Camera obscura en het geloof

25 min. - Vermeer

Uit de serie Podcast: In het Rijksmuseum

06-01-2023 - Rijksmuseum

Valt er nog iets nieuws te vertellen over Johannes Vermeer, de schilder van het 'Meisje met de parel' en ‘Het melkmeisje’? Ja zeker! Heel wat, zo blijkt. In de aanloop naar de grote Vermeer-tentoonstelling deed Gregor Weber onderzoek naar hoe Vermeers katholieke omgeving van invloed is geweest op zijn leven en schilderwerk. Zo is hij meer te weten gekomen over het gebruik van de camera obscura. Hoe kwam Vermeer hiermee in aanraking? En wat heeft zijn buurman ermee te maken?

Luister

Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek

00:00:00 Gregor: Tot nu toe was het alleen maar gissen. Tot nu toe dachten wij: dat moet misschien een beetje optica in Delft gebeurd zijn, maar we hadden geen enkele reden om aan te nemen dat iemand in Delft dat had gedaan.

00:00:09 Janine: Nee.

00:00:09 Gregor: Omdat het nu voor de eerste keer in de aandachtsliteratuur van de jezuïeten duidelijk is en ik heb zeker zeven voorbeelden daarvan in de literatuur gevonden. Op die manier werd voor mij duidelijk dat de camera obscura toch een rol had kunnen spelen, wat we altijd geloofden of dachten, maar nog nooit zo duidelijk hadden.

00:00:18 Janine: Valt er nog iets nieuws te vertellen over Johannes Vermeer, de schilder van het Meisje met de parel en Het melkmeisje? Jazeker, heel wat zo blijkt, want in de aanloop naar de grote Vermeertentoonstelling deed Gregor Weber onderzoek naar de religieuze kant van Vermeer. Hij komt tot nieuwe inzichten waardoor we met frisse, andere ogen naar Vermeers meditatieve schilderijen kunnen kijken. Hoe hij daartoe kwam en wat de rol is van de camera obscura in dit geheel? We gaan het horen.

Mijn naam is Janine Abbring en dit is 'In het Rijksmuseum' de podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Met in deze bonusaflevering: hoe het geloof van Vermeer doordrong in alles wat hij deed. Gregor Weber is hartstochtelijk liefhebber van Vermeer en hoofd beeldende kunst van het Rijksmuseum. Hij gaat ons alles vertellen over zijn recente onderzoek, maar voordat we beginnen: wil je weten hoe de schilderijen die we bespreken eruit zien? Ga dan naar rijksmuseum.nl/podcast.

00:01:47 Janine: Wat trekt jou zo aan in zijn werk?

00:01:49 Gregor: Nou, hij is een ontzettend goede schilder, maar wat betekent dat? Het is voor mij niet enkel een vrouw die een brief leest. Het is de manier waarop het is gedaan. Als je daarop inzoomt en kijkt hoe hij dat schildert, dat is zo anders dan de rest van de wereld. Hij heeft een andere manier om dat wat hij ziet over te dragen op het doek of op een paneel. Hij schildert precies wat hij ziet en daarbij komen dus nieuwe dingen naar voren zoals gekleurde schaduwen, blauwe schaduwen, groene schaduwen en dat doet niemand anders. Maar het klopt met de werkelijkheid. Wanneer wij naar een punt kijken ergens in onze omgeving dan zien wij die scherp. Onze ogen maken het meteen scherp. Maar als we dan geconcentreerd proberen te beseffen, wat wij dan zien in de voorgrond is dat heel onscherp en dat ziet hij. Dat doet hij dus, hij kan dat schilderen. Ik ben altijd weer verbaasd hoe deze man de optische gegevens kan vertalen op het doek.

00:02:48 Janine: Hoe hij die waanzinnige scherpte-diepte aanbracht in zijn werk, daar komen we straks nog over te spreken. Eerst nog even over die schilderijen: wat hebben ze gemeen, los van de techniek die je net beschreef?

