28-10-2025 - Janine Abbring en conservator Anne Lenders
Stel je voor, je loopt in de 17de eeuw door de binnenstad van Leiden en je hoort iemand op een hoorn blazen. Je weet wat dat betekent. Je gaat af op het geluid en de geur van versgebakken brood. Je wandelt de hoek om en ziet twee trotse mensen bij hun uitgestalde broodjes staan, net uit de oven. Je zou zo wat kadetjes bij ze willen bestellen. Dat is wat dit schilderij van Jan Steen losmaakt als je ervoor staat. Wie zijn deze bakkers? Waarom zijn ze op deze manier geschilderd? Janine Abbring gaat in gesprek met conservator Anne Lenders.
Luister
Lees hieronder het volledig uitgeschreven gesprek
00:00:00 Janine Abbring : Je ruikt bijna het brood als je er naar kijkt.
00:00:04 Anne Lenders : Zeker. Dat vind ik het aantrekkelijke van het schilderij. Het is een zonnige dag. De bakker kijkt je héél vriendelijk aan. Het is alsof je zelf een bakkerij binnenstapt en rondkijkt wat je zou kiezen.
00:00:17 Janine Abbring : Waar heb ik zin in?
00:00:18 Anne Lenders : Precies.
00:00:19 Janine Abbring : Vandaag een zottinnenkoek of een duivekater.
00:00:23 Anne Lenders : Of een krakeling.
00:00:27 Janine Abbring : Stel je voor, je loopt in de 17e eeuw door de binnenstad van Leiden en je hoort iemand op een hoorn blazen. Je weet wat dat betekent. Je gaat af op het geluid en de geur van versgebakken brood. Je wandelt de hoek om en ziet twee trotse mensen bij hun uitgestalde broodjes staan, net uit de oven. Je zou zo wat kadetjes bij ze willen bestellen. Dat is wat dit schilderij van Jan Steen losmaakt als je ervoor staat. Wie zijn deze bakkers? Waarom zijn ze op deze manier geschilderd? Mijn naam is Janine Abbring. Dit is 'In het Rijksmuseum', de podcast van het Rijksmuseum waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Deze podcastserie gaat over portretten. Wie zijn al die mensen die je aankijken als je door het museum loopt? In deze aflevering een duo, een bakkersechtpaar.
00:01:17 Janine Abbring : Anne Lenders, conservator 17e-eeuwse Nederlandse schilderkunst, heeft zich in het portret verdiept. Ze neemt ons mee naar Leiden, waar ze woonden en werkten, vertelt over hun familiebedrijf en over hoe en waarom Jan Steen ze geschilderd heeft. Wil je weten hoe het portret dat we bespreken eruit ziet? Ga dan naar rijksmuseum.nl/podcast. Laten we meteen met de hamvraag van deze podcast beginnen: wie kijken ons aan?
00:01:46 Anne Lenders : Dit is een portret van een bakkersechtpaar uit Leiden. De enige die ons echt aankijkt is de vrouw, Catharina Keizerswaard.
00:01:53 Janine Abbring : De bakkersvrouw.
00:01:54 Anne Lenders : De bakkersvrouw, ja. Zij staat links op het schilderij in de deuropening naast een houten tafel, die fungeert als een toonbank waarop allerlei soorten broden liggen uitgestald.
00:02:07 Janine Abbring : Ze staat erachter. Of zit ze ernaast?
00:02:10 Anne Lenders : Dat is moeilijk te zien, maar ik denk dat ze in de deuropening en naast die tafel staat.
00:02:16 Janine Abbring : Het is moeilijk te zien, omdat er héél veel brood voor ligt. Dat is de vrouw. Straks wil ik alles over haar weten. Ze heeft ook specifieke kleding aan. Even naar de man rechts. Het is een bakkersechtpaar, dus dat is dan vermoedelijk de bakker.
00:02:29 Anne Lenders : Klopt. Dat is de bakker en haar echtgenoot Arent Oostwaard. Hij is in zijn werkkleding afgebeeld. Een wit bakkersmutsje op. Een wit hemd dat vrij ver openstaat en hij in zijn grijze wijde broek heeft gestopt.
00:02:42 Janine Abbring : Ik vind het een piraatachtige outfit voor een bakker.
