De diamanten ring van Oopjen Coppit

20 min. - Podcast - Een bijzonder luxegoed

Uit de serie Podcast: In het Rijksmuseum

12-08-2020 - Rijksmuseum

De beroemdste portretten die Rembrandt schilderde, zijn natuurlijk de levensgrote portretten van Oopjen en Marten. Het pasgetrouwde echtpaar liet zich afbeelden in hun rijkste kleding, maar hun welvaart is ook af te lezen aan de sieraden die Oopjen draagt. Dat diamanten in de 17de eeuw al een bijzonder luxegoed waren, bespreekt Janine Abbring met restaurator en conservator juwelen Suzanne van Leeuwen.

Luister

Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek

00:00:01 Suzanne van Leeuwen: De meeste ruwe diamanten als je die vindt, die zien eruit als een dubbele piramide aan elkaar geplakt, zo een octaëder heet dat. Dat is de ruwe diamantvormen, er bestaan ook wel andere vormen, maar dit is de meest bekende vorm, dus die puntdiamant die ook in Oopjen haar ring zit is een halve ruwe vorm, die waarschijnlijk een beetje glad gepolijst is om het glanzen effect van het oppervlak te krijgen.

00:00:28 Janine Abbring: De beroemdste portretten die Rembrandt schilderde, zijn natuurlijk die van Oopjen en Maerten. Dit pasgetrouwde stel liet zich op zijn paasbest vastleggen in hun meest kostbare outfit. Dat zit hem niet alleen in de kleding, maar ook in de sieraden. Ik praat hierover met restaurator en conservator juwelen, Suzanne van Leeuwen.

00:00:51 Janine Abbring: Ik ben Janine Abbring en dit is: in het Rijks. De podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Verdeeld over vier verdiepingen en 80 zalen, zie je meer dan 8000 voorwerpen. In deze podcast bespreken we per aflevering één object dat in het museum te zien is: in dit tweede seizoen, de zeventiende eeuw, van keramiek tot diamant en van beeldhouwwerk tot hoofddeksel. En in deze aflevering: " de diamanten ringen van Oopjen ". Voor we beginnen: wil je weten hoe deze ringen eruitzien?

00:01:33 Janine Abbring: Ga dan naar: Rijksmuseum.nl/podcast. Rembrandt schilderde in 1634 dat dubbelportret van Oopjen en Maerten, en als toeschouwer wordt je blik eigenlijk automatisch, zoals dat bij de meest portretten van Rembrandt is, wordt je blik getrokken naar de ogen van de hoofdpersonen, maar vandaag richten wij onze blik op een ander punt, in het portret van Oopjen, namelijk haar rechterhand. Want aan haar rechterhand schittert iets, en Suzanne van Leeuwen, restaurator en conservator juwelen van het Rijksmuseum, kan ons daar alles over vertellen. Wat schittert er aan haar rechterhand?

00:02:12 Suzanne van Leeuwen: Ja, Oopjen draagt twee ringen om haar rechterwijsvinger, allebei met diamant. Één grote gouden ring met een puntdiamant en een kleinere gouden ring met allemaal kleine diamantjes

00:02:23 Janine Abbring: Aan haar wijsvinger, dus niet aan haar ringvinger?

00:02:25 Suzanne van Leeuwen: Ja, aan haar wijsvinger. Dat was eigenlijk gebruikelijk in de zeventiende eeuw.

00:02:29 Janine Abbring: Waarom aan die vinger weten we dat?

00:02:31 Suzanne van Leeuwen: Dat is altijd een moeilijk verhaal met trouwringen en verlovingsringen, maar de meeste portretten, de meeste huwelijksportretten in de zeventiende eeuw zien we een combinatie van die ringen aan de rechterwijsvinger. Wordt ook wel in bronnen over gesproken, want op een gegeven moment wordt dat mode en daar wordt gek over gesproken van: waarom moet dat nou aan die rechterwijsvinger? Want ze draagt ook aan haar andere hand een ring aan de ringvinger.

00:02:55 Janine Abbring: Maar Oopjen wilde gewoon een beetje met de trend meedoen eigenlijk?