00:03:01 Gregor: Vermeer heeft de neiging om heel introverte scènes te laten zien. Het zijn eigenlijk stilleven-achtige stukken, zodat je een mooi soort van illusie krijgt. Wat hij schildert is een zeer illusionistische kamer waar dus een of twee vrouwen of drie mensen stil en rustig bezig zijn met bepaalde dingen. Bijvoorbeeld een brief lezen. Dat betekent dat het illusionisme van zijn getoonde wereld tamelijk hoog is en dat beseft iedereen die Vermeers schilderijen in deze tentoonstelling ziet. We hebben gezien dat hij interesse heeft om het introverte soms ook met een extraverte inslag te combineren. Vandaar dat we de tentoonstelling in een volgorde hebben gebracht waar introverte dingen van heel dichtbij getoond worden en dan de extraverte blik van iemand die uit het schilderij kijkt, zoals bijvoorbeeld het Meisje met de parel. Dat is één van de drie voorbeelden, zij is heel attractief en verleidelijk eigenlijk.

00:03:55 Janine: Die je recht aankijkt?

00:03:55 Gregor: Ze kijkt je recht aan met de mond open, enzovoort. Daar gebeurt iets anders, dus Vermeer speelt met deze relatie van introvert en extravert en dat maakt zijn schilderijen erg aantrekkelijk. Het illusionisme, dat je echt denkt: ik sta er nu voor. Dat is anders bij andere schilders, ook schilders die het alledaagse leven hebben geschilderd, zij schilderen met meer actie of met meer grapjes enzovoorts en dat doet Vermeer juist niet.

00:04:30 Janine: Kun je de term illusionisme uitleggen?

00:04:31 Gregor: Je krijgt het gevoel alsof je echt voor deze kamer staat, alsof de schilderijlijst een venster is waardoor je kijkt naar een scène. Ik maak altijd onderscheid tussen de waarheid tonen of waarachtig schilderen. De waarheid is het bij Vermeer ook niet, want hij componeert zijn stukken, hij stelt ze samen. Hij heeft dingen veranderd die niet zo hebben bestaan. We zien bijvoorbeeld hetzelfde virginaal, een toetseninstrument, twee keer op zijn schilderijen, maar twee keer anders in hetzelfde stuk. Hij verandert dit dus zelf. Het is niet de waarheid.

00:05:05 Janine: Hij zet de realiteit naar zijn hand.

00:05:06 Gregor: Ja, precies, dat is het.

00:05:11 Janine: Jij hebt onder andere onderzoek gedaan naar Vermeers geloof, zijn katholieke geloof. Even voor mijn beeldvorming, want het is natuurlijk de 17de eeuw. Ik weet dat er een beeldenstorm was, ik denk eind 16de eeuw. Hoe zag dat katholicisme eruit in zijn tijd?

00:05:25 Gregor: Vroeger was het katholicisme eigenlijk de heersende religie. Met de opstand van de Nederlanders tegen de Spanjaarden, het katholieke Spanje, werd het noorden van Nederland calvinistisch. Daardoor werd alles wat aan heilige beelden, het pausdom enzovoorts verboden en de katholieken moesten hun kerken verlaten. Daardoor kreeg je de beeldenstorm, dat was in het midden van de 16de eeuw. De katholieken werden nog wel gedoogd, maar ze mochten geen kerk hebben die van buiten zichtbaar was. Geen kerktoren en geen klokken op de kerk. Vandaar dat de katholieken zich verstopt hadden in huiskerken. Verstopt kun je eigenlijk niet zeggen.

00:05:49 Janine: Een beetje ondergronds.

00:05:49 Gregor: Ja, een beetje ondergronds en vandaar hebben de katholieken huiskerken gebruikt.

00:06:20 Janine: Was Vermeer van huis uit katholiek?

00:06:22 Gregor: Nee, zijn ouders waren gereformeerd en hij werd hervormd gedoopt in de Nieuwe Kerk in Delft. Maar hij wilde graag met iemand trouwen. Dat was Catharina Bolnes uit een katholieke familie. Ze was niet zomaar katholiek, haar moeder was nog een beetje meer dan katholiek: ze was aanhanger van de jezuïeten. Vermeer had het een beetje moeite om dit huwelijk te kunnen sluiten en dat weten wij omdat de schoonmoeder er in het begin ook tegen was. Wij weten haar redenen niet precies, maar dat was echt ruzie.

00:06:57 Janine: Twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen, zeggen de Nederlanders altijd.

