06-08-2020 - Rijksmuseum
In 2025 vieren we 80 jaar vrijheid. In deze bonus-aflevering staat een symbool van deze viering centraal: de bevrijdingsrok. Een verhaal over feest, herinneringen aan dierbare overledenen en levenslessen uit de oorlog.
In deze aflevering spreekt journalist en podcastmaker Mijke van Wijk met junior conservator geschiedenis Marion Anker over het ontstaan van de bevrijdingsrok en met Annemie Boissevain, die haar bevrijdingsrok schonk aan het Rijksmuseum.
De bevrijdingsrok is een schenking van mevrouw A.M. Verbeek-Boissevain.
Luister
Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek
00:00:11 Muziek: [Uit 'Lied van de Nationale Feestrok':] Vlecht in uw rok het patroon van uw leven, vrouwen en meisjes van dorp en van stad. Lichtend symbool van het vrouwelijk streven; draagt het verheugd als de bloem draagt haar blad.
00:00:25 Inleiding podcast door Mijke van Wijk: Dit lied gaat over de bevrijdingsrok, het onderwerp van deze podcast. Op vijf mei 2020 vieren we samen 75 jaar vrijheid; een viering die al voor 1946 begon, toen een initiatief werd opgericht om door het hele land dezelfde rokken te maken en te dragen om de vrijheid te vieren. Ook het Rijksmuseum heeft een aantal van die rokken. Ik spreek hierover met junior conservator van het Rijksmuseum Marion Anker en Annemie Boissevain, die haar bevrijdingsrok schonk aan het museum. Mijn naam is Mijke van Wijk. Ik ben journalist en podcastmaker. [muziek 00:00:59 - 00:01:05] Dit is 'In het Rijks', de podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Met in deze bonusaflevering 'De bevrijdingsrok', een verhaal over het vieren van de vrijheid, herinneringen aan overleden dierbaren en levenslessen uit de oorlog. Wil je voor we beginnen weten hoe de bevrijdingsrok eruitziet? Ga dan naar rijksmuseum.nl/podcast.
00:01:43 Mijke van Wijk: De bevrijdingsrok. Ik had er zelf echt nog nooit van gehoord. Marion, vertel: wat is het?
00:01:48 Marion Anker: De bevrijdingsrok ofwel levensrok, ook wel oranjerok of zelfs feestrok genoemd, is een rok die na de bevrijding door heel veel vrouwen, door heel Nederland, werd gemaakt. Hij bestaat uit verschillende lapje stof, een 'patchwork'. Hij is heel fleurig en werd gedragen op feestdagen. Persoonlijke feestdagen, bijvoorbeeld verjaardagen, maar vooral ook nationale feestdagen en dan bij uitstek natuurlijk bevrijdingsdag. De bevrijdingsrok is in 1945 bedacht door Mies Boissevain - niet te verwarren met Annemie Boissevain die hier in de studio is. Het is een rok bestaande uit verschillende lapjes stof die de oorlog moest herdenken en de bevrijding moest vieren. Hij moest op de eerste Bevrijdingsdag na de oorlog in 1946 gedragen worden. Dezelfde vrouwen droegen hem nog heel veel jaren daarna.
00:02:37 Mijke van Wijk: Je zei net: Mies Boissevain heeft de rok bedacht. Weet je hoe die vrouw op dit idee kwam?