00:02:46 Anne Lenders : Klopt. Hij ziet er wat onverzorgd uit. Hij is aan het werk. Hij heeft het warm. Ik kan die associatie wel goed volgen.
00:02:54 Janine Abbring : Het lange, loshangende haar is opmerkelijk voor een bakker.
00:02:58 Anne Lenders : Dat zou je je nu niet meer voor kunnen stellen. Het zou onhygiënisch zijn, maar lang haar was in de 17e eeuw normaal. Op veel schilderijen zien we mannen met lang haar. Dit kapsel is heel typisch. Vaak zien we donkerder en gekrulder haar, wat er verzorgder uitziet. Hier hangt het sluik en steil langs zijn gezicht.
00:03:21 Janine Abbring : Het is een beetje rossig.
00:03:23 Anne Lenders : Ja, een roodblonde kleur. Dat maakt hem heel eigen en herkenbaar.
00:03:29 Janine Abbring : Hij kijkt een beetje weg. Als we het hebben over de personen die we op dit schilderij zien, zien we daar rechtsonder in het donker nog een jongetje.
00:03:39 Anne Lenders : Dat is de derde figuur op dit schilderij. Dat is een jongen die op een bakkershoorn blaast. Dat werd in de 17e eeuw gedaan om mensen te laten weten dat het brood klaarlag en dat ze konden komen.
00:03:50 Janine Abbring : Hij blaast op een bakkershoorn?
00:03:52 Anne Lenders : Ja, dat was vroeger gebruikelijk.
00:03:54 Janine Abbring : Wauw! Dan wist je dat het brood gebakken was en het komen halen.
00:03:58 Anne Lenders : Ja, dan hoorde je ergens getoeter en daar liep je op af.
00:04:01 Janine Abbring : Wat grappig. In dit geval doet het zoontje van het gezin dat.
00:04:09 Anne Lenders : Het is niet het zoontje van het gezin. Dat is heel bijzonder. We weten wie er zijn afgebeeld, doordat erop de achterkant van het schilderij een opschrift is geplakt in de 18de eeuw. Het is een 18e-eeuws label, waarop staat dat het een familiestuk is: een portret van Arent Oostwaard en zijn vrouw Catharina Keizerswaard. Maar de jongen is gebaseerd op een jongen van Jan Steen. Dat is grappig, want je zou verwachten dat het een zoon van het echtpaar is. Dat is hij dus niet.
00:04:36 Janine Abbring : Misschien is het tafereel bedoeld alsof het de bakkerzoon is. Waarom zou hij daar anders een jongetje bij hebben geschilderd?
00:04:44 Anne Lenders : Nee, het is niet bedoeld als de zoon van het echtpaar. Jan Steen schilderde in zijn schilderijen vaak de gezichten van zijn gezinsleden, maar die nam hij niet op als portret. Hij gebruikte die gezichten meer als model. Zijn gezinsleden waren een inspiratiebron voor zijn schilderijen. Dit is ook zo'n element dat hij hier toevoegt. Waarschijnlijk is het Thadeus, de oudste zoon van Jan Steen. Hij is in 1651 geboren en dit schilderij dateert uit 1658. Toen was Thadeus zeven jaar oud. Hij ziet er wel uit als een jongen van zeven jaar. Dit past dus goed binnen de manier waarop Jan Steen werkte.
00:05:24 Janine Abbring : Het jongetje met die hoorn, waarop hij blaast als het brood gebakken is. Daar staat nog iets. Zie ik daarachter een houten hek staan?
00:05:34 Anne Lenders : Het lijkt op een rek waar een groep broodjes tegenaan ligt. Dat zijn witte bolletjes die tegen elkaar aan werden gebakken.
00:05:42 Janine Abbring : Kaiserbroodjes.
00:05:45 Anne Lenders : Kadetjes, of ik weet niet hoe dat in die tijd heette. Het leuke is dat die uit de bakkershoorn lijken te komen. Je ziet dat die jongen omhoog kijkt, naar die broodjes. Dat is een grapje van Jan Steen, die vaak grappen verwerkt in zijn schilderijen. Het gaat hier niet om een bakkershoorn, maar om een hoorn des overvloeds. Dus om aan te geven: kijk wat voor een keur aan brood ze hier verkopen. Ze hebben hier van alles
00:06:16 Janine Abbring : Die broodjes vormen een wolkje en lijken uit die hoorn te komen.