00:02:57 Suzanne van Leeuwen: Zeker, ja, het was ook natuurlijk een modieus echtpaar met hun kleren en schoenen en accessoires, dus ook in het dragen van ringen.

00:03:07 Janine Abbring: Zeventiende-eeuwse blingbling.

00:03:08 Suzanne van Leeuwen: Zeker, ja, zeker.

00:03:11 Janine Abbring: Ja, één ring gaan wij op focussen want daarin zit een diamant en die diamant lijkt, maar ik ben geen expert, integendeel, lijkt zwart te zijn. Is hij dat ook?

00:03:22 Suzanne van Leeuwen: Ja, dat ziet er gek uit. Dat zie je eigenlijk op alle zeventiende-eeuwse portretten. Diamanten lijken zwart en dat is natuurlijk heel anders dan dat wij tegenwoordig naar diamanten kijken. Met die schittering en fonkeling, maar dat heeft eigenlijk te maken met de manier waarop de diamant geslepen is en ook hoe de diamant gezet is. Tegenwoordig worden diamanten in een open zetting gezet en voorzien van allerlei facetjes, deze worden er op geslepen, zodat het licht er maximaal doorheen kan en er weer uit en dat geeft die fonkeling en die schittering. Maar in de zeventiende eeuw werden diamanten doorgaans in een dichte zetting gezet en eigenlijk met nog niet zoveel facetjes die er op werden aangebracht. Dus de lichtopbrengst is heel anders dan tegenwoordig, een briljant.

00:04:08 Janine Abbring: En met een dichte zetting, kun je omschrijven wat je daarmee bedoelt?

00:04:11 Suzanne van Leeuwen: Ik bedoel dat de gouden ring, dus waar de diamant is ingezet, is aan de onderkant dicht. En tegenwoordig worden eigenlijk alle ringen opengezet dus in een klauwzetting of in een ander type zetting, maar het licht dat kan er doorheen en in de zeventiende eeuw is dat nog niet gebruikelijk en dat heeft ook met de slijpvormen te maken en slijptechnieken.

00:04:32 Janine Abbring: Maar was het niet gebruikelijk, omdat men dat nog niet kon of omdat men die schittering ook minder belangrijk vond?

00:04:37 Suzanne van Leeuwen: Nou het ging meer om de glans, om de oppervlakteglans en het feit dat het diamant was en de grootte van de steen. Maar de vele facetten en slijpsels die we tegenwoordig zo belangrijk vinden, dat was nog volop in ontwikkeling in de zeventiende eeuw. Dus bij die grote diamant, die puntdiamant die Oopjen draagt, dat is echt nog aan het beginstadium van die slijptechnieken

00:05:01 Janine Abbring: En wat voor status hadden diamanten in die zeventiende eeuw?

00:05:04 Suzanne van Leeuwen: Ja, er was een luxegoed natuurlijk, zeldzaam, het kwam van ver en alles wat exotisch was en van heel ver kwam, had natuurlijk een hele bijzondere status.

00:05:15 Janine Abbring: En het is ook echt een statussymbool inderdaad.

00:05:17 Suzanne van Leeuwen: Zeker, en ook op Nederlandse portretten uit de zeventiende eeuw zien we toch voornamelijk diamanten en parels die misschien net zo exclusief waren als de diamant.

00:05:27 Janine Abbring: En waar kwamen het diamanten vandaan in die tijd?

00:05:31 Suzanne van Leeuwen: Diamanten kwamen in de zeventiende eeuw uit Borneo en uit India. In de middeleeuwen kwamen de diamanten voornamelijk uit India, over land, naar Europa, via Istanbul, Venetië en uiteindelijk naar West-Europa. En in de loop van de zestiende eeuw vestigde Portugezen zich aan de westkust van India en komen er op die manier diamanten naar Europa. De VOC, aan het begin van de zeventiende eeuw.

00:05:54 Janine Abbring: Ja, ik wilde het woord scheepslading gebruiken, maar met diamanten gaat dat natuurlijk niet echt op. Het zijn geen specerijen.

00:06:00 Suzanne van Leeuwen: Nee dat zijn kleine pakketjes die werden meegenomen. Aan het begin van de zeventiende eeuw vestigde de VOC zich in Borneo en later gaat men ook in India diamanten oppikken en meenemen naar Europa.

