Titel(s)

Jojada zalft Joas
Geschiedenis van Joas en koningin Atalja (serietitel)

Objecttype

• prent
• albumblad

Serienummer

3/4

Objectnummer

RP-P-1988-297-54

Catalogusreferentie

• Mielke 28
• New Hollstein Dutch 31-1(2)
  Opmerking: Harmen Jansz. Muller
• New Hollstein Dutch 141-1(2)
  Opmerking: Maarten van Heemskerck

Omschrijving

De hogepriester Jojada giet zalfolie over het hoofd van Joas en roept hem uit tot koning. Omstanders blazen op trompetten en bespelen de harp. Tussen de soldaten rechts kijkt koningin Atalja toe, terwijl ze haar kleren scheurt. Rechts in de achtergrond wordt koningin Atalja gedood. Onderaan in de marge een vers in het Latijn over de voorstelling. Deze prent maakt deel uit van een album.

Vervaardiger

• prentmaker: Harmen Jansz Muller (vermeld op object)
• naar ontwerp van: Maarten van Heemskerck (vermeld op object)
• schrijver: Hadrianus Junius
• uitgever: Gerard de Jode

Plaats vervaardiging

Antwerpen (stad)

Datering

1565 - 1569

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 186 mm × breedte 244 mm

Wat

• Joash, protected by the soldiers, is crowned and anointed king; the people acclaim him
• Athalia hearing the noise of the people acclaiming King Joash, comes to the temple and sees the new king standing by a pillar; she tears her clothes in dismay
• death of Athalia: she is seized by soldiers, brought to the palace and killed at the Horse gate

Credit line

• Aankoop uit het F.G. Waller-Fonds

Verwerving

aankoop 1988

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Album met prenten naar ontwerp van Maarten van Heemskerck en anderen (RP-P-1988-297)

• The Muller dynasty, dl. I, p. 110, cat.nr. 31
• Maarten van Heemskerck, dl. I, p. 123, cat.nr. 141
• Conservatie, restauratie en onderzoek van een zestiende-eeuws prentenboek: het Heemskerck-album, p. 173-214
• H. Mielke, 'Antwerpener Graphik in der 2. Hälfte des 16. Jahrhunderts. Der Thesaurus veteris Testamenti des Gerard de Jode (1585) und seine Künstler', Zeitschrift für Kunstgeschichte 38 (1975), p. 80, cat.nr. 28.