00:02:42 Marion Anker: Ja. Als je wilt weten hoe zij dat heeft bedacht, moet je teruggaan naar haar oorlogsverleden. Dan wordt het echt duidelijk. Zij zat namelijk in het verzet; ze was echt een verzetsdame, woonachtig in Amsterdam. Voor de oorlog hielp zij al bij het verplaatsen van joodse kinderen uit Duitsland en Oostenrijk naar Engeland. Tijdens de oorlog zorgde ze ervoor dat de kinderen die in de crèche waren verzameld tegenover de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam gered werden en naar gastgezinnen gingen. Haar huis was een verzetshuis: een centrale plek van het verzet waar sabotagepraktijken en heel veel verzetsdaden plaatsvonden. Al die verzetsdaden heeft ze heel zwaar moeten bekopen. Twee van haar zonen worden gefusilleerd en haar man overleeft het concentratiekamp niet. Zijzelf komt in Amsterdam in de gevangenis terecht. Vervolgens overleeft ze Vught en Ravensbrück. Na de bevrijding door de Russen komt ze in Zweden terecht en vandaar komt ze weer naar Nederland. Dan is zij de enige vrouw die lid is van de Commissie tot Vaststelling van Richtlijnen voor het vieren van Nationale Hoogtijdagen. Kort gezegd: de commissie die moet bedenken hoe de nationale feestdagen opnieuw gevierd gaan worden. Hoe gaan we Bevrijdingsdag bijvoorbeeld invullen? Dat was het eerste feest dat op de agenda stond en daar bedacht zij de bevrijdingsrok voor. Dat was ook helemaal terug te leiden naar de oorlog, want Mies Boissevain zat in de gevangenis toen er een wasmandje binnenkwam. En dat is natuurlijk niet zo gek, dat er een wasmandje binnenkomt, maar onderaan die wasmand lag een dasje gemaakt van kleine lapjes. En die lapjes herkende ze direct. Ze waren afkomstig van kledingstukken van bekenden van haar, van familie en van vrienden. Aan elk lapje had zij wel een herinnering dus dat lapje bood haar troost en ook wel kracht, zei ze later. Dat werd natuurlijk afgepakt, in de oorlog. Toen zij na de bevrijding in Zweden zat, wilde ze graag de Zweden bedanken voor al hun hulp en gastvrijheid. Ze dacht: ik heb helemaal niets hier; wat kan ik nu schenken? Toen verzamelde ze lapjes en maakte daar geschenken van. Toen was de bevrijding, er was geen oorlog meer, en zij was commissielid en dacht toen terug aan dat dasje en aan die geschenken in Zweden. Ze dacht: dit is een goed idee; een rok die alle vrouwen in Nederland zouden kunnen maken van oude stukjes stof waar herinneringen aan kleven. Daarmee kunnen ze de oorlog herdenken en de vrijheid vieren.
00:05:09 Mijke van Wijk: Ze zat dus in de commissie die bepaalde: hoe gaan wij met elkaar Bevrijdingsdag herdenken? Zij bedacht toen deze rok. Maar hoe heeft ze dat idee kunnen verspreiden?
00:05:18 Marion Anker: Dat deed ze echt grandioos groots. Ze ging het hele land door. En het belangrijkste: ze had richtlijnen opgeschreven, want voor haar was het heel belangrijk dat de rok aan bepaalde criteria voldeed. Ze hechtte er grote symbolische waarde aan, waarover ik zo meer kan vertellen. Ze had heel strakke richtlijnen neergezet. Die drukte ze af in bepaalde damestijdschriften, dus heel breed verspreid. Dat werd opgevangen door vrouwenverenigingen, huishoudscholen, dat soort instituten. Daardoor verspreidde het zich over het hele land.
00:05:48 Mijke van Wijk: Dus zo kwam iedereen het te weten.
00:05:50 Marion Anker: Ja.
00:05:50 Mijke van Wijk: Waaruit bestonden die richtlijnen?
00:05:51 Marion Anker: De richtlijnen waren heel strikt en het waren er veel. Allereerst had je de basisrok. Die moest gemaakt worden van een oud kledingstuk. Zo maakte je uit iets ouds iets nieuws: heel erg een wederopbouwgedachte. Op die rok kwam dan een patchwork, dus verschillende lapjes stof en dan het liefst stofjes waar je herinneringen aan hebt. Bijvoorbeeld het stofje van de parachutist die achter in je weiland landde, of de onderduikster waar je nog een kledingstuk van had; je overleden man, de rok die je droeg op Bevrijdingsdag '45... Dat soort dingen, daar moest dat patchwork uit bestaan. Het was ook heel belangrijk dat je aan de zoom, aan de onderkant dus, effen driehoeken plaatste. Veel vrouwen maakten een oranje driehoek, maar het maakte niet uit welke kleur.