00:06:14 Janine Abbring: En kwamen die dan al als geslepen diamanten aan?

00:06:18 Suzanne van Leeuwen: Meestal niet. Het werd als ruw, zo wordt het ook omschreven in de VOC-archieven, als ruw materiaal. Zoals het gevonden wordt, werd het meegenomen naar Amsterdam en daar werd het verder bewerkt.

00:06:30 Janine Abbring: Ik ben heel benieuwd naar dat bewerkingsproces. Maar even, als je een ruwe diamant vindt, hoe ziet dat er dan uit?

00:06:35 Suzanne van Leeuwen: Nou de meeste ruwe diamanten, als je die vindt, die zien eruit als een dubbele piramide aan elkaar geplakt. Een octaëder heet dat. Dat is de ruwe diamantvorm. Er bestaan ook wel andere vormen, maar dit is de meest bekende vorm. Dus die punt diamant die in Oopjen haar ring zit, dat is een halve ruwe vorm die waarschijnlijk een beetje glad gepolijst is om het glanzen effect van het oppervlak te krijgen.

00:07:06 Janine Abbring: Dit is een hele open vraag, maar ik ga 'm toch stellen.

00:07:08 Suzanne van Leeuwen: Ja.

00:07:09 Janine Abbring: Wat is een diamant?

00:07:11 Suzanne van Leeuwen: Diamant is in wezen koolstof, element C, koolstof wat onder hoge druk en temperatuur tot een massa gevormd wordt in de mantel van de Aarde. En dat komt omhoog met vulkanische uitbarstingen. En dat bevindt zich dan in stollings-gesteente. Dat heten kimberliet-pijpen en dat stolt daar. En tegenwoordig wordt dat in grote mijnen eruit gehaald. Maar in de zeventiende eeuw vinden ze diamanten toch vooral in een alluviale afzettingen, rivierbeddingen, want daar zijn die stollingsgesteente eigenlijk al geërodeerd door wind en water en worden die diamanten langzaamaan, vanuit zo een vulkaan met een rivier meegenomen naar beneden en wordt het uiteindelijk afgezet.

00:07:58 Janine Abbring: Ja, dus dan inderdaad, dan komen ze vanzelf tevoorschijn in plaats van dat je dat moet delven?

00:08:04 Suzanne van Leeuwen: Ja, eigenlijk in de zeventiende eeuw waren dat voornamelijk nog vondsten langs rivierafzettingen en niet in mijnen, zoals we dat tegenwoordig kennen.

00:08:12 Janine Abbring: Het materiaal kwam ruw aan in Amsterdam. En dan kijk je daar als diamantslijper naar. Wat is dan je grootste uitdaging?

00:08:20 Suzanne van Leeuwen: Nou je wilt zoveel mogelijk gewicht besparen en je moet de steen goed kunnen lezen. Hoeveel stenen kan ik eruit halen? Wordt dit een grote steen of haal ik er drie kleine stenen uit? En je moet kunnen zien waar de breukvlakken eventueel in zitten. Als ik er een goeie klap opgeef splijt ie daar precies in tweeën of niet? Is het alleen nodig om te polijsten? Tegenwoordig met een microscoop en met allerlei technische apparaten kun je dat misschien veel beter inschatten, maar dat ging vroeger alleen met het blote oog.

00:08:52 Janine Abbring: Nu kunnen we hem doorlichten en toen moest je echt het gevoel hebben voor dat materiaal en inderdaad, wat jij ook zegt, zo veel mogelijk besparen, oftewel geen materiaal verspillen.

00:09:01 Suzanne van Leeuwen: Nee, geen materiaal verspillen. En nu is het zo met diamant, dat als je een opbrengst van 40 à 50 procent, dus dat betekent dat de helft van het materiaal meestal wel verloren gaat, om er een goeie steen uit te halen.

00:09:15 Janine Abbring: Moet je nagaan. Dat maakt het ook weer zo kostbaar natuurlijk.

00:09:20 Suzanne van Leeuwen: Dat maakt het kostbaar. Ja.