00:06:19 Anne Lenders : Inderdaad, alsof die hoorn gevuld is met brood.
00:06:23 Janine Abbring : Het jongetje lijkt daardoor op een cherubijntje.
00:06:30 Anne Lenders : Daraan kan je zien dat Jan Steen hierover heeft nagedacht en het goed gecomponeerd heeft.
00:06:42 Janine Abbring : Ik heb al zoveel dingen gehoord waarover ik meer wil weten. Het etiket op de achterkant is een brief die erin de 18e eeuw is opgeplakt. Daar wil ik alles over weten. We zijn begonnen met de dame. Kan je iets zeggen over wat ze aan heeft?
00:06:59 Anne Lenders : Zij is, in tegenstelling tot de bakker, vrij formeel gekleed. Ze heeft nette kleding aan. Een zwart jackje met een witte blouse eronder. Ze heeft een zwart kapje op haar hoofd en draagt hele elegante oorbellen. Waarschijnlijk heeft deze kleding te maken met dat zij de verkoopster was en het contact met de klanten onderhield.
00:07:20 Janine Abbring : Het ziet er niet alsof die zwarte jurk meel kan verdragen. Zij is niet iemand die het deeg kneedt.
00:07:28 Anne Lenders : Ze was zeker actief in de bakkerij. Het kneden van deeg of het zeven van meel was wel één van haar taken. Op dit schilderij en dit moment van de dag verkoopt ze haar brood.
00:07:40 Janine Abbring : Wat voor brood heeft ze vast? Ze houdt iets in haar hand.
00:07:44 Anne Lenders : Dat is een zottinnenkoek.
00:07:47 Janine Abbring : Een zottinnenkoek?
00:07:48 Anne Lenders : Dat kun je het beste vergelijken met wat wij tegenwoordig een beschuit noemen. Het heeft dezelfde brosse structuur, maar een zottinnenkoek is iets holler van binnen. Er is een kuiltje waarin er verse vruchten of jam werd gedaan.
00:08:03 Janine Abbring : Was het zoet of meer beschuitig?
00:08:07 Anne Lenders : Niet zoet of zou zout, maar vrij neutraal.
00:08:10 Janine Abbring : Een zottinnenkoek. Ik associeer Jan Steen meteen met Leiden. Was dit is iets plaatselijks? Ik heb er nog nooit eerder van gehoord. Ik ken wel een scheepsbeschuit, maar geen zottinnenkoek.
00:08:20 Anne Lenders : Het is niet typisch iets uit Leiden. Op veel 17e-eeuwse stillevens worden die zottinnenkoeken afgebeeld. Het werd dus veel gegeten.
00:08:28 Janine Abbring : Een zottinnenkoek, nooit eerder van gehoord. Ik wilde vragen hoe we weten wie deze mensen zijn. Dat weten we dankzij het briefje dat achterop het schilderij zat en nog steeds zit.
00:08:42 Anne Lenders : Het is een klein label, dat er nog steeds op zit. Het is inmiddels helemaal vervaagd en niet meer zo goed leesbaar. Het is er opgeplakt in 1738, op het moment dat het schilderij uit de familie verdween. Het schilderij was in handen van zijn dochter, Barbara Oostwaard.
00:09:02 Janine Abbring : De dochter van de bakker?
00:09:04 Anne Lenders : Zij was de laatstlevende die nog de naam Oostwaard droeg. Toen die boedel is gescheiden, is waarschijnlijk door haar of iemand van de familie Oostwaard dat label erop geplakt, zodat niet vergeten zou worden wie erop zijn afgebeeld. Ze wilde kennelijk goed vastleggen dat het niet om de zoon van het echtpaar ging.
00:09:24 Janine Abbring : Ja, want op het briefje staat de tekst: 'Dit is een familiestukje. Het is een portret van Arent Oostwaard en Catharina Keizerswaard. De jongen is gedaan naar een jongen van Jan Steen.'
00:09:39 Anne Lenders : Daaruit weet je al dat het niet een portret is. Dan had er misschien gestaan: 'Dit is een portret van Thadeus.' Dat zullen zij ongetwijfeld geweten hebben. Het is fantastisch dat dat bewaard is gebleven, want daardoor weten we wie deze mensen zijn en inmiddels ook veel over hun leven.