00:06:33 Mijke van Wijk: Zat daar een gedachte achter, dat het een driehoek moest zijn?
00:06:38 Marion Anker: Ik denk het niet. Maar als ik het zo zie, doet het heel feestelijk aan. Als je het omkeert lijkt het net een vlaggetjeslijn. Maar ik durf niet te zeggen of daar een idee achter zat. Wat wel duidelijk is: op die effen driehoek moest je data borduren. Dus die driehoek had wel een functie. In het midden moest je 5 mei 1945 zetten, namelijk Bevrijdingsdag. Daar zie je wel verschillende vormen van: als je in Groningen woont, ga je niet 5 mei neerzetten, dan zet je daar 16 april in neer.
00:07:06 Mijke van Wijk: Omdat die eerder zijn bevrijd.
00:07:07 Marion Anker: Precies. Wij hebben dus ook rokken in de collectie waar je 16 april op ziet staan. Verder moest je op die effen punten de data borduren waarop je hem droeg. Op heel veel rokken zie je staan: 5 mei 1945 - toen droegen ze hem natuurlijk niet, maar dat is de dag die je herinnert - en dan '46, 5 mei '47, 5 mei '48, et cetera. Verder mocht je hem invullen zoals je wilde, als je maar een patchwork had en als je maar die effen driehoeken had. En het liefst dus met lapjes stof die je herinnerden aan de oorlog, zowel vreugdevolle als verdrietige herinneringen.
00:07:44 Mijke van Wijk: Is er bekend hoeveel van die rokken uiteindelijk echt gemaakt zijn?
00:07:46 Marion Anker: Dat is een leuke vraag. Er zijn vierduizend rokken geregistreerd. Mies Boissevain zette ook een 'rokkencomité' op dat zorg droeg voor de registratie. Ze zorgde ervoor dat het instituut dat kon registreren.
00:07:58 Mijke van Wijk: Waarom was die registratie nodig?
00:07:59 Marion Anker: Het ging om vrouwelijke verbinding; het ging om samen iets doen, samen wederopbouwen eigenlijk. Als je allemaal die rok maakt en die registreert, laat je dus samen zien dat je werkt aan de wederopbouw en het herdenken van de oorlog. Als je geregistreerd wilde worden, moest je wel aan de richtlijnen voldoen én je moest hem zelf maken. Je ziet in de praktijk dat heel veel rokken niet zelf zijn gemaakt en dat ze niet aan alle richtlijnen voldoen. De conservator van het Groninger Museum, Egge Knol, is nu aan het uitzoeken hoeveel ongeregistreerde rokken er moeten zijn. Dat is natuurlijk een enorme klus en ook niet heel haalbaar. Op basis van de Groninger rokken weet hij in ieder geval wel dat ongeveer de helft is geregistreerd en de andere helft niet. Dus er zijn vierduizend geregistreerde rokken, maar minstens het dubbele aan ongeregistreerde en geregistreerde rokken bij elkaar.
00:08:53 Mijke van Wijk: De rok had richtlijnen. Dat klinkt heel erg technisch, maar hij had natuurlijk ook echt een symbolische waarde.
00:08:59 Marion Anker: Ja, absoluut. Eigenlijk kun je dat in meerdere symbolische waarden uitsplitsen. Dat heeft onderzoekster Jolande Withuis heel duidelijk en mooi gedaan. Allereerst kun je het zien als therapie: handenarbeid zorgt voor de rouwverwerking. Mies Boissevain had het idee: als je lapjes stof aan elkaar naait van iets dat oud is en waarbij je herinneringen hebt, dan helpt dat ook om je oorlogsverleden te verwerken. Dat is een heel simpele reden. Mies Boissevain was ook een feminist; ze was ook van mening dat vrouwen een grotere rol in het maatschappelijk leven moesten krijgen, zoals in het politieke leven. Zij dacht: als je alle vrouwen van Nederland met een zelfde soort rok naar buiten laat gaan, gaan al die vrouwen sámen het maatschappelijke leven in. Zij zei: één dracht maakt eendracht. Eén dracht, met een spatie ertussen, maakt eendracht, aan elkaar. Als alle vrouwen van verschillende standen en verschillende rangen en verschillende provincies, allemaal samen zo'n rok maken, hebben ze iets wat heel erg de uniciteit bevordert, heel erg verbindt. Tegelijkertijd is het heel divers, want iedereen maakt een andere rok. Dus eigenlijk zegt ze daarbij: alle vrouwen moeten samen optrekken in het nieuwe Nederland. Dat is een doorbraakgedachte: we gaan niet meer denken in rangen, standen, klassen of seksen. Iedereen moet samenwerken aan het nieuwe Nederland, een soort 'harmonie-idee'.
