…; ? sale, Isaak van den Blooken (1653-1706, Amsterdam), Amsterdam (auction house not known), 11 May 1707, no. 7 (‘Daer de Boeren Meester zyn over de Soldaeten’), fl. 410;{G. Hoet, _Catalogus of naamlyst van schilderyen, met derzelver pryzen zedert een langen reeks van jaaren zoo in Holland als op andere plaatzen in het openbaar verkogt: Benevens een verzameling van lysten van verscheyden nog in wezen zynde cabinetten_, I, The Hague 1752, p. 99.}…; sale, Ewout van Dishoek, Lord of Domburgh, The Hague (auction house not known), 9 June 1745, no. 15 (‘[…] ou les Païsans pillent les Cavaliers […] haut un pied onse pouces, large de deux pieds & demi pouce [62.3 x 66.3 cm]’), with pendant, no. 14, _Ou les Cavaliers pillent les Païsans_, fl. 1,400, to the dealer Willem Lormier;{E. Korthals Altes, ‘The Eighteenth-Century Gentleman Dealer Willem Lormier and the International Dispersal of Seventeenth-Century Dutch Paintings’, _Simiolus_ 28 (2000-01), pp. 251-311, esp. p. 306, no. 37. The dimensions in the sale catalogue may be incorrect, for they differ from those in ‘Catalogus van schilderyen van den Heer Agent Willem Lormier, in ’s Hage’, in G. Hoet, _Catalogus of naamlyst van schilderyen, met derzelver pryzen zedert een langen reeks van jaaren zoo in Holland als op andere plaatzen in het openbaar verkogt: Benevens een verzameling van lysten van verscheyden nog in wezen zynde cabinetten_, II, The Hague 1752, pp. 415-50, esp. p. 447.} collection Willem Lormier (1682-1758), The Hague (‘Een Landschap met veel Paarden en Beelde, zynde de Boeren meester van de Militie. br. 2 v. 5 d., h. 2 v. 4 d. [73.2 x 75.9 cm] D.’);{‘Catalogus van schilderyen van den Heer Agent Willem Lormier, in ’s Hage’, in G. Hoet, _Catalogus of naamlyst van schilderyen, met derzelver pryzen zedert een langen reeks van jaaren zoo in Holland als op andere plaatzen in het openbaar verkogt: Benevens een verzameling van lysten van verscheyden nog in wezen zynde cabinetten_, II, The Hague 1752, pp. 415-50, esp. p. 447.} from whom, fl. 2,362.10, with pendant, _De militie meester van de Boeren_, to the dealer Gerard Hoet, for Johannes Lubbeling, 26 February 1754;{E. Korthals Altes, ‘The Eighteenth-Century Gentleman Dealer Willem Lormier and the International Dispersal of Seventeenth-Century Dutch Paintings’, _Simiolus_ 28 (2000-01), pp. 251-311, esp. p. 306. See p. 289 for a reproduction of the original document.} from whom, fl. 2,500, to Jan de Neufville (1729-1796), Amsterdam;{_Journaal_ Pot van Groeneveld, 28 September 1796. See also the following note.} from whom, fl. 2,100, to Gerrit van der Pot (1732-1807), Lord of Groeneveld, Rotterdam, September 1782;{_Journaal_ Pot van Groeneveld, 28 September 1796:‘Een attaque van militie op een dorp, in welke de boeren de overhand bekomen. Van den Hr. Jan de Neufville te Amsterdam sept 1782 gekogt voor _f_ 2100. N.B. was door hem voor _f_ 2500 gekogt uit het kabinet van Lubblink. […].’ See T. Zeedijk, ‘“Tot Voordeel en Genoegen”: De schilderijenverzameling van Gerrit van der Pot van Groenevelt’, _Bulletin van het Rijksmuseum_ 55 (2007), pp. 128-207, esp. p. 197, no. 214.} his sale, Rotterdam (Gebr. Van Ryp), 6 June 1808 _sqq._, no. 142 (‘Hoog 22⅜, en breed 29⅜ duim [58.4 x 76.7 cm]. Dk. Dit is een der twee bekende en beroemde stukken van dezen grooten Meester. Het stelt voor de Overrompeling en Plundering van een Dorp, doch in ’t welke de Boeren meester zijn en zegepralen over de Militairen. Ingevolge hiervan vertoont zich op den voorgrond een Officier halverlijf geheel uitgekleed, en de handen op den rug gebonden, terwijl een Boer in eene bespottende houding des Officiers Montering aan heeft; benevens hem nog twee snaaksche Boeren. Eenen dood liggenden Officier worden de kleederen uitgetrokken. Hierbij staat een gezadeld wit Paard, en eenige vale en bruine Paarden, van welke laatste kleur er een dood op den grond ligt. Ter zijde van dit alles wordt een Militair, door eenige Boeren, met geweld weggevoerd, en een tweede nog te Paard zittende overmeesterd, enz. Op den tweeden grond, in ’t verschiet ziet men vechtende partijen, en veel bijwerk […]. De wedergade van dit tafereel, waarin de Militairen meester zijn, is, zoo wij ons wel herinneren, in ’t Kabinet van den Heere van Lankeren te Antwerpen.’), fl. 3,625, to J.M. Jorissen, for the museum;{Copy RMA.} on loan to Beeckesteijn Estate, Velsen, 1969-82