00:09:57 Janine Abbring : Ook over de spullen die ze gebruikten, want er is een boedelinventaris van Arent Oostwaard bewaard gebleven. Hij heeft een plank met een stok in zijn handen, iets wat we nu meer associëren met een pizza-oven.
00:10:10 Anne Lenders : Dat heet een schieter en is een houten plank met een lange stok eraan. Daar ligt een versgebakken brood op dat hij net uit de oven heeft gehaald. Uit die inventaris weten we welke bakkersspullen hij allemaal in huis had. Dat vind ik zelf leuk, omdat je een beeld krijgt over hoe zo'n bakkerij eruit heeft gezien. Er worden namelijk allerlei bakkersgereedschappen genoemd zoals een schuimspaan, een vijzel met een stamper, een fornuis en ga zo maar door. In die inventaris wordt vermeld wat er per kamer allemaal te vinden was. Op zolder lagen er 20 meelzakken en 11 zakken met tarwe. Ik krijg hier het beeld bij van stoffige zakken die daar neer werden gegooid. Dit doet me realiseren dat dit echte mensen waren. We kijken niet alleen maar naar verf op een paneel.
00:11:03 Janine Abbring : Het is niet alleen uit het brein van Jan Steen ontsproten.
00:11:06 Anne Lenders : Nee.
00:11:07 Janine Abbring : Weten we waarom hij deze mensen vastlegde?
00:11:12 Anne Lenders : We weten niet hoe dit portret is ontstaan. Het is heel aannemelijk dat de families van Jan Steen en Arent Oostwaard elkaar kenden. Ze zijn allebei opgegroeid in Leiden en zijn ongeveer van dezelfde leeftijd. Ze zijn allebei opgegroeid in het katholieke milieu. In hun kindertijd woonden ze op loopafstand van elkaar en later in hun leven woonden ze ook bij elkaar. Hun families woonden bij elkaar in de buurt. Het is dus goed mogelijk dat ze elkaar zijn tegengekomen in het sociale verkeer.
00:11:40 Janine Abbring : Ze waren vrienden.
00:11:42 Anne Lenders : Dat kan zeker. Ze moeten elkaar zijn tegengekomen, of in de bakkerij, op straat of op de markt. De vader van Jan Steen was korenkoper. Hij verkocht op de markt zijn koren. Arent Oostwaard had koren nodig. Het kan ook een zakelijke relatie geweest zijn.
00:11:59 Janine Abbring : Stonden zij hoog in aanzien? Hadden ze geld om zo'n portret te laten maken?
00:12:03 Anne Lenders : Ja, ze waren welgesteld. Niet heel rijk, maar zeker niet arm. Dit kunnen we uit de inventaris opmaken, doordat Arent Oosterwaard een speeltuin bezat met een speelhuisje. Dat was een soort buitenverblijf. We weten dat ze in een welvarende buurt woonden. Het kan een opdracht zijn geweest van het echtpaar aan Jan Steen, omdat het mogelijk een huwelijksportret is. Het is gemaakt in 1658. Zij zijn in augustus 1657 in ondertrouw gegaan en in september gehuwd. Vaak lieten mensen dan een huwelijks portret maken. Er hangen wijnranken boven de gevel, wat kan verwijzen naar huwelijkse trouw. Dan zou het een opdracht zijn, of ze elkaar kenden of niet. Jan steen kan dit schilderij ook gemaakt hebben als betaalmiddel, iets wat in de 17e eeuw heel gebruikelijk was.
00:13:01 Anne Lenders : Om alle broodjes te betalen die hij daar had besteld.
00:13:05 Anne Lenders : Ja. Jan Steen had een gezin met zes kinderen. Al die monden moesten gevoed worden. Het was in de 17e normaal dat je bij elkaar in het krijt stond. Jan Steen had zoveel brood afgehaald bij de bakker, waardoor hij zijn schulden afbetaalde door dit schilderij te maken. Het was toen een hele andere cultuur. De schulden van nu zijn heel anders. In zijn inventaris worden veel schulden genoemd. Je zou kunnen denken dat hij financiële problemen had, maar dat was niet zo. Het was normaal om voor diensten over en weer bij elkaar in het krijt te staan, op de pof te kopen en later weer terug te betalen.