00:10:21 Mijke van Wijk: En dan is er nog een reden?
00:10:21 Marion Anker: Ja, dat is een heel belangrijke, want dat is wederopbouw. Het is 1946 en Nederland moet herbouwd worden. Mies Boissevain heeft heel duidelijk een ideaal: vanuit oude dingen moeten we nieuwe, nog veel mooiere dingen maken. Als je al die oude lapjes bij elkaar zoekt en daar één ding van maakt dat nog veel mooier is dan al die oude lapjes bij elkaar... Zo komen we er wel in een nieuw Nederland! Daar komt harmonie uit, daar komen schoonheid en vernieuwing uit.
00:10:48 Mijke van Wijk: Er zijn vierduizend geregistreerde bevrijdingsrokken. Het Rijksmuseum heeft er acht, zei je eerder. Eén daarvan staat vandaag centraal. Welke is dat?
00:10:57 Marion Anker: Dat is de rok van Annemie Boissevain, niet te verwarren met Mies Boissevain, maar wel verre familie van. Zij heeft haar rok geschonken aan het Rijksmuseum in de jaren 80.
00:11:06 Mijke van Wijk: Annemie, hoe ziet die rok eruit?
00:11:09 Annemie Boissevain: Daar vraag je wat! Ik kijk er natuurlijk niet elke dag naar. Hij bestaat volgens mij uit willekeurig gevormde lapjes, helemaal niet regelmatig, die op een bepaalde manier aan elkaar gemaakt zijn en geborduurd zijn op die basisrok waar we het net over hadden. Kijkend ernaar herken ik helemaal geen enkel stofje. Maar ik was natuurlijk ook heel jong toen ik die rok gedragen heb. Ik was denk ik nog geen vijf.
00:11:45 Mijke van Wijk: Even voor de duidelijkheid: jij bent geboren in 1939. Je was vijf of zes toen de bevrijding was?
00:11:51 Annemie Boissevain: Ik ben van het najaar van 1939 en Groningen was op 16 april. De officiële bevrijding was op 5 mei erna.
00:11:59 Mijke van Wijk: Jij had een bevrijdingsrok. Wie had die gemaakt? Weet je dat?
00:12:03 Annemie Boissevain: Nee, dat weet ik niet. Ten eerste heb ik er natuurlijk nooit naast gezeten, zal ik maar zeggen. Een vermoeden is: we hadden een onderduikster in huis en dat was een lerares handwerken van de meisjes-hbs in Groningen. Zij heeft een heleboel kleding vermaakt; ook voor mij als kind zijn dingen uiteindelijk honderdduizend keer versteld en gemaakt. Waarschijnlijk heeft zij het gemaakt.
00:12:34 Mijke van Wijk: Heb je herinneringen aan dat je hem droeg?
00:12:36 Annemie Boissevain: Nee.
00:12:37 Mijke van Wijk: Nul?
00:12:37 Annemie Boissevain: Nul.
00:12:37 Mijke van Wijk: Je hebt niet alleen een rok gegeven aan het Rijksmuseum. Je hebt ook een speelpakje aan het Rijksmuseum gegeven. Daar zit niet een herinnering van bevrijding aan, maar meer een herinnering van gevangenneming, begrijp ik.