00:07:00 Gregor: Oké, dat spreekwoord moet ik onthouden, ken ik nog niet. Eigenlijk had hij dus katholiek moeten worden om deze vrouw te kunnen huwen.

00:07:08 Janine: Dus hij heeft zich bekeerd?

00:07:08 Gregor: Dat weten wij helaas niet zeker, want er zijn geen doopboeken bewaard van de katholieke kerk uit die tijd. Ik was geïnteresseerd te kijken hoe je toch meer te weten kan komen over deze omgeving waar hij is terechtgekomen.

00:07:26 Janine: Ja, want even voor mijn beeld.Ik weet wat het katholicisme is. Ik ken de katholieke kerk, ik ken de gereformeerde kerk, ik ben zelf vanuit huis hervormd, dus de hervormde kerk ken ik ook goed. Maar de orde van Jezuïeten, een bepaalde groep binnen dat katholieke geloof, wat was dat voor gemeenschap?

00:07:39 Gregor: Je hebt in de katholieke kerk verschillende ordes dat kan ook, paters, dat kunnen ook franciscanen of dominicanen zijn. Er was een jonge orde die in 1540 pas werd gesticht door Ignatius van Loyola en die werd door de paus erkend. Dat was een nieuwe, moderne orde en die viel dus direct onder de paus en niet onder een bisschop of zoiets. Dat gaf ook binnen de katholieke kerk een beetje ruzie, ook in Delft.

00:08:08 Janine: Het zal ook eens niet.

00:08:10 Gregor: Ja, precies. Binnen het katholicisme had je ook de orde van de Jezuïeten en die probeerden als één van hun programmapunten heel veel educatie te geven aan jongeren, aan de mensheid, maar ook heel veel mensen weer te bekeren tot het katholicisme en dat deden ze natuurlijk ook in overzeese gebieden. Ze waren de eersten die in China, in Japan en in India waren en ze hebben dan ook de eerste beschrijvingen van die landen gepubliceerd in Europa. Ze waren echt heel actief en ze waren ook heel goede wetenschappers ze leerden talen en konden ze allemaal Latijn en Grieks. Ook hebben ze een opleiding gehad die ook natuurwetenschappen, mathematiek, wijsbegeerte en inbegreep. Niet dat iedere jezuïet nu een kleine professor was, maar het hoorde bij hun opleiding.

00:08:36 Janine: Ja, dus wetenschap was belangrijk binnen de religie, wat op zich bijzonder is.

00:09:04 Gregor: Ja, ze willen door die kennis van natuurwetenschappen de mensen natuurlijk ook laten zien dat in al deze dingen God werkzaam is en dus dat alles wat wij zien een uitwerking is van het goddelijke besluit.

00:09:19 Janine: Hoe moet ik me de praktische kant van Vermeers geloof voorstellen? Hoe groot was het katholiek geloof op dat moment in Delft?

00:09:27 Gregor: Toen hij in 1653 zijn katholieke vrouw huwde, beleden in Delft nog ruim een-derde het katholieke geloof. Dat waren tamelijk veel mensen, boven de 5000. In Delft had je drie huiskerken, twee in het Begijnhof en een op de Oude Langendijk en die was van de jezuïeten en daar was Vermeer de buurman van, hij woonde er pal naast. In deze schuilkerk van jezuïeten was plek voor 700 gelovigen.

00:09:53 Janine: Groot!

00:09:55 Gregor: Iedere zondag verzamelden daar veel mensen en daarnaast zat ook nog een meisjesschool van de jezuïeten. Hij woonde er direct naast met zijn schoonmoeder, die in haar familie een jezuïet had en daar dus duidelijk direct mee in aanraking kwam. Omdat hij zo dichtbij woonde heeft hij iedere dag gezien dat die meisjes naar de school liepen en heeft hij gezien dat iedereen op zondag naar die kerk ging.

00:09:55 Janine: Hij had toch ook dochters toch?

00:09:55 Gregor: Wij weten dat hij vijftien kinderen had, waarvan elf ouder zijn geworden. Van tien daarvan kennen we ook de voornamen en als ik die even bekijk dan zie ik dat het allemaal katholieke namen zijn. Sterker nog, er is ook een Franciscus bij en ook nog een Ignatius, een zoon vernoemd naar de stichter van de jezuïetenorde. Dat is alsof je nu in Jeruzalem je zoon Mohammed zou noemen, wat in een Joodse gemeenschap misschien niet zo passend is. Zo was het ook in Delft toen hij zijn zoon Ignatius noemde.

