tweespraak die is kenmerkend voor dit gebied.
00:16:35 Janine Abbring: En Dordrecht was echt een knooppunt, denk ik, want al die rivieren.
00:16:38 Gijs van der Ham: Dordrecht was echt een knooppunt, dat zie je op het linkerpaneel bijvoorbeeld. Op die rivier, de Merwede een houtvlot aan komen drijven en dat was dus hout dat ver in Duitsland was gekapt. Dat werd op grote vlotten, dat is ook echt eeuwenlang doorgegaan, stroomafwaarts gestuurd. En in Dordrecht kwam het aan en daar werd het volgens verkocht. Om bijvoorbeeld naar Frankrijk te gaan of zo. Andersom kwamen er in Dordrecht Franse wijnen die werden doorverkocht. Dus Dordrecht was echt een knooppunt van handel en je moest er ook langs, want die rivieren kwamen er langs was. Er was geen ontkomen aan.
00:17:12 Janine Abbring: Dus dat zorgde voor veel welvaart.
00:17:14 Gijs van der Ham: Voor veel welvaart. Dordrecht is ook de oudste stad van Holland. Dordrecht kreeg ook als eerste plaats in Holland stadsrechten. Vóór Rotterdam, vóór Amsterdam, vóór Haarlem, vóór Leiden, vóór Delft. Dordrecht is de oudste stad. Dat is niet voor niets. Dat heeft echt met die handelsfunctie, met dat knooppunt heeft het te maken.
00:17:32 Janine Abbring: En dan had je voortdurend die ambivalentie van het water wat zorgt voor die welvaart, maar wat ook als een soort zwaard van Damocles boven je hoofd.
00:17:40 Gijs van der Ham: Het was dus noodzaak om te zorgen dat die dijken in stand bleven, in dat ze veilig waren. Dat was bijna een verzekering voor de welvaart die je nodig had. Maar tegelijkertijd, dat kostte geld en er was ook geen centrale instantie daar verantwoordelijk voor. Je ziet toch dat dat niet altijd even goed werd gehandhaafd. Die veiligheid van die dijk en dat heeft mede daarvoor gezorgd.
00:18:05 Janine Abbring: Dat het misging.
00:18:06 Gijs van der Ham: Dat het in november 1421 misging ja.
00:18:09 Janine Abbring: De panelen die in het Rijksmuseum hangen herinneren ons nog steeds aan die grote watersnoodramp van 1421. Zijn er andere, latere voorbeelden waarin Nederland de natuur naar een hand probeerde te zetten en die strijd aangingen met het water? Ja, 1953 is natuurlijk een heel bekend voorbeeld.
00:18:26 Gijs van der Ham: Er zijn natuurlijk voortdurend voorbeelden eigenlijk en er zijn natuurlijk in de zeventiende eeuw heel veel polders drooggemalen, die natuurlijk ook zorgde voor meer zekerheid. Geen waterbescherming meer. In de negentiende eeuw is het Haarlemmermeer, een groot meer waar nu Schiphol in ligt, was tot dan toe water. De afgelopen eeuw hebben we natuurlijk in 1953 de grote watersnoodramp in zuidwesten van Nederland gehad, wat echt met springtij te maken had. Dus een extra hoge zeestand waar grote delen van Zeeland door overstroomd zijn en ook honderden mensen bij zijn omgekomen. Het interessante van die Elisabethsvloed en dat zag je ongeveer 25 jaar geleden ook in 1995 in het zuidwesten van Nederland, was dat het te maken had met zowel een hoge zee als hoogwater vanuit de rivieren. Wanneer dat botst dan gaat het echt heel erg mis en dat was in 1953 niet zo, maar in 1995. was dat voor een deel wel zo. Dat wisselt heel erg. Het gevaar kan van twee kanten komen.
00:19:23 Janine Abbring: 1995, dat was in Limburg en Gelderland, hè die een ramp?
00:19:26 Gijs van der Ham: Ja.
00:19:27 Gijs van der Ham: Tot aan Dordrecht ook.
00:19:29 Gijs van der Ham: Maar nu hebben we natuurlijk de Deltawerken, die na 1953 zijn gestart. Zijn er allerlei beschermingen opgekomen waardoor rivieren kunnen worden gereguleerd om het maar zo te zeggen. Maar je zag in 1995 dat als je de dijken te strak, te dicht bij de rivier maakt en die rivier dus geen ruimte heeft om, wanneer het hoogwater is, om uit te dijen, dat het dan ook mis kan gaan. Dus het is voortdurend een kwestie van evenwicht vinden tussen die natuur en wat je als bewoners van dat gebied, hoe je het wil exploiteren, bijna.
00:20:01 Janine Abbring: Trial and error. En dit wat we op het paneel zien is duidelijk een error. Daar ging het mis.
00:20:07 Gijs van der Ham: Na heel veel trials.
00:20:09 Janine Abbring: Ik vind het leuk want je ziet ook dat die strijd tegen dat water niet iets is van de eenentwintigste, twintigste of negentiende eeuw, maar we zijn daar al zo lang mee bezig.
00:20:18 Gijs van der Ham: Heel veel mensen realiseren zich het denk ik niet, maar als je bedenkt dat een kwart van Nederland onder zeeniveau ligt, en soms meters onder zeeniveau dan besef je des te meer hoe belangrijk het is dat je aan die beveiliging via dijken, via andere waterwerken, dammen, dat je daar aandacht aan geeft en ook geld aan wilt spenderen als maatschappij. Hoe essentieel het is voor het behoud van de welvaart die wij hier kennen. Dat laat dit paneel heel erg mooi zien aan de hand van die watersnood van 1421.
00:21:06 Janine Abbring: In de volgende aflevering: ooit sierden tien kniehoge bronzen beelden het graf van Isabella van Bourbon. Unieke bronzen, die het begin vormden van de bronsgietkunst in de Nederlanden en uiteindelijk terechtkwamen in het Rijksmuseum. Een verhaal over de rijke Bourgondische dynastie, het verlies van een geliefde en de behoefte aan tastbare herinneringen.
Abonneer je op In het Rijks met je favoriete podcastspeler


De Sint-Elisabethsvloed Meester van de Heilige Elisabeth-panelen (werkzaam ca. 1490–1495), Noordelijke Nederlanden (Dordrecht?), ca.1490–1495,olieverf op paneel
1 | 2


De Sint-Elisabethsvloed Meester van de Heilige Elisabeth-panelen (werkzaam ca. 1490–1495), Noordelijke Nederlanden (Dordrecht?), ca.1490–1495, olieverf op paneel
1 | 2