00:12:50 Annemie Boissevain: Ook dat is een beetje... Ik praat een beetje in onzekerheden omdat ik natuurlijk ook dat niet bij mezelf heb gezien, dat ik dat aanhad. De maat is ook een beetje, dat je denkt: is dat op de groei gemaakt? Ik denk dat dát nou bijvoorbeeld gemaakt is door die joodse onderduikster. Daar lijkt het erg op. Zij naaide ontzettend veel, wat natuurlijk heel handig was, want in de oorlog waren er helemaal geen nieuwe stoffen. Je moest van oude dingen iets nieuws maken. Het is oranje en ik denk, maar zeker weten doe ik het niet, dat het een soort protest was. Een kind kon je wel zoiets oranjes aantrekken, wat natuurlijk eigenlijk gewoon verboden was. Dan was je Oranjegezind en dat wilde de Duitse bezetting natuurlijk helemaal niet. Dit zijn wel interpretaties van mij, dat ik dat denk dat dat eraan vastzit. Wat ik vermoed is dat het een statement was: ik denk dat dat heel erg zo bedoeld was: we laten ons niet onderdrukken en we laten zien wat wij eigenlijk willen, en dat dat het allerbelangrijkste is. En in 1944, in de zomer, is mijn vader gevangengenomen.
00:14:14 Mijke van Wijk: Waarom werd hij gevangengenomen?
00:14:16 Annemie Boissevain: Vanwege het werk voor en de hulp aan onderduikers. Niet vanwege het feit dat wij joodse onderduikers hadden. Zij waren bij ons gekomen want ze waren cliënten van de bank waar mijn vader directeur was. Dat is het nooit geweest. Ze zijn er ook allemaal veilig doorgekomen. Maar het was het verzetswerk, de bonkaarten en het financiële gedeelte denk ik, wat natuurlijk helemaal niet mocht. Het was het financieren van de mensen die ondergedoken waren. Dat was ´not done´, bij wijze van spreken. Via Groningen is hij toen in Amersfoort terechtgekomen. Vanuit Amersfoort is hij tegelijkertijd met mensen uit Putten, die daar ook zaten, vervoerd naar Neuengamme, een plaats vlak bij Hamburg. Daar is hij omgekomen, gewoon door verwaarlozing. Iedereen was daar ziek en zo is hij aan zijn eind gekomen.
00:15:21 Mijke van Wijk: Kun je je nog herinneren wanneer je hem voor het laatst hebt gezien?
00:15:23 Annemie Boissevain: Dat heb ik pas heel veel later ontdekt, wanneer dat moment was, ook de datum van de gevangenneming. Misschien mag ik het iets uitgebreider vertellen? Er was een dagboek dat de familie Domela Nieuwenhuis uit Groningen had. Hij was een zoon van de bekende dominee. Die namen contact met mij op. Ze zeiden: 'Wij hebben het dagboek van mijn vader uitgetikt. Daar staat ook iets in over jouw vader.' Daar was ik natuurlijk heel blij om. Daar stond in, gewoon exact, echt zoals een dagboek betreft, bij de datum 3 juni 1944: 'Ik heb gehoord dat Gi gevangengenomen is.'
00:16:23 Mijke van Wijk: Gi is jouw vader?