00:10:52 Janine: Hij woonde dus naast die kerk en naast die meisjesschool en daar gingen zijn dochters waarschijnlijk ook heen.

00:10:58 Gregor: Dat kunnen wij aannemen en hij had in zijn eigen huis één kamer waarvan wij weten door het inventaris dat daar een groot schilderij van de kruisiging van Christus hing en daarnaast ook nog een heel katholiek stuk met Veronica: het ware gelaat van Christus. Dat is een schilderij wat een relikwie uit het Sint-Pieter in Rome afbeeldt waar Christus zelf tijdens de kruisdraging naartoe ging en zijn hoofd in een doek heeft geperst zodat zijn gelaat daarop zichtbaar bleef. Dit is voor de katholieken een van de meest belangrijke stukken en dat had hij ook daar hangen en meer andere dingen. Hij had dus een ruimte in zijn eigen huis, waar de hele familie aandacht aan de religie kon geven. Dat is allemaal heel onbekend voor ons en een beetje ongewoon als je dat nu zo hoort, maar het is zo. Je moet dus het inventaris goed lezen en begrijpen wat er staat en dan krijg je dit beeld van Vermeer.

00:11:16 Janine: Je hebt het al even aangestipt: de wetenschap. Op welke manier deden ze dat?

00:11:56 Gregor: De jezuïeten hebben een heel grote belangstelling algemeen voor de optica, dus voor alles wat met zien en met het tonen van licht enzovoorts samenhangt. Dat is niet alleen maar bij de jezuïeten zo, maar voor hen is het licht goddelijk. Alles wat met het licht gebeurt en ook de werkingen daarvan zijn een bewijs van God en dat kan jou helpen te geloven. Het gekke is dat ze in hun aandachtsboeken veel spreken over optische dingen zoals spiegels en lenzen om daarmee duidelijk te maken hoe iets gebeurt. Ze vinden de regenboog ontzettend interessant, omdat daar zoveel kleuren in zitten. Het is niet God, maar alleen een afspiegeling van God door het licht wat je daarin ziet glinsteren, enzovoorts. Eigenlijk literatuur die vol zit met alle gegevens van de optica, maar het meest interessante voor hen was zeker de zogenoemde camera obscura. Dat is de naam voor een soort van camera zonder foto-afdrukmogelijkheid, een donkere kamer. Het is het Latijnse woord voor de donkere kamer. Je kunt een reuze grote kamer hebben in jouw huis. Dan doe je alles dicht en laat alleen een heel klein gaatje in het raam waar het licht door valt. Daarmee zie je op een wit papier of op een tegenoverliggende muur wat er buiten speelt, maar dan op zijn kop en in spiegelbeeld. Dat komt door de breking van het licht in dat kleine gaatje. Je kunt er nog een tweede lens voor doen, dan wordt het beeld weer rechtgezet. Dit is voor de jezuïeten een model voor het menselijke oog en ook hoe het licht en daarmee de boodschap van God überhaupt in onze hersenen terechtkomt. Het is dus meer dan puur een optisch verhaal. Het is voor hun ook de manier hoe wij überhaupt waarnemen en hoe wij dat via onze ogen naar onze hersenen krijgen.

00:13:46 Janine: Voor een kunstenaar is het dan ook een middel om de driedimensionale werkelijkheid weer te geven op een tweedimensionaal vlak, neem ik aan. Daar werd de camera obscura voor gebruikt, toch?