00:13:45 Janine Abbring : Wij vinden een hypotheek nu normaal, maar je gaat niet tegen de bakker zeggen dat je volgende week of maand betaalt. Dat deden ze toen dus wel.
00:13:54 Anne Lenders : Ja, zeker. Je hoefde niet met geld te betalen; het kon ook met een schilderij.
00:13:59 Janine Abbring : Nu zou je denken: best goed betaald, als je bedenkt wat het schilderij nu waard zou zijn. Daar kan je heel wat brood van kopen. Je hebt de zottinnenkoek genoemd. Op dit schilderij ligt er een heel arsenaal aan broodjes. Ik zie hartige krakelingen - of hoe noem je dat - hangen aan stokken.
00:14:23 Anne Lenders : Ja, dat zijn krakelingen en die hangen aan een rek aan de gevel. Aan de structuur van het brood te zien, lijkt het meer op een pretzel. Dat is nu de hartige variant.
00:14:33 Janine Abbring : Wat heeft hij op zijn...? Hoe noemde je dat net?
00:14:37 Anne Lenders : Dat is een plat vloerbrood. Dat werd niet in een bakvorm gebakken, maar op de plaat. Je kan aan de zijkanten goed zien dat die broden aan elkaar werden gebakken en vervolgens los werden gescheurd.
00:14:51 Janine Abbring : Dat zie je aan de zijkant van het brood inderdaad.
00:14:53 Anne Lenders : Achteraan tegen de muur staat zo'n groot brood dat er tegenaan heeft gezeten.
00:14:59 Janine Abbring : Dat ligt op zijn schieter.
00:15:04 Anne Lenders : Je kan dus bedenken dat dit zo uit of in de oven schiet. Verder zien we een mand met zottinnenkoeken, waarvan zij een exemplaar vasthoudt. Jan Steen heeft er mooi die brosse structuur in geschilderd; een patroon van allemaal barstjes. Alle broden samen vormen een stilleven. Dat is heel mooi. Het pronkstuk daarvan is de duivekater die tegen de muur staat opgesteld.
00:15:30 Janine Abbring : De wat?
00:15:32 Anne Lenders : De duivekater.
00:15:33 Janine Abbring : Duivekater?
00:15:34 Anne Lenders : Ja, dat is een bijzonder woord. Een duivekater was een luxebrood. Vaak werd het gegeten tijdens de feestdagen. Het was een wit brood met een zoetige smaak. Het doet denken aan wat wij tegenwoordig kennen als briochebrood.
00:15:48 Janine Abbring : Langwerpig.
00:15:50 Anne Lenders : Ja, langwerpig, ovaal van vorm, soms ruitvormig en gedecoreerd aan de bovenkant.
00:15:55 Janine Abbring : Het is echt een feestbrood.
00:15:57 Anne Lenders : De uiteinden werden ingesneden en vervolgens opgerold. Dat heeft Jan Steen goed in beeld gebracht. Het werd gebakken tussen Sinterklaas en Driekoningen. Jan Steen heeft een aantal schilderijen gemaakt van het Sint Nicolaasfeest en daarop is ook zo'n duivekater te zien.
00:16:16 Janine Abbring : Ze aten het met Sinterklaas.
00:16:17 Anne Lenders : Ja.
00:16:25 Janine Abbring : Het bakkersechtpaar was niet superrijk, maar welgesteld. Hij had een buitenhuisje of een speeltuin. Blijkbaar deed hij het goed en verkocht hij voldoende brood. We weten uit zijn inventaris wat voor spullen hij allemaal had. Wat weten we over dat bakkersleven, de onderlinge taakverdeling bij zo'n echtpaar? We zien haar hier de boel verkopen. Je zei dat ze ook kneedde.
00:16:49 Anne Lenders : Het was een familiebedrijf. De mannelijke bakker was ingeschreven bij het Gilde.
00:16:57 Janine Abbring : Er was een Bakkersgilde.
00:16:58 Anne Lenders : De mannen waren daar lid van.
00:17:01 Janine Abbring : Vrouwen mochten dat niet.
00:17:03 Anne Lenders : Je moet eerst in de leer, om daar lid van te worden. Vervolgens werd je assistent en moest je de meesterproef afleggen, een soort examen. Zodra je daarvoor geslaagd was, mocht je jezelf meesterbakker noemen en aansluiten bij het Gilde.