00:09:20 Janine Abbring: Dus elke keer factor op, factor, op factor en uiteindelijk blijft er iets over wat het dan is en daarom is het ook zo prijzig. Werden diamanten destijds alleen gebruikt voor juwelen, of hadden ze toen ook al door dat je er nog meer mee kon, omdat het natuurlijk een knoerthard materiaal is?

00:09:38 Suzanne van Leeuwen: Ja, het is het hardste materiaal ter wereld en het eerste gebruik van diamant in de oudheid was om andere stenen mee te bewerken. Om Cameeën en Itaglios mee te graveren.

00:09:50 Janine Abbring: Van camee weet ik wat het is, maar dat tweede woord niet.

00:09:52 Suzanne van Leeuwen: Een intaglio is het omgekeerde van camee, dus een camee is een reliëf en een intaglio is een diep reliëf. Daar werd diamant als eerste voor gebruikt. En de eerste sieraden met diamant zie je rond 300 voor christus verschijnen in Pakistan, India en dan zijn het nog echt van die ruwe kristallen ook niet gepolijst. Echt, van die puntjes zie je dan.

00:10:17 Janine Abbring: Meer ruitjes dus? Dubbele piramides, zoals je het net omschreef.

00:10:21 Suzanne van Leeuwen: Ja, omdat het zo een hard materiaal is, werd het ook gebruikt om te graveren, bijvoorbeeld ook graveren van glas in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. Diamantgravures heet dat. Daar kan je goed glas mee te bewerken.

00:10:35 Janine Abbring: En hoeveel procent van diamant materiaal dat wordt gevonden, is geschikt om ook echt juwelen van te maken? Want gaat het om helderheid of om een karaat of hoe? Ik weet er helemaal niks over.

00:10:49 Suzanne van Leeuwen: Als ik kijk naar de cijfers van diamantmijnen tegenwoordig. Als we dan honderd ton, dus honderdduizend kilo kimberliet gesteente, wordt gedolven dan zit daar ongeveer 25 karaat, dat is vijf gram diamant materiaal in, daarvan is maar vijf gram, dus in karaat, edelsteen waardig.

00:11:09 Janine Abbring: Zo weinig?

00:11:10 Suzanne van Leeuwen: Ja, heel weinig.

00:11:11 Janine Abbring: En daarom is het ook zo kostbaar, natuurlijk.

00:11:12 Suzanne van Leeuwen: Daarom is het kostbaar. Maar diamantwinning is in tegenstelling tot bijvoorbeeld kleur stenen, bij saffieren en smaragd. Daar gaat het echt alleen om de edelsteen kwaliteit, maar bij diamant al het hele kleine, fijne materiaal wat je vindt. Dat wordt tegenwoordig in allerlei industrieën gebruikt om mee te polijsten om mee te snijden. Dus daarom maakt het ook rendabel om toch al dat materiaal te delven. En dan is er maar weinig edelstenen kwaliteit maar.

00:11:41 Janine Abbring: En wat maakte een diamant echt bijzonder en kostbaar?

00:11:45 Suzanne van Leeuwen: Ja, daar zijn verschillende criteria voor. Dat geldt eigenlijk voor alle edelstenen. Het gaat om schoonheid, het gaat om duurzaamheid, zeldzaamheid en de vraag. Zeldzaamheid en vraag waren misschien wel de belangrijkste criteria in de zeventiende eeuw. Daarbij moeten we ook denken aan de zogenaamde vier C's Die worden tegenwoordig gebruikt om diamanten te graderen. Dat zijn de: Cut, Clarity, Colour en Carat. Dus de manier waarop de diamant is geslepen, de kleur, de helderheid en het gewicht.

00:12:18 Janine Abbring: En waardoor wordt zo'n kleur dan beïnvloed?

00:12:21 Suzanne van Leeuwen: Als een diamant echt puur koolstof is, dan is het wit. En in de zeventiende eeuw kwamen de beroemdste witte diamanten uit India. En diamanten, waar bijvoorbeeld een klein beetje stikstof in zit, zoals uit Borneo, die zijn vaak wat geler van kleur. Dus omdat er wat andere elementen in de kristalstructuur van de diamant zitten, kunnen er andere kleuren ontstaan.