00:16:24 Annemie Boissevain: Gi is mijn vader, ja. Toen was het voor mij pas duidelijk wanneer dat gebeurd was. Daaraan gekoppeld dacht ik ineens: hé, er is een dag geweest, een avond, dat mijn vader thuiskwam. Hij kwam op de fiets; het kantoor was midden in de stad en wij woonden aan de rand van de stad. Ik mocht op zijn zadel zitten. Als klein meisje is dat natuurlijk fantastisch. Dat is de enige herinnering die ik heb aan mijn vader. En nou vermoed ik - het was daglicht, dat weet ik ook nog - dat dat waarschijnlijk de dag is geweest dat mijn vader ook vroeg thuiskwam, die derde juni. Het is misschien herinterpreteren door mezelf, maar ik vermoed dat dat aan elkaar gekoppeld is. Want bij de gevangenneming van mijn vader was mijn moeder er niet. En waarom was mijn moeder er niet? Zij was oorspronkelijk verpleegster. En aan de andere kant van die versperring, waar Duitse officieren in villa's zaten, woonde de familie Bruins Slot. Bruins Slot was indertijd de directeur van Trouw, de krant, ook opgericht in de oorlogsjaren. En daar zou een baby geboren worden. Mijn moeder had een kraamaantekening en die is daarnaartoe gegaan. Dat was niet, denk ik, om even door die versperring te lopen, want dat deed je niet. Dus zij was daar en ze was niet thuis. Het is daarom dat ik denk dat mijn vader vroeg thuiskwam. Ik heb hem vaak niet gezien, want ik moest natuurlijk als kind heel vroeg naar bed. Hij was hard aan het werk, want er was genoeg te doen om in die oorlogsjaren om te zien dat je een bank overeind hield. Dat is de enige herinnering die ik eigenlijk heb. Door het vinden van het dagboek en de datum dacht ik: volgens mij is dat het. Bewijzen heb ik niet; het is mijn interpretatie. Ik denk het wel, want het was ook een heel heldere herinnering voor mij, dat zitten op die fiets. Het is iedere keer dat ik met kleine puzzelstukjes de tijd van toen naar voren haal. Mijn moeder en ik praatten er nooit over. We wisten eigenlijk wel wat er aan de hand was. Dat heeft dan zo'n impact dat je daar eigenlijk ook niet over hoeft te praten. Achteraf spijt me dat: dat ik niet meer initiatief genomen heb, en ook zij. Maar zij wou mij niet belasten en zei: we moeten weer door; we moeten verder. Ook in de omgeving waren een heleboel mensen die dit niet hadden meegemaakt. En zeker niet dat je echtgenoot niet terugkomt en waarom die niet terugkomt, en dan ook nog joodse onderduikers hebben gehad. Dus dat hele verleden werd natuurlijk niet vergeten. Maar als je verder wil, kun je niet de hele tijd met het verleden bezig zijn. Ik weet zeker dat mijn moeder mij er niet te veel mee wilde belasten. Een kind, wat weet die nou?
00:20:03 Mijke van Wijk: De bevrijding, wat kun je je daar nog van herinneren? Dat was dus 16 april in Groningen.
00:20:07 Annemie Boissevain: Ik weet nog wel dat het voorjaar was en dat ik van de kleuterschool naar huis liep. Ik zat op een montessori-kleuterschool, niet zo ver van dat huis. Maar in die tijd, als klein meisje, denk je: het is een giga-afstand. Later - ik ben er eens geweest - denk je: het was zó vlakbij! Dat weet ik, dat ik naar huis liep. En dat ik denk: dat zou misschien wel die Bevrijdingsdag geweest kunnen zijn. Niet dat ik dat toen al merkte daar. Verder weet ik het eigenlijk niet. Wat wel in onze buurt was: Canadese militairen hadden tot 15 april 's avonds nog geschoten op Groningen om de Duitsers daar te verjagen, of omgekeerd. Er waren nog vrij zware gevechten in Groningen. Die militairen waren er dus. Het was ook gewoonte - dat weet ik wel - dat Canadese officieren naar de diverse huizen kwamen om daar 's avonds een kop koffie te drinken en eens iets anders te doen dan te denken dat ze militair waren. Er was daar een kampement vlak bij ons huis.
00:21:27 Mijke van Wijk: Chocola?
00:21:28 Annemie Boissevain: En de chocola! Ja, dat herinner ik me wel. Die brachten ze mee en dat was heel bijzonder, want chocola had ik waarschijnlijk nog nooit gegeten.
00:21:38 Mijke van Wijk: Witbrood?
00:21:40 Annemie Boissevain: Witbrood... dat is alleen de smaak. Ik weet niet of de Canadezen dat meebrachten. Maar de smaak van witbrood komt nog steeds naar boven. Ik denk dat het ook aan de melk lag, dat dat ontzettend lekker was.
00:22:01 Mijke van Wijk: Dit jaar vieren we 75 jaar bevrijding. Heeft dat nog iets speciaals voor jou? Hoe belangrijk is het dat we dat vieren?