00:17:16 Janine Abbring : Brood bakken was serious business in die tijd.
00:17:19 Anne Lenders : Ja, zeker. Het was een dagelijkse behoefte. Bij elke maaltijd werd brood gegeten. Dat was anders dan nu. Er werd door het Gilde héél streng gecontroleerd op de kwaliteit, het gewicht en de prijs.
00:17:33 Janine Abbring : De prijs werd bepaald door het Gilde.
00:17:36 Anne Lenders : Door het stadsbestuur en niet door de markt zoals nu.
00:17:39 Janine Abbring : We weten dat hij lid was van het Gilde. Zij niet, want dat mocht niet. Zij werkte wel mee.
00:17:46 Anne Lenders : Vrouwen mochten geen lid worden van Het Gilde, maar ze hadden een belangrijke rol in de bakkerijk. Ze werkten mee aan alle aspecten van het broodmaken, zoals het kneden van het deeg en het zeven van het meel. Soms bedienden ze de overn. Ze deden de schoonmaak. Dat liep allemaal door elkaar heen. Het was een huishouden dat de hele dag doorging.
00:18:11 Janine Abbring : 's Nachts misschien al brood bakken.
00:18:13 Anne Lenders : Bakkers stonden 's nachts op. Vaak stond de vrouw tegelijk op met haar man. Het was een heel zwaar beroep. De vrouw hielp mee in de bakkerij, maar ook met de verkoop zoals we op dit schilderij zien. Zij onderhield het contact met de klanten. Ze hield de financiën bij in een kasboek. Ze hield de voorraad bij. Het is héél belangrijk om je te realiseren dat ze beiden nodig waren om die bakkerij draaiende te houden. Zelfs de kinderen hielpen mee, wat aangeeft dat het een familiebedrijf is.
00:18:46 Janine Abbring : Weten we of ze kinderen hadden?
00:18:49 Anne Lenders : Ja, ze hadden vijf kinderen. Eén zoon, Jan Oostwaard, heeft de bakkerij overgenomen. Het bakkersvak ging, net zoals zoveel beroepen, over van vader op zoon. De vader van Arent was bakker en zijn zoon werd ook bakker. Waarom wilden die mensen zich op zo'n manier laten portretteren? Kennelijk waren ze trots op hun vak. Er straalt trots uit, zowel voor het bakkersvak als voor het familibedrijf.
00:19:16 Janine Abbring : Je ruikt bijna het brood als je ernaar kijkt.
00:19:19 Anne Lenders : Zeker. Dat vind ik het aantrekkelijke van het schilderij. Het is een zonnige dag. De bakker kijkt je héél vriendelijk aan. Het is alsof je zelf een bakkerij binnenstapt en rondkijkt wat je zou kiezen.
00:19:34 Janine Abbring : Waar heb ik zin in? Vandaag een zottinnenkoek of een duivekater.
00:19:39 Anne Lenders : Of een krakeling.
00:19:51 Janine Abbring : Jan Steen staat vooral bekend om die humoristische schilderijen, maar blijkbaar was hij ook een verhalenverteller.
00:19:57 Anne Lenders : Hij was dé verhalenverteller bij uitstek. Het bijzondere aan dit schilderij is dat het een portret is en tegelijkertijd een tafereel uit het dagelijks leven. In de kunstgeschiedenis noemen we dat een genreportret. Het verschil met een gewoon portret is dat er een handeling plaatsvindt, zodat er echt een verhaal wordt verteld. Je ziet dat hij net komt aanlopen met het brood dat hij uit de oven heeft gehaald. Hij gaat het erbij leggen. Die vrouw gaat het verkopen. Traditionelere portretten zijn veel statischer. Er gebeurt niets. Iemand is vaak driekwart naar links of rechts gedraaid, vanaf zijn middel weergegeven. De achtergrond is neutraal. Dat is veel statischer, zonder beweging en handeling.
00:20:43 Janine Abbring : Bijna een snapshot in de beweging.
00:20:49 Anne Lenders : Jan Steen combineert als enige verschillende genres in één werk. Het is een portret, een tafereel uit het dagelijks leven en een stilleven omdat al die broden bij elkaar gegroepeerd zijn.
00:21:05 Janine Abbring : Hoe zeldzaam was dat voor die tijd? Je zegt dat hij de enige was die dit deed.