00:12:45 Janine Abbring: En zo kun je ook een beetje zien waar ze vandaan komen?

00:12:48 Suzanne van Leeuwen: Daar kan je soms geografische locaties aan verbinden. Ja.

00:12:52 Janine Abbring: En dan de cut hoe het is geslepen?

00:12:55 Suzanne van Leeuwen: Tegenwoordig zijn briljant slijpsels, toch het meest populair. Maar er zijn zoveel verschillende slijpvormen die je voor diamanten hebt tegenwoordig, maar je ziet vanaf de zeventiende eeuw dat dat zich steeds meer ontwikkeld. Als we weer teruggaan naar de ring van Oopjen dan zien we die punt diamant, dus echt één van de vroegste slijpvormen, maar die andere ring die ze aan haar rechterwijsvinger draagt, die hebben bijvoorbeeld tafel diamanten. Daar heb je eigenlijk het bovenste stukje van die punt eraf gehaald, dus dan zijn we weer een stukje verder.

00:13:24 Janine Abbring: Dan is het wat platter?

00:13:26 Suzanne van Leeuwen: Dan is hij wat platter, dus dan haal je de bovenkant eraf en in de loop van de zeventiende eeuw ontwikkelt zich dat, doordat men nog steeds op andere vlakken steeds meer facetten eraan gaat zitten, waardoor er steeds meer fonkeling komt, er steeds meer schittering.

00:13:40 Janine Abbring: Ja, dus dat was eigenlijk nog vol in ontwikkeling die slijpmethode?

00:13:43 Suzanne van Leeuwen: Ja.

00:13:44 Janine Abbring: Ja, hoe deden ze dat destijds, want ik neem aan dat ze daar nu lasers voor gebruiken? Of nou, dat zullen ze in de zeventiende eeuw sowieso niet gedaan hebben. Hoe deden ze dat toen?

00:13:52 Suzanne van Leeuwen: Een diamant slijp je met diamant. Dat is in wezen niet veranderd en dus de technologie is wel ontwikkeld en er wordt tegenwoordig ook met een laser het één en ander gedaan. Maar het polijsten en het kloven en het snijden van diamant, dat is eigenlijk nauwelijks veranderd sinds de zeventiende eeuw. De diamanten die in Amsterdam aankwamen waren dus meestal in ruwe staat, maar hadden een dusdanig goede basisvorm dat er eigenlijk misschien niet zo veel aan gedaan hoefde te worden. Met een klein beetje polijsten en met diamantpoeder kon je dat er al heel goed doen.

00:14:29 Janine Abbring: Beetje bijvijlen?

00:14:29 Suzanne van Leeuwen: Beetje bijvijlen, want een ruwe diamant, dat heeft niet een glanzend oppervlak of meestal niet. Dus de punt diamant die Oopjen in haar ring draagt, die zal waarschijnlijk wel gepolijst zijn met diamantpoeder om dat extra glans effect te krijgen.

00:14:46 Janine Abbring: Toch kan ik me voorstellen dat niet de eerste de beste slager zoiets mocht doen?

00:14:51 Suzanne van Leeuwen: Nee, dit was echt een vak natuurlijk, en er werden zelfs bij een notarissen leerlingencontracten afgesloten. Omdat leerlingenslijpers bij de meesterslijper in dienst moesten, die moest het ruwe materiaal aanleveren wat natuurlijk heel duur was. En dat was een opleiding van een aantal jaar, waarin men alle stadia van een diamantbewerker doorliep.

00:15:14 Janine Abbring: En waarom kan die notaris daar dan bij kijken?

00:15:16 Suzanne van Leeuwen: Omdat het een duur leerlingtraject was. Dat slijpen gebeurde meestal aan huis. Dus je nam iemand in huis. Je moest jouw vakmanschap overbrengen en het materiaal aanleveren en als daar misbruik van gemaakt werd, dan moest dat contractueel worden vastgelegd.

00:15:32 Janine Abbring: Ja, voor het geval dat er iemand iets, een stukje zou achteroverdrukken of?

00:15:36 Suzanne van Leeuwen: Ja, misschien.