00:13:54 Gregor: Ja, bij de jezuïeten wordt het gebruikt als bewijs van God, maar wij weten dat de jezuïeten dit natuurlijk ook toonden aan kunstenaars. Een vriend van Vermeer bijvoorbeeld, Samuel van Hoogstraten heeft de camera obscura leren kennen toen hij bij de jezuïeten in Wenen was. Dat was dezelfde tijd dat ook Vermeer de camera obscura leerde kennen door zijn jezuïtische buren, omdat het zoveel in hun literatuur staat en zelfs als onderwerp van een preek wordt gebruikt. Het is een mooi boek van Henricus Engelgrave uit 1655, wat gebruikt werd voor preken. Daarin staat dat je de achttiende zondag na Pinksteren, dat is ergens een oktober, iets moet zeggen over de camera obscura en dan kan je dus uitleggen hoe fantastisch dat is. Hij begint zijn preek dus ook met te vertellen hoe mooi het is wat je ziet en dat het eigenlijk nog ieder schilderij te boven gaat. Als ik dit als schilder zou horen, dan zou ik het meteen willen evenaren. Daarna legt hij verder uit hoe het functioneert om dan te zeggen dat het eigenlijk een gelijkenis is voor de manier waarop wij waarnemen en hoe het dan in onze ziel terechtkomt. Vermeer is natuurlijk dé meester van het licht, dat is duidelijk voor iedereen, die zijn stukken vol met licht ziet. Het licht speelt dus een belangrijke rol bij hem en ik vind het ook interessant om te zien hoe bij de jezuïeten en hun aandachtsliteratuur het licht net zo'n belangrijke rol speelt en dat ze ook nadenken: wat gebeurt er eigenlijk met het licht, wat is dit en hoe wordt het iets wat wij kunnen zien met onze ogen?

00:15:31 Janine: Ons oog is een lens en hoe breekt dat?

00:15:34 Gregor: Ja, hoe komt het dat we iets van de natuur of een ding zien? Hoe komt dit? Ze spreken ook over kleine deeltjes die in ons oog komen, kleine stippeltjes om maar zo te zeggen, die de boodschap van dat wat wij zien binnen brengen. Dat is ook wat Vermeer eigenlijk doet, zoals niemand anders.

00:15:59 Janine: Als ik het goed begrijp, gebruikten de jezuïeten die camera obscura om het goddelijke licht te laten zien en daarmee eigenlijk ook een godsbewijs te hebben. Waarvoor gebruikte kunstenaars zo'n camera obscura?

00:16:14 Gregor: Je kunt een camera obscura gebruiken, omdat je een projectie ziet van de buitenwereld, alles wat buiten de camera te zien is. In het begin zijn het meestal grote kamers zodat je in een kamer kunt staan die donker is. Zo kun je dat wat geprojecteerd wordt, doortekenen op de wand of op papier. Maar er zijn ook kleinere box camera's, zo groot als een schoenendoos bijvoorbeeld en daar kun je dus op een perkament ook aftekenen wat de camera projecteert dan heb je tenminste een tekening en je kunt heel goed...

00:16:47 Janine: En op die manier kun je van wat je ziet de diepte correct weergeven?

00:16:51 Gregor: Ja, het mooie wat je ziet bij een camera obscura is dat deze natuurlijk ook een focus heeft, dus een punt waar het heel scherp is en daarvoor en daarna is het onscherp. Doordat de lenzen uit die tijd niet zo goed geslepen waren dan vandaag de dag, zie je ook kleine lichtpuntjes. De wazigheid, de scherpte, de onscherpheid en deze lichtpuntjes zijn typerend voor Vermeers schilderkunst.

00:17:19 Janine: Dan zijn we inderdaad weer bij die scherpte-diepte waar we het in het begin over hadden, dat zo typerend is voor Vermeers werk. Kun je een voorbeeld geven van een van zijn bekendere werken, waarin je dat goed ziet: die scherpte-diepte?