00:22:08 Annemie Boissevain: Zeer belangrijk! Omdat ik vind dat het geweldig is dat een land niet in oorlog is. Dat zijn wij gelukkig niet. Het is toch heerlijk om, nog steeds, in vrijheid opgevoed te zijn. Het is belangrijk om die vrijheid te bewaren, waar je wel aan moet werken. Vrijheid krijg je niet cadeau in de zin van: ik doe maar, want ik ben vrij. Nee, integendeel: je hebt je altijd te verhouden tot de ander, wie dat ook is. Dat is heel belangrijk en dat is dan speciaal zo'n dag dat je daar extra aan denkt.
00:22:50 Mijke van Wijk: Is er nog een boodschap die je mee wil geven aan mensen? Over tolerantie bijvoorbeeld?
00:22:55 Annemie Boissevain: Mijn moeder heeft op een gegeven moment, vlak na de bevrijding, een nichtje in huis genomen. Helaas was zij - een klein kind; ze was jonger dan ik - een dochter uit een gezin waarvan de vader en moeder in de NSB zaten. Een veel oudere broer van dat meisje heeft kennelijk mijn moeder gevraagd of zij haar in huis wilde nemen, want die ouders werden natuurlijk geïnterneerd. En dat heeft ze gewoon gedaan. En nu kom ik weer terug op die jeugd en waarom ik misschien een heleboel dingen niet meer weet. Mijn moeder had het standpunt: kinderen kun je dat niet kwalijk nemen. Waar ze ook vandaan komen, in principe kun je hun dat niet kwalijk nemen.
00:23:57 Annemie Boissevain: 5 mei: dit jaar is dat 75 jaar vrijheid. Wat doe jij normaal gesproken op die dag? Is het een bijzondere dag voor jou?
00:24:06 Annemie Boissevain: Eerlijk gezegd: 4 mei is voor mij veel belangrijker, omdat het ook het herdenken is van het feit dat mijn vader omgekomen is in een concentratiekamp. Dus 5 mei is eigenlijk veel minder belangrijk, alhoewel ik het wel heel leuk vind en vond om daar ook naartoe te gaan. Nee inderdaad, 4 mei is echt voor mij een veel belangrijkere avond om dat ook gezamenlijk te herdenken.
00:24:37 Mijke van Wijk: Ja. Om daarbij stil te staan.
00:24:39 Annemie Boissevain: Om daarbij stil te staan, ja. Altijd gingen we naar de herdenking op 4 mei. Want dat werd natuurlijk later de officiële herdenking. Daar heb ik heel veel herinneringen aan. Ik heb heel vaak de vlag gehesen, van halfstok naar helemaal boven in de vlaggenpaal.
00:25:04 Mijke van Wijk: Dit was een bonusaflevering van onze podcast 'In het Rijks'. In het hele land zijn trouwens bevrijdingsrokken te zien. Ga naar rijksmuseum.nl/podcast voor meer informatie. Vond je dit een leuke aflevering? Laat dan een review achter in Apple Podcasts. Dat helpt andere luisteraars deze podcast beter te vinden.
Bevrijdingsrokken in andere musea
De bevrijdingsrok van initiatiefneemster Mies Boissevain-Van Lennep wordt bewaard in het Verzetsmuseum. Als het museum weer open mag, is de rok daar te zien op de tentoonstelling Mode op de bon. Ook zijn daar online hedendaagse varianten van de bevrijdingsrok te zien.
Bij het Groninger Museum zijn meerderde bevrijdingsrokken te zien op de online-tentoonstelling 75 jaar bevrijding in Groningen. Bij deze tentoonstelling verscheen op 14 maart het boek De Bevrijdingsrok in Groningen, geschreven door conservator Egge Knol.
Het Stedelijk Museum Schiedam roept alle inwoners op om in deze Coronatijden mee te werken aan een gemeenschappelijk museumstuk: de Schiedamse Vrijheidsrok.
Abonneer je op In het Rijks met je favoriete podcastspeler


Bevrijdingsspeelpakje van Annemie Boissevain, 1944 - 1945
1 | 1