00:15:36 Janine Abbring: We weten dus inderdaad dat Oopjen twee van dit soort ringen droeg. In ieder geval op dit schilderij draagt ze dus inderdaad een ronde ring met meerdere diamanten erin, en dus die ene ring met die punt diamant.

00:15:54 Suzanne van Leeuwen: Ja.

00:15:55 Janine Abbring: Wat voor soort mensen kochten diamanten? Dus sowieso natuurlijk het rijkere deel van de Nederlanden, neem ik aan. Maar?

00:16:01 Suzanne van Leeuwen: Ja, het was natuurlijk een luxe goed, maar niet alleen voor de adel en voor het hof beschikbaar. Maar dat lag er natuurlijk wel aan hoeveel diamant er naar Amsterdam kwam, want in sommige jaren nam de VOC relatief veel gewicht aan diamant mee, in andere jaren ook weer helemaal niet. Dus het was echt ook vraag en aanbod. Maar als er veel beschikbaar was in Amsterdam.

00:16:23 Janine Abbring: Dan was het niet alleen de hogere welvarende klassen die daar?

00:16:27 Suzanne van Leeuwen: Nou ja, misschien niet de slager op de hoek inderdaad, die een diamant kon kopen, maar in inboedel inventarissen in Amsterdam. Ik wil niet zeggen dat je vrij regelmatig diamant tegenkomt, maar als ik een inboedel lees met de sieraden, soms een ring met één diamant, soms met 20 diamanten. Ja, dus het verschilt, maar het was het was beschikbaar.

00:16:46 Janine Abbring: Je zei inderdaad, in de zeventiende eeuw zijn vindplekken van diamanten, India, Borneo. Is dat vandaag de dag nog steeds zo?

00:16:55 Suzanne van Leeuwen: Nee, eigenlijk zijn die mijnen zo goed als uitgeput. Tegenwoordig worden vooral diamanten gewonnen in Zuid-Afrika.

00:17:02 Janine Abbring: Natuurlijk.

00:17:02 Suzanne van Leeuwen: Eind negentiende eeuw is daar een hele grote diamant voorraad gevonden. Siberië, Canada, Australië, in Namibië is het hele strand afgesloten omdat je ze daar gewoon aan het strand vindt.

00:17:16 Janine Abbring: Echt waar? Dus dan mag je als gewone toeristen niet komen?

00:17:18 Suzanne van Leeuwen: Daar mag je als gewone toerist niet heen.

00:17:18 Janine Abbring: Omdat je er anders één tussen je tenen vindt? Serieus, dus die liggen daar gewoon tussen 't zand?

00:17:25 Suzanne van Leeuwen: Ja, geërodeerd gesteente en dat is vlak bij een rivier en dat ligt daar gewoon in het zand.

00:17:33 Janine Abbring: Is er tegenwoordig ook een manier om, want ringen graveer je, dat deden ze vroeger ook wel. Maar dat kan natuurlijk bij diamant niet. Is daar tegenwoordig wel een manier voor? Om dan in ieder geval een soort van merkje erop te krijgen?

00:17:48 Suzanne van Leeuwen: Diamanten die in grote laboratoria gecertificeerd worden. Dus om te kijken of het natuurlijke diamant is of een synthetische diamant. Die worden soms met laser van een specifiek nummer voorzien, zodat je als consument altijd die diamant aan dat rapport kan koppelen en dan ook zeker weet dat het daarom gaat.
Dat vertelt je niet per sé uit welke mij dat afkomstig is. Ruwe diamanten worden tegenwoordig voorzien van een certificaat, zodat je als consument de diamant kunt terug herleiden naar de mijn. In het verleden, toen dat nog niet zo was, is diamant bijvoorbeeld voor oorlogen gebruikt, in conflictsituaties, bijvoorbeeld in 1990 in Sierra Leone waar diamant gebruikt werd om oorlog te financieren.

00:18:33 Janine Abbring: Bloeddiamanten

00:18:35 Suzanne van Leeuwen: Bloeddiamanten inderdaad. En door vanaf 2003 zo een certificaat aan ruw materiaal toe te voegen, is dat al een stuk minder geworden. Of gebeurt het eigenlijk niet meer dat ruwe diamanten daarvoor worden ingezet. Alhoewel je natuurlijk nooit zeker weet wat er onderhands allemaal gebeurt.