00:17:31 Gregor: Een voorbeeld is bijvoorbeeld een vroeg werk van hem: Het melkmeisje uit het Rijksmuseum. Je ziet de witte muur op de achtergrond en daar zijn enkele spijkers in geslagen of eruit gevallen. Je ziet dat die spijkers en ook de littekens daarvan heel scherp worden getoond. Hoe verder je naar voren komt, zie je dat bijvoorbeeld het brood op tafel alleen nog uit lichtpuntjes bestaat, uit kleine stippeltjes. Als wij zelf naar iets aan de muur kijken dan zien wij dit scherp en als we naar voren kijken, dan hebben we de voorgrond ook scherp, maar Vermeer doet alsof hij alleen naar achteren kijkt en de voorgrond wordt dan zo geschilderd met die stippeltjes zoals de wazige voorgrond. Er zijn meerdere voorbeelden waar hij dat doet. Het gaat om de scherpte en onscherpte en de puntjes die Vermeer laat zien. Dat zijn ervaringen die je eigenlijk alleen maar met de camera obscura kan maken. De vraag is: heeft hij in een camera geschilderd? Dat kan niet, want daar is het donker. Of heeft hij een box camera naast zich gehad waarin hij heeft gekeken en dat dan geschilderd? Dat zou bij misschien twee, drie schilderijen, die heel klein zijn zo gebeurd kunnen zijn, maar dat is ook onhandig, want je moet in het licht schilderen. Wij denken dat hij de camera heeft gebruikt om dit soort effecten te bestuderen. Hij vond het zo waar wat hij daar zag en nu ben ik weer terug bij de jezuïeten die dat ook zeggen. Alles wat daar te zien is, dat is de waarheid. Dat is wat wij van het goddelijke licht meekrijgen. Hij vond het zo waar dat hij dacht: nou, dan moet ik het ook zo schilderen.

00:19:03 Janine: Ja, een ander voorbeeld is bijvoorbeeld de Kantwerkster, waarin je dit effect goed ziet.

00:19:07 Gregor: De kantwerkster uit het Louvre is ook een voorbeeld waar het mooi te zien is, want haar handen zijn scherp, je ziet haarfijne draadjes en naar de voorgrond zijn andere draden van rood, wit en zwart, die totaal onscherp zijn. Dat is zo geschilderd dat je denkt: dat kan toch niemand uit de 17de eeuw gedaan hebben? Nee, maar Vermeer doet het op die manier.

00:19:32 Janine: Dat verhaal van de jezuïeten maakt dat je nu iets meer weet van Vermeer, hoe heeft dat jouw kijk op zijn schilderijen beïnvloed?

00:19:39 Gregor: De eerste keer vond ik iets waar de camera obscura heel dicht bij Vermeer komt. Dat is natuurlijk iets waarmee voor de eerste keer ook duidelijk wordt: ja, het zou kunnen dat hij die camera obscura heeft gebruikt. Tot nu toe was het alleen maar gissen en tot nu toe dachten wij: ja, dat moet misschien een beetje optica in Delft gebeurd zijn, maar we hadden geen enkele bewijs van iemand die dat in Delft had gedaan. Omdat het voor de eerste keer zo in de aandachtsliteratuur van de jezuïeten duidelijk geworden is en ik heb zeven voorbeelden hiervan in de literatuur gevonden.

00:20:10 Janine: Je bedoelt dus dat je opeens die directe link had van de jezuïeten met die camera obscura en dan weer de directe link van de jezuïeten naar Vermeer.

00:20:18 Gregor: Ja, op die manier werd voor mij duidelijk dat de camera obscura toch een rol had kunnen spelen, wat we altijd geloofden of dachten, maar nog nooit zo duidelijk hadden. Sterker nog, één van de jezuïeten in Delft, Isaac van der Mye, was zelf opgeleid als schilder en wilde jezuïet worden. Hij heeft een volle opleiding met Latijn en Grieks gevolgd. Hij was ook dichter en musicus, iemand die tamelijk geletterd was. Deze jezuïet Isaac van der Mye heeft in Delft gewerkt tussen 1650 en 1656 en we hebben één tekening van hem kunnen identificeren in het Rijksprentenkabinet in het Rijksmuseum. Dit is bijzonder, want van hem was tot nu toe niks bekend, maar deze tekening in het Rijksmuseum is ook heel katholiek en dat kan ook niet anders. Het laat een heilige zien, een oude dame. De tekening heeft iets heel bijzonders, want die vrouw is ontzettend realistisch getekend, je weet niet wat je ziet. Je verwacht het niet, maar het is heel realistisch. Hoe kan dat bij een tamelijk onbekende jezuïet? Wij hebben de tekening nader onderzocht en zagen dat het op een perkament is geschilderd wat tamelijk transparant is, zo transparant dat je aan de achterkant de tekening op de voorkant al kunt zien.

00:21:38 Janine: Het zou dus kunnen dat het overgetrokken is?