00:21:10 Anne Lenders : Heel zeldzaam. Hij heeft het zelf ook maar een paar keer gedaan. Zijn schilderijen zijn héél humoristisch. Hij was een komische schilder die zichzelf vaak op de hak nam. Hij schilderde zichzelf vaak in allerlei rollen. In zijn schilderijen zien we vaak lachende mensen. Dat was ongewoon in de 17e eeuw. Hij staat bekend als grappenmaker. Maar het wordt vaak vergeten dat hij ook veel andere dingen heeft geschilderd. Hij heeft gewone portretten en zelfs landschappen geschilderd. Aan het eind van zijn leven heeft hij wat serieuzer werk gemaakt, zoals historische stukken waarin een bijbels verhaal wordt afgebeeld of een mythologisch verhaal. Hij is veel veelzijdiger dan alleen maar die grappenmaker, die grappige schilder.
00:21:54 Janine Abbring : Dan alleen maar dronken mensen.
00:21:58 Anne Lenders : Dat komt door het spreekwoord: een huishouden van Jan Steen. Dat is iets waar iedereen meteen aan denkt als je aan Jan Steen denkt. Dat is gebaseerd op zijn schilderijen of op zijn leven. Zijn eerste biograaf, Arnold Houbraken, heeft over Jan Steen geschreven dat zijn schilderijen zijn als zijn levenswijze en zijn levenswijze als zijn schilderijen. We weten dat zijn eigen huishouden niet al te georganiseerd zal zijn geweest.
00:22:29 Janine Abbring : Toch rommelig als het huishouden van Jan Steen?
00:22:31 Anne Lenders : Ja. Op het schilderij 'Het Vrolijke Huisgezin' in het Rijksmuseum zien we een familie aan tafel zitten waar kinderen roken en drinken. Daar zit een wijze les in. Aan de schouw hangt een briefje: 'Zoals de oude zongen, piepen de jongen.' Dat is een boodschap aan volwassenen.
00:22:54 Janine Abbring : Dat je het goede voorbeeld moet geven.
00:22:56 Anne Lenders : Precies. Denk goed na welk gedrag je aan je kinderen laat zien, want ze nemen het over.
00:23:02 Janine Abbring : Er zat nog een moralistisch kantje aan.
00:23:05 Anne Lenders : Jan Steen doet dat veel.
00:23:08 Janine Abbring : Wat spreekt jou het meest aan in dit schilderij?
00:23:11 Anne Lenders : De vrolijkheid, de lichtheid. Het heeft een hele gezellige, warme uitstraling. Het mooiste detail vind ik de gespierde onderarm van de bakker.
00:23:22 Janine Abbring : Even goed kijken.
00:23:24 Anne Lenders : Het was fysieke arbeid, dus bakkers hadden hele gespierde armen. Het is zo realistisch weergegeven. Het licht valt op zijn elleboog. Ik vind het kleurverloop dat beneden naar zijn hand toeloopt erg mooi. Eerst zie je de blauwgrijze tinten van zijn aderen die door zijn huid heen schijnen. Vervolgens naar die hand die wat roder is, want hij heeft het warm en is zich aan het inspannen. Het is ontzettend knap en mooi dat het zo realistisch is weergegeven. Hieraan kan je goed zien hoe goed Jan Steen kon schilderen. Hoe goed hij was in stofuitdrukking, het weergeven van structuren, materialen en texturen. Dat moeten we niet vergeten. Hij was een losbol en schilderde soms wat slordiger. Maar die onderarm is Jan Steen op zijn best.
00:24:22 Janine Abbring : Daar zie je de hand van de meester.
00:24:28 Voice-over : Dit was aflevering vijftien in de serie: 'Wie kijkt mij aan?' van 'In het Rijksmuseum'. Wil je de kunst in het echt komen bekijken? Word dan vriend van het Rijksmuseum en krijg onbeperkt gratis toegang. In de volgende aflevering vertelt Mara Lagerweij over fotografe Hannah Elkan, die haar eigen fotostudio had in Amsterdam. Tot dan!
Abonneer je op In het Rijksmuseum met je favoriete podcastspeler
Met dank aan
In het Rijksmuseum is powered by ING.
1 | 4
1 | 4
1 | 4
1 | 4




