00:18:52 Janine Abbring: Nee, waterproof is zo'n systeem natuurlijk nooit.

00:18:55 Suzanne van Leeuwen: Nee.

00:18:56 Janine Abbring: En over herleiden gesproken, die diamanten ring van Oopjen, is die er eigenlijk nog?

00:19:00 Suzanne van Leeuwen: Nee, die grote ring is er niet meer.

00:19:03 Janine Abbring: Met de punt diamant?

00:19:05 Suzanne van Leeuwen: De punt diamant die is er niet meer en ook alle andere sieraden, ook de parels. Je moet je bedenken: wat zou jij doen nu, als je naar ring van opa of oma krijgt en je vindt het niet mooi, je wil het niet dragen. Het is van goud en je kunt het om laten smelten en iets anders van laten maken. En hetzelfde geldt voor diamanten.
Een bepaald slijpsel raakt uit de mode, je laat het opnieuw slijpen, je zet het in een ander sieraad. Dus zo verdwijnen eigenlijk een heleboel zeventiende-eeuwse en ook achttiende- en negentiende-eeuwse sieraden, omdat dat constant opnieuw gebruikt wordt, omdat die materialen altijd kostbaar blijven. Goud en diamant. Dat is natuurlijk niet veranderd.

00:19:43 Janine Abbring: Dus de diamant van Oopjen dwaalt misschien nog wel ergens rond in een andere setting?

00:19:47 Suzanne van Leeuwen: Ja, waarschijnlijk wel, want weggooien dat gebeurt waarschijnlijk niet. Die kleinere ring die Oopjen draagt, met de tafel diamanten. Dat is wel een heel mooi verhaal, want eind 2018 hebben wij voor de collectie van het Rijksmuseum een soortgelijke ring kunnen verwerven. Een gouden ring, bezet met 19 tafel diamantjes het waren er oorspronkelijk 23.

00:20:09 Janine Abbring: Dat is dan helemaal rondom?

00:20:10 Suzanne van Leeuwen: Dat is helemaal rondom. Tegenwoordig heet dat een eternity ring of een alliance ring, omdat ze rondom gezet zijn. Maar het bijzondere aan die ring is dat die door een amateurarcheoloog in een weiland, vlakbij Alkmaar, is gevonden met een metaaldetector.

00:20:26 Janine Abbring: Zo een bliep- bliep- bliepding?

00:20:28 Suzanne van Leeuwen: Ja, gewoon zo een bliepding. Voor een metaaldetector is dat de ultieme vondst, goud, dan gaat de metaaldetector het hardste piepen. Dus dat is heel bijzonder.

00:20:39 Janine Abbring: De amateurarcheoloog piept dan denk ik ook het hardst? Als je zoiets vindt.

00:20:41 Suzanne van Leeuwen: Ja zeker. Via via kwam hij bij ons terecht en ik kende dat soort type ringen alleen maar van schilderijen. Als je dan zo een ring echt in je hand hebt, dat is gewoon een heel bijzonder moment. Hij is in Alkmaar gevonden, Oopjen heeft in Alkmaar gewoond, maar ook in Amsterdam. Ja, goed, het is niet Oopjen haar ring, maar wel een type ring die Oopjen heeft gedragen en die ook in haar testament wordt omschreven.

00:21:10 Janine Abbring: Die je dus voor het eerst in handen had, terwijl je die daarvoor al alleen maar op schilderijen had gezien?

00:21:14 Suzanne van Leeuwen: Ja.

00:21:15 Janine Abbring: Heb je hem ook stiekem even omgedaan?

00:21:16 Suzanne van Leeuwen: Daar doe ik geen uitspraken over.

00:21:29 Janine Abbring: In de volgende aflevering: de mutsen van walvisvaarders op Spitsbergen. Wie droegen deze mutsen en hoe zag het leven op Spitsbergen eruit? Vond je dit een leuke aflevering? Vergeet dan niet een review achter te laten in Apple podcast. Zo kunnen andere luisteraars deze podcast makkelijker vinden.

Abonneer je op In het Rijks met je favoriete podcastspeler

Portret van Oopjen Coppit Portret van Oopjen Coppit