00:21:39 Gregor: Ja, het zou kunnen. Eigenlijk is dit het bewijs voor mij dat er een box camera is gebruikt om met een doorzichtig perkament de oude dame na te tekenen. Daarmee komen wij nog dichter bij de camera en bij een buurman van Vermeer. Deze Isaac van der Mye overlijdt precies in het jaar 1656 en daarna begint Vermeer met zijn effecten van de camera obscura. Het zou best kunnen dat hij die heeft leren kennen bij Isaac van der Mye en misschien heeft hij ook het toestel of het instrument of de manier hoe hij dat deed van hem overgenomen.

00:21:53 Janine: Nu zijn er dus, mede dankzij jouw onderzoek, duidelijke aanwijzingen dat Vermeer die camera obscura heeft gebruikt. Hij heeft dat natuurlijk gebruikt om het spel met licht en donker goed te kunnen weergeven en de scherpte-diepte, ook met in het hoofd de religieuze kant daarvan: het goddelijke licht willen laten zien. Betekent dat dan eigenlijk ook dat we meer van zijn werken in een religieuzer kader moeten zien? Is Het melkmeisje, een moderne Maria?

00:22:46 Gregor: Ik ben altijd heel voorzichtig, maar er zijn mensen die dit beweren, maar ik denk dat we altijd goed moeten kijken naar de context. Maria zou geen melk gieten in een keuken waar het vocht nog in de buitenmuur zit, maar er zijn andere schilderijen van Vermeer waarbij ik wel denk, dat hij door middel van de aandachtsliteratuur van de jezuïeten op het idee gekomen is om het zo te doen en niet anders. Het is een groep van schilderijen die enkel één figuur tonen, aan een tafel staande, een vrouw die een parelketting aantrekt of een vrouw met de weegschaal of een vrouw die in de ene hand een venster vasthoudt en in de andere hand een waterkan. Dat zijn dingen, die zo uniek zijn. Dat is eigenlijk door niemand anders zo geschilderd dus je zou denken: daar moet toch nog iets anders achter zitten. Ik kwam er achter dat toch weer de katholieke aandachtsliteratuur hierin een rol speelt.

00:23:40 Janine: Ja, daar zit zeker die religieuze symboliek in. Het melkmeisje is, denk jij, te alledaags?

00:23:43 Gregor: Ja, ik denk dat Het melkmeisje te alledaags is en er zijn ook andere schilders die melkmeisjes hebben geschilderd. Dus dat is niet zo uniek qua onderwerp. Hij heeft zeker een bredere blik op bepaalde dingen gekregen die invloed hebben gehad op de onderwerpskeuze.

00:24:02 Janine: Nou hangen er straks in het Rijksmuseum 28 Vermeers. Is er eentje in het bijzonder waar je je het meest op verheugt?

00:24:11 Gregor: Dat is een moeilijke vraag. Voor mij is ieder stuk van Vermeer heel bijzonder. Dat is eigenlijk niet zo te zeggen. Het is zoals de vraag: wat wil je iedere ochtend bij het opstaan horen qua muziek? Heb je dan zin in de vijfde van Beethoven of heb je zin in iets heel grappigs? Het hangt ook af van jouw stemming, waar je bent of wat je nu nodig hebt. Kunst is iets wat ook van jouw eigen gevoel afhankelijk is.

00:24:36 Janine: Het hangt van je emotie af.

00:24:37 Gregor: Ik heb dus eigenlijk per minuut een andere Vermeer die ik mooi vind en ik verheug me natuurlijk ontzettend op deze tentoonstelling, want dan kan je kiezen waar je naartoe gaat. Welke werken wil je zien? Wat is nu bijzonder? Welke twee wil je voor de eerste keer binnen twee minuten zien, dat is nu echt bijzonder.

00:24:59 Janine: Dit was een bonusaflevering van de podcast In het Rijksmuseum. De Vermeertentoonstelling is te zien van 10 februari tot en met 4 juni 2023 in het Rijksmuseum. Wil je meer weten over Gregors onderzoek? Hij schreef er een boek over, deze ligt nu in de boekwinkel en natuurlijk in het Rijksmuseum.

Sprekers

  • Janine Abbring – presentator
  • Gregor Weber – hoofd Beeldende Kunst van het Rijksmuseum

Abonneer je op In het Rijksmuseum met je favoriete podcastspeler

Met dank aan

Powered bij ING.